Professional Documents
Culture Documents
Artikel
Overleg
Lezen
Bewerken
Brontekst bewerken
Geschiedenis weergeven
Hulpmiddelen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kolibries
Fossiel voorkomen: Oligoceen – heden
Kolibries onderscheiden zich naast hun formaat door hun goede vliegvermogen. Met
hoge vleugelslagfrequenties zijn ze in staat om in de lucht op één plek te blijven,
zich razendsnel om te keren en zelfs achterwaarts te vliegen.
In het broedseizoen verleiden de mannetjes de vrouwtjes met hun schrille zang. Bij
enkele soorten voeren de mannetjes tijdens de balts een complexe vliegshow op.[1]
Het kleine, bekervormige nest wordt vaak in spinnenwebben vastgemaakt aan dunne
takken van een boom of struik. Sommige soorten bouwen hun nest aan de onderzijde
van grote bladeren, zoals palmbladen. Het legsel, dat meestal uit twee witte eieren
bestaat, en de jongen, worden door het vrouwtje verzorgd. De kolibriefamilie telt
meer dan 360 soorten.
Eigenschappen
Kolibries kunnen tot 15 jaar oud worden en keren ieder jaar naar dezelfde plaats
terug. Als het te koud wordt, trekken ze naar zuidelijker streken.
Kolibries hebben een lange tong, waarmee ze in de kroonbuis van de bloem kunnen
komen. Om bij de nectar te raken moeten ze hun tong uitrollen. De punt van de tong
is gespleten en heeft de vorm van een strohalm. Hierdoor kunnen ze bij nectar komen
waar zelfs insecten niet bij kunnen. Kolibries hebben een sterke voorkeur voor
oranje en rode bloemen.
Sommige soorten eten ook insecten. Kolibries moeten de hele dag eten om aan
voldoende energie te komen. Zelfs als het regent blijven kolibries doorvliegen,
maar kunnen dan minder voedsel vinden omdat veel bloemen zich bij regen sluiten.
Wanneer het langer dan een week aanhoudend regent, sterven veel kolibries door
gebrek aan voedsel.
Vliegvermogen
Kolibries kunnen door de zeer snelle vleugelslag (15 tot 80 slagen per seconde,
afhankelijk van de grootte van de vogel) in de lucht stil blijven hangen. Door de
plaatsing van de vleugels kunnen kolibries ook achteruit vliegen.[2] Ze kunnen
zelfs recht omhoog en recht omlaag vliegen. Deze manier van vliegen vraagt echter
veel energie, die verkregen wordt uit de suikers die in de nectar zitten.
Leefgebied
Kolibries leven op veel verschillende plaatsen. Er zijn er die op open plaatsen
leven, gebieden met veel zon en in de woestijn, maar ook die in het koude
hooggebergte leven, of in het tropisch regenwoud of andere vochtige streken. Ze
komen voor over het hele continent, van Alaska tot in Vuurland. De meeste komen
echter voor in tropisch en subtropisch Midden en Zuid-Amerika.
Afbeeldingen
Breedstaartkolibrie (Selasphorus platycercus)
Breedstaartkolibrie (Selasphorus platycercus)
Trochilidae
Florisuginae
Phaethornithinae
Polytminae
Lesbiinae
Heliantheini
Lesbiini
Trochilinae
Lampornithini
Mellisugini
Trochilini
Er worden volgens de IOC World Bird List 112 geslachten onderscheiden. Hieronder
staan deze geslachten (cursief) op alfabetisch volgorde met onderfamilie (uitgang -
inae) of geslachtengroep (uitgang -ini) tussen haakjes: