You are on page 1of 76

SLIMMER

LEREN
MET RTTI
50 tips voor betere resultaten
DROST & VERRA

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Het schilderij 'Bloei' op het omslag en de bijbehorende poëzie zijn van Wilma Veen

12e druk, september 2020

ISBN 9789490037130

NUR 840

© Copyright 2020 Docentplus.nl


Exemplaren zijn te bestellen via www.slimmerleren.education
Redactie: Rene Schreurs

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door
fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatie- of andere
werken (artikel 16 Auteurswet 1912), in welke vorm dan ook, dient men zich tot de uitgever te wenden.
Ondanks alle aan de samenstelling van dit boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden
voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden
wij ons gaarne aanbevolen.

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Inleiding

Hoe leer ik snel iets uit mijn hoofd? Hoe haal ik de belangrijkste hoofdzaken uit een tekst? Hoe
kan ik mijn geheugen verbeteren? Hoe leer ik iets
voor lange tijd te onthouden?
Kortom:
Hoe kan ik met minder inspanning betere
resultaten halen?

Dit boek staat vol met tips en manieren om


makkelijker te leren. Leerlingen zeggen vaak dat ze
toetsvragen veel te moeilijk vinden. Of ze zeggen
dat het veel te veel leerwerk is.

Maar hoe kan het dan, dat andere leerlingen wel


een voldoende halen voor dezelfde toets?
Die klasgenoten zijn echt niet zoveel slimmer!
Misschien leren ze wel op een slimmere manier.
Als je slimmer kunt leren, zal je beter presteren.
Slimme manieren van leren noem je effectieve
leerstrategieën.

Dit boek gaat daarover!

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Je kunt dit boek gewoon van voren naar achteren lezen. In
de inhoudsopgave kan je zelf een onderwerp uitzoeken
waar je meer over wilt weten.

Als je wilt leren hoe je beter en sneller dingen uit je hoofd


kunt leren, kijk dan bij Leerstrategieën op R (pagina 30).

Wil je tips over het slimmer aanpakken van opdrachten die


je in de klas al eens hebt geoefend?
Zoek dan bij Leerstrategieën op T1 (pagina 36).

Bij Leerstrategieën op T2 (p. 45) krijg je tips en aanwijzingen


hoe je hele lastige opgaven kunt oplossen. Bijvoorbeeld
opdrachten waarbij je zelf moet kiezen hoe je ze op moet lossen.

Soms krijg je opdrachten die je met je eigen inzicht moet oplossen. Bij Leerstrategieën op I
(pagina 52) leer je hoe je zulke opdrachten beter en slimmer kunt lezen en hoe je het best je
eigen ideeën kunt gebruiken.

Kortom:
In dit boek lees je hoe je hersenen informatie opslaan, en hoe jij je
hersenen sneller en beter kan laten leren.
Als je dit leert zal je betere resultaten halen. En dat met minder
inspanning! Zo houd je dus ook meer tijd over voor andere leuke
dingen. Veel plezier!

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


INHOUDSOPGAVE

De ontwikkeling van je hersenen 6 - 11

Hoe kan ik het best huiswerk maken? 12 - 19

Hoe kan ik mij het best op een toets voorbereiden? 20 - 21

Hoe kan ik het best leren? 22 - 26

RTTI 27 - 29

Leerstrategieën op R (Reproductie) 30 - 35

Leerstrategieën op T1 (Training) 36 - 44

Leerstrategieën op T2 (Transfer) 45 - 52

Leerstrategieën op I (Inzicht) 52 - 67

Leeranalyse 68 - 72

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Hoe zitten je hersenen in elkaar?

Bovenin je hoofd zit je


wandbeenkwab. Hier leer je
ruimtelijk inzicht en berekeningen
Achter je voorhoofd zit je voorhoofdskwab.
ontwikkelen. Ook pijn, gevoel en
Dit deel van je hersenen ontwikkelt zich totdat
temperatuur worden in je
je ongeveer 25 jaar bent.
wandbeenkwab vastgelegd en
Je hersenen regelen hier activiteiten als leren
doorgegeven.
plannen en logisch denken en problemen
oplossen.
Ook je werkgeheugen zit hier.

Aan de achterkant van de


grote hersenen zit je
achterhoofdskwab. Alles
wat je ziet, komt daar
terecht.

Boven de oren ligt de De kleine hersenen zitten vlak boven je


slaapbeenkwab. Hier komt geluid, nek. Ze zijn heel klein, maar toch zit hier de
spraak en muziek terecht. Ook het helft van al je zenuwcellen. Ze controleren je
herkennen van voorwerpen en bewegingen, je evenwicht en de snelheid
gezichten gaat hiernaartoe. waarmee je handelingen uitvoert.
Sommige delen van je langetermijn-
geheugen zitten hier, bijvoorbeeld je
taalgeheugen.

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


De ontwikkeling van je hersenen

De hersenen van een volwassene zijn best klein. Ze passen in de palm van je hand. Ze wegen
maar één tot anderhalve kilo. Dat is ongeveer 2% van je lichaamsgewicht. Toch verbruiken je
hersenen 20% van je calorieën en zuurstof. Je brein zit dan ook ingewikkeld in elkaar. Er zitten
miljarden zenuwcellen in. En die staan ook nog eens in verbinding met elkaar!

Elk deel van de hersenen heeft een eigen taak. Maar er is ook nog verschil tussen de linker- en
rechterhersenhelft. De linkerkant regelt het praten en abstract denken. De rechterhersenhelft
regelt het ruimtelijk inzicht.

Als je aan het leren bent, moeten de linker- en de rechterhersenhelften samenwerken. Als je
je beide hersenhelften gebruikt heb je namelijk meer kans om iets op lange termijn te
onthouden.

De hersenen van een tiener werken anders dan die van een volwassene boven de 25 jaar. Bij
volwassenen zijn vooral de hersenen in de voorhoofdskwab actief. Bij jongeren vooral de
zijhersenen!

Volwassenen kunnen dan ook niet zomaar van jou verwachten dat je al goed kunt plannen, of
logisch kunt nadenken!

Maar dat kan je wel leren! Jij kunt de ontwikkeling van de voorhoofdskwab versnellen. Als je
dat lukt, zal je eerder zelfstandig en beter kunnen werken. En dat levert je weer betere
resultaten op!

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Hoe ziet een zenuwcel er uit?

Dendrieten

Cellichaam

Kern met DNA


Axon

Myeline
Synaps

In je hersenen vind je miljarden zenuwcellen. Ze bestaan uit verschillende onderdelen. Kijk maar
naar de tekening hierboven. Zenuwcellen staan in verbinding met elkaar via dendrieten.

Een zenuwcel geeft signaaltjes door. Via een dendriet bereiken die signaaltjes een andere
zenuwcel. Zo ontstaat er een verbinding tussen al die zenuwcellen. Deze verbindingen zijn heel
belangrijk voor het doorgeven van informatie in je hersenen.
Als je iets nieuws leert, ontstaan er steeds meer nieuwe verbindingen van zenuwcellen.

Wanneer je gaat leren, moet je proberen zoveel mogelijk zenuwcellen mee te laten doen. Hoe
meer zenuwcellen en verbindingen actief meedoen, hoe meer delen van je hersenen actief zijn.

Dit is belangrijk, want hoe meer activiteit in je brein, hoe makkelijker je de geleerde informatie
uit meer plaatsen in je hersenen terug kunt halen.

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Charlotte:
“Ik had echt heel goed geleerd, maar de dag daarna wist ik bijna niets meer, ik was alles kwijt.”

Je hersenen proberen informatie zo snel mogelijk op te roepen. Ze kiezen dan de verbinding


van zenuwcelletjes die je altijd of vaak gebruikt. Dat wordt dus een hele drukke verbinding.
Vergelijk het met een smalle weg die we breder maken. Die weg wordt steeds drukker!
Verbindingen die je weinig gebruikt, kan je ook minder makkelijk gebruiken. Het wordt een
soort zandpad. Het is juist verstandig deze verbindingen wel te gebruiken. Als je informatie
langer wilt onthouden, dan moet je proberen zoveel en zo vaak mogelijk verbindingen te
maken tussen je zenuwcellen.

Als je nieuwe dingen leert, is het belangrijk dat je ze niet alleen voor korte tijd onthoudt, maar
ook voor de langere tijd.

Wat heb jij deze week geleerd waardoor jouw zenuwcellen zijn ‘gegroeid’ of sterker zijn
geworden?

Alles wat je onthoudt zit eerst in je werkgeheugen. Maar het kan worden opgeslagen in je
langetermijngeheugen of je kortetermijngeheugen.
Het werkgeheugen houdt informatie ongeveer 30 tot 60 seconden vast. Daarna ben je het
kwijt. Die tijd is genoeg om bijvoorbeeld het telefoonnummer van de pizzeria te onthouden.
Als je langer dan een minuut wacht met bellen, ben je het nummer weer vergeten.
Je werkgeheugen kan weinig onthouden. Jongeren tot 14 jaar kunnen 3 tot 5 verschillende
dingen korte tijd onthouden; vanaf 14 jaar stijgt dit naar 5 tot 9 dingen.

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Je hersenen krijgen dus informatie binnen. Dit komt binnen in het werkgeheugen. Maar het is
dan nog niet opgeslagen. Het is belangrijk dat je werkgeheugen gevuld wordt met alleen de
belangrijke informatie. Dat sla je op in jouw harde schijf! Dat is effectief leren. Als de leerstof
van je werkgeheugen in je kortetermijngeheugen terecht komt onthoud je dit meestal maar
maximaal 72 uur. Je wilt dus dat de leerstof in je langetermijngeheugen terecht komt.

Maar hoe doe je dat? Stel jezelf hiervoor de volgende vragen:

1. Ik moet iets nieuws leren. Weet ik er al iets van af?


Als je al iets weet, kan je de nieuwe stof daarbij aanhaken. Je maakt dus een verbinding met de
kennis die je al hebt. Maak zoveel mogelijk verbindingen en leg ze op zoveel mogelijk manieren
(met beelden en woorden) vast.

2. Wat is het doel van je nieuwe leerstof?


Je moet altijd weten waarom je iets moet leren! Wat is het nut? Wat is het doel? Als dit niet
duidelijk voor je is, vraag het dan. Bedenk ook hoe de leerstof teruggevraagd kan worden op de
toets.

3. Wat voel je bij deze nieuwe leerstof?


Babette: “Wiskunde is te moeilijk voor mij, stom vak, lukt me toch niet.” Vind je een vak, een
onderwerp of een docent vervelend? Je hersenen zullen het dan moeilijker hebben om de
leerstof op te slaan. Probeer vervelende gedachten dan ook uit te schakelen. Zorg voor een
plezierige leeromgeving en laat je niet te veel afleiden.

4. Hoe pak je de leerstof aan?


Je leert altijd het best op je eigen manier. Gebruik een manier van leren die jij het prettigst vindt.
Zo onthoud je nieuwe informatie het makkelijkst. Sommigen maken liever eerst de opgaven en
gaan daarna de theorie lezen. Anderen doen dat liever andersom. De één schrijft het liefst een
samenvatting, de ander doet alles het liefst door beelden en plaatjes erbij te zoeken.

10

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Het is verstandig om jezelf te overhoren. Dat zal vaak goed gaan, als je net alles geleerd hebt.
Dan lukt het wel om je nieuwe kennis op te roepen uit je geheugen. Het lijkt dan dat je alles
goed kent. Maar let op: je haalt de informatie dan waarschijnlijk uit je kortetermijngeheugen.
Het zit nog niet in je langetermijngeheugen!

Overhoor jezelf dan ook regelmatig. Ook na twee en vier dagen! Pas na een paar dagen kun je
checken of de nieuwe kennis ook in je langetermijngeheugen is opgeslagen.

Oefening: Hoe kan ik het best 20 Engelse woordjes uit mijn hoofd leren?

Schrijf steeds een Engels woord op de voorkant van een kaartje. De vertaling (of een plaatje
daarvan) op de achterkant. Gebruik voor elk woord een nieuw kaartje. Pak een kaartje en lees de
vertaling hardop. Schrijf dan het Engelse woord op een apart vel papier. Controleer dan je
antwoord met wat er op de achterkant staat en ga verder met het volgende kaartje.

