You are on page 1of 4

Zestiende eeuw

Zweedse Onafhankelijkheidsoorlog
Begin zestiende eeuw groeide de spanning tussen de unionisten en de anti-
unionisten. Toen de unionisten hulp vroegen aan koning Christiaan II ging hij daar
gretig op in. Het verhaal eindigde met het Stockholms bloedbad (1520). Onder
leiding van Gustaaf Wasa namen de Zweden de wapens op, het begin van de Zweedse
Onafhankelijkheidsoorlog. De oorlog eindigde met het vredesverdrag van Malmö,
waardoor naast de Zweedse onafhankelijkheid, tevens een einde kwam aan de Unie van
Kalmar. Een poging de unie te herstellen leidde tot de Zevenjarige Oorlog (1563-
1570), zonder resultaat.

Reformatie
Zie Reformatie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De reformatie kwam rond 1530 overgewaaid naar Scandinavië. Scandinavië zou weldra
een hartland van het lutheranisme worden. De schrik om terug in het katholieke kamp
te verzeilen leidde tot de Zweedse Burgeroorlog (1598-1599).

Zeventiende eeuw
Opkomst van Zweden en het Zweedse Rijk
Koninkrijk Zweden (1523-1814)
Gustaaf II Adolf van Zweden was zestien jaar toen hij gekroond werd. Zijn eerste
taken waren het sluiten van vrede. Met de Vrede van Knäred (1613) eindigde de
Kalmaroorlog met Denemarken, dit ten koste van een grote geldsom. De Vrede van
Stolbovo (1617) beëindigde de Ingrische Oorlog tegen Rusland; Zweden breidde zijn
gebieden oostwaarts uit. De Wapenstilstand van Altmark (1629) maakte een einde aan
de Pools-Zweedse Oorlog (1600-1629).

Dertigjarige Oorlog

Portret van Christiaan IV van Denemarken.


Zie Dertigjarige Oorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De Dertigjarige Oorlog was een tussen 1618 en 1648, voornamelijk in het Centrale
Europese gebied van het Heilig Roomse Rijk, waarbij echter ook de belangrijkste
continentale machten waren betrokken, uitgevochten conflict. De oorzaken voor het
conflict waren zeer uiteenlopend. Hoewel het van in het begin een godsdienstig
conflict tussen protestanten en katholieken was, was het zelfbehoud van de
Habsburger ook een deel van de inzet van de strijd. De Denen en vervolgens Zweden
kwamen verscheiden malen tussenbeide ter verdediging van hun eigen belangen.

Na de Paltse- en Duitse fase was Denemarken een koninkrijk met een niveau van
stabiliteit en rijkdom, dat praktisch ongeëvenaard was in de rest van Europa, mede
door de Sonttol en de uitgebreide oorlogsschadeloosstellingen van Zweden.
Christiaan IV van Denemarken had van de penibele situatie in Noord-Duitsland
geprofiteerd, Hamburg was gedwongen de Deense soevereiniteit in 1621 te aanvaarden
en in 1623 werd de toekomstige Deense kroonprins bisschop van Bremen-Verden
gemaakt. Het enige land in Europa met een vergelijkbaar sterke financiële positie
was, Beieren. Christiaan IV, boegbeeld van de Lutheranen, kreeg hulp van de
Engelsen en de Zeven Verenigde Gewesten, maar ook de Franse regent kardinaal
Richelieu - een goed katholiek! - was bereid om te betalen voor een Deense inval in
Duitsland. Christiaan viel aan het hoofd van een 20.000 koppen tellend
huurlingenleger Duitsland binnen. Deze interventie begon in 1625 en duurde tot in
1629. Succesvol was de campagne niet en eindigde met de Vrede van Lübeck.

