Opdrachten Schrijfvaardigheid 6v 3

You might also like

You are on page 1of 19

Nederlands 6v Institutioneel racisme

6v Schrijfvaardigheid over Institutioneel racisme 2022-2023

De komende lessen bereid je je voor op de toets. Voor deze toets schrijfvaardigheid schrijft iedereen
zijn/haar eigen beschouwing over het onderwerp.

Op 25 mei 2020 werd de Amerikaan George Floyd vermoord door een witte politieagent. Het was
zeker niet de eerste keer dat een zwarte Amerikaan door de politie werd gedood. Al vaker hebben
Amerikanen heftig geprotesteerd tegen racisme in hun land, maar nu waren de protesten sterker dan
ooit. De massale Black Lives Matterdemonstraties in Amerika, Nederland en heel veel andere landen
hebben laten zien dat racisme nog steeds een enorm groot maatschappelijk probleem is waardoor
heel veel burgers worden geraakt. Ook in Nederland.

Bij ons werd al langer geprotesteerd tegen bijvoorbeeld het fenomeen Zwarte Piet. Zwarte Piet zou
racistisch zijn, maar nog lang niet alle (witte) Nederlanders wilden dit geloven. Zwarte Piet is een
traditie, Sinterklaas is een kinderfeest: hier is toch niets racistisch aan? Nu de BLM-demonstraties
ook Nederland hebben bereikt, kunnen wij niet langer om discriminatie heen. Racisme is ook in ons
land aanwezig, Soms openlijk, meestal sluimerend, aan de oppervlakte, (haast) niet te zien en te
voelen voor witte mensen. Soms niet te begrijpen voor witte mensen.

Wij gaan ermee aan het werk. Jij verdiept je, met je klasgenoten, in het onderwerp aan de hand van
fragmenten, artikelen en een documentaire. Met deze lessenserie leer je niet alleen hoe je zelf een
goede tekst kunt schrijven, maar je traint ook je leesvaardigheid. En je leert hoe je weloverwogen tot
een afweging kunt komen door naar verschillende standpunten te luisteren.

1
Nederlands 6v Institutioneel racisme

Opdracht 1 Kijken, luisteren en argumentatie

Deze eerste les wordt het onderwerp geïntroduceerd.

Klassikaal bekijken we verschillende fragmenten. Bij elk fragment denk je na of hier sprake is van
racisme. Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet? Is er slechts sprake van een goede of slechte
grap? Of moeten we soms ook niet op alles gevoelig regeren?

Let op: het gaat er bij deze opdracht niet om of jij het juiste antwoord geeft. Het doel is dat je
nadenkt over de vraag of en wanneer er sprake is van racisme. Welke grap, houding of argument is
nog wel of niet correct? De opdracht heeft als doel dat je voor jezelf een antwoord vindt op deze
vragen. De visies van je klasgenoten kunnen jou helpen om je mening duidelijker vorm te geven.

Bron 1
https://www.youtube.com/watch?v=yzO-DWrlE6c (Serena Williams, finale US Open; tot 1.42)

Bron 2
https://www.bnnvara.nl/videos/269066 (Sylvana Simons – Martin Simek; totaal 10.58. Begin bij
8.00)

Bron 3
https://www.youtube.com/watch?v=ypGdxB13GVM (Confrontatie voorzitter Tweede Kamer Ockje
Tellegen (vvd) en Sylvana Simons (BIJ1); totaal 8.26. De fractievoorzitters bespreken het onderwerp
emancipatie. Zij spreken via de microfoon, de Tweede Kamervoorzitter houdt de regie opdat niet
iedereen door elkaar praat. Simons hoort Harm Beertema (pvv) iets vervelends zeggen terwijl de
microfoon uitstaat.

Bron 1: Serena Williams tijden de finale van de US Open in 2018.


Is hier sprake van racisme en seksisme? Probeer argumenten voor en tegen te formuleren.

Bron 2: Martin Simek in discussie met Sylvana Simons bij De Wereld Draait Door.
Is hier sprake van racisme? Probeer argumenten voor en tegen te formuleren.

2
Nederlands 6v Institutioneel racisme

Bron 3: Tweede Kamervoorzitter Tellegen heeft een confrontatie met Tweede Kamerlid Simons
Is hier sprake van racisme? Probeer argumenten voor en tegen te formuleren.

Een voorzichtige conclusie?

3
Nederlands 6v Institutioneel racisme

Opdracht 2 Leesvaardigheid, argumentatie en subjectief taalgebruik

▪ Lees onderstaande tekst en beantwoord de vragen en maak de schrijfopdracht.

▪ Onderstreep de delen/zinnen/woorden die je niet voldoende begrijpt. Onderstreep of markeer


ook de hoofdzaken.

▪ Het doel van deze opdracht is dat je inziet op welke manier de schrijver subjectief taalgebruik
hanteert om zijn doel te bereiken. Je laat ook zien dat jijzelf in staat bent om bewust woorden te
kiezen om je mening gekruid weer te geven.

Bron 4
Van: Loes Reijmer.
Uit: de Volkskrant, 10 december 2021

Ockje Tellegens uitbrander illustreert de institutionele onnozelheid van de VVD

Wie was toch die ‘wij’ waar plaatsvervangend Kamervoorzitter Ockje Tellegen het steeds
over had? Het was een prachtige ‘wij’, een ‘wij’ die zo op een houten, whitewash bordje van
de Action kon:

Wij gaan hier in dit huis op een andere manier met elkaar om.
Dat is hoe wij het hier al jaren doen.
Al járen.

Er was ook een ‘u’ en die ‘u’ begon steeds priemender te klinken. ‘Ik heb ú met alle egards
behandeld’, sprak ze als voorzitter. ‘Voor ú gelden geen andere regels dan voor de andere
leden die hier aan tafel zitten.’

Met die ‘u’ bedoelde ze Sylvana Simons, en die ‘wij’ was een entiteit waartoe het BIJ1-
Kamerlid kennelijk alleen onder strikte voorwaarden mocht behoren. Ze moest zich wat
nederiger opstellen, om te beginnen. En godbetert niet zo zéúren.

