You are on page 1of 4

De indeling in generaties wordt in de literatuur trouwens ook niet altijd eenduidig

gehanteerd. Soms wordt zelfs van drie generaties gesproken, vaak wordt ook wel de
term "nabloei" gebezigd, voor latere schilders die nadrukkelijk eenzelfde
stijlopvatting hadden als de vroege Haagse Scholers. De afbakening van wie er wel
en wie niet tot de Haagse School moet worden gerekend is met dit alles niet
eenvoudig. Grenzen zijn vaak lastig te trekken, zeker "naar beneden". Onderstaande
lijst geeft een algemeen gangbaar overzicht van de belangrijkste exponenten, zonder
een pretentie van compleetheid.[27] De schilders van de Larense School, hoewel
stilistisch nauw verwant met de Haagse School, zijn niet opgenomen, uitgezonderd
Mauve en Neuhuys, als oorspronkelijke Haagse Scholers.

Eerste generatie
David Adolph Constant Artz (1837-1890)
Gerard Bilders (1838-1865)
Bernard Blommers (1845-1914)
Jan Willem van Borselen (1825-1892)
Johannes Bosboom (1817-1891)
Johannes Hubertus Leonardus de Haas (1832-1908)
Paul Joseph Constantin Gabriël (1828-1903)
Jozef Israëls (1824-1911)
Jacob Maris (1837-1899)
Matthijs Maris (1839-1917)
Willem Maris (1844-1910)
Anton Mauve (1838-1888)
Hendrik Willem Mesdag (1831-1915)
Sina Mesdag-van Houten (1834-1909)[28]
Taco Mesdag (1822-1902)
Alexander Mollinger (1836-1867)
Albert Neuhuys (1844-1914)[29]
Willem Roelofs (1822-1897)
Philip Sadée (1837-1904)
Julius van de Sande Bakhuyzen (1835-1925)
Johan Hendrik Weissenbruch (1824-1903)
Tweede generatie, nabloei
Johannes Evert Hendrik Akkeringa (1861-1942)
Louis Apol (1850-1936)
Floris Arntzenius (1864-1925)
Nicolaas Bastert (1854-1939)
Victor Bauffe (1846-1921)
Ludolph Berkemeier (1864-1931)
George Hendrik Breitner (1857-1923) (vroege werken)
Théophile de Bock (1851-1904)
Adriaan Groenewegen (1874-1963)
Marinus Heijnes (1888-1963)
Gerrit van Houten (1866-1934)
Isaac Israëls (1865-1934) (vroege werken)
Cornelis Kuypers (1864-1932)
François Pieter ter Meulen (1843-1927)
Evert Moll (1878-1955)
George Jan Hendik (Geo) Poggenbeek (1853-1903)
Anthon Gerard Alexander van Rappard (1858-1892)
Willem Cornelis Rip (1856-1922)
Fredericus van Rossum du Chattel (1856-1917)
Johan Scherrewitz (1868-1951)
Willem Bastiaan Tholen (1860-1931)
Floris Verster (1861-1927)
Jan Voerman (1857-1941)
Herman Johannes van der Weele (1852-1930)
Jan Hillebrand Wijsmuller (1855-1925)
Willem de Zwart (1862-1931) (vroege werken)
Andere Haagse Scholen
Haagse School (muziek)
Nieuwe Haagse School (bouwstijl)
Nieuwe Haagse School (beeldende kunst)
Navolging
Dordtse impressionisten
Literatuur
Jos de Gruyter: De Haagse School. Catalogus Gemeentemuseum Den Haag, 2 dln.,
Lemniscaat, Rotterdam, 1968-1969.
John Sillevis en Anne Tabak, Het Haagse School boek. Waanders Uitgevers, Zwolle,
