You are on page 1of 14

Paper ingediend in het kader van de Masterproef

Master in de Industriële Wetenschappen


GROEP T – Leuven Engineering College – 2012-2013

Groep T staat niet garant voor een foutloze inhoud van deze paper.

ANALYSE EN OPTIMALISATIE VAN ELEKTROCHEMISCHE


DESINFECTIE EN VLOKKING VOOR PUBLIEKE ZWEMBADEN
Roel Vanlangendonck
1
Master student Chemie, GROEP T – Leuven Engineering College, Vesaliusstraat 13, 3000 Leuven

Promotor(en): Prof. Antoinette Deschuytere en Prof. Guido Bény


Unit Chemie, GROEP T – Leuven Engineering College, Vesaliusstraat 13, 3000 Leuven,
antoinette.deschuytere@groept.be en guido.beny@groept.be

Copromotor(en): Prof. Patrick Lievens en Dhr. Jan Van den Bulcke


E-Clear, Industriezone Halensbroek 1114 Mosstraat 38a, B-3545 Halen

ABSTRACT
Het conventionele desinfectiemiddel voor publieke zwembaden is chloor. Deze methode van desinfectie heeft
echter een groot nadeel: de vorming van desinfectiebijproducten (DBP’s). Deze DBP’s kunnen nadelige effecten
hebben op de gezondheid van zwemmers en badpersoneel: astma, allergieën en mogelijk kanker. Aan de hand
van een pilootinstallatie in de Sportoase te Leuven werd de doeltreffendheid van elektrochemische desinfectie
(koperionisatie en waterelektrolyse) onderzocht. Uit de resultaten bleek dat deze desinfectiemethode ook in
zwaar belaste zwembaden een goede waterkwaliteit (microbieel, oxideerbaarheid en turbiditeit) kan garanderen.
Ultraviolet werd als een extra mogelijk alternatief onderzocht, maar nog niet in de praktijk getest. Daarnaast
werd er ook onderzoek gedaan naar elektrocoagulatie als mogelijk alternatief voor de vlokking met
polyaluminiumchloride (PAC). De combinatie van al deze technieken kan uiteindelijk leiden naar een gezondere
(geen DBP’s), comfortabelere (geen irritaties en geur) en meer ecologische (geen chemicaliën) zwemervaring. Er
is echter nog verder onderzoek nodig voor de optimalisatie van deze vrij nieuwe technieken.

Trefwoorden
elektrochemische desinfectie, elektrocoagulatie, ultraviolet, zwembadwaterbehandeling
2

1 INLEIDING Het grote nadeel van chloor is echter de vorming van


desinfectiebijproducten (DBP’s). Deze werden voor het
1.1 Probleemstelling eerst ontdekt door Rook in een Rotterdamse
Bij de waterbehandeling van een publiek zwembad is één drinkwatervoorziening (Rook, 1974). Sindsdien is er een
van de meest kritische onderdelen de desinfectie. groot aantal aan gehalogeneerde verbindingen ontdekt die
Momenteel is chloor het meest wijdverspreide ontstaan ten gevolge van de desinfectie met chloor. Tabel
desinfectiemiddel. Chloor wordt in het water gebracht 1 geeft een overzicht van enkele van deze verbindingen
door toevoeging van een NaClO-oplossing. Dit geeft de (WHO, 2006).
volgende reacties: De meest voorkomende DBP’s zijn de trihalomethanen
(THM), gehalogeneerd azijnzuur, gehalogeneerde
acetonitrillen, chloraalhydraten en gechloreerde fenolen.
Dit zijn allen organohalogensiche DBP’s die ontstaan
door de reactie van chloor met het organische materiaal
in het water.
Hypochlorigzuur is een zwak zuur dat gedeeltelijk Sommige van deze halogeenverbindingen worden als
dissocieert in water. Hierdoor ontstaat er een evenwicht oorzaak aangeduid voor bepaalde gezondheidsproblemen
tussen HOCl en OCl-. De som van de hoeveelheid van zwemmers en badpersoneel. Zo stelde Mood reeds in
hypochlorigzuur en hypochloriet ionen in het water 1953 vast dat de oogirritaties bij zwemmers geen gevolg
noemt men het gehalte aan vrije chloor. HOCl is zijn van chloor, maar van verbindingen tussen chloor en
reactiever en door de afwezigheid van een elektrische ammoniak (Mood, 1953). Recenter onderzoek heeft
lading kan het makkelijker door de negatief geladen aangetoond dat zwemmen in gechloreerde zwembaden
celwand van een micro-organisme gaan. HOCl is aldus een impact heeft op de luchtwegen. Vooral bij kinderen
een beter desinfectiemiddel dan OCl-. Omwille hiervan (Bernard, 2007) en adolescenten (Bernard, 2009)
wordt de desinfectie uitgevoerd bij een pH lager dan 7,6 verhoogt het risico op astma en allergieën. Gelijkaardige
(zie Figuur 1) en een vrije chloorconcentratie groter dan studies in Nederland (Jacobs et al., 2007), Scandinavië
0,5 mg/l. (Helenius et al., 2002; Nystad et al., 2008) en Duitsland
(Schoefer et al., 2008) vertonen dezelfde resultaten.
Ook zijn er enkele studies die een mogelijk verband
melden tussen DBP’s en het voorkomen van kanker
(Villanueva et al., 2006, 2007; Kogevinas et al., 2010).
Er is echter nog niet veel onderzoek verricht naar een
mogelijke relatie tussen het zwemmen in gechloreerde
zwembaden en het voorkomen van kanker.
Het blijkt dus dat er nood is aan alternatieven voor de
desinfectie van publieke zwembaden. De alternatieve
desinfectiemethoden die in deze paper besproken
worden, zijn: koperionisatie, geëlektrolyseerd oxiderend
water (EOW) en UV.