In een wetgevingsoverleg had PVV-Kamerlid Harm Beertema Simons iets toegebeten, die
dat intimiderend vond. Ze wilde een punt van orde maken, vroeg het woord, maar kreeg het
niet van Tellegen. In plaats daarvan ontstak de voorzitter zelf in een minutenlange tirade met
memorabele zinnen als ‘Het is toch geen kleuterklas hier?’ en ‘Het opvoeden van mijn vier
kinderen is makkelijker dan het leiden van dit debat’, de konen bijna paars van de irritatie.

Het was, zou je optimistisch kunnen zeggen, in ieder geval een wat meer begeesterde
reactie dan toen een Forum-Kamerlid onlangs met tribunalen begon te dreigen, en Tellegen
niet veel verder kwam dan het verzoek toch echt ‘via de voorzitter’ te praten.

De uitval naar Simons was ongepast, maar ook illustratief. ‘Ik ben de boksbal waardoor
patronen die voor veel mensen onzichtbaar zijn, worden blootgelegd’, zei de leider van BIJ1

4
Nederlands 6v Institutioneel racisme

vrijdag in een interview met NRC. Zo was het precies: het voorval liet zien waarom het zo
belangrijk is dat ze in de Tweede Kamer zit.

Onbewust vinden nog altijd veel mensen dat Nederlanders van kleur een toontje lager
moeten zingen. Dat ze dankbaar moeten zijn. Neem die egards waarover Tellegen zo hoog
van de toren blies: Simons mocht eerder spreken in het debat, omdat ze nog naar een ander
debat moest. Net als een paar Kamerleden van andere kleine fracties.

Een logische ingreep, zou je denken, het is te prijzen dat partijen met weinig zetels aan zo
veel mogelijk debatten deelnemen. Maar plots deed Tellegen alsof Simons hier een
uitzonderingspositie genoot, een luxepositie bovendien. En dan nog klagen óók. Divagedrag
natuurlijk, niet geheel toevallig een stereotype dat vrouwen van kleur al snel aankleeft.

Verbazingwekkend is het allemaal niet. Tellegen is Kamerlid voor de VVD, een partij die op
het gebied van racisme en seksisme de intellectuele lijn ‘da vinnik gewoon’ aanhoudt. Een
partij waarvan de leider niet wil spreken van institutioneel racisme omdat hij
‘sociologenjargon haat’, en net iets te lang bleef volhouden dat ‘Zwarte Piet nu eenmaal
zwart is’. De partij van de breeduit geëtaleerde desinteresse, kortom.

‘Jammer dat ministers niet beoordeeld worden op wat ze kunnen, maar op wat er (niet)
tussen de benen hangt’, twitterden de jongeren van de JOVD vrijdagochtend in reactie op
het nieuws dat de helft van de bewindslieden in het kabinet-Rutte IV vrouw zal zijn. De tweet
echoot een uitspraak van Rutte van een paar jaar geleden, die toen ook al ongeïnformeerd
en vooral gedateerd klonk.

Nee, dat vreselijke sociologenjargon zult u er gelukkig niet tegenkomen, maar voor
institutionele onnozelheid kunt u absoluut bij de grootste partij van Nederland terecht.

1. De columnist Loes Reijmer kiest duidelijk partij voor Simons. Welke argumenten geeft ze om
haar mening te onderbouwen?
2. Welke woorden gebruikt de schrijver om haar tekst aantrekkelijk te maken? Let op overdrijving,
ironie, cynisme en subjectief taalgebruik waarmee ze haar mening wil ‘opdienen met een
smeuïg sausje’.
3. We hebben eerder naar de botsing tussen Simons en Tellegen gekeken. Denk jij dat Tellegen
anders had gereageerd als Sylvana Simons wit was geweest? Of deed de huidskleur van het
Tweede Kamerlid er niet toe? Lees je argumenten nog eens terug en vul die eventueel aan.
4. Je moet een column schrijven waarin je je net zo expliciet uitspreekt als Loes Reijmer. Hoe zou jij
dan taal inzetten om je tekst te verlevendigen? Doe dit door alleen twee alinea’s te schrijven, in
elke alinea bespreek je één argument.
Het doel van deze opdracht is dat je laat zien dat je boeiend kan formuleren. Heb lef en zet taal
in als een
Het doet er dus niet toe of je het met de inhoud eens bent. Laat je vooral stilistisch gaan!

5
Nederlands 6v Institutioneel racisme

Opdracht 3 Kijken en luisteren

We bekijken met de hele klas een documentaire van Sunny Bergman, getiteld: Zo zwart als roet.
Tijdens de documentaire krijg je vragen van de docent. Noteer de antwoorden. Naar aanleiding van
deze docu schrijven jullie een beschouwing (zie opdracht 4).

Bron 5
http://www.npo.nl/2doc/01-12-2014/VPWON_1226620

(pauze bij 9.40)


Vragen:
1 Tegenwoordig hebben we roetveegpieten. Is dit een verbetering? Waarom wel of niet?
(pauze bij 17.49)
Vragen:
2 Sunny Bergman doet een experiment in Londen. Wat wil ze hiermee duidelijk maken?
3 Vind jij dat dit experiment is geslaagd? Leg je antwoord uit.
(pauze bij 27.52)
Vraag:
4 Kunnen vier rechters bepalen of zwarte piet racistisch is? Leg je antwoord uit.
(Einde)
5 Ben jij vrij van racisme? Leg je antwoord uit.

Les 4 Schrijfopdracht 1

Schrijf een tekst van minimaal 400 woorden waarin je je gedachten laat gaan over racisme in
Nederland.
Je tekst is een weergave van een ontdekkingstocht: Jij probeert tot een antwoord te komen op een
hoofdvraag. Of je signaleert een probleem en je probeert een juiste oplossing te bedenken.
Daarbij probeer je je geest te scherpen aan de visies van anderen. Belangrijk is wel dat je de tekst
vanuit jezelf schrijft.