De dood van koning Gustaaf II Adolf op 16 november 1632 in de Slag bij Lützen
(schilderij van Carl Wahlbom).
Onder druk van de Katholieke Liga werd Albrecht von Wallenstein, de keizerlijke
generaal afgezet. Dit was de aanzet voor koning Gustaaf II Adolf van Zweden, om de
Deense fakkel over te nemen. De Zweedse interventie begon in 1630 en duurde tot
1635. Net zoals Christiaan IV werd Gustaaf Adolf door Richelieu gesteund. Gustaaf
Adolf was uit een ander hout gesneden dan Christiaan. Van 1630 tot 1634 dreven ze
de katholieke krijgsmacht terug en herwonnen een groot deel van de bezette
protestante gebieden. Keizer Ferdinand werd gedwongen Wallenstein terug te roepen.
Gustaaf Adolf sneuvelde in de Slag bij Lützen (1632), in hetzelfde jaar stierf de
keizerlijke generaal, Johan t'Serclaes van Tilly. In 1634 werd Wallenstein in
opdracht vermoord. Spanje onder leiding van Ferdinand van Oostenrijk was
genoodzaakt in te grijpen. Beide partijen tekende de Vrede van Praag (1635).

De verschuldigde sonttol aan Denemarken, lag de Zweden nog steeds zwaar op de maag.
De tijdelijk rustpauze na de Vrede van Praag, gaf Zweden de mogelijkheid om
Denemarken aan te vallen en van de Deense tolheffing af te komen.

De slotfase en de beëindiging van de Dertigjarige oorlog zijn hoofdzakelijk aan de


Zweden te danken. Als de Zweedse troepen in 1648 voor de poorten van Praag stonden,
was Keizer Ferdinand III gedwongen de Vrede van Westfalen te ondertekenen.

Noordse Oorlog

Zweden op het hoogtepunt van zijn territoriale expansie, na het vrede van Roskilde
in 1658.
Of de relatie met Polen-Litouwen nu goed of slecht was, er was een royale band.
Toen Rusland, Polen onder voet liep, voelde Zweden zich genoodzaakt in te grijpen,
de Noordse Oorlog (1655-1660).

Schoonse Oorlog
Een bondgenootschap met Frankrijk (1672) sleurde Zweden mee in de Hollandse Oorlog
en bracht Zweden in oorlog met Brandenburg en Denemarken (1674-1679), de Skånse
Oorlog. In 1676 was Karel XI van Zweden de overwinnaar van de bloedige slag bij
Lund, waarbij de helft van alle soldaten op het slagveld het leven liet. Na de
vrede wijdde Karel XI zich aan het herstel van Zweden onder een semi-
absolutistische monarchie.

Achttiende eeuw
Grote Noordse Oorlog
Zie Grote Noordse Oorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Zweedse overwinning te Narva, 1700 door Gustaf Cederström, geschilderd in 1910.


De Grote Noordse Oorlog (1700 - 1721) was de oorlog die werd uitgevochten tussen
een coalitie van Rusland, Denemarken-Noorwegen en Saksen-Polen (vanaf 1715 ook
Pruisen en Hannover) tegen Zweden. Het begon door een gecoördineerde aanval op
Zweden door de coalitie in 1700 en eindigde in 1721 met het sluiten van de vredes
van Nystad, Stockholm en Frederiksborg. Door deze oorlog verdrong Rusland Zweden
als dominante macht in de Oostzee en werd een belangrijke speler in Europese
politiek.

Vrijheidstijden
Karel XII van Zweden stierf in 1718. Zijn zuster Ulrike mocht hem opvolgen op
voorwaarde dat ze een nieuwe grondwet ondertekende. De absolute monarchie werd
afgeschaft en de macht kwam bij de Riksdag te liggen.

In Denemarken bleef het absolutisme de norm. De Deense koningen streefden in deze


periode naar strikte neutraliteit.

Verlicht despotisme
Gustaaf III van Zweden probeerde door middel van een putsch op 19 augustus 1772 in
Zweden de absolute monarchie te herstellen. In Denemarken was de mentaal labiele
Christiaan VII aan de macht. Het koningshuis werd gedomineerd door allerlei
intriges, maar ook de Verlichting deed zijn intrede.
In 1788 traden de beide landen terug in oorlog.