1.2 Wetgeving

1.2.1 Vlarem
Chloor is het enige wettelijke desinfectiemiddel voor
publieke zwembaden in Vlaanderen. De normering voor
chloor in het water bedraagt 0,5-1,5 mg/l vrije chloor en
Figuur 1. Invloed pH op de vrije chloorconcentratie
minder dan 1 mg/l gebonden chloor. Daarnaast mag er
(Morris, 1951)
ook geen geur aanwezig zijn in het zwembad. Dit is

Tabel 1. Desinfectiebijproducten (WHO)


Disinfectant Organohalogenic disinfection Non-halogenic organic Inorganic disinfection
by-products disinfection by-products by-products
Chlorine (Cl2)/hypochloric Trihalomethanes, haloacetic Aldehydes, alkanic acids, Chlorate (particularly
acid (HOCl) acids,halocetonitriles, chloral benzene, and carboxylic acids the application of
hydrate, chloropicrin, hypochloric acid)
halophenols, N-chloramines,
halofuranones, and
bromohydrins
3

echter moeilijk verenigbaar met deze concentratie van 1.2.2 Best Beschikbare Technieken (BBT)
chloor en de aanwezigheid van zijn bijproducten. Tot slot De BBT is een document gepubliceerd door het VITO
zijn ook de lozingsnormen niet voorzien op het gebruik (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek)
van chloor. (zie tabel 2). Hierdoor moet er steeds een waarin milieuvriendelijke technieken worden onderzocht
uitzondering in de milieuvergunning worden opgenomen. op hun efficiëntie en economische haalbaarheid (Van den
Het gebruik van een andere wijze van ontsmetting is Abeele et al., 2011).
mogelijk indien dit aangevraagd wordt en hiervoor de Voor het verminderen van desinfectiebijproducten geeft
toestemming gegeven wordt door volksgezondheid. de BBT een overzicht van de beschikbare technieken (zie
(Regering en Milieuhygiëne, 1995) Figuur 2). Men maakt een onderscheid tussen drie
verschillende methoden: preventieve maatregelen,
Tabel 2. Lozingsvoorwaarden Vlarem alternatieve desinfectiemethoden en het verwijderen van
DBP’s. In deze paper zal er verder vooral ingegaan
Parameter Eenheid Vergunde concentraties worden op het gebruik van alternatieve
CZV mg/l 125 - 1200 desinfectiemiddelen.
De alternatieve desinfectiemethoden die in de BBT
BZV mg/l 25 behandeld worden zijn ondermeer: koper zilver ionisatie
N mg/l 10 - 100 en UV. Over deze technieken zegt de BBT dat ze vanuit
P mg/l 2 - 20 ecologisch standpunt zeer goede alternatieven zijn. Ze
ZS mg/l 60-1000 worden best wel gecombineerd met andere technieken
BS ml/l 0,50 (vooral in zwaar belaste zwembaden). Er zijn slechts
weinig voorbeelden bekend van het gebruik van deze
Cl- mg/l 500 - 1200 desinfectietechnieken in publieke zwembaden. UV wordt
Ag mg/l 0,05 - 0,1 echter al wel gebruikt in verschillende Vlaamse
As mg/l 0,01 - 0,1 zwembaden, maar dan met als doel de concentratie van
Ba mg/l 2 - 50 gevormde chlooramines te verminderen.
Cd mg/l 0,01 - 0,05
Cr mg/l 0,1 1.3 Koperionisatie
Cu mg/l 0,1 - 0,5
Hg mg/l 0,002 - 0,01 1.3.1 Werking
De biocidale werking van koper is te wijten aan drie
Zn mg/l 0,50 - 1
parallelle mechanismen.
AOX µg/l 600 - 2000 Vooreerst kunnen koperionen interageren met het
Actief Cl µg/l 40 membraan van een micro-organisme. Hierdoor verandert
de permeabiliteit van het membraan. Dit heeft als gevolg
dat de cel vitale aminozuren en ionen uit het cytosol

Figuur 2. Overzicht technieken voor het verminderen van DBP's


4

verliest (Ohsumi et al., 1988). Daarnaast zijn koperionen Zoals bij alle antibacteriële methoden zijn er ook bij
via redoxreacties (reductie van Cu2+ naar Cu1+) in staat koperionisatie bacteriën die resistentie kunnen
om vrije radicalen te vormen. Deze reageren op hun beurt ontwikkelen. Enkele van de bacteriën die na enige tijd
met de lipiden in het celmembraan waardoor dit verder (meerdere jaren) resistentie voor koper kunnen
beschadigd wordt (Ding en Chan, 1984). ontwikkelen zijn: Escherichia coli, Klebsiella
Ten tweede hebben koperionen een sterke affiniteit voor pneumoniae, Legionella pneumophilia en Vibrio cholerae
DNA. De ionen kunnen de helix structuur van het DNA (Meyer, 2001).
verstoren door crosslinks te vormen tussen de strengen Figuur 4 toont een overzicht van de mechanismen die een
(Rifkind et al., 1979). Ook bij het DNA geldt dat vrije bacterie ter beschikking heeft om de toxiciteit van koper
radicalen, gevormd door de reductie van koper(II)ionen, tegen te gaan.
het DNA kunnen beschadigen (Stohs en Bagchi, 1995). Om de ontwikkeling van resistente bacteriën te
Koperionen kunnen ook interfereren met de werking van voorkomen, is het bij elke desinfectietechniek belangrijk
proteïnen in het micro-organisme. Dit kan doordat koper om een combinatie te gebruiken van twee of meer
de structuur van het proteïne kan aantasten of de werking complementaire desinfectiemethoden.
ervan kan inhiberen door te binden met de actieve site
van bepaalde eiwitten (Kim et al., 200).
Figuur 3 geeft een overzicht van de mechanismen die
instaan voor de biocidale werking van koper.

