You are on page 1of 2

Controleopgave bij Redox deel 5 – brandstofcellen

OPGAVE 1
In 2007 hebben onderzoekers van Sony een prototype ontwikkeld van een
elektrochemische cel (batterij) die zijn energie haalt uit een reactie van glucose met
zuurstof. Hieronder is deze suikerbatterij schematisch weergegeven.

De batterij bevat twee koolstofelektroden (A en B) die elk zijn bedekt met een laagje
van een verschillend enzym. De elektroderuimtes worden gescheiden door een
membraan. Aan elektrode A wordt glucose omgezet tot gluconolacton (C6H10O6)
volgens de halfreactie:

C6H12O6 → C6H10O6 + 2 H+ + 2 e–

a. Is elektrode A de positieve of de negatieve pool van de suikerbatterij?


Motiveer je antwoord.

Bij elektrode B wordt zuurstof omgezet tot water. Bij deze omzetting reageren ook H+
ionen.

b. Leid met behulp van de vergelijking van de halfreactie van zuurstof en de


vergelijking van de halfreactie bij elektrode A, de vergelijking af van de totale
redoxreactie die plaatsvindt in de suikerbatterij.

De H+ ionen kunnen zich door het membraan verplaatsen.

c. Leg uit of de H+ ionen zich van elektrode A naar elektrode B verplaatsen of


van elektrode B naar elektrode A.

Het prototype van de suikerbatterij heeft de vorm van een kubus met een ribbe van 4
cm. De elektroderuimte van elektrode A wordt gevuld met 20 mL 0,40 M glucose-
oplossing. De suikerbatterij kan worden gebruikt om een MP3-speler te voorzien van
elektrische stroom. Het gemiddelde stroomverbruik van de MP3-speler is 61,6 mA
(1 A = 1 C s–1).

d. Bereken hoeveel uur de MP3-speler kan spelen op de glucose die aanwezig is


in 20 mL 0,40 M glucose-oplossing. Neem aan dat alle glucose wordt
omgezet.
Ga uit van het gegeven dat 1 mol elektronen een lading heeft van 9,649·104 C.
OPGAVE 2
Personenauto's die op benzine rijden, produceren koolstofdioxide. In december 1997
is in Kyoto (Japan) afgesproken dat in 2012 de hoeveelheid koolstofdioxide per
gereden km gemiddeld met minstens 40% moet zijn teruggebracht. Daarom doet de
auto-industrie uitgebreide research om de uitstoot van koolstofdioxide te verlagen.
Eén van de onderzoeken richt zich op een auto uitgerust met een elektromotor. De
elektrische stroom voor de elektromotor wordt geleverd door een zogenoemde
directe methanol-brandstofcel. In onderstaande figuur is de directe methanol-
brandstofcel met elektromotor schematisch weergegeven. In het vervolg van deze
opgave duiden we zo’n cel kortheidshalve aan met brandstofcel.

In compartiment I van de brandstofcel wordt een mengsel van methanol en water


geleid. In compartiment II wordt zuurstof (lucht) geleid. Aan de poreuze platina-
elektrode (EII) treedt de volgende halfreactie op:

O2 + 4 H+ + 4e– → 2 H2O (halfreactie 1)

a. Geef de halfreactie die plaatsvindt aan de poreuze platina-elektrode (EI) in


compartiment I.

Tussen de poreuze elektroden bevindt zich een membraan dat alleen H+ ionen
doorlaat. Koolstofdioxide en waterdamp worden uit de brandstofcel afgevoerd.

b. Leg uit of de H+ ionen door het membraan van EI naar EII of omgekeerd
bewegen.

c. Leg uit of de elektrode waar zuurstof reageert de positieve of negatieve


elektrode is.

Een auto die is uitgerust met deze brandstofcel hoeft alleen methanol te tanken. Het
water dat voor halfreactie 1 nodig is, wordt geleverd door halfreactie 2. Omdat er in
compartiment II meer water ontstaat dan voor halfreactie 1 nodig is, wordt een deel
van dat water afgevoerd.

d. Leid aan de hand van de halfreacties af hoeveel procent van het in


compartiment II gevormde water moet worden afgevoerd.

You might also like