Kolonialisme
Zie kolonisatie en imperialisme, Deense Oost-Indische Compagnie en Zweedse Oost-
Indische Compagnie voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.
Zowel Zweden als Denemarken behielden van de 17e tot de 20e eeuw een aantal
kolonies buiten Scandinavië. Denemarken had in de Noord-Atlantische Oceaan kolonies
in Groenland en IJsland. In het Caribisch gebied stichtte Denemarken in 1671 een
kolonie op St. Thomas, op St John in 1718 en kocht in 1733 Saint Croix van
Frankrijk. Denemarken had ook kolonies in India, Tranquebar en Frederiksnagore. De
Deense Oost-Indische Compagnie opereerde vanuit Tranquebar. Zweden richtte ook een
Zweedse Oost-Indische Compagnie. Gedurende hun hoogdagen importeerden de Deense en
Zweedse Oost-Indische Compagnieën meer thee dan de Britse Oost-Indische Compagnie -
en smokkelden 90% ervan binnen in Groot-Brittannië, waar het met een enorme winst
zou worden verkocht. Beide Oost-Indische Compagnieën gingen ten onder tijdens de
napoleontische oorlogen. Zweden had een kortstondige kolonie in Noord-Amerika en
bezat in het Caribisch gebied Saint-Barthélemy (1785-1878) en Guadeloupe.

Negentiende eeuw
Napoleontische oorlogen
Zie napoleontische oorlogen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Eerste slag bij Kopenhagen, 1801.


Denemarken en Zweden sloten zich in 1780 bij het Rusland van Catharina II van
Rusland aan in het Verbond van Gewapende Neutraliteit, met als voornaamste doel de
handelsvloot te beschermen tegen aanvallen door Britse marineschepen. In de
praktijk zou het verbond weinig bereiken.

In 1800, tijdens de Tweede Coalitieoorlog tegen revolutionair Frankrijk, vormde


tsaar Paul van Rusland een tweede Verbond van Gewapende Neutraliteit met Pruisen,
Denemarken en Zweden. Dit verbond was echter minder succesvol dan de voorganger
ervan, omdat de Britten het als een verkapte oorlogsverklaring zagen.

De Britse admiraal Horatio Nelson viel op 2 april 1801 de Deens-Noorse vloot aan in
de Zeeslag van Kopenhagen, en vernietigde het grootste deel van de vloot. In de
wapenstilstand die op de zeeslag volgde kwamen de Denen overeen om uit het Verbond
van Gewapende Neutraliteit te treden. Kort daarop, op 23 maart, werd tsaar Paul
vermoord, waarmee er een definitief einde kwam aan het verbond.

Zweden sloot zich onder Gustaaf IV Adolf van Zweden aan bij de Derde Coalitie
(1805) tegen Napoleon I van Frankrijk, waartoe ook Oostenrijk, Groot-Brittannië en
Rusland behoorden. Zijn campagne liep echter slecht af en Zweeds Pommeren werd door
de Fransen bezet. Toen zijn bondgenoot, Rusland, vrede sloot en een alliantie
maakte met Frankrijk in Tilsit (Vrede van Tilsit) in 1807, bleven alleen Zweden,
het Portugal van koningin Maria I en het Groot-Brittannië van koning George III nog
over als vijanden van Frankrijk.

Finse Oorlog (1808-1809)


Zie Finse Oorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Op 21 februari 1808 vielen de Russische troepen Finland binnen. Finland bestond
toen uit Zweedse provincies. De Russen vielen Finland binnen om Zweden te dwingen
toe te treden tot Napoleons Continentale stelsel, een maatregel die alleen gericht
was tegen Engeland (1806-1814). Niet lang daarna verklaarde ook Denemarken-
Noorwegen de oorlog aan Zweden. Amper een paar maand later was bijna geheel Finland
al verloren aan de Russen. Als gevolg van de oorlog werd Zweden gedwongen, tijdens
het Verdrag van Hamina, dat werd gesloten op 17 september 1809, het oostelijke deel
van Zweden af te staan aan Rusland. Niet lang daarna werd het Grootvorstendom
Finland opgericht. De titel groothertog werd gegeven aan tsaar Alexander I van
Rusland.

You might also like