Figuur 3. Overzicht desinfectiemechanismen van koper

Figuur 4:
4. Overzicht resistentiemechanismen van bacteriën tegen koper
5

1.3.2 Toepassingen
Koper-zilver ionisatie werd reeds door de NASA Om de efficiëntie van een elektrolysecel te omschrijven
gebruikt om drinkbaar water te voorzien voor astronauten zijn de volgende begrippen van belang: stroomdichtheid,
in de ruimte tijdens het Apollo programma. Koper en Faraday efficiëntie (of elektronenefficiëntie) en
zilver worden ook in ziekenhuizen vaak gebruikt ter overpotentiaal. Stroomdichtheid is de hoeveelheid stroom
bestrijding van Legionella bacteriën in hun (mA) per oppervlak (cm2) elektrode. Deze eenheid wordt
watervoorziening (Stout et al., 1998). Er werden ook meestal gebruikt om de kracht van een elektrolysecel uit
studies uitgevoerd waarbij koperionisatie gecombineerd te drukken. Faraday efficiëntie of stroomefficiëntie is de
werd met een verlaagde chloorconcentratie in efficiëntie waarmee elektronen worden overgedragen bij
zwembaden (Landeen et al., 1989; Beer et al., 1997). Uit een elektrochemische reactie. Faraday verliezen treden
deze studies bleek dat er een zekere synergie is tussen op onder de vorm van warmte of elektrochemische
koper en chloor waardoor de efficiëntie van het chloor nevenreacties. Overpotentiaal is het verschil tussen de
verhoogt. Dit blijkt ook te gelden voor koper in theoretische reductie potentiaal van een redox half-reactie
combinatie met H2O2 (Elzanowska, 1995). en de werkelijke potentiaal waarbij deze reactie
plaatsvindt. Een overpotentiaal kan noodzakelijk zijn
door het verminderen van de concentratie van de
1.4 Waterelektrolyse reagentia aan het oppervlak van de cel. Ook de vorming
van bellen door elektrochemische reacties kan een
1.4.1 Algemeen overpotentiaal veroorzaken.
Bij waterelektrolyse brengt men twee of meer elektroden
in het water. Door een spanning over deze elektroden te
plaatsen, vloeit er elektrische stroom door het water. Op
deze wijze kunnen er redoxreacties plaatsvinden (zie
Figuur 5).

Figuur 5. Overzicht van de mogelijke redoxreacties bij waterelektrolyse

Er zijn verschillende soorten elektroden die in 1.4.2 Desinfectie


aanmerking komen voor een elektrolysecel: geplatineerde Wanneer waterelektrolyse als desinfectiemiddel wordt
titanium elektroden, IrO2 gecoate elektroden, IrO2/RuO2 gebruikt, spreekt men meestal van de term EOW
gecoate elektroden en met boor gedopeerde diamant (Electrolysed Oxidising Water). Bij het gebruik van
elektroden. (Kraft, 2008) EOW kan er aan de anode ondermeer ozon gevormd
worden (zie Figuur 5). Deze gevormde ozon kan dan
verder reageren (Patermarakis, 1990):
6

.
1.5.2 Desinfectie
Bestraling met UV kan gebruikt worden als
desinfectiemethode in zwembaden. Reeds in 1930
ontdekte men dat elektromagnetische straling een
maximale antibacteriële werking heeft bij een golflengte
rond de 260 nm (Gates, 1930). Heden ten dagen worden
De vrije radicalen HO2* en HO* bezitten een sterke er voor de desinfectie van water monochromatische low
desinfecterende werking. Aan de kathode treedt volgende pressure UV lampen gebruikt met een golflengte van 254
reductie op: nm. Het mechanisme van deze desinfectie berust op de
veranderingen die optreden in het DNA van een micro-
organisme wanneer het bestraald wordt met UV (Giese
en Darby, 2000).
De gevormde hydroperoxide ionen (HO2-) hebben ook Onderstaande tabel geeft voor enkele soorten bacteriën
een sterk desinfecterend karakter. Al de desinfecterende de dosis UV-straling die nodig is voor een 90% reductie
verbindingen die gevormd worden met deze techniek zijn van het aantal bacteriën.
echter zeer onstabiel en vertonen bijgevolg weinig
residuele werking. Tabel 3. Dosis UV voor een 90% reductie van het aantal
Figuur 6 toont het verband tussen de desinfecterende bacteriën
werking van EOW en de stroomdichtheid. De x-as geeft
de stroom per oppervlakte weer en de y-as de fractie van Species Dose
bacteriën die gedood zijn. (mJ/cm²)
Bacillus subtilis (spore) 12
Clostridium tetani 4,9
Legionella Pneumophilla 2,04
Pseudonomas aeruginosa 5,5
Streptococcus feacalis 4,5
Hepatitis A virus 11
Hepatitis Poliovirus 12
Saccharomyces cervisiae 6
Infectious pancreatic necrosis 60

1.5.3 Verwijderen chlooramines


UV lampen worden momenteel in zwembaden
voornamelijk gebruikt in combinatie met chloor. UV
lampen kunnen namelijk het gehalte aan chlooramines
verlagen. Chlooramines worden door UV afgebroken
Figuur 6. De correlatie tussen de desinfectiefactor α door middel van fotolyse (Li en Blatchley III, 2008)
(=fractie afgestorven bacteriën) en de stroomdichtheid Monochlooramines absorberen het best bij 254 nm en
(Patermarakis, 1990) di- en trichlooramines bij 222 nm.
1.5 UV
1.6 Elektrocoagulatie
1.5.1 Algemeen
UV is elektromagnetische straling met een golflengte van Elektrocoagulatie wordt gebruikt om fijnere deeltjes
10 tot 400 nm. Deze elektromagnetische golven hebben (<100 nm) uit het water te kunnen verwijderen. Deze
een grote energie-inhoud en kunnen hierdoor fijne deeltjes zijn in het water gestabiliseerd door
moleculestructuren wijzigen (fotochemie). Er bestaan elektrische ladingen (OH--ionen) op hun oppervlak zodat
twee verschillende soorten UV lampen: low pressure en de deeltjes elkaar afstoten. Om deze deeltjes met behulp
medium/high pressure lampen. De low pressure UV van filtratie te verwijderen, moeten ze eerst coaguleren
lampen zijn monochromatische lampen die opereren met tot grotere deeltjes. Bij conventionele
een laag vermogen en hoge efficiëntie. De medium/high zwembadwaterbehandeling gebruikt men hiervoor
pressure lampen daarentegen zijn werkzaam bij hoge polyaluminiumchloride (PAC). Hierdoor worden er
vermogens (10 kW) en hebben een lage efficiëntie. Al3+-ionen in het water gebracht. Deze neutraliseren de
De dosis (mJ/cm2) van een UV lamp wordt berekend negatieve ladingen op het oppervlak van de colloïdale
door de energie per oppervlak (intensiteit) te deeltjes waardoor deze coaguleren. De Al3+-ionen kunnen
vermenigvuldigen met de verblijftijd van het bestraalde ook in het water gebracht worden via hetzelfde
object (bijvoorbeeld bacteriën) in de straling. elektrochemische proces als bij koperionisatie.
7