Leerdoelen
Het doel van deze opdracht is dat je laat zien dat je
➢ je een beschouwende tekst kunnen schrijven waarin je vanuit verschillende perspectieven
nadenkt over een vraag om tot een genuanceerde conclusie te komen
➢ je een samenhangende tekst kunt schijven met een inleiding die nieuwsgierig maakt en een
sterk slot heeft
➢ je een goed leesbare tekst schrijft waarin je je woorden zorgvuldig kiest. Je varieert je woorden
en de zinslengtes en je maakt gebruik van subjectief taalgebruik zodat je tekst persoonlijk is

6
Nederlands 6v Institutioneel racisme

De inhoud van de tekst


In de tekst benoem je eerst een probleem (=probleemstelling) of je stelt een hoofdvraag. Je hebt de
vrijheid om zelf het probleem of de hoofdvraag te benoemen. Als je dit lastig vindt, mag je ook één
van deze vragen kiezen:
- Zwarte Piet verdwijnt en maakt plaats voor Roetveegpieten. Voor veel mensen is dit een
overwinning. Maakt de Roetveegpiet duidelijk dat racisme langzaamaan verdwijnt uit Nederland?
- In hoeverre is het kolonialisme de directe oorzaak van racisme in Nederland?
- Is wit privilege (white privilege) wel te vermijden?
- Op welke manier is wit privilege (white privilege) tegen te gaan?
- Kun je wel vrij zijn van racisme?

Let bij het schrijven op de aandachtspunten van het beoordelingsformulier en de rubrics (zie
bijlagen). Lever je tekst in via Magister. Je tekst wordt door klasgenoten beoordeeld en je moet later
je tekst n.a.v. de feedback herschrijven.

Opdracht 5 Feedback geven op de geschreven teksten

• Bij het geven van feedback werken jullie in groepjes van 4. Kijk bij het beoordelingsformulier en
de rubrics (bijlage 2) voor alle aandachtspunten.
• Ieder van jullie krijgt de tekst op papier.
• Bij de leespauze wordt er nog geen enkel commentaar gegeven, wel maak je voor jezelf
aantekeningen in de tekst.
• Gebruik bij het geven van commentaar het feedbackformulier. Ook de rubrics voor een
beschouwing zijn handig om te raadplegen. Let erop dat een 5v-leerling minimaal een 3F-niveau
moet zien te bereiken op alle onderdelen (zie bijlage).
• Jullie krijgen alle vier een andere taak, die rouleren jullie na elke bespreking van één tekst:
De voorzitter leidt de bespreking en controleert of de opdracht volgens afspraak wordt
uitgevoerd.
De notulist geeft op het formulier per tekstkenmerk het taalniveau aan én schrijft alle
feedback goed leesbaar op.
De tijdbewaker (en schrijver van de tekst) controleert of de vier te bespreken teksten evenveel
tijd krijgen.
De observator mag in een vrije rol opmerken wat hem/haar opvalt in het proces van
tekstbespreking.
• Geef niet alleen commentaar op spelfouten (onderdeel D, presentatie), maar let ook op de
onderdelen A, B en C.
• Aan het einde van deze feedbackrondes bespreken we klassikaal een aantal voorbeelden van
goede schrijfprestaties.

7
Nederlands 6v Institutioneel racisme

Opdracht 6 Klassikale bespreking van een tekst

Elke les wordt één tekst van een klasgenoot klassikaal besproken. De docent laat zien waar zij op let
en geeft aanwijzingen op welke manier je je eigen tekst kunt verbeteren. Tijdens deze les wordt een
actieve inbreng verlangt van alle aanwezigen. Je leert het meest als je meedenkt, feedback geeft,
vragen stelt en kritisch bent ten opzichte van je eigen tekst.

Doel: Aan iedereen laten zien wat de schrijver goed heeft gedaan. Daarnaast is het handig om te
leren van de tips die de docent geeft. Veel voorkomende schrijffouten worden ook besproken.

Opdracht 7 Spelling en formuleren

▪ Welke spelfouten maak je? Welke andere taalfouten maak je? Leg een lijstje aan met fouten die
jij vaak maakt. Wellicht is het handig om bepaalde delen van de theorie over spelling en
formuleren nog eens door te nemen.

▪ Kijk op Magister in het onderdeel ‘Spelling en formuleren’ en zoek het materiaal dat jou helpt
om dit onderdeel van schrijfvaardigheid te verbeteren.

Opdracht 8 Herschrijven van de eerste versie

Na de feedback ronde in groepjes en de klassikale bespreking herschrijft iedereen zijn/haar eigen


tekst van opdracht 4). Probeer goed gebruik te maken van alle tips en opbouwende kritieken die je
hebt gekregen.

Het doel hiervan is dat schrijfvaardiger wordt door je eigen teksten te reviseren. Als je feedback
verwerkt, ben je actiever bezig met manieren waarop je een tekst sterker kunt maken.

Lever de herschreven versie in via Magister (opdrachten).

Opdracht 9 Leesvaardigheid en argumentatie

▪ Lees en bekijk bron 6 t/m 9. De bronnen vertonen overlap. Haal uit elke bron alle argumenten
die worden benoemd. Beoordeel de argumenten en wees je bewust van eventuele
drogredeneringen (zie bijlage).
▪ Maak tijdens het lezen en kijken aantekeningen of onderstreep in de teksten. Met deze
opbrengst schrijf je later een beschouwing.
▪ Onderstreep de delen/zinnen/woorden die je niet voldoende begrijpt. Onderstreep of markeer
ook de hoofdzaken.

Leerdoelen
Het doel van deze opdracht is dat je laat zien dat je
➢ Je alle argumenten uit bronnen kunt destilleren
➢ Je ziet wat de overeenkomsten en verschillen zijn van verschillende bronnen
➢ Je vorm je eigen oordeel nadat je de verschillende perspectieven hebt verkend

8
Nederlands 6v Institutioneel racisme

Bron 6
In: Nu.nl, 30 juni 2022

Experts: Racisme is gevolg van slavernij en ons koloniaal verleden


Institutioneel racisme, waarbij het beleid en de regels van de overheid tot
ongelijkheid leiden, is een rechtstreeks gevolg van het Nederlandse
slavernijverleden. Dat zeggen experts tegen NU.nl.

Om de slavernij goed te praten, werden mensen van kleur en niet-christenen tijdens


het Nederlandse koloniale verleden door de machthebbers eeuwenlang neergezet
als minderwaardig. Zogenaamd 'minderwaardige' mensen kon je achterstellen, was
de redenering. Die verkeerde redenering op basis van een verkeerde aanname waart
bijna 150 jaar na het einde van de Nederlandse slavernijpraktijken nog steeds rond in
onze samenleving.
"Die doorgedrukte vorm van ontmenselijking raakte in al die eeuwen zo ingebakken
in de maatschappij, dat je dat nu nog steeds terugziet: in de vorm van discriminatie,
racisme en stelselmatig achterstellen op bijvoorbeeld de arbeids- en woningmarkt",
zegt senior onderzoeker Amma Asante van Movisie, het landelijk kennisinstituut voor
een samenhangende aanpak van sociale vraagstukken, tegen NU.nl.