Gemeentemuseum Den Haag, 2001. ISBN 904009540X
Renske Suijver: Spiegel van Holland. Het mooiste van de Haagse School in het
Rijksmuseum. Rijksmuseum / Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam, 2008. ISBN 978-90-
868-9046-0
Hans Janssen, Wim van Sinderen: De Haagse School. Catalogus, Kunsthal Rotterdam,
Gemeentemuseum Den Haag, Waanders Uitgevers Zwolle, 1997. ISBN 90-400-9982-0
John Sillevis: De Haagse School. De collectie van het Haags Gemeentemuseum.
Catalogus, Haags Gemeentemuseum, 1988. ISBN 90-6730-052-7
Fred Leeman, John Sillevis: De Haagse School en de jonge Van Gogh. Catalogus
Gemeentemuseum Den Haag, Waanders Uitgeverij Zwolle, 2005. ISBN 90-400-9071-8
Marjan van Heteren, Guido Jansen, Ronald de Leeuw: Poëzie der werkelijkheid;
Nederlandse schilders van de negentiende eeuw. Rijksmuseum Amsterdam, Waanders
Uitgevers, 2000. ISBN 90-400-9419-5
Jan Jaap Heij: Hollands impressionisme. Catalogus Singer Laren, Uitgeverij THOTH
Bussum, 2013. ISBN 978-90-6868-628-9
Wesselius, H.A. (red.): Schilders van de Broeksloot. Kleine namen, grote meesters
in en om de Haagse School. Uitgeverij De Doelenpers, Alkmaar, 1999. ISBN 90-70655-
25-X
John Sillevis, Irene Smets, Jeroen Stumpel: De schilderkunst der Lage Landen; deel
3: de negentiende en twintigste eeuw. Amsterdam University Press, 2007. ISBN 978-
90-5356-681-7
Gijs van der Ham, Ronald de Leeuw, Jenny Reynaerts, Robert-Jan te Rijdt:
Netherlandish Art 1800-1900. Rijksmuseum Amsterdam, Waanders Zwolle, 2009. ISBN
978-90400-8616-8
Ronald de Leeuw, John Sillevis, Charles Dumas: De Haagse School, Hollandse meesters
van de 19de eeuw, Catalogus bij de tentoonstelling georganiseerd door het Haags
Gemeentemuseum en de Dienst Verspreide Rijkskollekties, Den Haag, in samenwerking
met de Réunion des musées nationaux, Parijs en de Royal Academy of Arts, Londen;
Grand Palais, Parijs, Royal Academy of Arts, Londen, Haags Gemeentemuseum, Den
Haag' 1983.
Externe links
De Haagse School op ArtSalonHolland
De Haagse School op Gemeentemuseum Helmond
De Haagse School op Kunstbus
De Haagse School op Schilderijen Site
Wessel Krul: De Haagse School en het Nationale landschap
Antoon Erftemeijer: Zo Hollands
Wikisource
(en) Dutch Art in the Nineteenth Century/The Forerunners of the Hague School.
(en) Dutch Art in the Nineteenth Century/The Hague School: Introduction.
(en) Dutch Art in the Nineteenth Century/Intermezzo.
(en) Dutch Art in the Nineteenth Century/The Hague School Sequel.
(en) Dutch Art in the Nineteenth Century/The Younger Masters of the Hague School.
Noten
Verkorte literatuurverwijzingen gaan steeds terug op de hierboven vermelde werken.

Kwalificatie ontleend aan Janssen en Van Sinderen, blz. 8.


