Professional Documents
Culture Documents
1 Fictie en Non-Fictie
1 Fictie en Non-Fictie
1. Fictie en non-fictie
ff
Kenmerken poëzie Kopland
o Mild ironisch
o Gespannen stiltes
o Nauwkeurige observatie van menselijke gebaren en
verlangens
o Beschrijft in subtiele verwoordingen de geheimzinnige
kracht van de dingen, geluiden, geuren, stillevens,
landschappen
o Blijft zoeken naar een vraag en geen antwoord
o Mildheid MAAR sluit wel allerminst thema’s uit zoals…
o Angst, eenzaamheid, wreedheid, oorlog en
geweld
zijn wel niet de kern van Koplands werk,
maar zijn niet weg te denken
I
Boven het hooi hangt de boer in
de balken. In de sneeuw ligt de blote
boerin.
Eerste observatie:
o Er hangt een dode boer in de balken en er ligt een blote boerin in de sneeuw.
o Er is een sprekende kat.
o Ontreddering in vele lagen van het gedicht
1
A. GLOBALE ANALYSE
o Eerste vier strofen bestaan uit een zelfde aantal verzen (twee lange, één
korte)
o Opvallend morfologisch verschil tussen de eerste strofen en de
laatste
o De eerste strofen zijn vloeiend, harmonieus, rustig de
volgende strofen vertonen contrasten en verlopen in horten en
stoten
o Op semantisch vlak:
o Warm en koud worden op een eigenaardige manier door elkaar
geschud
Een dode boer boven het (warme) hooi in de (huiselijke)
balken
Een boerin bloot in de sneeuw
Een dood varken dat een tijdje vergeefs op slobber en slacht
heeft gewacht
Het vreedzame “slobber en slacht” vormt bij nader toezien
net zo goed een vreemde koppeling van warm en koud
o Verhouding tussen leven en dood is ontwricht
Varken dat eten moest krijgen om dan geslacht te worden
en dan tot eten moest gaan dienen, heeft zijn verwachte lot
niet gekregen
verhongerd, zij het onder het warme vacht van het dak
keten van leven naar dood naar nieuw leven onderbroken
2
o Een lege plek om (leeg) te blijven en uit te nodigen vs. een lege plek
(voor iemand) om (er) te blijven en dus vol te zijn.
o Het lege nest correspondeert met de lege plek
o De kat toont zich onafhankelijk en trouw tegelijk
o voor het varken is het anders afgelopen: heeft zijn
afhankelijkheid van de boer en de boerin niet overleefd.
o Doorbroken warmte/kou-polariteit
o Maar ook: onderscheid mens, dier en ding is vervaagd
De warme vacht van het dak = een vacht van sneeuw
Een huis als een dier met een vacht; een huis als een leeg
nest in de winter; een vertellende kat tgo. het dode trio van
boer, boerin en varken.
o Op inhoudelijk vlak
o De huidige rust is in ieder geval niet onschuldig er is een drama
aan voorafgegaan
Moord? Roofmoord? Zelfmoord? Verkrachting?
o In de volgende strofen gebeuren hele andere dingen:
Dichter spreekt de lezer aan en belooft expliciet een
verklaring, parafraseert de scène uit de eerste strofen, en
blijkt dan een kat te zijn die zijn die uitspraken over warmte
en liefde doet.
3
o “Ik ben de kat in dit huis.”
o Morfologisch en syntactisch = met dit laatste vers opnieuw
harmonie bereikt
o Klanken vormen een mooi geheel met het ritme 3 anapesten met
de elkaar echoënde aa-i-ou / a-e-è / aa-i-a en uitsluitend zachte
medeklinkers.
o De zin bouwt verder op de nieuwe tegenstelling tussen ik en ze; hij
keert terug naar ik ww. drukt een emotie uit. Het verhaal is nu
voorbij; enkele naar emotie neigende uitspraken waren er al (Bv.
“Dit is heel erg”.)