2 MATERIALEN EN METHODE
2.1 Analysemethoden

Tabel 4. Overzicht analysemethoden multifotometer

Parameter Methode Reagentia Golflengte (nm)

HI93701A (DPD 1 Indicator)


Vrije chloor EPA DPD methode 330.5 525
HI93701B (DPD 1 Buffer)

HI93701A (DPD 1 Indicator)


Totale chloor EPA DPD methode 330.5 HI93701B (DPD 1 Buffer) 525
HI93701C (DPD 3 oplossing)

Koper EPA methode HI93702 (Bicinchoninaat) 575

pH Fenol rood methode H 93710 (fenol rood indicator) 525

De parameters vrije chloor, totale chloor, koper en pH 2.1 Beschrijving projecten


werden gemeten met behulp van een multifotometer van
het merk Hanna (HI83200). Tabel 4 geeft een overzicht Voor de elektrochemische proeven in deze paper werd er
van de gebruikte methoden en reagentia. De vrije chloor gebruik gemaakt van twee verschillende installaties.
en totale chloor concentraties werden bepaald met behulp Enerzijds een pilootinstallatie geïnstalleerd in het
van de DPD methode. Hierbij ontstaat er jood door de instructiebad van de Sportoase te Leuven en anderzijds
reactie van chloor met kaliumiodide bij een pH lager dan een installatie in een privézwembad in Schaffen.
4. Dit gevormde jood reageert vervolgens met N,N-
Diethyl-1,4-fenyleendiammoniumsulfaat (DPD) 2.1.1 Sportoase
waardoor er een rode kleur ontstaat. De De pilootinstallatie bestaat uit vijf waterelektrolyse
koperconcentratie werd bepaald door de reactie van het kasten van het type MK500 (zie Figuur 7). Deze bevatten
koper met een zout van bicinchoninezuur. Hierdoor telkens vier elektrolysecellen met 8 titanium plaatjes
wordt er een complexion gevormd wat resulteert in een (180 x 63 mm). De elektrolysecellen opereren bij een
blauwe kleur. spanning van 2,75 V en een maximale stroom van 2 A.
De installatie bevat ook één koperionisatie kast. Deze
De opgeloste zuurstof werd gemeten met behulp van een bestaat tevens uit 4 elektrolysecellen met telkens 2 koper
zuurstofelektrode (HI9146). De turbiditeit met een platen (120 x 74 x 10 mm). Deze cellen zijn werkzaam
turbiditeitsmeter (HI98703). bij een spanning van 2,75 V en een maximale stroom van
Voor microbiële metingen werd er gebruik gemaakt van 0,8 A.
Aerobic Count Plates en Coliform Count Plates van 3M.
Beide petrifilms werden telkens geïnoculeerd met 1 ml
zwembadwater met behulp van een steriele pipet.
Vervolgens werden beide geïncubeerd in een broedstoof
bij een temperatuur van 37 °C. De incubatietijd voor de
Aerobic Count Plates en de Coliform Count Plates
bedroeg respectievelijk 48 uur en 24 uur. Daarnaast
werden ook de bacteriologische resultaten van labo
Derva gebruikt. Labo Derva bepaalt maandelijks het
gehalte aan coliformen, fecale coliformen, intestinale
enterococcen, schimmels en gisten, pseudomonas
aeruginosa , pathogene stafylokokken en het totale
kiemgetal.
Figuur 7. E-Clear installatie type MK500
8

De cellen zijn verdeeld over acht parallelle leidingen. De 2.2 Elektrocoagulatie


eerste vier leidingen hebben telkens drie titanium cellen Voor de vlokkingsproeven werd er gebruik gemaakt van
in serie. De overige vier hebben telkens twee titanium twee verschillende spanningsbronnen voor de
cellen en één koper cel in serie. Het totale debiet over de elektrolysecel. Enerzijds een regelbare spanningsbron
acht leidingen bedraagt 120 m³/h, dus 15 m³/h per (6 standen) met een maximale spanning van 30V en
leiding. anderzijds een spanningsbron met een maximale
De beginparameters van het zwembadwater zijn terug te spanning van 6V.
vinden in tabel 5. De elektrolysecel zelf bestaat uit 3 titanium plaatjes
(94 cm²). Tussen telkens twee van deze titanium plaatjes
is er plaats voor maximum 3 andere plaatjes (titanium of
Tabel 5. Beginparameters van de baden in de Sportoase aluminium)(94 cm²).
en Schaffen Deze proeven werden uitgevoerd in de whirlpool (2000 l)
te Schaffen.
Parameter Eenheid Sportoase Schaffen
Volume m³ 400 180
3 RESULTATEN
pH 7,23 6,9
Totale Cl ppm 1,34 3.1 Proefproject Sportoase
Vrije Cl ppm 1,04 De pilootinstallatie in de Sportoase werd opgestart op
14/08/2012. Sindsdien werden er met een wekelijkse
Gebonden Cl ppm 0,3 regelmaat staalnamen uitgevoerd. Deze werden
Chloriden ppm 690 40 onderbroken van 19/12/2012 tot 13/02/2013. De
Turbiditeit NTU 0,09 0,18 installatie bleef gedurende deze periode wel in werking.
De installatie werd uitgeschakeld van 31/08/2012 tot
Geleidbaarheid mS/cm 1,45 1,31
11/09/2012 voor het jaarlijkse onderhoud van het
Totale hardheid ppm 310 400 zwembad. De laatste analyse vond plaats op 19/03/2013.
Alkaliniteit ppm 45 70 Het proefproject duurde dus 217 dagen waarbij er 62
analyses werden uitgevoerd.
Bij de start van het proefproject werd in verschillende
2.1.2 Schaffen stappen de pH verlaagd van 7,3 naar 7,0 (zie Figuur 9).
De installatie in Schaffen is een installatie voor private Dit is van belang voor de efficiëntie van de
zwembaden van het type MK150 met UV lamp. Deze koperionisatie (Yu-sen et al., 2002).
bevat één waterelektrolysecel met 8 titanium plaatjes
(180 x 63 mm) werkende bij 4,50 V en 0,7 A en één
koperionisatie cel bestaande uit twee koper plaatjes pH
(100 x 48 x 10 mm) werkende bij 4,50 V en 0,3 A. 7,3
Daarnaast maakt deze installatie ook gebruik van een low 7,25
pressure UV lamp met een golflengte van 254 nm. 7,2
De elektrolysecellen zijn in serie geschakeld (zie Figuur 7,15
8) het totale debiet over de installatie bedraagt 20 m³/h.
pH

