Professional Documents
Culture Documents
Handleiding voor
agria® eenassige tractor 3700
Dieselmotor MD150
4607
Typeplaatje: oliedruk-controlelampje
zie blz. 3/afb. A/2.
oliepeil
Motortype en motornr.:
zie blz. 58/afb. C/20.
Bij bestelling van reserveonderdelen snel
deze gegevens vermelden om fouten bij
levering te vermijden.
langzaam
Alleen originele agria-reserveonder-
delen gebruiken!
De technische gegevens, afbeeldingen differentieelslot
en maten in deze handleiding zijn niet
bindend. De fabrikant kan niet aanspra-
kelijk worden gesteld. Wij behouden ons aftakas
het recht voor veranderingen aan te
brengen, zonder deze handleiding te
wijzigen. rem
parkeerrem
gesloten (vergrendeld)
Levering:
l handleiding
l eenassige tractor geopend (ontgrendeld)
l gereedschapsset
wielaandrijving
2a 2 25
15
Afb. B
31 Veiligheidshendel
32 Vergrendeling voor veiligheidshendel en koppeling
33 Koppelingshendel
34 Langzaam-snel-schakelstang
35 Schakelstang voor de versnelling
36 Aftakasschakelstang
37 Toerentalhendel
38 Stuurstang-draaihendel
39 Hendel voor wielberemming links
40 Hendel voor wielberemming rechts
41 Hendel voor differentieelslot
42 Oliedruk-controlelampje
43 Startschakelaar
44 Pen voor centrale rem
Bij lopende motor voldoende afstand Bij lopende motor afstand houden.
houden van het hakwerktuig of de
maaier.
Eenassige tractor
Afmetingen van de machine:
*s = zie sporenplan
!
Sporenplan:
[mm]
Rijsnelheden
$ % &
" "
# # # # # # #
Koeling
De motor wordt gekoeld met een venti-
lator. Zorg ervoor dat geen vuil of bla-
derresten in de koelluchtzeef op de re-
peteerstarter en de koelribben van de
cilinder worden aangezogen.
Het stationaire toerental van de motor
moet juist zijn afgesteld. Wanneer de
toerentalhendel tegen de eindaanslag
in stationaire positie staat, moet de mo-
tor bij laag toerental zonder problemen
blijven lopen.
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigt de aangezogen
lucht. Een vervuild luchtfilter kan het
motorvermogen ongunstig beïnvloeden.
STOPpositie startpositie
3
bedrijfspositie
W Schakelblokkade
S-versnelling blokkeren
3 De S-versnelling (3e of 5e versnelling) is
vanwege ongevalgevaar tijdens werk-
zaamheden met aanbouwwerktuigen
door een platkopschroef geblokkeerd. De
blokkade mag alleen worden verwijderd
voordat met de machine wordt gereden,
en dient bij de aanbouw van werktuigen
absoluut weer te worden teruggeplaatst.
Zet ook de zeskantmoer weer vast.
l Versnelling in 2 schakelen, zeskantmoer
van de platkopschroef enigszins losmaken platkopschroef
en de platkopschroef tot de aanslag aan
de schakelhendel stellen. Vervolgens zes-
kantmoer weer aanhalen.
2e Versnelling blokkeren
Tijdens werkzaamheden met frontaan-
bouwwerktuigen moeten de 2e versnelling
= 2e versnelling achteruit en de S-versnel-
ling worden geblokkeerd, zie blz. 29.
l Versnelling in R brengen, zeskantmoer platkopschroef
van de platkopschroef enigszins losmaken
en de platkopschroef tot de aanslag aan
de schakelhendel stellen. Vervolgens
zeskantmoer weer aanhalen.
Blokkade opheffen
l voor het opheffen van de blokkade,
wanneer met een aanhanger moet wor-
den gereden, platkopschroef helemaal
naar achteren schuiven en vervolgens
zeskantmoer weer aanhalen. platkopschroef
Stuurstang-draaibeveiliging
Voordat met een aanhanger wordt gereden, moet
de stuurstang-draaibeveiliging zijn ingeschakeld.
l Borgclip (5a) verwijderen.
l Beugelstekker (5) in het voorste gatenpaar ste-
ken en met de borgclip (5a) borgen.