De kaartjes die je goed had leg je apart. Wat niet goed ging oefen je in de volgende ronde. Doe dit
ongeveer 20 minuten. De lastige woorden blijf je herhalen. Na de eerste 20 minuten doe je een
paar minuten iets anders. Daarna herhaal je de oefening weer 10 minuten.

Ken je alle woorden nu? Test jezelf door alle woorden nogmaals op te schrijven. Hoeveel woorden
heb je nu goed? Schrijf het aantal goede woorden op.

Doe deze test nogmaals over 2 en 4 dagen. Hoeveel woorden heb je nu nog goed? Wat je nu nog
weet zit vast in je langetermijngeheugen.

Dit is één manier om woordjes te leren. Er zijn ook andere methoden. Die staan ook in dit boek
beschreven. Probeer ze maar eens uit. Misschien zit er voor jou een hele goede manier bij!

11

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Hoe kan ik het best huiswerk maken?

Deel je huiswerk slim in


Als je aan je huiswerk begint, dan moet je dat goed organiseren. Je zal
daardoor meer onthouden in minder tijd.
De meeste kennis onthoud je aan het begin van je huiswerktijd.
Ook de informatie aan het eind van je huiswerktijd kan je goed
onthouden. Dit doe je door terug te kijken op je aanpak en op de
geleerde stof. Bijvoorbeeld door een minisamenvatting te maken. Alles
wat je leert in het middenstuk van je huiswerktijd blijft vaak minder goed
hangen.

Verdeel je leerwerk en je maakwerk dan ook in blokken van 20 minuten.


Dan is in verhouding de tijd dat je het meest kunt onthouden het grootst. Bekijk de tabel maar
eens.

Gemiddelde tijd voor het maken van huiswerk


aantal minuten
Indeling in begin van het blok middenstuk laatste deel van het blok
blokken van: huiswerk van je huiswerk huiswerk
In deze tijd kun je In deze tijd onthoud Maak een minisamenvatting
informatie het best je informatie minder van wat je hebt gedaan én kijk
onthouden, handig goed, handig voor terug op je aanpak
voor leerwerk maakwerk
20 minuten 10 5 5
40 minuten 15 15 10
80 minuten 20 45 15

12

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Wist je dat het normaal is om per dag één tot anderhalf uur aan je huiswerk te besteden?
Deze tijd moet je slim indelen. Wissel leer- en maakwerk af! Kijk maar:

1. 20 minuten Franse woordjes leren.


2. 20 minuten wiskundesommen maken.
3. 20 minuten werken aan de voorbereiding van een aardrijkskundeproefwerk.
4. 20 minuten biologie leren.

Zorg ervoor dat je ieder blok van 20 minuten afsluit met een korte samenvatting! Anders
onthoud je minder en bestaat de kans dat je informatie door elkaar heen gaat halen.

Tip: Als je na elk blok van 20 minuten even opstaat en je armen en benen beweegt, krijgen je
hersenen meer zuurstof. Dan kunnen ze beter functioneren en blijf je fit.

Welke methodes van huiswerk maken en leren heb jij de laatste


tijd gebruikt?

 Ik doe altijd eerst het huiswerk dat ik leuk vind


 Ik begin altijd eerst met mijn maakwerk
 Als ik thuiskom, maak ik direct mijn huiswerk af
 Ik begin altijd bij de bovenste regel van mijn agenda
 Ik laat me altijd overhoren
 Samenwerken
 Ik wissel leer-en maakwerk altijd af
 Ik maak huiswerk dat pas een week later af hoeft te zijn, toch direct af!
 Ik leer met kleine beetjes tegelijk
 ……

Zijn dit goede manieren? Welke wel? Welke niet? Wat ga je veranderen?

13

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Timemanagement
Waar vul jij al je tijd mee in? Waarschijnlijk aan veel verschillende zaken: gamen, social media,
sporten, series kijken, chillen, huiswerk enz. Het is goed om te weten waar jij je tijd aan kwijt
bent.
In het kleurenschema zie je vier soorten tijdsbesteding. Vaak brengt iedereen tijd door in alle
vier de vakken van het schema. Daar is niets mis mee.
Maar belangrijke zaken uitstellen, zorgt voor problemen.

Daarom moet je leren plannen. Iemand die goed plant, kijkt eerst wat er allemaal moet
gebeuren. Die doet eerst de echt belangrijke dingen. Daarna pas de minst belangrijke dingen.

Bekijk het schema goed. Met welke kleur begin jij meestal? En in welke kleur breng je de
meeste tijd door?

Haast
Gele tijd Rode tijd
Werkstuk vandaag inleveren Naar de uitverkoop
Mondeling voor morgen Online bericht ontvangen
voorbereiden liken en comments
Heel belangrijk

Niet-belangrijk
Vriend met problemen helpen geven
Onverwachte familiebezoeken
Groene tijd Oranje tijd
Opdracht voor volgende week Veel gamen
afmaken Veel social media
Afspreken met vrienden Series kijken
Tijd nemen voor hobby Chillen

Geen haast

14

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


De gele tijd (belangrijk, moet eerst gebeuren)

Er zijn altijd dingen die je ineens moet doen! Denk aan een onverwachte SO voor ‘morgen’,
je moet een vriend in problemen helpen, je moet met een blessure naar de dokter, of je
hebt je leerwerk voor een toets steeds uitgesteld. Ineens moet je snel alles gaan leren.
Huiswerk voor je uit schuiven zorgt voor stress en zorgen. Je prestaties worden er ook niet
beter van! Op deze manier zal je altijd onder druk moeten presteren.

Groene tijd (belangrijk, maar geen haast)

Wat je in de groene tijd doet is belangrijk, maar heeft geen haast. Denk aan je vrienden
bezoeken, sporten, een spreekbeurt voorbereiden, of op tijd je huiswerk maken.
Juist omdat ze geen haast hebben, denk je vaak ‘ach, dat komt later wel!’
Als je voor deze dingen een goede planning maakt, houd je alles onder controle. Je zorgt er
dan voor dat je genoeg tijd voor alles hebt. En dat levert weer betere prestaties op.

Oranje tijd (niet belangrijk en geen haast)

Veel mensen vullen veel tijd met zaken die niet belangrijk zijn en geen haast hebben. Series
kijken, te lang online zijn bijvoorbeeld. De hele avond games spelen is een verspilde avond.
Het kan zelfs leiden tot verslaving. Ook geeft het vaak een schuldgevoel en krijg je last van
lusteloosheid en vermoeidheid.
Oranje is dan ook een waarschuwingskleur. Besteed hier niet te veel tijd aan.

Rode tijd (niet belangrijk, maar wel haast)

Er zijn activiteiten die niet echt belangrijk zijn. Je wil ze eigenlijk ook niet doen, maar je doet
ze toch. Bijvoorbeeld omdat jij je verplicht voelt om iets voor een ander te moeten doen. Je
hebt het gevoel dat je geen ‘nee’ kunt zeggen. Dus laat je deze activiteiten toch voorgaan.

15

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Hoe krijg ik meer groene tijd?

Maak iedere avond een actielijst


Ben je klaar met je huiswerk? Maak dan een actielijst voor de volgende dag. Hierin schrijf je
precies op wat je moet doen. De volgende dag ga je er direct mee aan de slag. Wat je af hebt,
streep je door! Zo krijg je alles op tijd af. Dat zal je een goed gevoel geven.
Je hebt je tijd op deze manier prima onder controle.

Werk samen
Slim samenwerken helpt om goed te onthouden. Praat met elkaar over de leerstof. Vertel
elkaar hoe je een opgave oplost. Vraag elkaar om uitleg als je vastloopt, deel jouw
ezelsbruggetjes. Elkaar overhoren is ook verstandig, dan weet je meteen of je de leerstof echt
begrijpt. Dat scheelt stress. Bovendien is samen huiswerk maken prettig. Dat helpt om beter te
onthouden!

Gebruik verschillende manieren van leren (leerstrategieën)


Leerlingen die verschillende manieren gebruiken om te leren, halen de hoogste cijfers. Dat
blijkt uit onderzoek. Oefen je huiswerk dus met zoveel mogelijk verschillende manieren.
Je vindt ze allemaal in dit boek. Je zult zien dat je meer zal kunnen leren in minder tijd. En je
onthoudt nog langer ook!

Concentratie
Werk altijd geconcentreerd en met aandacht! Dan ben je korter bezig met je
huiswerk en houd je meer tijd over voor andere zaken.

16

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Hoe geconcentreerd werk jij?
Hieronder staat een gedicht. Streep alle letters e door. De e in de titel telt ook mee.

Huiswerk
ik moet me concentreren
wil ik die vier kwijtraken
mijn proefwerk heel goed leren
en ruim voldoende maken

daar ligt onze poes weer te maffen


die hoeft uit geen boek te lezen
mijn moeder zal haar nooit straffen PARIJS
al komt ze te laat met het eten
IN DE
ze gaat door het luikje naar buiten
hoeft nooit een rapport te vrezen
de school kon naar mij fluiten
DE LENTE
als ik een poes zou wezen!

Tel het aantal e’s op.

Uit: http://www.1001gedichten.nl/gedichten/46924/%27%27huiswek%27%27/

Heb je er 60? Nee? Misschien werk je dan te snel of slordig. Of liet jij je afleiden?

Wat lees jij in de rode driehoek? Valt je iets op in die tekst? Hoe precies lees jij?

Nog een paar concentratieoefeningen:


 Neem een afbeelding uit je boek en teken die zo precies mogelijk na.
 Ga jongleren met 2, 3 of 4 ballen.

17

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Wat kan invloed hebben op jouw concentratie?

Denk aan: Ja/Nee/ Toelichting


Deels
Slaap je Je hersenen komen tot rust tijdens je slaap. Ze hebben
genoeg? ongeveer negen uur nodig om alle indrukken te verwerken.
Als je genoeg slaapt, kun je je beter concentreren en haal je
hogere cijfers.
Eet je goed? Genoeg en gezond eten is erg belangrijk. Je hersenen halen
energie uit voedsel! Dan pas werken ze goed.
Eet en drink je te weinig, dan voel je je sneller slap en suf. Eet
je te veel en te slecht (vet en suikers), dan zal je je sneller
ongemakkelijk en slaperig voelen. Eet dus gevarieerd en
gezond voedsel! Zo voorkom je vermoeidheid, een slechte
concentratie en prikkelbaarheid.
Doe je aan Wie aan sport doet, heeft een betere doorbloeding. Zuurstof
sport? komt dan beter bij je hersenen terecht. Je kunt dan helder en
creatief denken.
Gebruik je Drugs, alcohol en bepaalde medicijnen kunnen je suf maken.
alcohol, Het verstoort je geheugen en beïnvloedt je hersenen
medicijnen, negatief. Het heeft vooral een slechte invloed op het voorste
drugs? deel van je hersenen. Je zult hierdoor minder goed kunnen
plannen en onthouden.
Zorg je voor Als je tijd besteedt aan hobby’s, worden je hersenen op
genoeg verschillende manieren gebruikt. Hierdoor gaan ze beter
ontspanning? werken. Hobby’s kunnen ook helpen om spanning en stress
te verminderen.

18

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Vervolg wat kan invloed hebben op je concentratie?

Denk aan: Ja/Nee/ Toelichting


Deels
Luister je naar Muziek kan zorgen voor ontspanning. Harmonieuze
muziek? tonen in muziek maken je rechterhersenhelft actief.
Maar storende geluiden en tonen verwerk je in je
linkerhersenhelft. Die verstoren dus juist de opslag van
informatie in de hersenen.

Heb je last van Door stress kan je je geheugen minder goed gebruiken.
stress? Heb je te veel stress in je lichaam, dan maak je minder
zenuwcellen aan in je hersenen. Je kunt daardoor
minder goed informatie opslaan. Stress is dus slecht
voor je leervermogen en je concentratie.

