Professional Documents
Culture Documents
In het vroege werk van de eerste generatie van de Haagse Scholers valt reeds de
aandacht voor licht en atmosfeer op, het zoeken naar een zielstoestand. Het
landschap werd beschouwd vanuit een menselijk oogpunt. Roelofs gold, wellicht samen
met de vroeg gestorven Gerard Bilders, in eerste instantie als de belangrijkste
promotor en noemde het "een zoektocht naar een eenvoudige, alledaagse waarheid".[8]
Het opgaan in kijken, observeren, daar ging het om. Opvallend was de typisch
Hollandse aandacht voor grootse luchten. Kenmerkend werd uiteindelijk vooral de
grijze tonaliteit en vaak nevelige sluiertechniek in de landschappen, die voor een
enigszins sombere uitstraling zorgde. Die grauwheid zou uiteindelijk het
handelsmerk worden voor de Haagse School. Een nieuw realisme met een typisch
Hollandse ondertoon: nuchter, met een groot gevoel voor ruimte. Hoewel er duidelijk
ook lijnen te trekken zijn naar de oud-Hollandse meesters, was het essentieel
anders dan de barokke en classicistische schilderkunst zoals die op de toenmalige
academies werd onderwezen. Aan de Haagse Kunstacademie werd het dan ook zonder
pardon afgewezen. De kunstkritiek uit die dagen moedigde de belangstelling voor het
"gekleurde grijs" al evenmin aan: Matthijs Maris moest zijn "grauwe bril" maar eens
afzetten en Anton Mauve kreeg het commentaar dat zijn oog met een rouwfloers bedekt
was.[9] Van somberheid was echter geen enkele sprake bij de jonge kunstschilders
zelf. De correspondentie tussen bijvoorbeeld Anton Mauve en Willem Maris getuigde
van groot enthousiasme voor de gezamenlijke zwerftochten en het buiten schilderen.
De vriendschappen die er werden gesloten bleken veelal voor het leven en legden de
basis voor de onderlinge samenhang binnen de gelederen van de uiteindelijke Haagse
School.
De faam van de Haagse Scholers steeg snel. Vincent van Gogh, die begin jaren 1870
als jongste bediende werkte in de kunsthandel van zijn "ome Cent", duidde hen later
in zijn brieven aan als "mastodonten", hetgeen onderstreept dat ze een leidende
positie in begonnen te nemen binnen de Nederlandse schilderkunst.[14]