– Stuurstang-draaihendel (38) kan nu niet meer
worden bediend.
Voor werkzaamheden met aanbouwwerktuigen
moet de beugelstekker weer in het achterste ga-
tenpaar worden gemonteerd.
– Zijwaartse verstelling stuurstang en
– zwenken (180°) kan dan weer met de stuur-
stang-draaihendel (38) worden uitgevoerd.
Stuurstang terugdraaien
Het terugdraaien van de stuurstang ge-
beurt in dezelfde volgorde maar met de
klok mee.
15
15 aftakas-schakelhendel
24
– Aftakasschakelhendel (A/15) naar
binnen (naar transmissiebehuizing)
schuiven, tot deze merkbaar vastklikt.
l Bij de aanbouw van frontaanbouw-
werktuigen wordt de achteruitrijblokka-
de-inrichting opgeheven.
– Aftakasschakelhendel (A/15) naar
buiten verschuiven, tot deze merkbaar
vastklikt.
15
15 aftakas-schakelhendel
1 getrapte naaf
2 wiel
3 wielschroef
Wielbevestigingsschroeven
Wielschroeven (3) met bolle centreer-
rand.
De wielschroeven en wielmoeren moe-
ten bij nieuwe machines en bij iedere
verwisseling van de wielen na de eer-
ste 2 bedrijfsuren met 100 Nm worden
nagetrokken. Verder bij alle onderhouds-
beurten.
1 frontgewicht
2 ring
3 zeskantige schroef
M
3
Stuurstang terugdraaien
Het terugdraaien van de stuurstang ge-
beurt in dezelfde volgorde maar met de
klok mee.
1 stekker
2 vergrendelveer 3
Motorkap terugplaatsen
l Motorkap aan de achterzijde met de
klemrubbers op de kogelkoppen plaat-
sen en door lichte druk uit te oefenen
laten vastklikken.
3 l De voorste klemrubbers van de mo-
torkap eveneens door lichte druk uit te
oefenen op de kogelkoppen laten vast-
klikken.
Startschakelaar
De startschakelaar (B/43) voor de elek-
trische starter heeft 3
schakelposities:
0 = stroom uitge-
schakeld, contactsleu-
tel kan uit het contact
worden gehaald 42 oliedruk-controlelampje
I = bedrijfspositie 43 startschakelaar
START = startpositie. Contactsleutel
springt automatisch in positie ‘I’ terug
De spanningsregelaar kan be-
I schadigd raken, wanneer de
contactsleutel tijdens de werkzaam-
heden in positie ‘0’ staat of als de
accu niet is aangesloten.
De accu ontlaadt zich, wanneer de
contactsleutel na het afzetten van de
motor niet in positie ‘0’ is gezet.
"0" "0"
61 Min.
Deze maatregel voorkomt aanslag op
de inspuitsproeier en bevordert de be-
drijfsveiligheid.
4.
Koppelingshendel voorzichtig
W loslaten, er kan nog een ver-
snelling geschakeld zijn.
11
4334
kelen. gevarenzone
l Parkeerrem losmaken.
l Hendel voor koppeling (B/33) lang-
zaam loslaten en tegelijkertijd gas ge-
ven.
4226
Bij het wisselen van rijrichting als
volgt te werk gaan:
l Toerentalhendel in neutraal zetten. Aanwijzing bij het maaien
l Hendel voor koppeling (B/33) aan- Na het beëindigen van de maaiwerk- 4
trekken en vasthouden. zaamheden of als de maaimachine ver-
l Schakelstang (B/35) in ‘R’ schakelen stopt is:
– bij aangebouwde hakinrichting moet l versnellingsschakelstang in neutraal
eerst de aftakas worden uitgeschakeld. zetten. De maaimachine blijft staan
l Hendel voor koppeling langzaam los- maar het mes blijft in beweging;
laten en tegelijkertijd gas geven. daardoor wordt de maaibalk
Bij het veranderen van rijrichting ach- vrijgemaakt.
teruit naar vooruit moeten de handelin- l Aftakasschakelhendel in positie ‘0’
gen in omgekeerde volgorde worden uit- brengen.
gevoerd.
Laat de eenassige tractor nooit
W onbeheerd achter zolang de mo-
tor loopt.