Hoe is je houding Probeer rechtop te zitten. Als je onderuit gezakt op je


tijdens het leren? stoel zit, kan er minder zuurstof naar je hersenen toe.
Je hersenen werken dan minder goed.
Houd je hoofd recht! Als je je hoofd scheefhoudt of je
ligt bijvoorbeeld plat op bed, dan geeft je
evenwichtsorgaan het signaal dat de slaaphouding is
aangenomen. Je voelt je zo eerder moe.

19

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Hoe kan ik mij het best op een toets voorbereiden?

Heb jij voor een toets genoeg vertrouwen? Denk je een voldoende te halen? Weet jij welke
vragen je kan verwachten? Of juist niet? Ben je bang voor een slecht cijfer?
Als je niet goed bent voorbereid, heb je grote kans op studieangsten. Die maken het leren nog
lastiger.

Sophie: “Ik kan het toch niet. Het lukt me nooit, want ik ben altijd al slecht in natuurkunde.”

Herken je dit soort gedachten? Dat zijn gedachten die je niet helpen. Probeer je aandacht bij je
taak te houden (de toets) en niet bij jezelf. Het is best lastig om een vervelend gevoel bij jezelf
weg te nemen. Negatieve uitspraken en gedachten helpen je niet om dit te veranderen. Het
maakt het juist nog lastiger!

Maar je gedachten kan je wel beïnvloeden. Probeer een niet-helpende gedachte eens te
veranderen in een helpende gedachte! Bijvoorbeeld: “Ik ben benieuwd of ik een beter
resultaat haal dan de vorige keer”, of “Ik ga ervoor zorgen dat het me nu wel lukt”.

Je zult merken dat zo’n helpende gedachte je gevoel sterker maakt en meer vertrouwen geeft.
Daardoor word je ook minder zenuwachtig.

Gebeurtenis
Je krijgt een proefwerk op
Niet-helpende gevoelens/emoties Gewenste gevoelens/emoties
Jezelf zenuwachtig maken Denk aan iets om jezelf gerust te stellen
Niet-helpende gedachten Helpende gedachten
“Ik ben benieuwd of ik een beter cijfer haal
“Daar haal ik nooit een voldoende voor”
dan de vorige keer”

20

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Verlang ook niet te veel van jezelf. Je hoeft de toets echt niet perfect te maken! Het is niet erg
om één ding niet te weten. Blijf niet te lang hangen bij een vraag die je niet weet. Ga dan alvast
verder met de volgende vraag. De informatie die je nodig had voor die lastige vraag komt
misschien later wel weer boven. Daarna maak je de vraag die je had overgeslagen.

Negatieve gedachten helpen je juist niet. Vorm negatieve gedachten dus om tot positieve
gedachten. Hier heb jij namelijk wel invloed op! Invloed op je eigen
gedrag en gevoel tijdens een toets. Hoe kan je dit doen?

Een paar ideetjes:


Schrijf al je irritante gedachten op, zet er een streep door en schuif het
papier opzij.

Je kunt ook werken met een persoonlijke slogan Dat is een zin die je
steeds tegen jezelf zegt. Zinnetjes als “Ik heb me goed voorbereid”, of
“Let op de vraag”, of “Neem rustig de tijd die je nodig hebt om na te
denken”, of “Ga door met de volgende vraag”. Neem zo’n zinnetje bij elke
nieuwe vraag opnieuw in gedachten.

Neem een voorwerp mee naar de toets waar je rustig van wordt,
bijvoorbeeld een ring of een foto. Je kunt ernaar kijken om jezelf gerust te
stellen, of om ervaringen op te halen waarbij je jezelf prettig voelde. Want
als jij jezelf zeker voelt, zal het resultaat voor de toets beter zijn.

21

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Hoe kan ik het best leren?

Hoe kan jij je resultaten verbeteren? Om dit te beantwoorden moet je weten wat je sterke en
zwakke kanten zijn. Kan je goed uit je hoofd leren? Heb je inzicht? Of snap je een vak op zich
wel, maar gaat het fout bij het leerwerk?

Als je veel uit je hoofd leert, vergroot je je basiskennis. Daardoor onthoud je makkelijker
nieuwe informatie! De nieuwe leerstof verbind je dan ook weer makkelijker aan wat je al weet.
Zo ontwikkel je weer meer inzicht, want het voorste deel van je hersenen wordt gestimuleerd.
En daardoor leer je weer beter ideeën uit te werken en problemen op te lossen.

In welk deel van je hersenen zit je voorhoofdskwab? Is deze bij jou al helemaal ontwikkeld?

Hoe weet je nu wat je sterke en zwakke kanten voor een vak zijn? Woordjes leren is toch iets
anders dan sommen oefenen, een grafiek tekenen of een samenvatting maken.
Om te weten hoe jij leert is het handig om het RTTI-systeem te gebruiken. De letters RTTI
geven vier manieren van leren aan:

• R = Reproductie. Je leert de leerstof uit je hoofd.


• T(1) = Training. Wat in de les is voorgedaan, ga je toepassen. Je herkent de opdracht, want
je hebt ze al geoefend en aangeleerd. Dit soort vragen lijken dus sterk op oefeningen die je
al eerder hebt gedaan in de les.
• T(2) = Transfer. Nu pas je de leerstof toe, maar in een onbekende, nieuwe situatie. Je moet
zelf bedenken met welke methode je een opdracht kunt oplossen, of nieuwe combinaties
van geleerde methodes maken.
• I = Inzicht.
Inzichtvragen gaan verder dan de leerstof uit je boek. Hier moet je zelf voorbeelden
bedenken, iets uitleggen of opdrachten volgens methodes oplossen, die niet in de les
besproken zijn.

22

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Test jezelf.
Lees de volgende vragen en zet in de kantlijn of het een R, T1, T2 of I-vraag is.
1. Hoe reken je procenten uit?
2. Hoeveel is 4% van € 200,00?
3. Je hebt € 300,00 spaargeld. Je krijgt na 1 jaar € 12,00 rente. Hoeveel procent rente
ontvang jij?
4. Kenneth krijgt iedere keer op 1 januari van het nieuwe jaar 5 euro van zijn opa. Hij
kreeg dat voor het eerst toen hij werd geboren. Ieder jaar verhoogt zijn opa het
bedrag met 10%. Kenneth is 8 jaar. Hij bewaart alle giften van zijn opa in zijn
spaarpot. Hoeveel geld zit daarin op 31 december van dit jaar?

Zie je dat dit vier verschillende soorten vragen zijn? Elke vraag moet je anders voorbereiden.
Het is handig om te weten welke soort vragen jij in de toets kunt verwachten.
Zo kom je erachter met welke soort vraag je moeite hebt en waar je juist goed in bent.

Op de volgende pagina’s vind je een aantal voorbeeldvragen. Kijk er maar eens goed naar!
Zie jij het verschil tussen een R-vraag, een T1-vraag, een T2-vraag of een I-vraag?

Let op! Het maakt niet uit of je op de basisschool zit, VMBO, HAVO, VWO, MBO of HO doet!
Je krijgt altijd vragen op alle vier de leerniveaus (R, T1, T2 en I). Wel is de verhouding en
moeilijkheidsgraad verschillend.

Let op: een moeilijke som kan een R-vraag zijn, als je deze precies zo moest leren.
Dezelfde vraag kan ook een T1-vraag zijn, als die lijkt op een opgave die is
behandeld in de les. Heb je zo'n soort som niet eerder gezien, dan kan het een T2-
vraag of I-vraag zijn.

23

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


R = REPRODUCTIE (alles wat je uit je hoofd moet en kan leren)

Feiten en gebeurtenissen
• In welke landen werd de euro in 2002 ingevoerd?
• Wat is de betekenis van ‘een kat in de zak kopen’
• Wat is de hoofdstad van Denemarken?

Opsommingen
• Wat zijn de belangrijkste bodemschatten in Zuid-Afrika?
• Noem vier kenmerken van het tropisch regenwoud.

Definities / formules / stappenplannen


• Hoe reken je procenten uit?
• Hoe vind je de persoonsvorm van een zin?

Stappenplannen
• Schrijf het stappenplan voor zinnen ontleden op.
• Schrijf het stappenplan voor het maken van een deelsom op.
• Schrijf het stappenplan bronverklaren op.

Beschrijvingen
• Hoe werkt een kompas?

Herkennen en aanwijzen
• Waar zit je hart?
• Bij welke stad staat nummer 6?

24

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


T1 = TRAINING (een opgave oplossen zoals je hebt geoefend)

• Bereken 12,5% van € 200,-


• Wat kosten 6 appels van elk 70 eurocent samen?

Opzoeken in tabellen of schema’s als je hebt geleerd hoe een tabel of schema werkt
• Welke Nederlandse steden hebben meer dan 500.000 inwoners?

Geleerde woorden en zinnen toepassen


• Wat voor weer is het volgens het kaartje: Dans l’ouest de la France ….

Groeperen toepassen
• Welke van de onderstaande begrippen horen bij de fiets?

T2 = TRANSFER (Een opgave oplossen in een nieuwe situatie)

• Er worden twee manieren genoemd om de landbouwgrond te bewerken: spitten en


groenbemesting. Welk van de manieren wordt/worden door deze stam toegepast?
A Ze spitten alleen de grond om
B Ze maken alleen gebruik van groenbemesting
C Beide, ze spitten en gebruiken groenbemesting

VerteI in eigen woorden


• Hoe planten spinnen zich voort?

Voorspellen
• Wat gebeurt er als alle bomen in dit gebied worden gekapt?

Uitleggen / verbanden leggen


• Wat was de betekenis van Willem van Oranje voor Nederland?

25

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


I = INZICHT (zelf je oplossing bedenken)
Een opgave oplossen
• Je wilt in een tuin een terras maken van 7,2 meter breed en 4 meter lang. De tegels
die je gebruikt zijn 40x40 cm. Hoeveel tegels heb je nodig om dit terras te kunnen
maken?

Selecteren en samenvatten
• In de haven van Rotterdam wordt veel geld verdiend voor Nederland. De ligging van
de haven in Europa heeft hier grote invloed op. Noem drie natuurlijke factoren die
hier invloed op hebben.

Verklaren / uitleggen
• Het waait vandaag, windkracht vijf wordt er gemeten op de schaal van Beaufort. In
Amsterdam zie je de bomen in het Vondelpark zachtjes heen en weer gaan. Aan het
strand van IJmuiden klapperen de vlaggen stevig heen en weer. Waarom lijkt het in
IJmuiden veel harder te waaien?

Grote lijnen aangeven


• Hoe is het havengebied de Europoort bij Rotterdam ontstaan?

Ontwerpen
• Maak een ontwerp waardoor het weerbericht mensen eerder kan waarschuwen voor
een overstroming van de grote rivieren.

Onderzoeken
• Bij een onderzoek laat men een aantal varkens aan fitness doen. Onderzoekers
denken dat bij getrainde varkens de kans kleiner is dat salmonellabacteriën in het
bloed terecht komen. Maak een onderzoeksplan waaruit blijkt of dit echt klopt.

26

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


RTTI

Ik leer woordjes
Om sneller, beter en slimmer te leren is het handig als je zoveel mogelijk
met behulp van de
verschillende manieren weet. Hierdoor zullen je prestaties zeker beter kaartjesmethode
worden. In dit hoofdstuk vind je die verschillende manieren van leren. Oefen en door veel te
er maar mee! Zoek vooral uit welke manier voor jou een herhalen.
Ik leer woordjes beter resultaat oplevert.
door zelf zinnen te
bedenken waarin ik Bedenk voor jezelf hoe jij het beste leert. Bijvoorbeeld:
de woorden ook
 Ik kan goed uit mijn hoofd leren. Ik herhaal vaak en
kan gebruiken.
let goed op de details.
 Ik leer door veel opdrachten te maken en goed op te letten in de les.
 Ik leer door zelf voorbeelden te verzinnen bij de leerstof.

 Ik leer door het belangrijkste uit de tekst op te schrijven.


 Ik kijk eerst naar wat ik nog niet weet. Daarna zoek ik de dingen
die ik wel weet.
Ik leer woordjes
Ik leer woordjes door eerst te kijken
door groepen van welke woorden ik
woorden te maken nog niet ken.
die met elkaar te Dan zoek ik naar
maken hebben. Bij overeenkomsten
elke groep zoek ik en verschillen met
een plaatje. woordjes die ik al
wel ken.