"Met een Nederlands klinkende naam solliciteert het vaak makkelijker en heb je meer
kans op een huurwoning", concludeerde het College voor de Rechten van de Mens
eind december na onderzoek naar institutioneel racisme. Dat beleid en regels van de
overheid en instanties tot ongelijkheid leiden, zie je volgens het door het ministerie
van Justitie en Veiligheid gefinancierde bestuursorgaan ook terug in het onderwijs en
de gezondheidszorg.

Gedurende de periode waarin Nederland slavernij toepaste, zijn vooroordelen,


stereotypen en onterechte aannames over de superioriteit van bepaalde
bevolkingsgroepen opgenomen in wetgeving, beleid en handelen van instituten. "De
kolonisator als beschaafd en gekoloniseerde als onbeschaafd", geeft Asante een
voorbeeld van stereotypen. "De kolonisator als deugdzaam versus de
gekoloniseerde als primitieveling, 'inboorling', lui en gevaarlijk."

Het vooroordeel dat mensen uit bepaalde bevolkingsgroepen 'lui' zijn, kan
doorwerken in het besluit van werkgevers om ze niet uit te nodigen voor een
sollicitatiegesprek. De onterechte aanname dat ze 'niet deugen', zie je terug in
bijvoorbeeld etnisch profileren door de Belastingdienst en de marechaussee.

9
Nederlands 6v Institutioneel racisme

Nederland maakte structureel onderscheid op basis van huidskleur, afkomst en


religie, stelt Asante. "Wit en christelijk was de norm en werd superieur geacht boven
mensen van kleur, zwarte mensen en niet-christenen. Dat was breder dan
antizwartracisme."

Bron 7
In: Nu.nl, 1 juli 2022

Waarom zou de Staat excuses moeten aanbieden voor slavernij?

De Nederlandse Staat moet excuses aanbieden voor het slavernijverleden, zo


luidt donderdag het dringende advies van het Adviescollege Dialooggroep
Slavernijverleden. Ook moet de Staat erkennen dat de gevolgen van het
Nederlandse slavernijverleden ook in het heden voelbaar zijn. Wat is precies
het nut van excuses, en kijken we dan niet te veel naar het verleden?

Wat is het nut van excuses?


"Met excuses plaats je een ander op de voorgrond en relativeer je je eigen positie",
zegt Kathleen Ferrier in gesprek met NU.nl. Ferrier is voorzitter van de Nederlandse
UNESCO-commissie voor onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie en
universitair docent mensenrechten, gender en politiek. "Je zet de pijn van een ander
over het slavernijverleden op de voorgrond en niet jouw eigen gelijk. Je geeft
daarmee aan dat je het verdriet van een ander wil begrijpen."

Volgens Ferrier gaan excuses om de erkenning dat het Nederlandse


slavernijverleden een periode van foute gebeurtenissen was. Maar volgens het
voormalig Tweede Kamerlid namens het CDA is de Nederlandse Staat ook nu de
aangewezen partij om excuses te maken.

"Natuurlijk zijn er mensen die zeggen dat het Nederlandse slavernijverleden lang
geleden is en dat klopt. Maar de mensen die nu in de Nederlandse regering zitten
zijn de rechtsopvolgers van de voorgangers die dit historisch onrecht mogelijk
hebben gemaakt."

Radiozender FunX is samen met The Black Archives en de Stichting Nederland


Wordt Beter een petitie gestart voor excuses van de Staat, en om van 1 juli een
nationale herdenkingsdag te maken. Met die twee zaken willen de partijen dat
Nederland het slavernijverleden volledig erkent.

Kijken we met excuses niet te veel terug, in plaats van vooruit?

10
Nederlands 6v Institutioneel racisme

Ferrier wijst erop dat de Nederlandse maatschappij pas goed vooruit kan kijken zodra
de Staat excuses heeft gemaakt en misstanden uit het verleden onder ogen is
gekomen. Dat is volgens haar nodig voor een betere toekomst van alle
Nederlanders. "We kunnen alleen goed vooruitkijken en de toekomst van onszelf en
onze kinderen beter maken als we terug hebben gekeken."

"Het verleden legt ons uit waarom we er nu voorstaan zoals het nu is: we leven nog
steeds in een samenleving waar mensen aanlopen tegen institutioneel racisme,
mensen van kleur die worden gediscrimineerd bij het vinden van stageplaatsen en bij
lagereschooladviezen. Dat is een rechtstreeks gevolg van de slavernij: die werd
gebruikt om mensen van kleur te ontmenselijken."

"Het verleden is tot nu toe verteld vanuit het perspectief van de witte overheerser.
Dat gaat nu mede door Black Lives Matter anders. Voor veel mensen was dat een
eyeopener." Ferrier geeft als voorbeeld de podcast De plantage van onze
voorouders. Daarin onderzoeken een afstammeling van een slavenhouder en die van
een tot slaaf gemaakte persoon samen hun verleden. "Dat is in het klein hoe we als
Nederland moeten omgaan met ons slavernijverleden."

Wat gaat dit Nederlanders zonder gevoelsmatige band met de slavernij aan?
Tegenstanders van excuses zijn soms bang dat ze daardoor niet meer trots mogen
zijn op wat Nederland door de eeuwen heen heeft bereikt. Forum voor Democratie-
leider Thierry Baudet beklaagde zich tijdens de verkiezingscampagne over de
"eeuwige schuldcultuur" die in Nederland zou heersen rond het slavernijverleden. Uit
een peiling in opdracht van Trouw bleek dat de meerderheid van de Nederlanders
excuses niet nodig vinden.
"Dat de meerderheid van de Nederlanders mogelijk niets met slavernij heeft, is
misschien een reden om juist wél excuses te maken", denkt Wouter Veraart,
hoogleraar rechtsfilosofie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, in gesprek met NU.nl.
"In Nederland leven ook groepen mensen die zich wel verbonden voelen met
mensen die het slavernijverleden aan den lijven hebben ervaren."