7,1
De parameters van het zwembadwater zijn terug te 7,05
vinden in tabel 5. 7
6,95
6,9
0 50 100 150 200 250
Aantal dagen

Figuur 9. Verloop van de pH tijdens het proefproject

Gedurende de eerste 15 dagen van het project werd de


stroom gevarieerd om het gehalte aan koper in het bad
stabiel te krijgen op een waarde van 0,5 mg/l (zie Figuur
Figuur 8. E-Clear installatie type MK150 10).
9

Evolutie kopergehalte bij veranderende stroom


0,25 2
1,8
0,20 1,6
1,4
Koper (mg/l)

0,15 1,2
1

Stroom (A)
koper
0,10 0,8
0,6 stroom
0,05 0,4
0,2
0,00 0
0 2 4 6 7 8 10 11 13 14 15 17
Aantal dagen

Figuur 10. Invloed van de stroom op het kopergehalte

Figuur 11 toont de evolutie van het kopergehalte tijdens Nadat het kopergehalte gedurende een maand stabiel
de eerste 11 dagen na de herstart van de installatie op boven de 0,3 mg/l bleef, werd gestart met de verlaging
11/09/2012. Sindsdien werd er met een constante stroom van het chloorgehalte. Het vrije chloor werd verlaagd van
gewerkt van 0,8 A. 1,10 ppm naar 0,5 ppm in vier stappen
(1,10→0,8→0,7→0,6→0,5) over een periode van 36
dagen (van dag 62 tot dag 98). De evolutie van het
Evolutie kopergehalte bij 0,8 A chloorgehalte gedurende het proefproject wordt
weergegeven in figuur 13 en 14.
0,50
0,40
Koper (mg/l)

0,30 Vrije Chloor (elektrode)


y = 0,0291x + 0,1496
0,20 1,5
R² = 0,9916
Vrije chloor (ppm)

0,10
0,00 1
0 5 10 15
0,5
Aantal dagen
0
Figuur 11. Kopergehalte bij een stroom van 0,8 A 0 100 200 300
Aantal dagen
Figuur 12 geeft het kopergehalte weer gedurende het
volledige proefproject. Figuur 13. Vrije chloor gemeten met de elektrode

Koper
Vrije Chloor (fotometer)
0,8
2
Koper (mg/l)

0,6
Vrije chloor (mg/l)

1,5
0,4
1
0,2
0 0,5
0 50 100 150 200 250 0
Aantal dagen 0 100 200 300
Aantal dagen
Figuur 12. Evolutie van het kopergehalte
Figuur 14. Vrije chloor gemeten met de fotometer
10

De doeltreffendheid van de pilootinstallatie werd getoetst


aan de hand van turbiditeit, oxideerbaarheid en het totale Turbiditeitsverloop zonder vlokking
kiemgetal (zie figuren 15 en 16). Deze parameters zijn
10
een indicatie voor de vervuiling in het water.

Turbiditeit (NTU)
8
6
Turbiditeit
4
0,2
2
Turbiditeit (NTU)

0,15 0
0,1 0 20 40 60 80 100
Tijd (min)
0,05
0 Figuur 17. Turbiditeitsverloop zonder elektrocoagulatie
0 50 100 150 200 250
Dagen
Turbiditeitsverloop met vlokking
Figuur 15. Verloop turbiditeit gedurende het
proefproject 12

Turbiditeit (NTU)
10
8
6
Oxideerbaarheid
4
5 2
Oxydeerbaarheid (mg/l O2)

4 0
0 20 40 60 80 100
3 Tijd (min)
2
Figuur 18. Turbiditeitsverloop met elektrocoagulatie
1
0