Wat past het beste bij jou?

27

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Het is handig om te weten welke soort vragen in een toets voorkomen. Dan weet je welke
manier van leren het beste is om een goed resultaat te halen. Een plan om iets te bereiken of
te leren noem je een leerstrategie!

Stel je hebt een toets Engels. Welke soorten vragen kan je dan tegenkomen? Hieronder zie je
een paar voorbeelden. Bij elke voorbeeldvraag staat welke manier van leren je kunt proberen
bij de voorbereiding op die toets.

1. Je verwacht een vraag waarin de betekenis van een woord wordt gevraagd.
• Gebruik de R-strategie Overhoren, oefen dan met www.wrts.nl (zie blz. 31)
2. Je verwacht een invuloefening met werkwoordspelling. Net zoals je hebt geoefend in het
werkboek.
• Gebruik de T1-strategie Controller (zie blz.39)
3. Er zit een oefening in waarin je een mail of brief moet maken.
• Gebruik de T2-strategie Transformer (zie blz.47)
4. Je weet dat je een samenvatting van een artikel uit bijvoorbeeld The Times moet maken.
• Gebruik de I-strategie OV-SLIM (zie blz. 53, 54)

Nu een voorbeeld van vragen die je tegen kan komen bij een wiskundetoets.

1. Je verwacht een vraag waar letterlijk wordt gevraagd naar een geleerd stappenplan.
• Gebruik de R-strategie Kleurmethode (zie blz.35)
2. Je weet dat er vragen inzitten die je vaak hebt geoefend met een vast stappenplan.
• Gebruik de T1-strategie Robot (zie blz. 37)
3. Je krijgt een vraag waar je er zelf achter moet komen welke wiskunderegel je moet
gebruiken om het antwoord te vinden.
• Gebruik de T2-strategie Markeren met kleuren (zie blz.51)
4. Er staan vragen in de toets waarbij je eerst zelf een tabel of een tekening moet maken
voordat je de vraag kunt beantwoorden.
• Gebruik de I-strategie Probleemoplossend rekenen (zie blz.56)

28

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Welke leerstrategie werkt voor jou het beste aan betere resultaten? Misschien kan je die
strategie dan ook bij andere vakken inzetten. Als iets niet werkt, probeer je een andere manier
uit om je resultaten te verhogen.

Uit wereldwijd onderzoek blijkt dat een leerling die meerdere manieren van leren gebruikt
betere studieresultaten behaalt.

Wat heeft invloed op het leren van leerlingen?

➢ Een gevoel van zelfvertrouwen


➢ Gedrag in de klas
➢ De relatie docent - leerling
➢ Weet je meerdere manieren van leren te gebruiken?
➢ Eerdere prestaties
➢ Studievaardigheden
➢ Uitgewerkte voorbeelden
➢ Doelen stellen
➢ Huiswerk

➢ Zomervakantie
➢ Thuis televisiekijken
➢ Van school veranderen
Uit: Hattie, J. (2009) Visible learning London:
Routledge

Wat bovenaan in de lijst staat, heeft het meest invloed op je prestaties. Wat onder de
dikgedrukte streep staat heeft een negatief effect op het leren van leerlingen.

Waar zou jij meer of juist minder tijd aan moeten besteden?

29

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Leerstrategieën voor Reproductie R

Als je woordjes, begrippen of formules alleen maar uit het hoofd leert, zal je ze waarschijnlijk
snel weer gaan vergeten. Het gaat er juist om dat je de leerstof
langer onthoudt. Je moet dus gebruik gaan maken van je TIP: Hoe meer
langetermijngeheugen. Maar hoe doe je dat? Dat kan op informatie je aan de
verschillende manieren. leerstof meegeeft, hoe
beter en langer je de
leerstof zult blijven
Als je iets nieuws moet leren is het bijvoorbeeld handig om
onthouden
ezelsbruggetjes, rijm of muziek te gebruiken.
Of je gaat visualiseren. Dat is plaatjes bedenken in je hoofd van de
leerstof.
Wat je ook kan doen is een grappige of gekke fantasie bedenken bij de leerstof.

Je zult merken dat je de leerstof zo makkelijker onthoudt. Het helpt als je zoveel mogelijk
zintuigen tegelijk gebruikt bij het leren. Zo sla je namelijk de leerstof op verschillende plekken
in je hersenen op.

Zorg er wel voor dat je de juiste informatie opslaat. Anders sla je misschien verkeerde leerstof
in je hersenen op. Overhoor jezelf en zorg ervoor dat je feedback krijgt bij het uit je hoofd
leren.
Je kan hier digitale overhoorprogramma’s voor gebruiken. Je krijgt dan direct te zien of je
antwoord klopt.

30

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Overhoren R

Schrijf een woord of begrip op de voorkant van een kaartje. De betekenis, uitleg of formule
schrijf je op de achterkant. Gebruik voor elk woord een nieuw kaartje. Pak nu een kaartje, lees
het woord en schrijf de betekenis / definitie / uitleg op, of zeg deze hardop. Controleer nu of je
antwoord klopt met wat er op de achterkant staat. Dan ga je verder met het volgende kaartje.
De kaartjes met de moeilijkere woordjes en begrippen leg je apart; die oefen je in de volgende
ronde. Herhaal dit een aantal keer.

Er zijn ook digitale overhoorprogramma’s die je gratis kunt gebruiken. Bijvoorbeeld:

• Wrts: http://www.wrts.nl/
• Overhoor: http://www.efkasoft.com/overhoor/overhoor.html
• Teach 2000: http://www.teach.nl/

Strategie: Wissen R

Werkwijze:
Zet alle leerstof en alle gebeurtenissen in een tijdbalk, een schema of een tabel. Maak een kopie.
Wis nu alle informatie die je zelf in de tijdbalk, het schema of de tabel hebt gezet.
Probeer dan het lege overzicht weer uit je hoofd in te vullen.

Deze manier van leren kun je gebruiken bij het leren van tijdbalken (geschiedenis), van het
periodieke systeem (scheikunde), de Abc-formule, bij het leren van woordjes in zinsverband
etc.

31

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Chunks maken R

Je werkgeheugen kan maar weinig informatie opslaan. Het houdt maar 30 tot 60 seconden
informatie “vast”. Jongeren tot 14 jaar kunnen 3 tot 5 verschillende dingen onthouden. Vanaf 14
jaar zijn dat 5 tot 9 zaken. Hoe kan je nu meer onthouden?

Door bijvoorbeeld een chunk te maken. Je gaat dan losse zaken


samenvoegen tot een groter geheel. Het grote geheel ga je Oefening:
onthouden. Verdeel de woordjes die
Een voorbeeld: rupsen, sprinkhanen, kevers en bijen. Dit zijn je moet leren in thema’s
vier losse chunks. In één chunk onthoud ik ze als ‘insecten’. en voeg plaatjes toe.

Werkwijze:
Stel dat je het mobiele nummer van iemand wilt onthouden. In plaats van alle losse nummers te
leren, maak je groepjes van de cijfers. Het nummer 08-127128129 leer je als drie chunks van
127 en 128 en 129. Dat zijn dus 3 bundeltjes en niet negen losse cijfers.

Strategie: Geheugensteun R

Werkwijze:
Grappige of gekke ezelsbruggetjes helpen goed om iets beter te onthouden. En je verzint ze zelf!
Denk aan de eerste letters van de woorden, rijmen, melodietjes, kleuren enz. Als het maar voor
jou werkt. Je voegt met ezelsbruggetjes extra informatie toe aan je leerstof. Nieuwe kennis sla je
zo eerder op in je langetermijngeheugen. En je haalt informatie sneller terug!

Voorbeeld:
Hoe onthoud je de planeten op volgorde van hun afstand tot de zon? Maak een rare zin met de
eerste letters. Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus… … …
Je maakt dan het zinnetje ‘Maak Van Acht Meter Japanse Stof Uw Nachtjapon’.
Die rare zin onthoud je een stuk makkelijker.

32

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Proces-geheugensteun R

Dit trucje is handig voor het leren van stappenplannen of vaste volgordes. Bij
wiskunde moet je vaak de volgorde van rekenkundige handelingen weten.
(Haakjes, Machtsverheffen en Worteltrekken, Vermenigvuldigen en Delen,
Optellen en Aftrekken).

Door de zin ‘Hoe Moeten Wij Van De Onvoldoendes Afkomen’ onthoud je


heel makkelijk de goede volgorde.

Strategie: Beeld R

Werkwijze:
Maak beelden in je hoofd. Dit heet visualiseren! Je probeert je dan in gedachten voor te stellen
hoe iets er uit ziet; maak een filmpje, plaatje, tekening, symbool enz.
Hoe opvallender het plaatje, hoe beter jij het zult onthouden.

Probeer al je zintuigen in te zetten bij deze strategie: hoe zou het er uit zien, hoe zou het
aanvoelen, hoe zou het ruiken, hoe zou het smaken, hoe zou het klinken?

Stel, je moet een tijdbalk leren. Maak in gedachten een soort film van alle gebeurtenissen. Die
film speel je een paar keer af! Een ander idee is een plattegrond maken van je huis. Je huis is
dan het onderwerp van een hoofdstuk. De kamers zijn de verschillende paragrafen. In de
kamers teken je voorwerpen voor de belangrijkste woorden en begrippen.

Oefening: Neem een hoofdstuk uit je geschiedenisboek waarvan je de definities moet leren.
Leer die definities door ze te verbinden met voorwerpen in je slaapkamer. Bijvoorbeeld met de
poster van een popster die je in je kamer hebt. Zijn ogen staan voor .., zijn nek voor …, enz.

33

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Gehoor R

Werkwijze:
Zet iets dat je moet leren om in iets dat je kunt horen. Bij geschiedenis bijvoorbeeld kan je de
tijdvakken achter elkaar zetten op de melodie van een bekend
liedje. Dan kun je ze makkelijker onthouden. Oefening:
Of maak eens een rap van de signaalwoorden bij Nederlands. Oefen de Duitse
voorzetsels die bij de
Gebruik rijm, ritmes en klanken. Leer nieuwe informatie door die derde naamval horen
aan jezelf voor te lezen, hardop te zingen, te rappen of door mee op een vast ritme.
te klappen of tikken.

Strategie: Logica R

Om leerstof letterlijk te onthouden kan het helpen om te zoeken naar structuur en regelmaat.
Kan je iets van een regel of een vaste volgorde ontdekken in je leerstof? Bijvoorbeeld voor het
leren van woordjes: woorden hebben ook meer eigenschappen dan alleen een betekenis. Is
het een werkwoord of een zelfstandig naamwoord, wordt het formeel of informeel gebruikt,
hoort het woord bij een bepaald thema, herken je delen van het woord
of lijkt het op woorden in een andere taal?

Maak vervolgens zelf categorieën en deel de leerstof/woorden in op


grond van de eigenschappen die je hebt gevonden. Doordat je dit actief
doet onthoud je de stof beter en langer.

Voorbeeld:
In de Franse woordjes die je moet leren ontdek je dat alle woordjes die eindigen op –ion en –ie
vrouwelijk zijn.

Als je dit zelf ontdekt wordt het makkelijker om ze te onthouden.

34

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Kleurmethode R

Kleuren kunnen je heel goed helpen om iets beter te onthouden. Zo kun je bij de talen kleuren
gebruiken om de mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden te herkennen.

Werkwijze 1:
Je hebt een leestekst voor Nederlands, Frans, Engels of Duits.
Schrijf alle mannelijke woorden op een lijst met een blauwe pen.
Schrijf alle vrouwelijke woorden op een lijst met een rode pen.
Schrijf alle onzijdige woorden op een lijst met een groene pen.
Je weet zo vaak in welke kleur je het woord hebt opgeschreven. En op welke lijst het staat. Je
onthoudt het dus makkelijker.

Werkwijze 2:
Gebruik kleuren om de stappenplannen van bijvoorbeeld wiskunde of
natuurkunde in je hoofd te krijgen. Bestaat een stappenplan maar uit drie
stappen? Dan noem je het bijvoorbeeld de rood-wit-blauw-methode.

Aan de slag met R!

