You are on page 1of 3

Dode Zee-rollen

Artikel
Overleg
Lezen
Bewerken
Brontekst bewerken
Geschiedenis weergeven

Hulpmiddelen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Deel van een serie artikelen over
Bijbelwetenschap
Papyrus 52
Canons
Boeken en genres
Tekstkritiek
Historisch onderzoek
Portaal Portaalicoon Literatuur

Fragmenten van de Dode Zee-rollen in het Archeologisch Museum in Amman

Qumran
De Dode Zee-rollen omvatten een collectie handschriften van meer dan 900
documenten, inclusief ruim 200 handschriften van de Hebreeuwse Bijbel, de Tenach
(of de Hebreeuwse Bijbel). Ze werden ontdekt tussen 1947 en 1956 in elf grotten in
de buurt van de nederzetting van Qumran, een plaats op de Westelijke Jordaanoever
aan de noordwestkust van de Dode Zee, ongeveer 12 kilometer ten zuiden van Jericho.
Hier was een nederzetting van de zogenoemde Qumran-sekte, waarschijnlijk een
strenge aftakking van de Essenen.

De tot 1956 gevonden documenten zijn geschreven in het Hebreeuws, Aramees en


Grieks. Ze dateren uit de periode ca. 250 vóór Christus tot ca. 50 n.Chr.
Waarschijnlijk zijn ze rond 68 n.Chr. verstopt in de grotten. De meeste teksten
zijn geschreven op perkament, sommige op papyrus en één op koper. Na 2002 zijn
meerdere fragmenten gevonden. Volgens onderzoekers zijn die waarschijnlijk alle
vals.

Belang
Deze handschriften zijn belangrijk, want ze vormen een bron over de joodse cultuur
van ruim 2000 jaar geleden. Ze werpen licht op de politieke en religieuze context
van die dagen. Ze zijn ook relevant voor het onderzoek naar de tekstoverlevering
van de Hebreeuwse Bijbel.

De beschikbare Bijbelse handschriften uit de 10e en 11e eeuw (de Masoretische


Tekst) blijken vrij nauwkeurig aan te sluiten bij de handschriften die in Qumran
zijn gevonden. Uit de rollen blijkt dat er buiten de Masoretische andere
teksttradities bestonden zoals de Samaritaanse Pentateuch en de Griekse Septuagint.

Het gegeven dat er zo veel bronnen zijn over de Essenen, inclusief de zeer beroemde
Dode Zee-rollen, maakt dat het belang van de Essenen regelmatig wordt overschat of
dat hun opvattingen bijvoorbeeld worden gezien als kenmerkend voor het judaïsme in
de tijd van Jezus. Van de sadduceeën, een partij in dezelfde periode, is geen
enkele primaire bron bewaard gebleven en de opvattingen van de farizeeën moeten met
veel moeite worden "gereconstrueerd" aan de hand van latere rabbijnse literatuur.
Terwijl deze laatste partijen veel belangrijker waren in die periode, krijgen ze
door het ontbreken van primaire bronnen vaak onvoldoende aandacht in vergelijking
met de Essenen. Ten slotte moet in gedachten worden gehouden dat alle partijen en
sektes slechts een minderheid waren en een afwijking van het "gewone" judaïsme.[1]

Ontdekking van de Dode Zee-rollen


Grotten bij Qumran
De ontdekking van de Dode Zee-rollen vond onverwacht plaats. Volgens de
overlevering zou Mohammed ed-Dib (een bedoeïen van de Ta'amireh stam, bijgenaamd
"de wolf") eind 1946 of begin 1947[2] bij Qumran op zoek zijn geweest naar een
schaap, dat van de kudde afgedwaald was. Daarbij doorzocht hij ook de grotten in de
heuvels en wierp een steen in een van de grotten in de hoop zijn schaap eruit te
jagen. Hij vond het schaap niet, maar wel hoorde hij iets wat leek op het breken
van aardewerk. Hij betrad de grot en vond oude potten met daarin beschreven rollen
in linnen gewikkeld. Deze bracht hij naar een antiquair in Bethlehem genaamd Khalil
Iskander Shahin, bijgenaamd 'Kando'. Dit is de meest gebruikelijke versie,
gebaseerd op interviews van John C. Trever. In andere verhalen is sprake van een
geit en van meerdere bedoeïenen; over de exacte toedracht zijn van het begin af aan
tegenstrijdige berichten in omloop.[2] Hoe dan ook, in de loop van het voorjaar en
de zomer van 1947 kochten Kando en zijn collega's meerdere malen rollen van de
bedoeïenen.[2]

Via Kando kwamen de rollen in Jeruzalem terecht bij de Syrische metropoliet Mor
Athanasius Yeshu Samuel, aartsbisschop van de Syrisch-orthodoxe Kerk - die ze eerst
aan de Nederlandse syroloog, archeoloog en pater dr. Jan van der Ploeg toonde - en
later meenam naar Amerika. De drie andere rollen[3][4] kwamen in handen van Eleazar
Sukenik, het toenmalige hoofd van de archeologische faculteit van de Hebreeuwse
Universiteit van Jeruzalem, die de rollen ook aan Amerikaanse wetenschappers
doorgaf. De rollen die eerder naar Amerika waren meegenomen, werden daar in 1954 te
koop aangeboden en door Yigael Yadin (de zoon van Sukenik) met hulp van enkele
Amerikaanse Joden gekocht voor de enkele jaren daarvoor opgerichte Israëlische
staat, waar ze in 1955 aankwamen.[2]