III. SPANNINGSVERHOGING
4
o Enjambement na dit is valt waar we een verklaring
verwachten, die dan uit een gedicht blijkt te bestaan.
o Het volledige enjambement speelt ditzelfde ironische spel
verder nieuwsgierige lezer krijgt een opsomming van
elementen die hij al kent, tot het einde toe, na een
meesmuilend en. Zelfs het varken moet er nog eens bij.
o Als…
o Op het syntactische vlak is er in deze 2 strofen meer
afwisseling en spanning gekomen
o Bestaan uit:
Een (retorische) vraag zonder vraagteken;
Een paratactische constructie die 2 keer begint
met “dit is”
Ene keer gevolgd door een bijstelling
De andere keer gevolg door een LV met
een bijzin
Onderwerp daarin bestaat uit de
opsomming van reeds bekende elementen,
en de geïsoleerde PV komt pas in de
volgende strofe
Drie pv’s (3x maal is in één vers) hebben
3x een andere grammaticale functie.
In datzelfde vers komt nog het VD
“gebeurd” voor.
Een vergelijking
Waarbij de termen van plaats zijn
verwisseld
Waarbij een abstract naamwoord wordt
vergeleken met een concreet naamwoord
met een tijdsbepaling
Twee nieuwe paratactische stellingen, met
ogenschijnlijk een tegenstelling tussen “ik” en “ze”
Het “ik” stelt zichzelf voor: KWW, gezegde
met plaatsbepaling en vermeldt bij “ze”
alleen de bepaling van gesteldheid “weg”
5
o Ondanks het feit dat het huis als een leeg nest in de winter is
geworden, is het de herinnering aan de warmte, of de hoop op
een nieuw leven die het voor de kat blijkbaar tot een thuis
maakt.
V. NIVEAUVERSCHUIVINGEN
- “Wat is er gebeurd”
o 1e metaniveau
o De verteller verschijnt ten tonele & formuleert de
vraag van de lezer
- “Dit is heel erg”
o Vertellersantwoord op hetzelfde niveau
o Een vals antwoord emotionele uiting
o Verteller bereidt de lezer voor: maakt hem duidelijk
dat het gruwelijke verhaal uit de eerste 2 strofen
serieus genomen moet worden.
- “Dit is een gedicht”
o Vertellersantwoord op 2e metaniveau
o Verteller vestigt de aandacht op het literaire kader
van het verhaal, waardoor de vorige zin opeens in
een ander licht komt te staan. Wat is er dan erg?
- “Als een leeg nest in de winter is warmte”
o Algemene beschouwing die van de verteller zou
kunnen komen.
o De winter verwijst naar de opgeroepen scène + het
lege nest hoort o.a. via de associatie met hooi, in een
landelijke omgeving thuis.
- “Ik ben de kat in dit huis. Ze zijn weg”
o Vereenzelviging van de verteller met de kat en de
positiebepaling tegenover de anderen (ze)
6
“Jonge sla”
Alles op de fiets, Kopland 1969
o De romantische ironie ontstaat o.a. door de tegenstelling tussen het redelijk
banale onderwerp (het hoekje aardappelen dat aan het eind van de zomer nog
gerooid wordt vs. de jonge sla die in september nog moet rooien beginnen te
groeien) en de grote, met zichtbare moeite onderdrukte gevoelens die de verteller
daaraan koppelt.
Jonge sla
op dezelfde manier zou de verteller hier ontsteltenis van de lezer bij zo’n wrede scène
willen opheffen door hem te sussen met de boodschap dat het maar een gedicht is.