R-vragen maak je beter als je gebruik maakt van één of meer van de volgende strategieën.
Probeer ze allemaal uit! Alleen zo kom jij erachter welke manier het beste bij jou past:
 Overhoren  Geheugensteun  Gehoor
 Wissen  Proces geheugensteun  Kleurmethode
 Chunks maken  Beeld  Logica

35

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Training T1

T1 is meer dan alleen uit het hoofd leren. Je gaat iets wat je hebt geleerd nu toepassen. Een
voorbeeld: je hebt eerst een Engels werkwoord uit het hoofd geleerd. Als je dit werkwoord
goed gespeld kan opschrijven in een zin, dan pas je je leerwerk nu toe.
Of je hebt de signaalwoorden geleerd. Als je ze op de juiste manier kan invullen in een tekst
zoals je had geoefend, ben je ook aan het toepassen: T1.

Bij niveau T1 maken je hersenen en gedachten verbindingen. Alle losse begrippen


die je hebt geleerd worden dan samengebracht. Zo kan je informatie beter
toepassen.

Strategie: Vaktaal T1

Vaak zie je belangrijke begrippen in boeken staan. En woorden die je niet altijd begrijpt. Dat
maakt leren en onthouden moeilijk. Het gaat dan meestal om vaktaal en abstract taalgebruik.

Vaktaal: Woorden die horen bij een vak! De betekenis ervan staat in je lesboeken. Meestal kun
je er plaatjes van vinden via Google afbeeldingen. Denk aan
woorden als klimaat bij aardrijkskunde of assenstelsel bij Oefening: Zoek in het
wiskunde. hoofdstuk dat je moet
leren naar vaktaal.
Instructietaal: Woorden die horen bij de opdrachten in je boek Herken je de woorden?
en toets. Denk aan woorden als kenmerken bij geschiedenis, Begrijp je ze echt?
present simple bij Engels, verklaar bij wiskunde, enz. En kan je ze gebruiken?

Abstract taalgebruik: Dit zijn woorden waar je juist geen plaatjes bij kunt vinden. Vraag dan aan
je docent, ouders of klasgenoten zoveel mogelijk voorbeelden waarbij die woorden worden
gebruikt. Denk hierbij aan woorden als definitie, relatief, enz.

36

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Woordweb T1

Werkwijze 1:
Kies een woord waar je de betekenis niet van begrijpt. Schrijf dit woord midden op een vel
papier. Bedenk welke andere woorden hierbij horen. Zet deze er omheen en verbind ze door
strepen met het belangrijkste woord in het midden.

Werkwijze 2:
Schrijf alle belangrijke woorden die bij een bepaald onderwerp horen op een vel papier.
Verbind nu de begrippen die bij elkaar horen met een lijn. Kijk dan welk woord te maken heeft
met de meeste begrippen en omcirkel dit woord.

infrastructuur

Oefening:
Kies een les die je voor aardrijkskunde of geschiedenis moet leren. Maak een woordweb
van de vetgedrukte begrippen uit die les. Kan je er zelf nog begrippen en woorden bij
bedenken die er ook bij kunnen horen?

37

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: De Robot T1

Met strategie De Robot doe je net alsof je kijkt als een robot! Je zoekt naar een vaste volgorde
of een stappenplan voor een probleem of opdracht. Als je zo’n volgorde ziet
ga je die gebruiken bij het oplossen van een opdracht. Een robot zou de
stappen ook in die volgorde kunnen gaan uitvoeren. Denk aan een soort
uitgebreide handleiding.
Als je volgordes en stappenplannen kan ontdekken in bepaalde opdrachten
dan zal je ze beter kunnen uitvoeren.

Werkwijze:
Je zoekt een vaste manier van aanpak of een vaste volgorde voor
gelijksoortige opgaven. Schrijf deze aanpak op en gebruik deze elke keer opnieuw.

Strategie: 3-2-1 T1

Met strategie 3-2-1 kijk je terug op wat je geleerd hebt. Het zorgt ervoor, dat je leerstof beter
onthoudt en beter kan toepassen.

Werkwijze:

3 – Haal drie onderdelen van de leerstof in je gedachten


terug. Oefening:
2 – Schrijf twee nieuwe inzichten of ideeën op, waar je Neem een paragraaf die je
door het leren zelf op gekomen bent. moet leren voor biologie en
1 – Schrijf één vraag op die je na het leren nog steeds hebt. gebruik hierbij strategie 3-2-1.

38

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Rangorde T1

Werkwijze:
Zet je leerstof in een rangorde. Je brengt dan 1 2 3 4 5
een volgorde aan! Je kunt denken aan volgorde
van belangrijkheid, in de tijd, van warm naar koud, of van donker naar licht…

Het maken van zo’n rangorde helpt je om begrippen beter te onthouden, omdat je ze met
elkaar verbindt.

Strategie: De rekenvragen V6 (bij wiskunde) T1

De V6 -manier leert jou om uit de tekst van een wiskundeopgave de belangrijke informatie te
halen. Veel leerlingen lezen bij wiskundeopdrachten de tekst alleen globaal. Daarna gaan ze
direct al aan de slag. Dat is onverstandig, want zo mis je belangrijke zaken in de opgave.

Werkwijze:
Gebruik bij de aanpak van een reken- of wiskundeopgave het volgende stappenplan:

1. Lees de tekst en lees de vraag!


2. Zoek welke gegevens je uit de tekst nodig hebt voor de oplossing!
3. Lees de tekst nog eens en haal de benodigde gegevens eruit.
4. Vraag jezelf af in welke volgorde je de opdracht moet uitvoeren.
5. Voer de berekeningen uit.
6. Controleer je manier van werken en schat of je antwoord kan kloppen.

39

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Kapstok T1

Als je begrippen moet leren, is het handig om een kapstok te maken! Je verdeelt de begrippen
dan in groepjes woorden die bij elkaar horen. Dat geeft je overzicht! Daardoor onthoud je weer
beter en sneller.

Een voorbeeld uit je biologieboek. Stel, de volgende begrippen komen voor:


herbivoor, omnivoor, carnivoor, levende organismen.

Hier kan je dan de volgende kapstok (een overzicht) van maken:

levende
organismen

omnivoor carnivoor herbivoor

Strategie: Controller T1

Controller is een manier om terug te kijken op de opdrachten die je hebt gemaakt.

Werkwijze:
Kijk eens goed naar de fouten die je gemaakt hebt: in een toets, je schrift of werkboek. Zoek uit
welke soort opdrachten je nog niet goed kunt maken. Oefen deze vragen net zo lang tot dit
wel lukt.

40

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Signaalwoorden T1

Signaalwoorden zijn woorden waaraan jij in een tekst kan zien wat
er komen gaat. Ze maken een tekst duidelijk en overzichtelijk!
Ze laten ook zien welke zinnen bij elkaar horen. Ze geven zo
verbanden aan in een tekst.
Je moet altijd goed op signaalwoorden letten om de opbouw in de
tekst te kunnen ontdekken.

Er zijn verschillende groepen signaalwoorden:

Opsomming:
• en • verder
• ook • vervolgens
• eveneens • daarbij
• daarnaast • daarenboven

Gelijkwaardigheid:
• evenals • even belangrijk
• tegelijk • net als
• tegelijkertijd • zoals

Alternatieven ( een andere mogelijkheid…):


• of • anders dan
• ofwel • enerzijds
• noch • anderzijds

41

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Herhaling:
• opnieuw • dit is
• terug • dit betekent
• met andere woorden • om te herhalen

Tegenstelling / verandering:
• maar
• ondanks • ongeacht
• althans • integendeel
• aan de andere kant • omgekeerd
• in plaats van • (al-)hoewel

Oorzaak en gevolg:
• vervolgens • zo
• omdat • dus
• volgens • daardoor
• om die reden • daarna

Voorwaarde:
• op voorwaarde dat • indien
• als • gesteld dat
• voorzien dat • tenzij
• mits

42

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Nadruk:
• bovenal • inderdaad
• belangrijk • sterker nog

Volgorde:
• allereerst • als laatste
• ten slotte • vorig
• ten eerste, ten tweede, … • volgend
• vervolgens • voordat
• daarna • nadat
• tot slot
• als besluit

Aanname:
Oefening:
• stel dat Neem een tekst die je moet leren.
• als we uitgaan van Onderstreep alle signaalwoorden.
• veronderstellend dat Schrijf op welk verband ze aangeven.
• aangenomen dat

Samenvatting / conclusie:
• omwille daarvan
• in het kort
• om samen te vatten
• kortom
• samenvattend

43

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie Rekensignaalwoorden T1

Ook bij rekenen en wiskunde vind je in de teksten signaalwoorden. Ze geven vaak de


wiskundige verbanden aan en ze helpen je hoofd- en bijzaken te onderscheiden.

Let op woorden als:

• Stijgen / Dalen • Kwadraat


• Hoger / Lager • Eenheden
• Meer / Minder • Figuren
• Relatief • Verband
• Afgerond • Procenten
• Evenveel • Grafiek
• Schatten • Diagram
• Hele getallen • Hoek
• Vergelijken • Inhoud

Aan de slag met T1!

T1-opdrachten zal je beter maken als je gebruik maakt van besproken leerstrategieën.
Probeer ze allemaal uit. Welke manier past het beste bij jou? Of zijn er meerdere?

 Vaktaal  Rangorde
 Woordweb  Rekenvragen V6  Signaalwoorden
 Robot  Kapstok  Rekensignaal-
 3-2-1  Controller woorden

Zoek net zo lang naar de juiste manier van leren tot je betere resultaten haalt.

44

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Transfer T2

Bij T2 opdrachten kies je zelf een methode om een probleem op te lossen in een nieuwe
situatie. Je kunt ook meerdere methodes combineren. Je activeert al je kennis.
Op T2-niveau maak je combinaties en leg je verbanden. Vooral het voorste deel van je
hersenen wordt gebruikt. Dit doe je bijvoorbeeld door je huiswerk samen te maken en dingen
aan iemand anders uit te leggen. Hierdoor zul je de leerstof zelf ook makkelijker onthouden.

Strategie: Kraken T2

Wat doe jij als je de betekenis van een woord niet weet? Gebruik je een woordenboek, zoek je
het online op, of vraag je het aan iemand? Dat kost tijd. Het is dan ook handig om de betekenis
te kunnen raden: kraken. Én het is belangrijk dat je de goede betekenis van het woord kiest.
Een woord kan immers verschillende betekenissen hebben.
“Kraken” is een manier die je helpt er snel achter te komen wat een woord betekent. Ook de
betekenis van het woord onthoud je ermee.

Werkwijze:

Stap 1 – Wat voor soort woord is het: persoonsvorm, onderwerp,


zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord?
Stap 2 – Probeer uit de zin de betekenis te raden.
Stap 3 – Let op de klank van het woord.
Stap 4 – Kijk of in het woord zelf aanwijzingen zitten voor de betekenis van het hele woord.
Stap 5 – Let op het gebruik van leestekens in de zin.

45

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Laten we eens kijken naar de volgende zin:

“ROTTERDAM: The most vulnerable people in town – the very young – don’t get the attention
they deserve.”

Wat zou vulnerable kunnen betekenen? We gaan raden door de 5 stappen te doorlopen:

Stap 1 – vulnerable is een bijvoeglijk naamwoord, want het zegt iets over people .
Stap 2 – De zin vertelt ons: ‘mensen in de stad’, ‘jonge mensen’, ‘krijgen geen aandacht’.

Stap 3 – De klank van het woord zegt in dit voorbeeld niet zoveel.

Stap 4 – Het woord zelf: vulnerable: ‘able’ wijst op een eigenschap van iets of iemand.
Stap 5 – Wat vertellen de leestekens? De streepjes geven aan dat vulnerable eigenlijk wordt
uitgelegd in het zinsdeel tussen de streepjes. The young hoort dus bij vulnerable;
dus vulnerable is een eigenschap van the young.

Met een beetje logisch nadenken kan je nu bedenken dat vulnerable ‘kwetsbaar’ betekent.
Jonge kwetsbare mensen…!

Oefening:
Zoek een Engelse, Duitse of Franse tekst
en ga in deze vijf stappen de voor jou
onbekende woorden kraken.
Woorden die je niet kunt kraken zoek je
op.