4 DISCUSSIE
Maand
4.1 Proefproject Sportoase
Figuur 16. Oxideerbaarheid van het water tijdens het
proefproject
4.1.1 Verloop
Het totale kiemgetal lag gedurende het gehele
proefproject steeds tussen 0 en 5. Naast het totale Het proefproject bestond uit drie fasen. Eerst en vooral
kiemgetal werden ook het aantal coliforme bacteriën een voorbereidende fase waarbij de pH werd verlaagd
bepaald. Het aantal kolonie vormende eenheden van (zie Figuur 9) en de pilootinstallatie werd opgestart. De
coliformen bleef echter gedurende de volledige verlaging van de pH is noodzakelijk voor de efficiëntie
proefperiode 0. van de biocidale werking van koper. Bij hoge pH zal
namelijk het koper neerslaan (zie Figuur 19) en hierdoor
zijn desinfecterend karakter verliezen (Yu-sen et al.,
3.2 Elektrocoagulatie 2002). De pH regeling is dus van cruciaal belang bij het
De vlokkingsproeven werden uitgevoerd in een whirlpool gebruik van koperionisatie als desinfectiemiddel. Op het
in het zwembad te Schaffen waarvan het volume 2000 l einde van deze eerste fase had het water een pH van 7,0
bedraagt. Er werd telkens 200 ml melk toegevoegd. De en bedroeg de koperconcentratie 0,3 mg/l. De
elektrocoagulatie werd gerealiseerd door het gebruik van chloordosering werd in deze fase niet aangepast en bleef
een elektrolysecel met aluminium plaatjes. Als referentie op 1,10 mg/l.
werd gebruik gemaakt van hetzelfde water waarbij geen
coagulatie werd uitgevoerd. De resultaten worden
weergegeven in figuren 17 en 18.
11

Dit verschil is te verklaren doordat enkele factoren niet in


rekening worden genomen. Zo wordt er continu vers
water toegevoegd met een koperconcentratie van
ongeveer 0 mg/l. Daarnaast wordt een deel van de
koperionen verbruikt bij de desinfectiereacties die
optreden. Uiteindelijk zijn er ook nog mogelijke
verliezen van de installatie zoals elektrische verliezen en
Faraday verliezen.

4.1.3 Evaluatie
Uit de resultaten van dit proefproject blijkt dat de
Figuur 19. Neerslagvorming koper in functie van de pH
waterkwaliteit nog steeds uitstekend is niettegenstaande
(Yu-sen, 2002)
het halveren van de chloorconcentratie. De turbiditeit (zie
Figuur 15) bleef gedurende de proefperiode relatief
In de volgende fase werd de chloordosering verlaagd en stabiel (0,12 ± 0,03 NTU) en ver onder de richtwaarde
de koperconcentratie verder opgedreven. De van 0,5 NTU. De oxideerbaarheid (zie Figuur 16)
chloordosering werd in vier stappen verlaagd van 1,10 bedroeg gedurende deze periode gemiddeld 0,91 ± 0,17
mg/l naar 0,5 mg/l (zie figuur 13 en 14). 0,5 mg/l is de mg/l O2 en bleef steeds ver onder de norm van 5 mg/l O 2.
minimale chloorwaarde binnen de normering van Op microbiologisch vlak bleven de resultaten ook binnen
Vlarem. Om de chloorconcentratie verder te mogen laten de norm van Vlarem. Vlarem schrijft een maximum
afnemen, moet de installatie bij deze waarde gedurende kiemgetal van 100 CFU voor. Tijdens de proefperiode
meerdere maanden binnen de normen van Vlarem was het maximaal waargenomen kiemgetal 3 CFU.
werkzaam zijn.
Tijdens de derde fase werkte de installatie bij een 4.1.4 Vervolg
chloorconcentratie van 0,5 mg/l, een pH van 7,0 en een De bedoeling van dit project is om de chloorconcentratie
koperconcentratie van 0,5 mg/l (zie Figuur 12). De nog verder te laten zakken tot 0,3 mg/l. Op deze manier
koperconcentratie werd manueel geregeld door variatie kan er getest worden of er ook buiten de norm van
van de stroom. Vlarem een goed resultaat kan worden behaald.
Verder is er ook nog bijkomende onderzoek nodig naar
4.1.2 Verbruik en efficiëntie de efficiëntie van de elektrolysecellen. Belangrijk hierbij
Bij variatie van de stroom (zie Figuur 10) wordt is te onderzoeken welke stroom voldoende vrije radicalen
vastgesteld dat de koperconcentratie ook varieert. Dit produceert om de kwaliteit van het water te kunnen
verband wordt weergegeven in de wet van Faraday. garanderen. Het uiteindelijke doel is om te komen tot een
richtwaarde van de nodige elektrische stroom in
verhouding tot de belasting (=aantal baders) van een
zwembad.
m = massa geproduceerde ionen (gram) Uiteindelijk moet er ook onderzoek gedaan worden naar
M = molaire massa (gram/mol) een mogelijkheid om de koperdosering te automatiseren.
I = elektrische stroom (ampère) Een automatische regeling zou de efficiëntie ten goede
t = tijd (seconde) komen. Momenteel werken de koperionisatie cellen
z = aantal elektronen per deeltje omgezette stof namelijk continu op hun maximale stroomsterkte van
F = constante van Faraday (9,65*105 C/mol) 0,8 A. Doordat de stroom bij een geautomatiseerd proces
aangepast zou worden naargelang de benodigde
Met een molaire massa van koper van 64 g/mol, wetende hoeveelheid koper zal hierdoor het stroom- en
dat de gevormde koperionen tweewaardig zijn (z=2), de koperverbruik sterk dalen.
stroom 0,8 A is, kan de geproduceerde massa aan
koperionen op één dag berekend worden: 4.2 Elektrocoagulatie
Uit de resultaten (zie figuren 17 en 18) blijkt dat met de
elektrocoagulatie na een halfuur reeds een turbiditeit
werd bekomen van 0,72. Zonder deze vlokking duurde
het 90 min alvorens een turbiditeit van 0,76 werd
De richtingscoëfficiënt van de rechte in figuur 11 geeft bekomen. Bij deze resultaten moet er echter wel in
de toename aan koper in mg/l per dag weer. Om deze rekening gebracht worden dat de hoeveelheid
waarde te kunnen vergelijken met de theoretische aluminium(III)ionen die de elektrocoagulatie leverde
hoeveelheid moet het volume van het bad (= 400 m³) in overeenkomt met de hoeveelheid vlokkingsmiddel die
rekening gebracht worden. Theoretisch zou dan per dag normaal op een volledige maand gebruikt wordt voor het
de concentratie aan koperionen met 0,0573 mg/l volledige zwembad. Het doel van dit experiment was
toenemen. In werkelijkheid blijkt dit echter veel minder echter om aan te tonen dat vlokking met
te zijn: 0,0291 mg/l per dag. elektrocoagulatie een valabele optie is. Er moet echter
12