Cf. Sillevis e.a.: De schilderkunst der Lage Landen, blz. 89-90.
Weissenbruch en Roelofs waren in 1847 betrokken bij de oprichting van de Pulchri
Studio.
Cf. Sillevis, Het Haagse School Boek, hoofdstuk De rol van de kunsthandel, blz.
89.
Vader en zoon Bilders bezochten in 1860 ook een tentoonstelling van de Barbizon-
schilders in Brussel, waar ze erg onder de indruk raakten. Het betekende voor hen
een definitieve ommezwaai van de romantiek naar het realisme.
Cf. Sillevis, Het Haagse School Boek, hoofdstuk De les van de natuur, blz. 41.
Cf. Janssen en Van Sinderen, blz. 8.
Cf. Janssen, Van Sinderen, blz. 12.
Cf. Sillevis,De les van de natuur", in Het Haagse School Boek, blz. 42.
Cf. Sillevis, Het Haagse School Boek, hoofdstuk De rol van de kunsthandel, blz.
74.
Cf. Sillevis: Het Haagse School Boek, blz. 28.
In een artikel in het tijdschrift ‘De Banier’ in zijn artikel ‘Een blik in de
Hollandsche schilderkunst onzer dagen’, cf. .....
Janssen en Van Sinderen wijzen erop (blz. 10) dat dit criterium twijfelachtig is
omdat veel van de Haagse Scholers slechts korte tijd in Den Haag woonden en diverse
leden ook van buiten de residentiestad afkomstig waren.
Cf, Janssen en Van Sinderen, blz. 8.
A.M. Hammacher (1941), Amsterdamse Impressionisten en hun kring; J.M. Meulenhof,
Amsterdam, 1946
Cf. Suijver, blz. 11-12.
Cf. Suijver, blz. 18.
Cf. Janssen, Van Sinderen, blz. 8.
Cf. Sillevis: De Haagse School en de jongen Van Gogh, blz. 42.
Het schilderij werd later verworven door de National Gallery te Londen, waar het
zich nog steeds bevindt. Zie afbeelding op WikiCommons.
Cf. Sillevis:Het Haagse School Boek, blz. 17.
Cf. Sillevis: Het Haagse School Boek, blz. 25.
Cf. Schilders van de Broeksloot, blz. 3.
De term "synthetiserend" is ontleend aan Janssen en Van Sinderen, blz. 9. Bedoeld
wordt het met elkaar in verband brengen cq. samenvoegen tot een geheel. De Gruyter
is daar volgens de schrijvers in zijn boek over de Haagse School niet in geslaagd
en bleef voornamelijk steken in afzonderlijke beschrijvingen van de "leden".
Qua geboortejaren zit er een opvallend gat in de jaren 1840-1850.
Cf. Sillevis e.a.: De schilderkunst der Lage Landen, blz. 100.
De gegevens selectie 9-11-2014, bij herschrijving van het lemma, is bepaald op
basis van de in de toen opgevoerde literatuurbronnen. De opgenomen kunstschilders
zijn in deze literatuur minimaal 1 keer expliciet genoemd als behorend tot de
Haagse School, m.u.v. Heijnes, Groenewegen en Voerman die overgenomen zijn uit een
eerdere versie van het lemma op Wikipedia. Het onderscheid in eerste generatie en
tweede generatie / "nabloei" voert in belangrijke mate terug op geboortejaar, een
criterium dat goeddeels samenvalt met de in de literatuur onderscheiden
ontwikkelperiodes.
"Sientje" Mesdag-Van Houten begon pas relatief laat zelf met schilderen, maar
wordt doorgaans tot de eerste generatie gerekend, mede omdat ze altijd in hun
kringen verkeerde.
Neuhuys wordt door Van Santen Kolff in 1875 reeds in een adem genoemd met de
schilders van de eerste generatie, hoewel toen nog pas kort actief. Op grond
daarvan is hij ook hier bij de eerste generatie geschaard.

Zie de categorie Haagse School van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit
onderwerp.
Categorieën: SchilderstijlRealismeHaagse School
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 3 jan 2024 om 21:47.
De tekst is beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk
delen, er kunnen aanvullende voorwaarden van toepassing zijn. Zie de
gebruiksvoorwaarden voor meer informatie.
Wikipedia® is een geregistreerd handelsmerk van de Wikimedia Foundation, Inc., een
organisatie zonder winstoogmerk.

You might also like