46

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Transformer T2

Transformeren is omzetten, veranderen, anders kijken…! Je gaat verschillende oplossingen


bedenken bij de voorbeelden uit je leerstof. Dus naast de vaste manier die je is aangeleerd op
een andere manier kijken naar de opdracht.

Voorbeeld: Stel, je wilt een spaarrekening openen met 5% rente. De opdracht is uit te rekenen
hoeveel 5% van € 200,00 is. Dat doe je dan op de manier die je geoefend hebt. Met Transformer
ga je verder kijken. Bijvoorbeeld door uit te rekenen hoeveel jaar je moet sparen om € 5.000,- of
€ 10.000,- te krijgen.

Werkwijze 1:
Maak variaties op de vaste volgorde van berekeningen. Verander de getallen
bijvoorbeeld eens in hele grote of in hele kleine getallen. Ook kan je
verhoudingen aanpassen, of neem je negatieve in plaats van positieve getallen.

Werkwijze 2: Zoek een stuk tekst, brief of e-mail op. Zet deze tekst om in de
verleden tijd in plaats van de tegenwoordige tijd. Of maak van de hij-vorm een
tekst in de ik-vorm.

Strategie: Regisseur T2

In het hoofdstuk dat je moet leren staan plaatjes. Maak hier in gedachten een filmpje van. De
teksten die bij de plaatjes horen koppel je dan aan het filmfragment.

Werkwijze:
Neem een plaatje in gedachten! Doe net alsof je in het plaatje staat. Breng het tot leven!
Bedenk dan wat je allemaal ziet, voelt, hoe je je beweegt, etc.

47

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Rekenstrategie 3B T2

Bij wiskundesommen zie je vaak veel tekst staan. Het is handig om bij die teksten plaatjes in
gedachten te maken. De rekenstrategie 3B helpt je hierbij. In vaste stappen voeg je beelden
aan de som toe. Hierdoor spreek je verschillende delen van je hersenen aan.
En daardoor kan je de leerstof weer makkelijker opslaan en terughalen.

Werkwijze:
De rekenstrategie 3B bestaat uit de volgende stappen:

1. Lezen:
Lees de tekst en de opgave en zorg dat je weet wat de vraag is!
Onderstreep de getallen en omcirkel de rekensignaalwoorden.
2. Beeld vormen:
Bedenk wat je hebt gelezen en hoe je de opgave kan gaan oplossen.
3. Bouwtekening maken:
Maak een schets of tekeningetje op papier! Maak je beeld duidelijk. 3B
4. Besluiten:
Lees de tekst nog eens. Haal de gegevens eruit die je nodig hebt. Zet ze ook
in je tekening. Besluit nu wat, hoe en in welke volgorde je dat gaat doen.
5. Uitvoeren:
Maak de opgave.

Lees Beeld Bouwtekening Beslis Uitvoering

48

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: 25-woorden-samenvatting T2

Om het belangrijkste uit een tekst te halen kun je een 25-woorden-samenvatting maken.
Hierdoor ga je de belangrijke (hoofdzaken) en de minder belangrijke (bijzaken) stukken tekst
ontdekken. Je gaat ook zien wat je nog mist in je kennis van het onderwerp.
Maar let op! Je mag maar weinig woorden gebruiken. Zo kom je tot de kern van de tekst.

Werkwijze:
Gebruik twee kleuren markeerstiften. Lees een tekst heel goed door. Markeer de hoofdzaken
met de éne kleur. Wat je niet kent geef je de andere kleur. Zoek onbekende begrippen wel op!
Kijk dan naar de gekleurde hoofdzaken. Maak hier een samenvatting van 25 woorden van.

Strategie: Eigen woorden T2

Vertel de leerstof hardop na in je eigen woorden (dus zonder moeilijke begrippen). Doe dan net
alsof je tegen een publiek praat! Probeer in gewone taal uit te leggen wat je hebt geleerd.
Het helpt jou de leerstof beter begrijpen:
Je gebruikt dan namelijk je beide hersenhelften. Alles is daar actief bezig. Dat dwingt jou om
één leerniveau hoger te denken.

Eigen woorden
gebruiken

49

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: De eik T2

De Eik is een manier van leren om kennis op te slaan en weer terug te halen. Je werkt dan met
sleutelwoorden en begrippen. Alleen de hoofd- en bijzaken geef je in enkele woorden aan.
Je zet die woorden neer in een structuur (van hoog naar laag, van hoofdlijn naar detail) Je
gebruikt woorden en beelden. Dan zal je de informatie in één oogopslag overzien.
Je ziet ook direct welke begrippen bij elkaar horen. Hierdoor heb je een grotere kans dat je
informatie goed kunt onthouden.

Werkwijze:
Maak een schema met bovenaan de hoofdonderwerpen. Hieronder zet je de deelonderwerpen
en trek je lijnen. Hoe verder je naar beneden gaat, hoe meer je op detail- en voorbeeldniveau
komt. Hoger in het schema staan de meest algemene begrippen.

50

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Markeren met kleuren T2

Met verschillende kleuren stift kun je heel duidelijk hoofd- en bijzaken van een tekst
herkennen. Je gedachten kunnen de tekst dan beter en sneller verwerken. Omdat je gebruik
maakt van kleuren worden er namelijk verschillende delen van de hersenen ingezet.
Daardoor ga je de tekst beter onthouden en sneller terughalen.

Werkwijze:
Werk met verschillende kleuren markeerstift. Geef iedere kleur een betekenis. Gebruik deze
kleuren steeds op dezelfde manier. Bijvoorbeeld:

• Kleur met geel alle tussenkopjes en het antwoord in de tekst. Je ziet meteen waar de
tekst over gaat.
• Met oranje streep je de voorbeelden bij elk van de kernpunten aan.
• Gebruik groen voor de verbanden: oorzaak / gevolgen / opsommingen etc.
• Maak alle getallen in een tekst blauw.
• Markeer de (reken)signaalwoorden met roze.

Strategie: W – vragen T2

W-vragen zijn vragen die beginnen met een vraagwoord met een W:

• Wie? • Waar? • Waarom?


• Wat? • Wanneer? • Op Welke Wijze? (= Hoe?)

Wil je snel weten hoe een tekst in elkaar zit? Dan kan je deze W-vragen gebruiken. Ze geven je
overzicht en je ziet wat belangrijk is. Ze zijn ook handig bij het brainstormen over een
onderwerp voor presentaties, werkstukken, onderzoekjes etc.

51

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Aan de slag met T2!

Je kunt T2-opdrachten beter maken door te werken met één of meer van de volgende
strategieën. Probeer ze allemaal uit om te achterhalen welke het beste bij jou past:

 Kraken  Rekenstrategie 3B  De eik


 Transformer  25-woorden-  Markeren met
 Regisseur samenvatting kleuren
 Eigen woorden  W-vragen

Ga net zo lang door met zoeken naar de beste strategie voor jou tot je resultaten verbeteren!

Leerstrategieën voor Inzicht I

Bij R leer je de betekenis van begrippen en moeilijke woorden


Bij T1 pas je de uit je hoofd geleerde begrippen en stappenplannen toe, zoals je in de les hebt
geoefend.
Bij T2 maak je combinaties en leg je verbanden.

En bij I (Inzicht) kijk je op verschillende manieren tegen een opdracht en probleem aan. Je
probeert dan zelf de oplossing ergens voor te vinden. Je bent vooral bezig met abstract denken
en zelf ideeën vormen.

52

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: OV-SLIM I

OV-SLIM betekent: Overzie, Vraag, Schrijf, Lees, Integreer, Meet. Het is een manier die je leert
om studerend te lezen. Dus om een tekst makkelijker en langer te kunnen onthouden.

Werkwijze OV-SLIM:

Overzie:
Begin altijd een tekst met globaal lezen: een tekst eerst snel in je opnemen voordat je deze
gaat lezen. Je overziet een tekst eerst op titel, tussenkopjes, vetgedrukte woorden en foto’s. Zo
krijg je een idee van wat je kan verwachten van de tekst. Dit vooronderzoek helpt je om de
hoofdzaken te herkennen.

Vraag:
Stel jezelf tijdens het lezen van een tekst vragen en zoek direct de antwoorden erbij.
Zet zelf vraagtekens achter de titel en alle tussenkopjes in de tekst. Welke vragen
worden in de tekst gesteld en beantwoord? Wat wordt onderzocht? Door
jezelf vragen te stellen ontwikkel je tekstbegrip. Bovendien ga je geconcentreerder
lezen, omdat je achter de antwoorden wilt komen.

Schrijf:
Schrijf de vragen die je hebt bedacht op. Gebruik eventueel een schema.

Lees:
Lees nu de tekst aan de hand van je vragen. Zo ga je de tekst stukje voor stukje
bestuderen (voor elke vraag een stukje tekst). Je kan je op deze manier beter
concentreren. Ook zal je de tekst beter begrijpen. Zo zal je sneller hoofd- en bijzaken
gaan onderscheiden.

53

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Integreer:
Hier ga je antwoord geven op je vragen! Vertel de tekst nu na in je eigen woorden!
Je brengt de nieuwe leerstof bij alles wat je al weet: je gaat de kennis integreren!
Bij elk stukje tekst stel je de vraag en je geeft daar je antwoord op. Schrijf je eigen uitleg op!

Lukt het jou om in je eigen woorden antwoord te geven, dan maak je de opdrachten die erbij
horen. Je gaat dus direct je kennis toepassen! Lukt het niet om een deel van de tekst na te
vertellen of om de opdracht uit te voeren, lees het stukje tekst dan nog een keer. Roep zo
nodig de hulp in van je docent.

Door zelf antwoord te geven op je vragen, controleer je of je de tekst goed hebt


begrepen. Het navertellen, opschrijven en toepassen van een stuk tekst helpt jou om de
stof beter te onthouden en begrijpen.

Meet:
Meten wil hier zeggen kritisch kijken naar de tekst! Ben je het met de schrijver eens?
Klopt de informatie? Staat in de tekst wat jij over het onderwerp weet?

Werkwijze OV-SLIM, stap voor stap:

Overzie:
• Lees de titel en de tussenkopjes.
• Bekijk de afbeeldingen en lees de onderschriften.
• Lees de vragen. Oefening:
• Lees de eerste en de laatste alinea. Neem een lange tekst die
• Lees de samenvatting (als die er is). je moet leren voor
geschiedenis, kunst,
biologie, etc.
Pas OV-SLIM toe!

54

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Vraag:
• Maak vragen van de titel en de tussenkopjes.
• Bedenk waar de tekst over zou kunnen gaan.
• Maak vragen bij stukjes van de tekst. Welke vragen kan je verwachten?

Schrijf:
• Schrijf je vragen in je eigen woorden op.

Lees:
• Zoek in de tekst naar de antwoorden op de vragen die je hebt bedacht.
• Vraag jezelf bij elk antwoord af: is dit een feit of een mening?
• Lees de teksten bij de afbeeldingen nog een keer.
• Kijk goed naar onderstreepte, cursieve of vetgedrukte begrippen,

Integreer:
• Markeer hoofdzaken in de tekst.
• Geef met pijlen aan wat bij elkaar hoort.
• Wat weet je al? / Wat is nieuwe informatie?
• Bedenk hoe je de nieuwe informatie kunt toepassen en schrijf ze op.
• Geef antwoorden op je eigen vragen.
• Geef antwoorden op de vragen / opdrachten bij de tekst.
• Lees je aantekeningen en toets je antwoorden.

Meet:
• Wat is het doel van de tekst?
• Ben je het eens met de tekst?
• Kloppen de argumenten van de schrijver?
• Klopt de inhoud van de tekst met wat jij al weet?
• Klopt de inhoud van de tekst met andere bronnen?
• Wat zou je meer willen of moeten weten over het onderwerp?

55

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Probleemoplossend rekenen I

Hieronder vind je een aantal strategieën die je kunt toepassen bij wiskunde. Je gebruikt
hierbij verschillende gezichtspunten. Daardoor sta je meer open voor nieuwe ideeën. Dat
helpt je om een opgave beter te begrijpen en op te lossen.

