You are on page 1of 1

Vertaling Apollo en Daphne

van verschillende werking: de een verdrijft liefde, de ander veroorzaakt liefde.


De pijl die liefde veroorzaakt, is van goud en schittert door de scherpe punt;
de pijl die liefde verdrijft, is stomp en heeft lood onder de punt.
Deze laatste boorde de god in de Peneïsche nimf, maar met die eerste 
verwondde hij het merg van Apollo door de doorboorde botten heen.
Onmiddellijk is de ene verliefd, de ander vlucht voor het woord liefde.
(…)
Hij kijkt naar haar losse haren die in haar nek hangen
en zegt ‘Wat, als ze gekapt zouden zijn?’. Hij ziet haar met vuur schitterende
ogen die lijken op sterren, hij ziet haar lippen, waarvan het niet volstaat
ze gezien te hebben; hij looft haar vingers en handen
en haar armen en voor meer dan de helft naakte armen;
als er iets verborgen is, denk hij dat het nog beter is. Zij vlucht sneller dan
een lichte bries en blijft niet staan bij deze woorden van (Apollo) die haar terugroept:
‘Nimf, ik smeek je, dochter van Peneius, blijf staan! Ik achtervolg je niet als een vijand;
nimf, blijf! 
(…)
Nauwelijks had ze haar smeekbede uitgesproken of een zware verlamming bezette haar
ledematen,
haar zacht borst wordt omgord met dunne schors,
haar haren groeien tot loof, haar armen tot takken,
haar net nog snelle voeten zitten vast met onbeweeglijke wortels,
een kruin neemt haar gezicht in; enkel haar glans blijft over in haar.
Ook nu bemint Apollo haar. Hij legt zijn hand op de struik
en voelt nog altijd haar hart kloppen onder de nieuwe schors.
En nadat hij met zijn armen haar takken, alsof het leden zijn, omhelsd heeft,
geeft hij kussen aan het hout; toch wijkt het hout voor de kussen.

You might also like