Verlaat tijdens de werkzaamheden
nooit uw plaats achter de stuurstang. Maaien op Maaien op
Bedieningsstangen nooit verstellen vlak terrein hellingen
tijdens de werkzaamheden – onge-
valsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
eenassige tractor die afstand van de
machine in acht, waartoe u door de
stuurstang gedwongen wordt, voor-
al bij het nemen van bochten!
Uitgave 03.00 Eenassige tractor 3700 39
4. Ingebruikname en bediening
Werkzaamheden op Rijden met aanhanger
hellingen Wanneer de eenassige tractor op de
openbare weg wordt gebruikt (ook zon-
der aanhanger) dienen de plaatselijke
bepalingen in acht te worden genomen.
Bovendien moet de bestuurder in het
bezit zijn van een vergunning voor de
eenassige tractor en de aanhanger, en
moet hij deze op verzoek kunnen tonen.
De eenassige tractor moet zijn voorzien
van een generator en de aanhanger
wisselend gebruik: moet zijn uitgerust met goedgekeurde
max. 35° (70 %) verlichting en richtingaanwijzers.
langdurig gebruik:
max. 30° (58 %)
Vereiste extra toebehoor:
1 paar wielen
Motor starten op de helling
6.50/80-12 Impl. ........ art. nr. 3790 111
Mocht om wat voor reden dan ook de
motor tijdens de werkzaamheden tot stil- 1 eenassige aanhanger
stand komen en moet er opnieuw ge- 900 kg toegelaten totaal gewicht
start worden, ga dan als volgt te werk:
l Versnellingen in de geschakelde po-
sitie laten staan (voorkomt wegrollen,
geschakelde versnellingen werken als
een rem).
l Parkeerrem aantrekken.
l Koppelingshendel en veiligheids-
schakeling in ‘startpositie’ brengen
l Motor opnieuw starten.
Als tijdens de werkzaamheden
W de machine moet worden
schoongemaakt, moet de motor om
veiligheidstechnische redenen wor-
den afgezet en dient de contactsleu-
tel te worden verwijderd.
De stuurstang-draaibeveiliging
W moet zijn ingesteld op ‘aanhanger-
bedrijf’.
l Borgclip (5a) verwijderen.
l Beugelstekker (5) in het voorste ga-
tenpaar steken en met de borgclip (5a)
borgen.
l Draaibeveiliging controleren: stuur-
stang mag niet kunnen worden versteld
na aantrekken van de hendel (B/38).
oliepeilstok
Oliebad-luchtfilter
Luchtfilter – olie verversen en reinigen van de
voorafscheider na 8 bedrijfsuren.
Uiterlijk na steeds 50 bedrijfsuren of ten minste P
na 3 maanden compleet reinigen, bij zeer stoffi-
ge omstandigheden na enkele uren.
l Luchtfilter en omgeving aan de buitenzijde
1 schuimstofring
2 afdichtring
reinigen. 3 afdichtring
4 filterinzet
l Sluitbeugel openen, oliereservoir (P/5) afne- 5 oliereservoir
5 men, afgewerkte olie verwijderen.
l Oliereservoir en filterinzet met een kwastje in
dieselolie reinigen en aansluitend met perslucht
drogen.
l Oliereservoir met motorolie (ca. 0,2 l) vullen,
tot de markeringen van de ring die zich in het
oliereservoir bevindt (niet hoger) en weer terug-
plaatsen;
l let erop dat het geheel goed aansluit.
l Luchtfilter-voorafscheider reinigen, hiertoe de
greepmoer (1) afschroeven en voorafscheider
volgens de afbeelding afnemen.
l Vuil verwijderen en voorafscheider met een 1 greepmoer
droge doek reinigen. 2 ring
Elektrische startblokkade
Functie van de startblokkade bij iedere
5 onderhouds- en reparatiebeurt contro-
Speling voor koppeling en stuurstang- leren.
l Versnellings- en aftakasschakeling in
draaihendel :
A = 5–6 mm
positie ‘0’ brengen.
l Bij losgelaten koppelingshendel
(B/33), gekoppeld, moet de elektrostar-
ter buiten bedrijf zijn.
l Bij aangetrokken koppelingshendel
moet de elektrostarter functioneren.