"Voor hen is erkenning wel van belang. Zij ervaren of bemerken wel de gevolgen van
ons slavernijverleden en vinden het pijnlijk dat onze samenleving hier tot nu toe
onverschillig op heeft gereageerd. Door excuses neem je ze serieus. Je sluit ze niet
uit maar juist in in de geschiedenis. Zo kun je hun verleden en dat van groepen die
niet direct iets hebben met ons slavernijverleden, bij elkaar brengen."

Als het zo belangrijk is, waarom heeft de Nederlandse Staat dan niet al excuses
gemaakt?
"Met excuses leg je je eigenlijk vast om voortaan anders om te gaan met het
verleden", aldus Veraart. "Om de excuses betekenis te laten hebben, zou je ze
bijvoorbeeld kracht moeten bijzetten door duidelijke maatregelen te treffen tegen
discriminatie."

11
Nederlands 6v Institutioneel racisme

"Daar moet de Staat toe bereid zijn. Het lijkt erop dat dit op nationaal niveau nog niet
het geval is: Rutte heeft in het verleden gezegd dat hij bang is voor polarisatie."
In 2020 was Rutte niet bereid om excuses te maken voor het Nederlandse
slavernijverleden. Het besluit heeft niets te maken met angst voor financiële claims of
herstelbetalingen, zei de demissionaire premier. De vraag hoever je terug kan gaan
in de tijd om excuses aan te bieden, was volgens hem een belangrijker argument.

In februari constateerde onderzoeksbureau I&O Research dat een meerderheid van


de Nederlanders zonder migratieachtergrond excuses niet nodig vond. Twee op de
drie Nederlanders met een migratieachtergrond was juist voor excuses.

Zijn er gevolgen als Nederland excuses aanbiedt?


Als de Nederlandse Staat daadwerkelijk excuses aanbiedt, is het vervolgens juridisch
nergens toe verplicht, aldus Veraart. "De kans dat je voor een rechter succesvol
schade kunt claimen op basis van door de Staat gemaakte excuses is bijna nul.
Excuses voor het gehele Nederlandse slavernijverleden zijn heel globaal. Maar voor
een rechter moet je concrete schade kunnen aantonen. Die moet bovendien
aantoonbaar het directe gevolg zijn van een concrete gebeurtenis uit het verleden."

Veraart kent wereldwijd geen voorbeelden uit het recente verleden waar men na
gemaakte excuses met succes geprocedeerd heeft. Als voorbeeld geeft de
hoogleraar Frankrijk. Dat land kent sinds 2001 een wet die het slavernijverleden,
zowel de slavenhandel als de plantageslavernij, een misdrijf tegen de menselijkheid
noemt. "De Franse wet heeft niet tot succesvolle schadeclaims geleid."

Donderdag heeft burgemeester Femke Halsema van Amsterdam excuses


aangeboden voor het slavernijverleden van de stad. Een mooie stap, wat Veraart
betreft. "Ik vind het waardevol dat een stad als Amsterdam het onrecht van het
slavernijverleden erkent. Die woorden op zich zijn al waardevol. Het zou best kunnen
dat de steden het voortouw nemen en dat de Staat volgt."

Bron 8
Van: NOS.nl; 28 juni 2022

https://nos.nl/artikel/2434469-kabinet-maakt-nog-geen-excuses-voor-nederlands-
slavernijverleden

Bron 9
Van: Youtube.nl

https://www.youtube.com/watch?v=4dXFuAYpVP4

12
Nederlands 6v Institutioneel racisme

Opdracht 10 Schrijfopdracht 2
Je schrijft een beschouwende tekst van minimaal 600 woorden over één van onderstaande vragen:

- Wat schieten we ermee op als onze koning of minister-president excuses maakt voor ons
koloniale verleden?
- Is het zinnig om ons koloniaal verleden te betrekken bij de strijd tegen onbewust en institutioneel
racisme?
- Krijgt het slavernijverleden voldoende aandacht in ons onderwijs?
- Moet er meer aandacht komen voor het slavernijverleden op middelbare scholen?

Let bij het schrijven op de aandachtspunten van het beoordelingsformulier en de rubrics (zie
bijlagen). Lever je tekst in via Magister. Je tekst wordt door klasgenoten beoordeeld en je moet later
je tekst n.a.v. de feedback herschrijven.

Leerdoelen
Het doel van deze opdracht is dat je laat zien dat
➢ je een beschouwende tekst kunnen schrijven waarin je vanuit verschillende perspectieven
nadenkt over een vraag om tot een genuanceerde conclusie te komen
➢ je een samenhangende tekst kunt schijven met een inleiding die nieuwsgierig maakt en een
sterk slot heeft
➢ je een goed leesbare tekst schrijft waarin je je woorden zorgvuldig kiest. Je varieert je woorden
en de zinslengtes en je maakt gebruik van subjectief taalgebruik zodat je tekst persoonlijk is

Opdracht 11 Feedback geven op de geschreven teksten

• Bij het geven van feedback werken jullie in groepjes van 4. Kijk bij het beoordelingsformulier en
de rubrics (bijlage 2) voor alle aandachtspunten.
• Ieder van jullie krijgt de tekst op papier.
• Bij de leespauze wordt er nog geen enkel commentaar gegeven, wel maak je voor jezelf
aantekeningen in de tekst.
• Gebruik bij het geven van commentaar het feedbackformulier. Ook de rubrics voor een
beschouwing zijn handig om te raadplegen. Let erop dat een 5v-leerling minimaal een 3F-niveau
moet zien te bereiken op alle onderdelen (zie bijlage).
• Jullie krijgen alle vier een andere taak, die rouleren jullie na elke bespreking van één tekst:
De voorzitter leidt de bespreking en controleert of de opdracht volgens afspraak wordt
uitgevoerd.
De notulist geeft op het formulier per tekstkenmerk het taalniveau aan én schrijft alle
feedback goed leesbaar op.
De tijdbewaker (en schrijver van de tekst) controleert of de vier te bespreken teksten evenveel
tijd krijgen.