Werkwijze:
1. Begrijp het probleem:
Wat wordt er echt gevraagd? Heb je de vraag begrepen?

2. Vereenvoudig de getallen:
Sommen worden duidelijker als je makkelijke getallen gebruikt!
Als je bijvoorbeeld met € 100,- rekent, in plaats van met de gevraagde € 4.572,14? Hoe zou je
het probleem dan oplossen? Als je getallen vereenvoudigt, zie je eerder wat het probleem is
en hoe je het kan oplossen.

3. Maak de som andersom:


Werk vanuit het antwoord dat je gevonden hebt terug. Kijk hoe je de som hebt opgelost.
Combineer deze aanpak met strategie 1, dat helpt vaak.

4. Gebruik andere, rare getallen:


Als je de getallen vervangt voor andere, rare, hele grote of kleine getallen, dan kan dat soms
helpen om een oplossing te vinden. ( bijv. een miljoen, nul)

5. Draai om:
Kijk wat er gebeurt als je een omkering gebruikt. Maak positieve
getallen maar negatief of draai symbolen om. Wat is het resultaat?

56

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


6. Vervang woorden:
Wat gebeurt er als je woorden uit de opgave gaat vervangen? Vervang bijvoorbeeld woorden
zoals ‘je’, ‘je beste vriend’, ‘je moeder’ door woorden zoals ‘persoon X’, ‘Italië’, ‘iemand’. (Of
doe juist het omgekeerde!)

7. Wat als…?
Wat gebeurt er als je lastige getallen gaat verhogen of verlagen? Wat gebeurt er dan met een
som? Bijvoorbeeld: 4 x 25! Dat is hetzelfde als 1 x 100!

8. Maak plaatjes in je hoofd:


Probeer de opdracht in je hoofd te bekijken; probeer je voor te stellen
hoe het eruit ziet. Sommige problemen kun je zo oplossen.

9. Maak een grafiek of afbeelding:


Probeer het probleem uit te tekenen in een grafiek, tekening, schema
of tabel.

10. Vergelijk:
Is een lastige wiskundesom vergelijkbaar met iets anders? Kun je een mogelijke oplossing
halen uit die vergelijking?

11. Begin ergens:


Alleen naar het probleem staren helpt niet, begin gewoon maar ergens! Het kan zijn dat je
dan ineens een oplossing gaat zien! Als je een stap zet, ben je onderweg.

12. Vind uit:


Probeer uit of een aanpak werkt of niet. Fouten maken mag! Het levert altijd wel iets op.
Soms vind je zo zelfs de mooiste oplossingen. Pak het probleem aan, blijf zoeken en hou vol.

57

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


13. Ga terug naar het begin:
Vraag jezelf af wat je al weet. Kijk naar de feiten! Wat staat vast?
Wat klopt? Durf opnieuw te beginnen.

14. Houd alles open:


Er is vaak meer dan één manier om tot een oplossing te komen. Gooi verschillende ideeën
hoe je iets op kan lossen niet te snel weg. Wees dus niet te koppig en denk niet dat je de
opgave maar op één manier kunt oplossen.

Strategie: Fotolezen I

Fotolezen is een strategie om snel te kunnen lezen. Stel, je kijkt even vlug naar een foto. Dan
zie je veel dingen op de foto niet, maar de belangrijkste zaken wel. Zo doe je dat ook met een
tekst. De grote lijn bekijk je, de details niet.
Als je van tevoren een leesdoel bepaalt, kun je dit met deze strategie snel bereiken.
Bepaal vooraf dus waar je naar op zoek bent in de tekst.

Je hebt de tekst door fotolezen onbewust al helemaal gezien. Het lezen


zal daarna makkelijker gaan: Je leest sneller, je herkent stukjes tekst en
je weet iets sneller terug te vinden in de tekst.

Het is wel belangrijk dat je je goed kunt concentreren bij fotolezen. Zoek dus een rustige,
ontspannen plek op, waar je niet gestoord wordt.

58

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Werkwijze:

Voorbereiding op het lezen:


• Bepaal je leesdoel.

Voorbeschouwing:
• Neem het boek door. Eerst globaal lezen! Voor een
boek is dat ca. 5 minuten en ca. 30 seconden voor een les uit
je schoolboek of een artikel.
• Schrijf de belangrijkste woorden op.

Fotolezen:
• Neem de tekst zonder echt te lezen. Kijk alleen! Bij een heel boek bekijk je ongeveer
twee seconden per bladzijde.

Verbanden leggen:
• Geef je hersenen de tijd om nieuwe stof te verwerken! Neem ook pauzes!
(minimaal 20 minuten en maximaal een dag)
• Stel jezelf vragen en schrijf ze op.
• Lees alleen de tekstgedeeltes waar je meer over wilt weten. Nu lees je de tekst op
inhoud (begrijpend lezen).
• Maak sneeuwkristallen (zie volgende pagina)

59

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Sneeuwkristal I

Het Sneeuwkristal is een goeie manier om nieuwe informatie op te slaan en om deze weer
snel terug te kunnen halen. Je kan het gebruiken bij het maken van aantekeningen,
samenvattingen en om spreekbeurten voor te bereiden.

Normaal gesproken gebruik je vooral je linkerhersenhelft bij het maken van aantekeningen.
Aantekeningen maken is heel goed, maar het is ook best wel saai. En saaie dingen onthoud
je niet zo goed. Terwijl je juist aantekeningen maakt om de leerstof niet te vergeten.

Een sneeuwkristal werkt met beelden en kleuren. Je rechterhersenhelft is hier goed in. Een
sneeuwkristal is een soort spiekbrief, maar dan wel een hele leuke!
Want in één oogopslag zie je dan een overzicht van de leerstof. De leerstof kan je zo snel
terugzien en herhalen.

Werkwijze:

1. Neem een groot vel wit papier. Leg het horizontaal neer
2. Zet in het midden van je blad het onderwerp. Voeg een afbeelding hiervan toe.
3. Bedenk deelonderwerpen / woorden en schrijf die om het middelste woord heen. Trek
lijnen in verschillende kleuren.
4. Bij ieder deelonderwerp schrijf je weer termen die hierbij horen. Zet ze erbij verder naar
de randen van het papier toe. Trek ook nu weer lijnen. Er ontstaat zo een vorm van een
soort sneeuwkristal.

60

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Voorbeeld:

http://www.imindmap.nl/images/MindMap%20Regels%20small.jpg

Tip: Je kunt ook sneeuwkristallen op de computer maken. Kijk maar eens op


www.mindmap-software.com

Oefening:
Maak een mindmap voor een vak waar je niet goed in bent. Maak thuis een sneeuwkristal
van een hoofdstuk uit het boek en pas stap 1 t/m stap 3 toe. Gebruik hierbij de
inhoudsopgave van het boek. Daar staan de titels van de paragrafen/deelonderwerpen.
Tijdens de les werk je stap 4 uit.

61

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Transfer I

Transfer is een manier om teksten om te zetten in schema’s. Dit helpt je om hoofd- en bijzaken
te onderscheiden. Je gaat hier samenvatten in beelden. Beeld onthoud je makkelijker! Je
wordt er ook creatiever van! Dat is goed, want zo ontstaan nieuwe verbindingen in je
hersenen.

Werkwijze:
Maak een samenvatting van een tekst.
Gebruik hierbij:
• opsommingstekens; Stroom-
• cijfers;
• symbolen.
kaart
Geef met pijlen de verbanden in de tekst aan.

Zet de samenvatting, plus de gevonden verbanden, om in schema’s. Hier zie je drie


voorbeelden:

Gebruik deze
ja
vorm
Wil je een venn- diagram
beslissings-
schema
gebruiken? ja
Ga verder, wil
nee
je een ...
nee

62

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Doelgericht luisteren I

Doelgericht luisteren is een strategie om tijdens de les actief te luisteren! Je voorbereiding op


de les is hierbij belangrijk.
Voor de les begint moet je al weten wat er komen gaat. Je zal belangrijke woorden tijdens een
uitleg herkennen en je weet beter waar je goed naar moet luisteren. Je werkgeheugen wordt
zo minder belast. Door een goede voorbereiding zal je de les ook sneller gaan begrijpen.

Werkwijze:
Voorbereiding op de les:
• Stel het doel van de les vast. Wat moet je weten?
• Bedenk wat je al weet (activeer je voorkennis). doelstelling van de tekst

• Neem voor de les de tekst goed door. Zoek de


belangrijkste begrippen en de doelen van je tekst op. sleutelbegrippen

Probeer de opbouw van de les te zien, zoek


verbanden. verbanden en opbouw zoeken

• Waar heb je meer uitleg over nodig?

Tijdens de les:
• Zet de informatie die je hoort bij de belangrijke begrippen.
• Let op signaalwoorden. Oefening:
• Let op verbanden, doel en gevolgen in de uitleg. Pas deze strategie toe bij
• Stel vragen in de les. Als dat niet mag, of als daar geen één van de lessen die je
gelegenheid voor is, schrijf ze dan op en stel ze na de les. moeilijk vindt, of bij een
• Maak aantekeningen! Maar alleen wat met het leerdoel te vak waar je niet zo goed
maken heeft. Leg verbanden met wat je al weet. in bent.

63

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Strategie: Hoeden I

‘Hoeden’ is een goeie manier om kritisch naar een tekst te kijken. Je doet dit op verschillende
manieren. Je bekijkt een tekst vanuit meerdere standpunten. Je kijkt eerst op de ene manier en
dan op de andere manier naar een tekst. Vervolgens ga je verder met weer een andere manier.
Als je je steeds vanuit één punt richt op de tekst, dan kan je geheugen zich beter focussen. Je
zal makkelijker gaan onthouden. Moeilijke opdrachten kan je zo ook beter aanpakken.

Meestal zoeken mensen in een tekst naar DE


waarheid.
Iets is waar of iets is niet waar.
Maar bij Hoeden gebruik je zes verschillende
manieren van kijken.
Zes verschillende ‘waarheden’ dus eigenlijk.
Hiermee zal je de opbouw en inhoud van een tekst
beter begrijpen en onthouden.
Ook helpt deze methode jou om meer open te
staan voor verschillende kanten van een zaak. Je
kunt hiermee beter onderscheid maken tussen
feiten en meningen.

Je gaat ideeën bij jezelf oproepen waar je normaal


niet op zou komen.

Hoeden is een actieve manier om je voorkennis te


activeren, verschillende verbanden te zien en
nieuwe ideeën op te roepen.

64

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


De verschillende hoeden

Wit:
Met deze hoed op zoek je alleen de feiten. Je wilt meer informatie over de
zaak.

Rood:
De rode hoed staat voor het gevoel: de emotie ! Wat vind je ervan? Wat voel
je?

Zwart:
Als je de zwarte hoed opzet, zoek je naar de negatieve kanten. Wat en waar
kan er misgaan? Hoe kan het op zijn slechtst aflopen? De zwarte hoed kijkt
dus heel kritisch! Wat kan ik doen om het te voorkomen?

Geel:
De gele hoed kijkt juist naar de positieve gevolgen! Je gaat uit van wat er wel
kan lukken. Wat zijn de kansen? Wat als iets lukt?

Groen:
Bij Groen gaat het om nieuwe ideeën. Creatief denken dus! Je zoekt naar
oplossingen waar iemand niet zo snel aan denkt en die je niet
verwacht.

Blauw:
Het Blauwe hoedje richt zich op vaste werkwijzen: de processen. Overzicht houden
is hierbij belangrijk. Je zoekt naar structuren, vaste manieren van werken. Hoe
wordt iets aangepakt?

65

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


De Hoeden gebruik je dus om alles wat je denkt bij nieuwe informatie op te schrijven. Het geeft
je een heel compleet beeld van de leerstof.
Je kan deze methode dus heel goed als onderzoeksmethode gebruiken.

In het kort:

Wit: Oefening:
De feiten: Wat weet je? Wat moet je weten? Wat ontbreekt Vraag je bij het lezen van een
er aan informatie? Hoe kom je verder aan informatie? tekst af met welke hoed de
schrijver de tekst heeft
geschreven. Wat verandert er
Rood: in de tekst als je een andere
Je emotie en je gevoel bij het lezen van de tekst. hoed op zet?
Wat vind, voel en denk je echt?

