1.

Achterhaal het symbool weergegeven door X:

a. 24
12 X

58
b. 28 X
104
c. 46 X
183
d. 74 X

2. Het atoomnummer wordt bij de notatie van een isotoop vaak weggelaten. Er
13
staat dan bijvoorbeeld 13C in plaats van 6C . Leg uit dat dit geen probleem
oplevert.

3. De atoomsoort Cadmium (symbool Cd, atoomnummer 48) komt in de

aardkorst voor in de verbinding cadmiumerts. Het erts is vaak verontreinigd
met andere atoomsoorten die wat betreft chemische eigenschappen op
cadmium lijken.
a. Leg uit welke atoomsoort de grootste kans heeft om als verontreiniging
voor te komen in cadmiumerts: calcium (atoomnummer 20), zink
(atoomnummer 30) of zilver (atoomnummer 47).
b. Cadmium komt op aarde voor met een gemiddeld gehalte van 0,15 mg
cadmium per kg aarde. De massa van de aarde is 5,976⋅1024 kg.
Bereken hoeveel kg cadmium de aarde bevat.
c. Steenkool bevat als verontreiniging 65 mg Cd per kg.
Bereken het aantal mol Cd in 1,0 kg steenkool.

4. Welke atomen/ionen worden in de onderstaande tekeningen weergegeven?

5. Massa van atomen en ionen.

a. Hoe groot is de massa van een atoom S?
b. De ionmassa van S2− is gelijk aan de atoommassa van S. Leg goed uit
hoe dat mogelijk is.

6. Natuurlijk gallium bestaat voor 60,4% uit Ga-69 en voor 39,6% uit Ga-71. Zal
de gemiddelde atoommassa van gallium precies 70 zijn of meer of minder?
Licht je antwoord toe.
7. Bereken de molaire massa van:
a. Sacharose, C12H22O11
b. diwaterstofsulfide
c. methaan, CH4

8. Bereken het percentage:

a. Zuurstof in koolstofmono-oxide
b. Fosfor in difosforpentaoxide
c. Fluor in uraanhexafluoride
d. Waterstof in penicilline (C16H18N2O4S)

9. Bereken de hoeveelheid stof in mol. Schrijf je antwoord in de

wetenschappelijke notatie houdend aan de significantie.
a. 1,0 g Cr
b. 1,0 g Cl2
c. 17,3 gram H2

10. In een reactievat ontleedt ammoniak (NH3) tot zijn elementen: waterstof en
stikstof.
a. Geef de kloppende reactievergelijking.
b. Wat is de molverhouding tussen waterstof en stikstof?
c. Wat is de molverhouding tussen ammoniak en stikstof?
d. Bereken hoeveel gram stikstof ontstaat uit 4,00 mol ammoniak.
e. Bereken het massapercentage stikstof in ammoniak.