13
Nederlands 6v Institutioneel racisme

De observator mag in een vrije rol opmerken wat hem/haar opvalt in het proces van
tekstbespreking.
• Geef niet alleen commentaar op spelfouten (onderdeel D, presentatie), maar let ook op de
onderdelen A, B en C.
• Aan het einde van deze feedbackrondes bespreken we klassikaal een aantal voorbeelden van
goede schrijfprestaties.

Opdracht 12 Klassikale bespreking van een tekst

Elke les wordt één tekst van een klasgenoot klassikaal besproken. De docent laat zien waar zij op let
en geeft aanwijzingen op welke manier je je eigen tekst kunt verbeteren. Tijdens deze les wordt een
actieve inbreng verlangt van alle aanwezigen. Je leert het meest als je meedenkt, feedback geeft,
vragen stelt en kritisch bent ten opzichte van je eigen tekst.

Doel: Aan iedereen laten zien wat de schrijver goed heeft gedaan. Daarnaast is het handig om te
leren van de tips die de docent geeft. Veel voorkomende schrijffouten worden ook besproken.

Opdracht 13 Spelling en formuleren

Welke spelfouten maak je? Welke andere taalfouten maak je? Leg een lijstje aan met fouten die jij
vaak maakt. Wellicht is het handig om bepaalde delen van de theorie over spelling en formuleren
nog eens door te nemen.

Kijk op Magister in het onderdeel ‘Spelling en formuleren’ en zoek het materiaal dat jou helpt om dit
onderdeel van schrijfvaardigheid te verbeteren.

Opdracht 14 Herschrijven van de eerste versie

Na de feedback ronde in groepjes en de klassikale bespreking herschrijft iedereen zijn/haar eigen


tekst van opdracht 4). Probeer goed gebruik te maken van alle tips en opbouwende kritieken die je
hebt gekregen. Het doel hiervan is dat schrijfvaardiger wordt door je eigen teksten te reviseren. Als
je feedback verwerkt, ben je actiever bezig met manieren waarop je een tekst sterker kunt maken.

Lever de herschreven versie in via Magister (opdrachten).

In de volgende les zal je groepje je tekst lezen en beoordelen.

14
Nederlands 6v Institutioneel racisme

BIJLAGEN

Beoordeling van een beschouwing

Scores 1
A Samenhang 5 10 15 20 25
Hier gaat het om het geheel van de tekst, de opbouw van de tekst in relatie tot het doel van de tekst,
de verdeling en samenhang van de alinea’s.
Denk aan: Toelichting
• Is de structuur van de tekst goed ontwikkeld? Hoe goed past die bij het doel van de tekst?
• Is er een pakkende inleiding en krachtig slot?
• Bestaat de gedachtegang uit voldoende relevante stappen / zijn er voldoende relevante
argumenten aangedragen / vloeit het slot logisch uit het voorafgaande voort / zijn irrelevante
stappen vermeden?
• Zijn de verschillende stappen in de gedachtegang logisch met elkaar verbonden? Is er een
duidelijke samenhang tussen de alinea’s? Zijn de relaties (oorzaak-gevolg, voor-en nadelen-
overeenkomsten-vergelijking, etc) duidelijk aangegeven?
B Onderwerp 3 6 9 12 15
Hier gaat het erom, of het onderwerp van de tekst met voldoende diepgang wordt behandeld.
Denk aan: Toelichting
• Hoe goed begrijpt de schrijver het onderwerp van zijn tekst? Hoe goed legt hij het onderwerp
uit, bouwt hij spanning op, beschrijft hij de verschillende argumenten?
• Heeft de schrijver goed gebruik gemaakt van verschillende bronnen (van voldoende niveau)?
• Hoe goed betrekt de schrijver de lezer in verhalen / hoe goed laat de schrijver de verschillende
perspectieven zien?
• Hoe authentiek is de tekst / hoe goed laat de schrijver zien dat hij zijn eigen gedachtegang heeft
ontwikkeld / hoe goed laat de schrijver zien dat hij origineel kan denken?
• Heeft de schrijver zich inhoudelijk goed aan de opdracht gehouden?
C Afstemming op doel en publiek 5 10 15 20 25
Hier gaat het over woordkeuze, zinsbouw, relaties op zinsniveau en stijl, in relatie tot de context van
de tekst, het doel en het publiek.
Denk aan: Toelichting
• Is de gedachtegang passend verwoord: informeel/formeel, spreektaal/ schrijftaal, dagelijks
taalgebruik / academisch taalgebruik?
• Gebruikt de schrijver adequate woorden voor gevoelens, beoordelingen van mensen,
waarderingen van dingen en de woorden die dit versterken of verzwakken?
• Zijn de relaties tussen en binnen zinnen voldoende logisch verwoord (ook als deze relaties
impliciet zijn)?
• Kan de schrijver zijn gedachtegang levendig, aantrekkelijk overbrengen aan de lezer? Denk
hierbij aan de volgende vragen: Kiest de schrijver de juiste toon?
• Gebruikt de schrijver op creatieve en/of gevarieerde wijze taal?
• Kan de schrijver subtiele nuanceringen aanbrengen in wat hij zegt?
• Geeft de schrijver een voldoende antwoord op de hoofdvraag?
D Presentatie 7 14 21 28 35
Hier gaat het om vormgeving en taalverzorging.
Denk aan: Toelichting
• Hoe accuraat is de tekst grammaticaal? Denk aan correct geformuleerde zinnen, samengestelde Toelichting
zinnen, beknopte bijzinnen, verwijswoorden, incongruentie, inversie. 35-25 pnt aftrek → 7 pnt
• Hoe passend en accuraat is de spelling? Denk aan de werkwoordspelling, tussen-n of tussen-s, 24-19 pnt aftrek → 14 pnt
trema’s, koppeltekens, meervoudsvormen en verkleinwoorden, zelfstandig gebruikte 18-12 pnt aftrek → 21 pnt
bijvoeglijke naamwoorden. 11-6 pnt aftrek → 28 pnt
• Hoe passend en accuraat is de stijl? Denk aan pleonasme, tautologie en contaminatie, 5-0 pnt aftrek → 35 pnt
symmetrie.
• Hoe passend en accuraat is de interpunctie gebruikt?
• Zijn er alinea’s gebruikt? Is de lay-out helder?

1
1 = ruim onvoldoende; 2 = onvoldoende; 3 = op niveau*; 4 = goed; 5 = excellent.

