Lesvoorbereiding analyse van je

didactisch handelen
Uitleg van de begrippen die hieronder gebruikt worden, vind je in Leren op de werkplek, p 102-104.

Student: Groep TMH: Probegeleider:

Stageschool: Stagegroep: 6A Mentor:

Activiteiten student: Aantal kinderen:20
Het geven van een (praktische) rekenles met het
onderwerp meet en meetkunde. Datum:

Focus student (voor deze activiteit):

1. Interpersoonlijk: Kan leiding nemen en gezag tonen.
2. Inhoudelijk & didactisch: Kan methodelessen verrijken.
3. Organisatorisch: Zorgt ervoor dat de kinderen weten wat er van ze verwacht wordt.

Beginsituatie
De kinderen hebben al kennis gemaakt met de inhoud en het gewicht.
- Inhoud: ml-cl-dl-l
- Gewicht: mg-cg-dg-g
Lesdoelen
Productdoel:
- Aan het eind van deze les kunnen de leerlingen werken met de bovengenoemde inhouds-
en gewichtsmaten.
-
Procesdoel:
- De kinderen gaan oefenen met het wegen en reken van gewichten en inhoudsmaten.
- Dit gaan ze doen d.m.v. kleine proefjes en een werkblad.

Didactische werkvormen
- Instructievorm
- Interactievorm
- opdrachtsvorm
Speel-/leeractiviteiten
- Luisteren
- Experimenteren
- Verwerken
- Verbeelden
Speel-/leermiddelen
- Materialen waarvan de inhoud wordt bepaald: borrelglas, lepel, plastic flesje, plastic
bekertje en tupperware bakje
- Materialen die gewogen worden: boek, schrift, sleutels, zakje macaroni en een appel.
- Drie maatbekkers en drie weegschalen. (Ook alle materialen 3x.)
- Werkblad maken met daarop de opdracht en uitwerkingstabel.
Organisatie
- Zorgen dat al het materiaal er staat.
- Van tevoren al groepjes maken en de tafels zo klaarzetten.
- Het materiaal nog niet in de groepjes klaarzetten, want dan raakt de aandacht van de
uitleg weg.
- Duidelijke afspraken maken over het gebruik van de materialen.

Nauwkeurige beschrijving van de les

Wat doet de leerkracht?
Inleiding
- Ik zet het rijtje van:
Inhoud: ml-cl-dl-l
Op het bord. Daarna vraag ik aan de
leerlingen of zij voorbeelden kunnen
noemen van bepaalde dingen waar
bijvoorbeeld 1 liter in zit of 250 ml, enz.
Wat doen de kinderen?
Hierbij leg ik nog uit hoe de stapjes
verlopen. Bijvoorbeeld: Ik begin met
- De leerlingen doen enthousiast mee en
5/10 1000 ml en ik wil naar liter.
denken na over de materialen of dingen
- Vervolgens zet ik het volgende rijtje op
die dat gewicht of die inhoud kunnen
het bord:
hebben.
Gewicht: mg-cg-dg-g
Ook daarbij vraag ik aan de leerlingen
of zij voorbeelden kunnen noemen van
dingen die 100 gram wegen, of 5 mg,
enz.
Hierbij leg ik nog uit hoe de stapjes
verlopen. Bijvoorbeeld: Ik heb 10 gram
hoeveel milligram is dat?
Kern
- Ik leg uit wat de bedoeling is van de
proefjes, neem het werkblad door en
geef aan wat de groepjes zijn.
- Vervolgens wijs ik aan welk groepje
wat gaat doen (inhoud of gewicht),
- De leerlingen gaan de proefjes uitvoeren
daarna krijgt ieder groepje 5/10
in groepjes van 4.
minuten om de opdracht te maken.
- Twee groepjes doen de inhoud en twee
- Wanneer een groepje klaar is, gaan ze
groepjes doen het gewicht. De resultaten
wisselen van maat. (Gewicht of
30/35 inhoud)
verzamelen zij in een tabel.
- Vervolgens wisselen de groepjes (inhoud
gaat naar gewicht en andersom).

Afsluiting
Een aantal groepjes vraag ik naar voren om te
vertellen hoe zij dit hebben aangepakt, zodat
5 iedereen van elkaar kan leren.
De leerlingen geven vertellen over hun aanpak en
geven tips en tops over de les.
Ik vraag de leerlingen hoe ze deze les vonden
en wat de tips en tops zijn.
Reflectie (door student):
INTERPERSOONLIJK
Hoe was het contact met de kinderen en hoe heb ik mezelf gepresenteerd?
PEDAGOGISCH
In hoeverre heb ik in het belang van de kinderen gehandeld?

VAKINHOUDELIJK / VAKDIDACTISCH
In hoeverre was de leerstof passend? In hoeverre heb ik de leerdoelen bereikt? In hoeverre heb ik
gewenst gedrag opgeroepen? Hoe kijk ik terug op mijn didactische aanpak?

ORGANISATORISCH
Hoe kijk ik terug op mijn voorbereiding en organisatie?

Positieve punten: Ontwikkelpunten:

Evaluatie (door mentor):

INTERPERSOONLIJK
Hoe was het contact met de groep, hoe heeft de student zich gepresenteerd?

PEDAGOGISCH
In hoeverre heeft de student in het belang van de kinderen / groep gehandeld?

VAKINHOUDELIJK / VAKDIDACTISCH
In hoeverre was de leerstof passend voor de student en de kinderen? In hoeverre heeft de student
de leerdoelen bereikt? In hoeverre heeft de student gewenst gedrag opgeroepen? Wat vond ik van
de didactische aanpak van de student?

ORGANISATORISCH
Hoe waren de voorbereiding en de organisatie?
Positieve punten: Ontwikkelpunten: