You are on page 1of 4

Chemisch rekenen deel 1 (Opgaven)

1. Zoek in de tabel van Mendeljev de relatieve atoommassa op van de volgende


elementen en bereken de massa van één atoom van elk element:
a) aluminium f) tin
b) chloor g) neon
c) broom h) waterstof
d) koper i) barium
e) kalium j) arseen
2. Bereken de molecuulmassa van elk van de volgende stoffen:
a) Ca3(PO4)2 f) H2
b) Na2CO3 g) P4
c) C8H6O4 h) (CH3COO)2Zn
d) Na4P2O7 i) NH4NO3
e) (NH4)6Mo7O24 j) Ag2SO4
3. Bereken de molaire massa van elk van de volgende stoffen:
a) goud
b) zilver
c) tin
d) lood
e) waterstof
f) H2O
g) K2S2O3
h) CuSO4.5H2O
i) C6H12O6
j) Ca(HCO3)2

1
4. Hoeveel mol is er aanwezig in:
a) 6,023.1022 moleculen Ca(H2PO4)2?
b) 60,23 g Ca(H2PO4)2?
c) 1023 atomen Ne?
d) 10,23 g Al?
e) 10,23 g Al(NO3)3?
f) 7,023.1023 moleculen van een onbekende verbinding?
g) 1,00 L water (dichtheid water = 1,00 kg/L)?

2
5. Vervolledig de volgende tabel voor melkzuur (C3H6O3):

m (g) n (mol) aantal moleculen aantal O-atomen


a 0,0045
b 0,0125
c 3,00.1030
d 1,20.1069

6. Hoeveel fosforatomen zijn aanwezig in:


a) 2,00 mol P?
b) 3,00.10-3 mol H3PO4?
c) 4,50 mol P2O3?
d) 1,30 mol P4O10?

7. Bereken het aantal mol waterstofchloride(HCl) in een staal dat 1,2.1024 moleculen
HCl bevat.
8. Bereken de molaire massa van argon, gegeven dat de massa van één enkel argon
atoom 6,634 .10-26 kg is.
9. Bereken de hoeveelheid stof (in mol) in 73,0 g waterstofchloride (HCl).
10. Bereken:
a) het aantal mol Ca in 2,25 g Ca.
b) de massa van 2,61 mol Ca.

11. Geef de massa in gram van 1,20 mol van:


a) natriumchloride (NaCl)
b) methaan (CH4)
c) silicium (Si).

12. Zilver heeft een atoommassa van 107,87 u. Bereken:


a) de massa van een zilveratoom in gram.
b) het aantal atomen in 1,00 gram zilver.

13. Hoeveel mol KCl is nodig om 3,55.103 L oplossing met een concentratie van
0,250 mol/L KCl(aq) te bereiden?
14. Hoeveel gram Na2SO4 is nodig om 625 mL oplossing met een concentratie van
0,415 mol/L Na2SO4(aq) te bereiden?
15. Hoeveel mg KOH is er aanwezig per mL oplossing voor een oplossing met een
concentratie van 0,105 mol/L KOH(aq)?

3
16. Wat zijn de concentraties (in mol/L) van de opgeloste stoffen als ze opgelost worden
in water?
a) 2,17 mol C2H5OH in 5,12 L oplossing.
b) 12,35 mmol CH3OH in 50,00 mL oplossing.
c) 14,3 g (CH3)2CO in 125 mL oplossing.

17. Wat is de concentratie (in mol/L) aan diëthylether ((C2H5)2O) als 13,0 mg opgelost is
in 11,34 L water?

18. Geconcentreerd zwavelzuur (H2SO4) heeft een gehalte () aan zwavelzuur van
94,0 % en een dichtheid van 1,831 g/cm³. Wat is de concentratie van zwavelzuur in
deze oplossing? Wat is het massa-volume-percentage van geconcentreerd
zwavelzuur?
19.
a) Bepaal de concentratie van een geconcentreerde waterstofchloride (HCl)

oplossing ( = 0,360 en dichtheid = 1,18 g/mL).

b) Hoeveel liter van deze geconcentreerde HCl oplossing is er nodig om 20,0 L van
een HCl-oplossing te maken met een concentratie van 0,125 mol/L?

20. Wat is de concentratie (in mol/L) van de volgende stoffen, opgelost in water?
a) 0,750 mol NaCl in 5,20 L oplossing.
b) 180 mg AgNO3 in 60,0 mL oplossing.

c) 5,00 mL waterstofchloride (HCl) oplossing met een dichtheid = 1,19 g/mL en  =
0,3723.

21. De massaconcentratie van goud in zeewater is 0,011 g/L. Hoeveel gram goud is er
aanwezig in de Atlantische oceaan? Deze heeft een volume van 3,23.1011km3.
22. Wat is de concentratie van NaCl in een oplossing die bereid wordt door 2,00 L van
een 4,00 mol/L NaCl-oplossing met 3,00 L van een 1,50 mol/L NaCl-oplossing samen
te voegen?
23. Wat is de concentratie aan glycerol wanneer 12,2 mL zuiver glycerol (C3H8O3 met
een dichtheid van 1,26 g/cm³) opgelost wordt in water om 375 mL oplossing te
bekomen? Wat is het massa-volume-percentage van de bekomen oplossing?

You might also like