o Vergelijking in de volgende strofe lijkt een manifestatie van de verteller die het
heft in handen heeft genomen + de lezer onderhoudt of troost met een
algemene beschouwing over warmte
o Bvb. met nieuw beeld uit dezelfde landelijke sfeer: het lege nest
o Lezer krijgt een abstracte waarheid over warmte voorgeschoteld
o Kat werpt zich op tot trooster wil de lezer behoeden voor al te groot leed en
geeft advies over de juiste inschatting van het woord “warmte”, over het
verwerken van dood, over rouw en liefde
o Kat kan opereren als verteller, dichter en therapeut
o Lezer wordt patiënt
o Therapeutische boodschap luidt i.t.t. het varken, dat onder de warme
vacht van het dak misschien te afhankelijk is geweest, heeft de kat zijn
eigen vat
o De lezer kan in de kat het weten vermoeden, de god, het mysterie
o Bvb. Kat als heilig dier in Egypte dat de mensen beschermde
o Bvb. Kat in de kabbala en het boeddhisme weer verbonden met de slang,
het symbool van de zonde…
7
o Door het sterven van de personages is de lezer tot leven gekomen, zij het
leven aan een vreemd soort
o Hij mag zich niet zomaar overleveren aan het verhaal van het gedicht
o Mag zich niet inleven in de gruwel van het trio
o Moet loskomen van deze al bij al te veilige positie
o De lezer die zichzelf wilde herkennen in de boer, boerin en het varken kan
dat nu niet meer deze figuren zijn in een spiegeling met zichzelf
terechtgekomen
o Verteller gaat aan de kant van de lezer staan, maar geeft de verlossende
herkenning niet
o Hij houdt de lezer op zijn beurt een spiegel voor; je leest “een gedicht
waarin”…
o Het wordt voor de lezer onmogelijk gemaakt om het “sterven” te beleven
o Er is een toestand van vervreemding opgetreden, een impasse.
o De lezer blijft alleen over, alleen met zichzelf
8
Waarom? Literatuur is begrensd. Elk literair werk houdt
ergens op, en op die manier een geheel vormt.
Bv. Openingsgedicht “Een lege plek om te blijven”: Het
drama op de boerderij zou de lezer absoluut kunnen
beleven, terwijl hij de drama’s die hem overkomen, leert te
relativeren.
“Oorlog” (uit de bundel “Tot het ons loslaat”)
o Hierin kijkt de ik-figuur naar een oude foto van een gezin dat tijdens de oorlog
weggevoerd is (en nooit meer is teruggekomen)
o Het verhaal is hem verteld; en toch wil hij het niet laten voorbijgaan. Daarmee
weigert hij de troost van een afgesloten verhaal:
Oorlog
o Ook hier wordt de beleving van een afgesloten verhaal de lezer niet gegund
doordat de verteller het niet kan later om uit de absoluutheid van de scène te
treden
o Onderbreekt onze stroom van emoties (verwondering, bange
voorgevoelens, medelijden, …) vestigt de aandacht op zichzelf
m.a.w. precies door literatuur als beleving te expliciteren, pakt hij
ze van ons af
in de tergende herhaling van “de boer”, “de boerin” en “het varken” gaat
het allang niet meer over deze personages, maar over het vertellen.
o De actieve vorm van sterven suggereert dat het sterven nu gebeurt, op dit
moment, in dit gedicht.
o Er komt geen verklaring van deze wreedheid, de oorzaken zullen duister
blijven.
o De scène werd beschreven en er werd gesteld dat het een gedicht was. De
scène werd herhaald, maar in actieve vorm. Het gedicht implodeert, de
scène weerspiegelt zichzelf.
9
Lijsterbessen (Rutger Kopland, Onder het vee, 1966)
Lijsterbessen
De dichtkunst beoefenen is
met de grootst mogelijke zorgvuldigheid
constateren dat bijvoorbeeld
in de vroege morgen
de lijsterbessen duizenden tranen dragen
als een tekening uit de kindertijd
zo rood en zo veel.
Paradox
o Precieze beschrijving van een scène tegelijk ook een grote vrijheid, of zelfs
vrijblijvendheid creëert.
o De aandacht is op een scène gericht er wordt gesuggereerd, er worden
gevoelens van herkenning opgeroepen
o Door rechtstreeks om te gaan met de “werkelijkheid”, wekt de dichter niet meer
een “zo-is-het”-gevoel op, maar de veel complexere ervaring van: “zo zou je het
kunnen zien”.
10