You are on page 1of 2

Wiskunde 2H Hoofdstuk 1: Rekenen met letters

Les Theorie  Basis  Herhaling  Verrijking Opmerkingen


1 Voorkennis  V1 V2 V3 V4 V5   In de voorkennis van dit hoofdstuk wordt de
ABCD V6 V7 basis van het letterrekenen uit klas 1 herhaald.
Het is belangrijk dat je deze stof goed
beheerst, omdat een groot deel van dit
hoofdstuk hierop voortborduurt.

2 Voorkennis  V8 V9 V10 V11   Denk eraan dat een plusteken of een minteken
EFG V12 V13 voor een getal of letter bij die term hoort.
Ook bij herleiden geldt de rekenvolgorde.

3 §1.1A  125679  34  8 Een video bij een theorieblok biedt extra


uitleg.
Opgave 2 is een testopgave. In de legenda op
bladzijde 4 kun je lezen wat een testopgave is.

4 §1.1B  9 10 11   12 De opgaven 8 en 12 zijn denkopgaven binnen


de plus-stof. Dit zijn denkopgaven bedoeld
voor de toekomstige vwo-leerlingen. In de
legenda op bladzijde 4 kun je lezen wat een
denkopgave is.

5 §1.2AB  13 14 15 16   17 18 Bij het herleiden van merkwaardige producten


schrijf je het antwoord zonder tussenstappen
direct op.

6 §1.3AB  19 20 21 22 24 25  23  26 27 Voor het rekenen met breuken met letters


gelden dezelfde regels als die je in klas 1 hebt
geleerd voor het rekenen met breuken.
Bij opgave 25 heb je het werkboek nodig.

Les Theorie  Basis  Herhaling  Verrijking Opmerkingen


Wiskunde 2H Hoofdstuk 1: Rekenen met letters

7 §1.4ABC  28 29 31 33 34 36  30 32 35  37 Bij het vermenigvuldigen en delen van breuken


hoef je de breuken niet gelijknamig te maken.
Kijk na een berekening met breuken altijd of je
de uitkomst nog kunt vereenvoudigen.

8 §1.5AB  38 39 41 43 45 46  40 44  42 47 48 Het herleiden van een product kan altijd, het


herleiden van een som kan alleen als er
gelijksoortige termen voorkomen.
Bij opgave 40 heb je het werkboek nodig.

9 §1.5CD  49 50 51 53 54 56  55  52 57 In de voorbeelden op bladzijde 26 en 27 zie je


welke tussenstappen genoteerd worden.

10 §1.5E  58 59 61 62  60  63 64 Op het schoolbord op bladzijde 29 zie je nog


eens hoe je de rekenregels voor machten
toepast.

11 §1.6AB  65 66 68 69 71 72  67 70  73 De rekenmachine gaat automatisch over op de


wetenschappelijke notatie als de uitkomst van
een berekening te groot is om op het scherm
weer te geven.

12 D-toets  1 2 3 4 6 7 9 11   PW 1e Toetsmoment
12 13 15
13 Herhaling   

14 Herhaling   

15 PW 2e Toetsmoment

You might also like