Vooral door toedoen van Sukenik werd bekend, dat er in Qumran belangrijke
handschriften lagen van de Tenach. De doorbraak kwam toen John C. Trever van de
American School of Jerusalem de rollen fotografeerde en de foto's stuurde naar zijn
landgenoot William Foxwell Albright. In 1949 werd het gebied rond Qumran nauwkeurig
onderzocht door de Franse dominicaan Roland de Vaux van de École Biblique te
Jeruzalem en het hoofd van het Departement van Oudheden in Jordanië, G. Lankaster
Harding. Zij ontdekten in de grot nog meer rollen en fragmenten van
Bijbelhandschriften.

In de jaren daarna is het hele gebied nauwkeurig doorzocht, zowel door archeologen
als door bedoeïenen. In de periode tot februari 1956 zijn in totaal 11 grotten met
manuscripten of andere artefacten aangetroffen. De meeste grotten (waaronder grot
4, waar de meeste handschriften zijn aangetroffen) zijn door bedoeïenen gevonden.

Datering
Op grond van paleografische kenmerken en de datering van het aardewerk dat in grot
1 gevonden is, claimden Sukenik en andere wetenschappers die bij het onderzoek naar
de Dode Zee-rollen betrokken waren, dat deze afkomstig moesten zijn uit het begin
van de gangbare jaartelling. Deze datering leek bevestigd te worden door C14-
datering toe te passen op het linnen waarin een van de handschriften uit grot 1 was
opgeborgen.[5] Niet iedereen kon zich in die datering vinden. In verschillende
lezingen en publicaties beargumenteerde Solomon Zeitlin, professor Rabbijnse
literatuur aan het Dropsie College in Pennsylvania, die eerder bij de publicatie
van in Cairo gevonden handschriften betrokken was, op grond van zijn studie naar de
'the internal evidence' dat de Dode Zeerollen geen waarde hadden voor het judaïsme
of de geschiedenis van het vroege christendom en dat een gedetailleerde studie van
die rollen aantoont dat ze in de Middeleeuwen zijn geschreven, door Karaïtische
secten.[6] Millar Burrows, die bij het onderzoek naar de Dode Zeerollen betrokken
was, reageerde op Zeitlins kritiek en bepleitte dat de argumenten voor een
middeleeuwse datering niet steekhoudend waren en dat een datering rond het begin
van de gangbare jaartelling het beste paste bij de op dat moment beschikbare
gegevens.[7] Vooral het paleografisch onderzoek van Frank Moore Cross, die de
rollen indeelde in drie groepen (datering resp. 250-150 v.Chr., 150-30 v.Chr. en 30
v.Chr. - 68/70 n.Chr.) is lange tijd als de standaard beschouwd.[8]

Begin jaren 1990 was de methode van C14-datering zover verfijnd dat ook met weinig
materiaal een betrouwbare datering kon worden vastgesteld. In 1990 werd een
steekproef van 14 handschriften genomen, afkomstig van verschillende vindplaatsen
(onder meer Qumran, Masada en Wadi Muraba'at). Dit onderzoek bevestigde de gangbare
datering van in Qumran gevonden handschriften in de periode van de laatste eeuwen
vóór tot de eerste eeuw na Chr.[9] In 1994/1995 is in een ander laboratorium
nogmaals een steekproef van 22 handschriften (opnieuw afkomstig van verschillende
vindplaatsen) met behulp van C14-datering gedateerd, met vergelijkbare resultaten.
[10] In bijna alle gevallen bevestigde het C14-onderzoek de op paleografie
gebaseerde datering.[11]

Authenticiteit
Door de jaren heen zijn gedeeltes van rollen te koop aangeboden, waaronder die door
bedoeïenen gevonden zijn in Nahal Arugot en stammen uit de tijd van de Bar Kochba-
opstand.[bron?] Oudheidkundigen maken zich grote zorgen over de commerciële
uitbating van verborgen Dode Zee-rollen door handelaren.

In 2018 werd bekend dat er sterk wordt getwijfeld aan de authenticiteit van de
rollen die sinds 2002 in de handel zijn gekomen. In 2017 werden er twijfels over
geuit door Dr. Kipp Davis van de Trinity Western University[12]. In oktober 2018
meldden wetenschappers dat de reeds bewezen vervalsingen het topje van de ijsberg
zijn.[13]

In maart 2020 bleek dat alle 16 fragmenten van de Dode Zeerollen van na 2002 die
zich bevinden in het Bijbelmuseum in Washington hedendaagse vervalsingen zijn.
Volgens onderzoekers zijn waarschijnlijk alle na-2002 verschenen fragmenten vals.
[14]

You might also like