Zwart :
Kritisch kijken, voorzichtig denken. Klopt dit wel? Kan dit wel? Is het verkeerd, verboden, of
gevaarlijk? Past dit wel bij wat ik vind, geloof, kan of wil? Als het niet past, waarom past het
dan niet?

Geel:
Positief denken. Hoe kun je dit laten werken? Welke voordelen heeft het? Op welke manieren
kan het gedaan worden?

Groen:
Creatieve energie. Wat kunnen we doen? Welke ideeën en andere mogelijkheden zijn er nog
meer om dat resultaat te bereiken?

66

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Oefening:
Zet de hoeden in bij het
maken van een werkstuk
Blauw:
of grote opdracht.
Het resultaat, je samenvatting, je conclusie en je ontwerp, Je
brengt het overzichtelijk bij elkaar. En … wat heb je bereikt?

Aan de slag met I!

Je kunt op I beter presteren met onderstaande strategieën. Probeer ze allemaal uit om erachter
te komen welke het beste bij jou passen:

 OV-SLIM  Fotolezen met  Doelgericht


 Probleemoplossend geheugentraining luisteren
rekenen  Sneeuwkristal  Hoeden
 Abstracte Transfer

Ga net zo lang door met zoeken naar de juiste strategie tot je verbeteringen ziet in je
resultaten!

67

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Leeranalyse

Als je van jezelf weet hoe jij leert, dan weet je in welke manier van leren jij
goed bent. Weet jij dat van jezelf? Waar liggen jouw sterke en zwakke
punten in het leerproces? Als je dit weet , kan je gerichter oefenen!
Om hierachter te komen maak je een leeranalyse.

Hieronder vind je zo’n leeranalyse. Deze gebruik je om je manier van leren


zo efficiënt mogelijk te maken. Dat is belangrijk, want je leerprestaties
zullen er zeker door verbeteren.

De leeranalyse is te gebruiken voor alle leerjaren! Oefening:


Voer stap 1 uit voor je volgende
toets. Vraag hulp aan je docent,
mentor of een medeleerling als
Stap 1: planning en doelen je niet weet hoe je aan de slag
Onderdeel Ja/Nee/ Opmerkingen kunt.
Deels
Leerdoel • Weet je precies wat je moet doen?
• Weet je wat je moet weten van de leerstof?
Leerstrategie • Weet je welke leerstrategie je het best kunt gebruiken?
Planning • Heb je een planning gemaakt (in je agenda)?
• Werk je met actielijsten?
• Heb je je aan je planning gehouden?
Voorkennis • Wat weet je wel en wat niet van de nieuwe leerstof? Wat
begrijp je niet goed?
• Heb je iets gedaan om de ‘gaten’ in je kennis te vullen?

68

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Stap 2: leren tijdens de lessen
Onderdeel Ja / Nee / Deels Opmerkingen

Leerdoel Weet je wat je na elke les moet weten en kunnen?


Leerstrategie Welke leerstrategie kan ik het best gebruiken om het
leerdoel te behalen?
Onderdeel Toelichting Hoe heb je dat gedaan?
R- niveau Heb je alle formules / definities /
stappenplannen enz. uit je hoofd
geleerd?
Begrijp je alles?
T-1 niveau Heb je alle opdrachten gemaakt?
Heb je alle lessen voorbereid?
Was je aanwezig bij alle lessen?
T-2 niveau Zie je de hoofdzaken en bijzaken?
Heb je de belangrijke onderdelen
van de lesstof kunnen vinden?
Heb je deze leerstof in een schema
gezet?
I- niveau Heb je naar verbanden gezocht?
Heb je naar overeenkomsten en
verschillen gezocht?
Heb je naar nieuwe voorbeelden en
toepassingen gezocht?

69

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Volg onderstaande stappen voor je
eerstvolgende toets.
Stap 3: voorbereiding op de toets
Ja/Nee/ Hoe is jouw voorbereiding?
Onderdeel Deels
Opmerkingen

Planning • Heb je je aan je eigen planning gehouden?


Diagnose • Weet je precies wat je voor de toets moet leren?
• Heb je de docent gevraagd wat voor vragen er op de toets gesteld
worden? R, T1, T2, I?
• Heb je de oefenvragen, test jezelf en oefentoetsen gemaakt?
• Heb je zelf oefenvragen van R t/m I bedacht en gemaakt?
• Heb je je oefenvragen nabesproken met je docent?
• Heb je je oefenvragen nabesproken met een medeleerling?
R- niveau • Heb je alle formules, woorden, definities, stappenplannen etc. uit je
hoofd geleerd?
• Heb je begrepen wat je uit je hoofd hebt geleerd?
T1- niveau • Heb je alle opdrachten van de methode gemaakt?
• Heb je alle lessen voorbereid?
• Was je bij alle lessen aanwezig?
T2- niveau • Kon je de hoofd- en bijzaken van de leerstof onderscheiden?
• Heb je de belangrijkste zaken uit de lesstof weten te halen?
• Heb je de stof in een schema gezet voor jezelf?
I- niveau • Heb je naar verbanden gezocht tussen de stof en je voorkennis?
• Heb je gezocht naar overeenkomsten / verschillen met wat je al
wist?
• Heb je gezocht naar voorbeelden en toepassingen van de leerstof?
Verwachting • Heb je het cijfer dat je verwacht opgeschreven?
• Klopt het cijfer dat je verwacht had met het cijfer dat je hebt
gehaald?

70

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Stap 4: analyse van de antwoorden per vraag
Bekijk steeds per fout antwoord: Ja/ Zo nee, hoe voorkom en verbeter
Heb je ….. Nee je dit?
de vraag goed gelezen?
de vraag goed begrepen?
je gestampte formules, etc. paraat gehad?
je gestampte formules, etc. kunnen toepassen?
je aan de eisen van het antwoord gehouden,
zoals max. aantal woorden en taalgebruik?
een volledig antwoord opgeschreven?
genoeg tijd genomen?
kunnen laten zien wat je weet en kunt?

Stap 5: Na de toets (analyse)


Bekijk de toets in zijn geheel: Ja/ Zo ja, hoe voorkom en verbeter je
Heb je ….. Nee dit?
veel dezelfde soort fouten gemaakt?
veel fouten in R-vragen gemaakt, je leerwerk?
veel fouten in trainingsvragen T1?
veel fouten in transfervragen T2?
veel fouten in inzichtvragen?
veel fouten in bepaalde onderdelen van de stof?
een aantal vragen niet kunnen maken?
te weinig tijd gehad?

71

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Stap 6: verbeterplan
Kijk naar je toetsresultaat in het geheel Ja/Nee/ Zo nee of deels, welke actie ga je
Deels inzetten?
Heb je Meegedaan in de les?
Heb je al je Huiswerk gemaakt en
geleerd?
Wist je dat de Toets er zo uit zou
zien?
Was je Planning in orde?
Heb je veel dezelfde soort Fouten
gemaakt?
Wat heb je in deze
toets heel goed
gedaan?

Bekijk je fouten Ja/ Zo nee, hoe ga je dit bereiken?


Heb je ….. Nee Wat? Hoe? Wanneer? Met Wanneer
hulp ben je
van tevreden?
wie?
duidelijk wat je
beter moet leren of
onthouden?
helder welke (soort)
vragen je nog moet
oefenen?
helder hoe je inzicht
gaat krijgen voor dat
Analyseer op deze manier elke toets waarvoor je
deel van de stof?
een onvoldoende, of een ander resultaat dan je had
verwacht, hebt gehaald. Gebruik ook de RTTI-
72 diagnose, QA-toets, via RTTI-online voor een
digitale toetsanalyse: www.rttionline.nl
De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com
Bloei
op de plek
waar je bent geplant

in jou
zoveel
verlangens
zoveel
kleur
zoveel
mogelijkheden
in jou
zoveel
wensen
zoveel
talenten
zoveel
toekomst

dat ik niet meer


dan veel wens
dat alle mogelijkheden
mogelijk worden
en de bloei van je leven
oneindig lang
oneindig veel
oneindig kleurrijk mag zijn

bloei
op de plek
waar je bent
geplant

Wilma Veen

73

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Ook leverbaar door dezelfde uitgever, via www.docentplus.nl/publicaties te bestellen:

leverbaar met
e-learning met theoretische
modules beschouwing

ISBN 9789490037086 ISBN 9789490037086

SLUIT OOK AAN OP DE WEBAPPLICATIE RTTI-ONLINE


• eigen inlog voor leerlingen RTTI-online geeft je inzicht in leerlingen, lesstof en de kwaliteit van je
• aantoonbaar opbrengstgericht leren en toetsen. Daarnaast handreikingen waarmee leerlingen vooruit worden
ontwikkelen geholpen en waarmee je de kwaliteit van de lesstof naar een hoger plan
kunt tillen. Daarbij is RTTI de taal waarmee je over leren praat en OMZA de
• leerdoelgestuurd werken
taal van het leergedrag.
• individuele ontwikkeling, diagnose en
acties per leerling RTTI-online maakt zichtbaar waar de ingang tot leren zit: in R, T1, T2 of I. Zo
• achter resultaten en gedrag kijken kunnen leerlingen gericht zelf aan de slag, ongeacht welke lesmethode je
• eenvoudige invoer en aggregatie gebruikt en welke vakken een leerling ook volgt. Een uitstekend startpunt
voor formatief werken!
• borgen van toetskwaliteit en onderwijs
• digitale leerversterkende feedback voor RTTI-online biedt analyses per toets per leerling, met geautomatiseerde,
de leerlingen individuele feedback. Met of zonder cijfers. In één overzichtelijke RTTI &
• gedifferentieerde cijfers OMZA-rapportage voor leerlingen en ouders. Ook vakoverstijgend voor
• slimmer leren bijvoorbeeld de leerlingbespreking en mentorgesprekken. Inclusief
dashboards voor de leerlingbegeleider, vakgroepleider, teamleider en
• formatieve evaluatie
schoolleider. Allemaal met één druk op de knop.
• automatische koppeling met Magister,
SOMtoday, Quayn, Testcorrect, TestFox, Is jouw school ook klaar voor meer inzicht en overzicht in de ontwikkeling
etc. van je leerlingen? Vraag dan direct een proeflicentie aan via
www.rttionline.nl

74

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Wil je wel eens van gedachten wisselen
over de manier waarop jouw organisatie
met RTTI cruciaal voordeel en succes kan
behalen, met zinvolle en blijvende resul-
taten? Neem dan contact met ons op via
info@docentplus.nl.

75

De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com


Hoe krijg ik al die Engelse woordjes in mijn hoofd? Hoe kan ik de hoofdzaken uit
een tekst halen? Hoe pak ik die moeilijke wiskundesom aan? Hoe komt infor-
matie in mijn geheugen? Hoeveel invloed heb ik op de vorming van mijn
hersenen? Hoe kan ik sneller en effectiever leren? Voor bijna alle scholieren zijn
dit dé vragen die een goed antwoord verdienen! En al die antwoorden worden
in dit boek op een heldere manier gegeven, zodat je met minder inspanning
betere resultaten behaalt.

Je vindt in dit boek praktische leerstrategieën, tips en trucs die je meteen kunt
gebruiken. Thuis en op school. Ingewikkelde voorbereidingen heb je dus niet
nodig om direct te starten met slimmer leren!

En behalve dat je snel hogere cijfers haalt, kost het je ook minder moeite om je
huiswerk te maken, zul je minder last hebben van faalangst en leer je handige
planningen maken die je overal kunt inzetten.

Marinka Drost is docent Nederlands en Petra Verra docent economie. Zij zijn beiden
onderwijskundige en hebben zeer veel ervaring in het onderwijs en mentoraat. Zij hebben RTTI
en OMZA ontwikkeld en geven via e-learning trainingen over ontwikkelingsgericht en
76 leerdoelgestuurd leren. Ook schreven zij al vele handboeken voor docenten, studenten en
leerlingen in zowel het basis- en voortgezet onderwijs als het middelbaar en hoger
beroepsonderwijs.
De gebruikslicentie voor dit PDF-bestand is exclusief bestemd voor , Shaitsy.Silvania@sgbonaire.com

You might also like