15
Nederlands 6v Institutioneel racisme

Feedbackformulier Beschouwing
1F 2F 3F 4F
Algemeen Je kunt korte, Je kunt eenvoudige, lineair Je kunt gedetailleerde Je kunt goed gestructureerde
doel eenvoudige opgebouwde teksten teksten schrijven over teksten schrijven over
teksten schrijven over: schrijven over vertrouwde onderwerpen: complexe onderwerpen:
- alledaagse onderwerpen: - uit de (beroeps)opleiding; - uit de (beroeps)opleiding;
onderwerpen; - uit de (beroeps)opleiding; - van maatschappelijke - van maatschappelijke
- onderwerpen uit de - van maatschappelijke aard. aard.
leefwereld. aard.
Samen- Je kunt in teksten Je kunt volgens een Je geeft in de inleiding helder Je kunt langere artikelen of
hang verband aanbrengen gegeven opbouw een aan welke kwestie belicht zal rapporten helder opbouwen.
door artikel schrijven met een worden. Daarna vergelijk je Daarbij gebruik je veel
verbindingswoorden te duidelijke opbouw. voor- en nadelen of beschrijf je verschillende
gebruiken, bijvoorbeeld Soms maak je nog verschillende gezichtspunten. verbindingswoorden en
een opsomming van onduidelijke verwijzingen In het slot geef je een formuleringen die de
punten. en fouten in de structuur conclusie. structuur duidelijk
(-) van het artikel / rapport. Je kunt verschillende maken.
Je kunt een aantal losse verbanden aangeven tussen Daarbij gebruik je lange,
onderdelen van het artikel ideeën in de tekst, maar ook meervoudig samengestelde
/ rapport tot een tussen onderdelen van de zinnen die goed zijn te
samenhangende tekst tekst. begrijpen.
maken.
Afstem- Je kunt grotendeels Je kunt in een tekst met Je kunt in een tekst Als 3F
ming op vasthouden aan het doel een eenvoudige structuur verschillende schrijfdoelen
doel van een tekst, hoewel je vasthouden aan het hanteren, bijvoorbeeld
daar soms niet helemaal schrijfdoel. beschrijven en vergelijken.
in slaagt. Je kunt de structuur van de
tekst aan het doel aanpassen.
Het hoofddoel van tekst blijft
altijd herkenbaar.
Je kunt geschikte voorbeelden
geven om je doel te bereiken.
Afstem- Als je schrijft voor Als je schrijft voor Je kunt een tekst schrijven die Als je schrijft voor bekende
ming op leeftijdsgenoten of leeftijdsgenoten en de lezer wat te bieden heeft en onbekende volwassenen
publiek familie kun je bekende volwassenen kun wat betreft de inhoud kun je:
- de woorden kiezen die je ook rekening houden (diepgang) en taalgebruik - de juiste toon kiezen;
bij hen passen; met wat zij beleefd vinden. (gevarieerd, levendig en op - de taal creatief gebruiken;
- hen op een manier niveau). - subtiele nuanceringen
aanspreken die past; aanbrengen in wat je zegt.
- rekening houden met Je slaat de juiste toon aan,
wat ze al weten en wat passend bij je publiek
nog niet.
Formu- Je kunt Je kunt variëren in Je kunt variëren in woordkeuze Je kunt bronteksten
leren veelvoorkomende woordkeuze en zinsbouw. en zinsbouw, ook in gebruiken door correct te
woorden gebruiken en Je maakt nog fouten in de lange teksten. Fouten in citeren en/of te
eenvoudige woordkeuze of zinsbouw. woordkeuze en zinsbouw parafraseren.
zinsconstructies. komen nog voor. Je maakt vrijwel geen fouten
in woordkeuze en zinsbouw.
Spelling Je kunt Je kunt de meeste Je maakt bijna geen fouten De spelling en interpunctie
en inter- veelvoorkomende woorden en meer in spelling en zijn foutloos.
punctie woorden en sterke werkwoordsvormen goed interpunctie.
werkwoorden goed spellen, ook de Soms maak je nog fouten tegen
spellen. interpunctie is de tussen -
Je gebruikt foutloos genoeg om de n of tussen -s en tegen het
veelvoorkomende tekst te kunnen volgen. gebruik van trema’s en
leestekens correct. Soms Soms maak je een enkele koppeltekens.
maak je nog fouten bij fout bij voltooid
werkwoorden in de deelwoorden op -d voor of
verleden tijd en het volt. plaats je komma's niet of
Deelwoord. verkeerd.
Leesbaar- Je geeft de tekst een Je gebruikt een titel en Je maakt geen fouten meer bij Je gebruikt de indeling,
heid titel. tekstkopjes. Je moet soms de indeling en vormgeving van vormgeving en
Je zorgt voor een wat hulp vragen bij de teksten, ook niet bij lange paragraafindeling bewust om
duidelijke bladspiegel en indeling van langere teksten. de lezer de tekst beter te
een scheiding tussen teksten (meer dan 2 A4). laten
delen van de tekst. begrijpen.

16
Nederlands 6v Institutioneel racisme

Drogredenen
In veel argumentaties worden, bedoeld en onbedoeld, fouten gemaakt. Fouten in argumentaties
heten drogredenen.

Het (her)kennen van drogredenen heeft twee voordelen:


- je maakt zelf minder fouten in je argumentatie;
- je ziet eerder de zwakke punten in een argumentatie van een ander.

De drogredenen kunnen in twee groepen ingedeeld worden:


- er wordt een argumentatieschema gebruikt dat voor het betreffende geval niet van toepassing
is; - er wordt een discussieregel overtreden.

Groep 1: Onjuist gebruik van argumentatieschema’s

Onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema


Er zijn drie varianten van deze drogreden (ook wel: onjuist beroep op causaliteit).
Bij de eerste variant is de in het argument genoemde oorzaak niet voldoende om tot het voorspelde
gevolg te leiden.
Voorbeeld:
- Jeroen zal nooit zijn vwo-diploma halen (standpunt), want bij hem thuis hebben ze nog steeds
geen internet (argument).

Een andere variant van deze drogreden is dat het genoemde gevolg andere oorzaken kan hebben dan
de oorzaak die genoemd wordt.
Voorbeeld:
- Het is logisch dat hun relatie op de klippen is gelopen (standpunt); zij is immers altijd in de weer
met haar carrière (argument).