nog verder onderzoek gedaan worden naar de juiste waterelektrolyse, doordat de gevormde radicalen
dosering. Net als bij de koperionisatie kan de dosering onstabiel zijn, moeten voor zwaar belaste zwembaden de
gestuurd worden door de hoeveelheid stroom die er door elektrochemische technieken gecombineerd worden met
de elektroden gaat te variëren. een chloordesinfectie, weliswaar met een verlaagde
concentratie.
Er werd aangetoond dat elektrocoagulatie, mits verdere
5 BESLUIT verfijning, een valabel alternatief kan zijn voor het
Uit de BBT (Van den Abeele, 2011) blijkt dat er heel wat gebruik van PAC als vlokkingsmiddel.
technieken beschikbaar zijn om de zwemervaring De combinatie van deze elektrochemische technieken
gezonder (verminderen DBP’s) en comfortabeler (geen voor desinfectie en vlokking kan in de nabije toekomst de
irritaties en geur) te maken. De technieken die in deze hoeveelheid chemische vloeistoffen nodig voor de
paper besproken werden zijn: koperionisatie, waterbehandeling in publieke zwembaden drastisch
waterelektrolyse, UV-straling en elektrocoagulatie. verminderen.
Bij koperionisatie worden er vrije koper(II)ionen in het
water gebracht. De desinfecterende werking van deze
ionen berust op drie verschillende mechanismen. Het 6 DANKWOORD
koper kan namelijk reageren met het membraan, DNA en Vooreerst wil ik Dhr. Jan Van den Bulcke, Dhr. Albert
proteïnen van een micro-organisme. Daarnaast is het ook Jobse en Prof. Patrick Lievens bedanken omdat zij het via
mogelijk dat koperionen door middel van redoxreacties hun bedrijf E-Clear mogelijk maakten om aan dit
vrije radicalen vormen die op hun beurt schade proefproject te kunnen meewerken en voor hun
veroorzaken aan het micro-organisme. Een bijkomend begeleiding gedurende het hele project. Daarnaast wil ik
voordeel van koper is dat het een synergetische werking ook de mensen van Cofely bedanken voor hun technische
vertoont met chloor en waterstofperoxide waardoor de hulp in de Sportoase. Tenslotte wil ik ook mijn
efficiëntie van deze desinfectietechnieken verhoogd promotoren Prof. Guido Bény en Prof. Antoinette
wordt. Deschuytere bedanken voor hun begeleiding bij deze
Bij waterelektrolyse worden er door redoxreacties aan de thesis.
elektroden onstabiele vrije radicalen gevormd. Deze
radicalen staan in voor de desinfecterende werking van
de waterelektrolyse. Door hun reactief karakter kunnen 7 REFERENTIES
ze namelijk net als koper reageren met vitale Beer, C. W., Guilmartin, L. E., McLoughlin, T. F. &
bestanddelen van een micro-organisme. White, T. J. (1997). Swimming Pool Disinfection
UV-straling heeft twee mogelijke toepassingen in Efficacy of Copper/Silver Ions with Reduced
zwembadwaterbehandeling. Enerzijds wordt UV-straling Chlorine Levels. Indian Journal of Environmental
gebruikt om door middel van fotolyse het gehalte aan Health 39 (3), 9--13.
DBP’s in het water te verminderen. Hiervoor worden
zogenaamde medium/high pressure lampen gebruikt die Bernard, A., Carbonnelle, S., Dumont, X. & Nickmilder,
UV-straling met een golflengte van 200-400 nm M. (2007). Infant swimming practice, pulmonary
uitzenden. Daarnaast kan UV-straling ook gebruikt epithelium integrity, and the risk of allergic and
worden als desinfectiemiddel doordat het schade respiratory diseases later in childhood. Pediatrics 119
toebrengt aan het DNA van micro-organismen. Hiervoor (6), 1095--1103.
worden zogenaamde low pressure UV lampen gebruikt
die monochromatisch licht uitzenden met een golflengte Bernard, A., Nickmilder, M., Voisin, C. & Sardella, A.
van 254 nm. (2009). Impact of chlorinated swimming pool
Elektrocoagulatie is een vlokkingstechniek waarbij men attendance on the respiratory health of adolescents.
aluminium(III)ionen in het water brengt via een Pediatrics 124 (4), 1110--1118.
elektrochemisch proces zoals bij de koperionisatie. Deze
aluminium(III)ionen zorgen er door hun grote positieve Borkow, G. & Gabbay, J. (2005). Copper as a biocidal
lading voor dat fijne deeltjes in het water samenklitten en tool. Current medicinal chemistry 12 (18), 2163--
bezinken. Het is een mogelijk alternatief voor het gebruik 2175.
van polyaluminiumchloride (PAC) als vlokkingsmiddel
bij de zwembadwaterbehandeling. Ding, A.-H. & Chan, P. C. (1984). Singlet oxygen in
copper-catalyzed lipid peroxidation in erythrocyte
Uit het pilootproject in de Sportoase te Leuven blijkt dat membranes. Lipids 19 (4), 278--284.
de combinatie van koperionisatie en waterelektrolyse
samen met verlaagde chloorconcentraties (0,5 mg /l) Elzanowska, H., Wolcott, R. G., Hannum, D. M. &
evenwaardige resultaten levert qua waterkwaliteit als een Hurst, J. K. (1995). Bactericidal properties of
waterbehandeling met hoge chloorconcentraties hydrogen peroxide and copper or iron-containing
(1,10 mg/l). Voor laag bezette zwembaden (privésector) complex ions in relation to leukocyte function. Free
kan elektrochemische desinfectie van het water volstaan. Radical Biology and Medicine 18 (3), 437--449.
Door een gebrek aan residuele werking bij
13