Accu nooit in
ontladen toestand laten staan!
Volg de aanwijzingen van de fabrikant
op!
Vermijd vonken en open vuur in de om-
geving van de accu.
Voorzichtig met accuzuur – agressief!
Gebruik alleen voorgeschreven zekerin-
gen. Bij het gebruik van te zware zeke-
ringen raakt de elektrische installatie 5
defect – brandgevaar!
e) Afdekken
Dek de machine af met een dekzeil of
iets dergelijks.
1 Oliedruk-controlelampje bl blauw
2 Startschakelaar br bruin
3 Zekering ge geel
4 Generator gn groen
5 Stekkerdoos sw zwart
6 Drukschakelaar – oliecontrole
7 Elektrische starter
8 Spanningsregelaar
9 Accu
10 Startblokkadeschakelaar
W
storing
sen door de AGRIA-vakgararage, deze beschikt over het juiste gereedschap. Ondeskundige hulp kan
grote schade veroorzaken.
mogelijke oorzaak oplossing pagina
Motor - Veiligheidshendel niet neergedrukt Veiligheidshendel neerdrukken 37
start niet - Koppelingshendel niet aangetrokken Koppelingshendel aantrekken 37
- Brandstoftank leeg of Brandstoftank vullen met
slechte brandstof schone brandstof
- Brandstofleiding of Brandstofleiding of
brandstoffilter verstopt brandstoffilter reinigen 46
- Inspuitsproeier of Inspuitsproeier of
inspuitleiding verontreinigd inspuitleiding reinigen ¬ 47
- Inspuitdruk niet correct Inspuitdruk controleren ¬
Motor - Brandstofleiding verstopt of Brandstofleiding schoonmaken,
hapert slechte brandstof schone brandstof tanken
af en toe - Luchttoevoer in de Brandstoftankdop vervangen 45
brandstoftankdop verstopt
- Water of vuil in het Brandstof aftappen en schoonmaken,
brandstofsysteem schone brandstof tanken
- Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter schoonmaken 45
- Inspuitsproeier of Inspuitsproeier of
inspuitleiding verontreinigd inspuitleiding reinigen ¬ 47
Motor - Te weinig motorolie Meteen motorolie bijvullen 44
wordt - Ventilatiesysteem functioneert niet Luchtrooster schoonmaken,
te heet koelribben schoonmaken 47
Motor - Inspuitsproeier verontreinigd Inspuitsproeier reinigen ¬ 47
haperingen - Inspuitdruk niet correct Inspuitdruk afstellen
bij hoge afgesteld
toerentallen
Motor slaat - Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 45
bij stationair
toerental vaak af
Motor - Motor-stop-Bowdenkabel niet Motor-stop-Bowdenkabel
springt in correct afgesteld correct afstellen 49
6 stoppositie
niet af
Motor - Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 45
levert te - Cilinderkop los of Cilinderkop aandraaien, ¬
weinig afdichting beschadigd afdichting vervangen
vermogen - Te weinig compressie Motor laten controleren ¬
; , ) 6
'( ()( ( )( ) #
- -
* + ,*+
. + ) ( )( ) -
-( + / ) -
. * * + ) - -
0) 1 11 ( ( )( ) - -
2+ * 11 $ )
-
( )( )
3 1 ( )( ) -
. + ) ( * )* )1 -
'( () ) -
)( * ( )
-
( )( )
'( ()( * )* )1 #
4
)1 $ )#
* ) ) $ ) 4
. + )) #
4 4
( ) )5
0) 1 11 ( * )* )1 #
4
)1 $ )#
* ) ) $ ) 4
6) 1( ) * )* 4
-( + ) 1 #
$( ) ) 7 4 4
( ) )5
'( ()( )) 4
- 1 1 2
1 + 1 )( ) )
2
( )( )
6) 1(1 * ) +8 49
++)1 1
- -
1 )
, ( )
- -
1 )
: ,$ 1
* ( ()
1
* ( ()
Möckmühl, 15-02-2000
agria-Werke GmbH
D-74215 Möckmühl/Württ.
tel. +49 6298 39-0
fax +49 6298 39-111
e-mail: info@agria.de
internet: http://www.agria.de
Het succesprogramma
AllShredd Bermenmaaier