Het beroep op een oorzaak-gevolgschema is ook onjuist als er tussen twee zaken die gelijktijdig of
kort na elkaar gebeuren, een oorzaak-gevolgrelatie wordt gelegd, terwijl die relatie er niet is.
Voorbeeld:
- Het is een drama dat Mark Rutte aan de macht is (standpunt), want sinds die tijd gaat het
steeds slechter met de euro (argument).

Onjuist beroep op het kenmerk- of eigenschapsschema


Als aan een bepaald kenmerk veel betekenis wordt toegekend terwijl diverse andere relevante
kenmerken worden genegeerd, is er sprake van een onjuist gebruik van het kenmerk- of
eigenschapsschema.
Voorbeeld:
- Meneer Van Dam kan heel goed met pubers opschieten (argument), dus hij zal vast een prima
leraar zijn (standpunt).

Onjuist beroep op het voor- en nadelenschema: overdrijven van voor- of nadelen


Als de gevolgen van een handeling heel erg worden overdreven, is dat een onjuist beroep op het
voordelenschema (of het nadelenschema).
Voorbeeld:
- Je moet af en toe eens gaan hardlopen (standpunt). Als je dat doet, zul je merken dat je veel
fitter wordt, je geheugen er met sprongen op vooruitgaat en je waarschijnlijk de honderd wel
haalt (argument).

17
Nederlands 6v Institutioneel racisme

Onjuist beroep op het voor- of nadelenschema: vals dilemma


Als er een situatie zo wordt voorgesteld dat er maar twee – elkaar uitsluitende – mogelijkheden zijn,
terwijl er veel meer mogelijkheden zijn, heet dat een vals dilemma.
Voorbeeld:
- Je moet op de SP stemmen (standpunt), tenzij je graag een rechtse regering wilt (argument).

Onjuist beroep op het voorbeeldschema: overhaaste generalisatie


Bij een overhaaste generalisatie wordt er op basis van één of enkele gevallen een conclusie
getrokken voor een heel grote groep of zelfs voor alle gevallen. Die conclusie is op zijn minst
voorbarig.
Voorbeeld:
- In Spanje worden nog altijd stierengevechten gehouden (argument). Daaraan kun je wel zien
dat Zuid-Europeanen geen enkel respect voor dieren hebben (standpunt).

Onjuist beroep op het vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking


Bij deze drogreden worden twee dingen met elkaar vergeleken en van die vergelijking kun je je
afvragen of die wel terecht is.
Voorbeeld:
- In de trein hoeven geen toiletten te zitten (standpunt). In de bus zijn er immers ook geen wc’s
(argument).

Onjuist beroep op het autoriteitsschema


Zich beroepen op een autoriteit kan een standpunt ondersteunen. Soms is een autoriteit echter
onbetrouwbaar, omdat hij belangen bij de zaak heeft, of omdat hij geen autoriteit op het betreffende
gebied is.
Voorbeeld:
- Het lijkt mij veel beter dat we de Olympische Spelen niet in Nederland houden (standpunt).
Zowel Johan Derksen als Wilfred Genée vindt dat ook (argument).

Groep 2: Overtreden van discussieregels

De tweede groep drogredenen wordt gevormd door die gevallen waarbij iemand zich niet houdt aan
discussieregels. Deze drogredenen worden hoor je het vaakst in discussies en debatten, maar ze
kunnen ook in geschreven teksten voorkomen.

Persoonlijke aanval
Van een persoonlijke aanval is sprake wanneer iemand niet ingaat op de argumenten van zijn
tegenstander, maar in plaats daarvan de tegenstander beschuldigt van onkunde, onbetrouwbaarheid
of andere slechte eigenschappen. Er wordt op de man gespeeld: de persoon wordt aangevallen, niet
zijn standpunt. De tegenstander wordt als gesprekspartner dus niet serieus genomen.
Voorbeeld:
- De mensen die het achterlijke Nederlandse omroepstelsel goed vinden, zijn allemaal van die
types met designbrillen uit de Amsterdamse grachtengordel.

Ontduiken van de bewijslast


Bij deze drogreden beweert iemand iets om vervolgens van de andere partij ‘bewijs voor het
tegendeel’ te vragen. Ook als iemand in een discussie of debat geen argumenten voor zijn standpunt
wil geven, heet dat ontduiken van de bewijslast.
Voorbeeld:
- De visserij op de Noordzee moet onmiddellijk stoppen. Laat die vissers eerst maar eens
aantonen dat er nog genoeg vis overblijft.

18
Nederlands 6v Institutioneel racisme

Cirkelredenering
Bij een cirkelredenering wordt het standpunt ondersteund door het herhalen van datzelfde standpunt,
maar dan anders geformuleerd.
Voorbeeld:
- Op zondag werken is niet zo effectief, want als je het goed bekijkt, zie je dat er dan niet zo veel
uit je handen komt.
NB Als iemand geen andere argumenten noemt, maakt hij zich behalve aan een cirkelredenering ook
nog schuldig aan het ontduiken van de bewijslast.

Vertekenen van het standpunt


Bij het vertekenen van het standpunt wordt het standpunt of een argument van de tegenstander onjuist
weergegeven. De tegenstander wordt dan een standpunt of argument in de mond gelegd dat hij niet
heeft ingenomen. Dat is dan meestal een uitspraak die niet zo makkelijk te verdedigen is.
Voorbeeld:
- Het LAKS beweert dat de exameneisen veel zwaarder zijn geworden, maar eigenlijk wil het
gewoon dat iedereen op zijn minst een havodiploma kan halen zonder zich daarvoor in te
spannen.

Bespelen van het publiek


Als een spreker een beroep doet op de emoties van het publiek om het te winnen voor zijn standpunt,
heet dat bespelen van het publiek. Soms formuleert iemand zijn standpunt zó dat het moeilijker wordt
om ertegen in te gaan. Op deze manier probeert iemand een afwijkende mening te voorkomen.
Voorbeeld:
- Iedereen met gezond verstand en oren aan zijn hoofd zal het met me eens zijn dat klassieke
muziek veel mooier is dan de herrie waar de jeugd van tegenwoordig naar luistert.

19

You might also like