Gates, F. L. (1930). A study of the bactericidal action of


ultra violet light III. The absorption of ultra violet Morris, J. C. (1951). unpublished research .
light by bacteria. The Journal of General Physiology
14 (1), 31--42. Nystad, W., Håberg, S. E., London, S. J., Nafstad, P. &
Magnus, P. (2008). Baby swimming and respiratory
Giese, N. & Darby, J. (2000). Sensitivity of health. Acta Paediatrica 97 (5), 657--662.
microorganisms to different wavelengths of UV
light: implications on modeling of medium pressure Ohsumi, Y., Kitamoto, K. & Anraku, Y. (1988). Changes
UV systems. Water Research 34 (16), 4007 - 4013. induced in the permeability barrier of the yeast
plasma membrane by cupric ion.. Journal of
Helenius, I., Rytilд, P., Sarna, S., Lumme, A., Helenius, bacteriology 170 (6), 2676--2682.
M., Remes, V., Haahtela, T. & others (2002). Effect
of continuing or finishing high-level sports on airway Ongeng, D., Devlieghere, F., Debevere, J., Coosemans, J.
inflammation, bronchial hyperresponsiveness, and & Ryckeboer, J. (2006). The efficacy of electrolysed
asthma: a 5-year prospective follow-up study of 42 oxidising water for inactivating spoilage
highly trained swimmers.. The Journal of allergy and microorganisms in process water and on minimally
clinical immunology 109 (6), 962. processed vegetables. International journal of food
microbiology 109 (3), 187--197.
Jacobs, J., Spaan, S., Van Rooy, G., Meliefste, C., Zaat,
V., Rooyackers, J. & Heederik, D. (2007). Exposure Patermarakis, G. & Fountoukidis, E. (1990). Disinfection
to trichloramine and respiratory symptoms in indoor of water by electrochemical treatment. Water
swimming pool workers. European Respiratory research 24 (12), 1491--1496.
Journal 29 (4), 690--698.
REGERING, B. V. D. V. & MILIEUHYGIËNE, S. B. I.
Kim, J.-H., Cho, H., Ryu, S.-E. & Choi, M.-U. (2000). (1995). Titel II van het VLAREM. Besluit van de
Effects of Metal Ions on the Activity of Protein Vlaamse regering van 1.
Tyrosine Phosphatase VHR: Highly Potent and
Reversible Oxidative Inactivation by Cu2+ Ion. Rifkind, J. M., Shin, Y. A., Heim, J. M. & Eichhorn, G.
Archives of biochemistry and biophysics 382 (1), 72- L. (1976). Cooperative disordering of single-stranded
-80. polynucleotides through copper crosslinking.
Biopolymers 15 (10), 1879--1902.
Kogevinas, M., Villanueva, C. M., Font-Ribera, L.,
Liviac, D., Bustamante, M., Espinoza, F., Rook, J. J. (1974). Formation of haloforms during
Nieuwenhuijsen, M. J., Espinosa, A., Fernandez, P., chlorination of natural waters. Wat. Treat. Exam.
DeMarini, D. M. & others (2010). Genotoxic effects 1974. 23, Pt. 2, 234-243, 234--243.
in swimmers exposed to disinfection by-products in
indoor swimming pools. Environmental health Schoefer, Y., Zutavern, A., Brockow, I., Schдfer, T.,
perspectives 118 (11), 1531. Krдmer, U., Schaaf, B., Herbarth, O., von Berg, A.,
Wichmann, H., Heinrich, J. & others (2008). Health
Kraft, A. (2008). Electrochemical water disinfection: a risks of early swimming pool attendance.
short review. Platinum Metals Review 52 (3), 177-- International journal of hygiene and environmental
185. health 211 (3), 367--373.

Landeen, L. K., Yahya, M. T. & Gerba, C. P. (1989). Stohs, S. & Bagchi, D. (1995). Oxidative mechanisms in
Efficacy of copper and silver ions and reduced levels the toxicity of metal ions. Free Radical Biology and
of free chlorine in inactivation of Legionella Medicine 18 (2), 321--336.
pneumophila.. Applied and environmental
microbiology 55 (12), 3045--3050. Stout, J. E., Lin, Y.-S. E., Goetz, A. M. & Muder, R. R.
(1998). Controlling Legionella in hospital water
Li, J. & Blatchley Iii, E. R. (2008). UV photodegradation systems: experience with the superheat-and-flush
of inorganic chloramines. Environmental Science & method and copper-silver ionization. Infection
Technology 43 (1), 60--65. control and hospital epidemiology, 911--914.

Meyer, W. C. (2001). Coping with Resistance. WATER Van den Abeele, L., Meynaerts, E. & Huybrechts, D.
Engineering & Management. (2011). BBT voor zwembaden. VITO.

Mood, E. W. (1953). Development and Application of Villanueva, C. M., Cantor, K. P., Grimalt, J. O., Malats,
High-Free Residual Chlorination in the Treatment of N., Silverman, D., Tardon, A., Garcia-Closas, R.,
Swimming Pool Water*. American Journal of Public Serra, C., Carrato, A., Castano-Vinyals, G. & others
Health and the Nations Health 43 (10), 1258--1264. (2007). Bladder cancer and exposure to water
14

disinfection by-products through ingestion, bathing,


showering, and swimming in pools. American WHO (2006). Guidelines for safe recreational water
journal of epidemiology 165 (2), 148--156. environments. Volume 2, Swimming pools and
similar environments.. WHO.
Villanueva, C. M., Cantor, K. P., King, W. D., Jaakkola,
J. J., Cordier, S., Lynch, C. F., Porru, S. & Yu-sen, E. L., Vidic, R. D., Stout, J. E. & Victor, L. Y.
Kogevinas, M. (2006). Total and specific fluid (2002). Negative effect of high pH on biocidal
consumption as determinants of bladder cancer risk. efficacy of copper and silver ions in controlling
International journal of cancer 118 (8), 2040--2047. Legionella pneumophila. Applied and environmental
microbiology 68 (6), 2711--2715.
WHO (). Disinfectants and Disinfection By-Products:
Session Objectives . WHO

You might also like