Professional Documents
Culture Documents
De Bijtschildpad
Inleiding
De bijtschildpad (Chelydra serpentina) behoort zoals alle andere schildpadden tot het
domein van de eukaryoten, het rijk van de dieren, de stam van de Chordata en de klasse van
de reptielen. De verdere classificatie van de soort gaat als volgt: orde van de schildpadden,
de familie van de bijtschildpadden en het geslacht Chelydra.
De schildpad is opvallend groot en grof gebouwd. Ze hebben een groot rugschild dat tot 50
cm lang worden maar hebben een merkwaardig klein plastron (onderschild). Aan de
onderkant hebben ze twee baarddraden die een tastzintuigijke functie hebben. In
tegenstelling tot veel andere schildpaddensoorten, zoals doosschildpadden en
klepschildpadden, kunnen bijtschildpadden hun kop en ledematen niet volledig
terugtrekken in het schild.
De dieren hebben een groot en stevig groenachtig bovenschild met enkele tinten beige en
bruinige plekken. Ze vallen hierdoor minder op tussen de zoetwaterplanten en het groenige
water van zoetwatermeren en rivieren. Het schild is ook redelijk ruw en puntig. Die
aanpassing is bedoeld om predatoren af te schrikken en als bescherming tegen de
elementen. Hun onderschild (plastron) is in tegestelling tot het bovenschild opmerkelijk
klein. Dit laat een grote bewegingsvrijheid van de kop en de poten toe.
Een andere bijzondere aanpassing is de locatie van de neusgaten. Die bevinden zich
namelijk aan de bovenkan van het hoofd, redelijk hoog boven de bek. Dit is een uitstekende
aanpassing om gemakkelijk te kunnen ademen terwijl ze in het water liggen.
Bibliografie:
VERSCHEIDENE AUTEURS, Bijtschildpad, internet, laatste aanpassing 20 april 2022,
(Bijtschildpad - Wikipedia)
LAZZARI, Z., What adaptations do snapping turtles have?, internet, 26 september 2017,
(What Adaptations Does a Snapping Turtle Have? | Animals.mom.com)