You are on page 1of 7

H33: protostomen

Protostomia: eerst mond

PHYLUM PLATYHELMINTHES
= platwormen van 1mm tot vele meters

Lophotrochozoa ü spirale klieving


Lophotrochozoa
Lophotrochozoa
Trochofoor Lophofoor

Mollusca & Annelida Bryozoa & Brachiopoda 5

Lichaamsopbouw
- triploblas:sch – acoelomaat
- longitudinale en circulaire spieren
- vrijlevend of endoparasitair

Lichaamsfunc:es
- Voeding:
o carnivoor - slechts 1 opening thv uitstulpbare pharynx en verder blind
eindigende vertakkingen
o eerst extracellulaire vertering; dan intracellulair via fagocytose
o vele parasitairen nemen rechtstreeks reeds verteerd voedsel op van gastheer:
verteringsstelsel sterk gereduceerd tot zelfs afwezig
- Ademhaling:
o via diffusie, geen circula:estelsel
- Excre:estelsel:
o netwerk van vlamcellen en poriën in epidermis (vooral osmoregula:e = zout-
en waterbalans)
- Zenuwstelsel:
o anterieur cerebraal ganglion en zenuwstrengen (laddertype) – vrijlevende
platwormen hebben fotoreceptoren op kop
- Voortplan:ng:
o hermafrodiet, meestal kruisbevruch:ng
o interne bevruch:ng, eiafleg en externe ontwikkeling (soms via larve)
- Regenera:e: in stukken -> elk stuk groeit uit tot volledige platworm
Classifica:e
• Turbellaria of trilhaarwormen
• Trematoda of zuigwormen Neodermata: parasitair
• Cercomeromorpha of lintwormen - Nieuwe huid =neodermis
- Geen oogvlekken
Turbellaria of trilhaarwormen
- Vrijlevend, bewegen voort via trilharen op buikzijde
- Carnivoor
- Vb.: dugesia

Trematoda of zuigwormen
- Endoparasieten, vooral van vertebraten
- Hebben meestal mond- en buikzuignap en/of haken
- Meestal meerdere gastheren, waaronder 1 slak en 1 vertebraat (ook mens)
- Vb.: leverbot

Clonorchis sinensis (chinese leverbot)


- LeeV in galkanaal van mens, kat, hond, varken
- Hermafrodiet, kruisbestuiving
- Eieren bevaWen gecilieerde 1e stadium larve of miracidiumlarve
o Komen vrij via faeces
- In water opname door slak: ei wordt sporocyst: ontstaan van redialarve (niet
gecilieerde larve) -> groeien uit tot cercarialarve: komen vrij in water -> boren zich in
spieren of onder schubben van vis -> transforma:e tot metacercaria in cyste
- Zoogdier eet rauwe vis
o Cyste lost op in darmen
o Jonge worm migreert naar galkanaal en matureert

Uitleg levenscycus: leeV in darmkanalen >


volwassen worm legt eitjes na kruisbevruch:ng,
ontstaan eerste stadium larve, miracidium komt
mee naar buiten in water terecht > worden
opgenomen door slak, na opname aanhech:ng aan
bepaalde weefsels, larve vormt om tot sporocyst,
ontstaan kiemcellen, ontstaan redia > larve wordt
cercaria larve komt vrij, wordt opgenomen door vis,
in spieren transformeren tot metacercaria, kist mee
opgenomen door darm als we vis eten, matureert in
darm kan tot 30jaar overleven: leversirose

Schistosoma
- Schistosomiase = bilharziose of zwemmersjeuk (dodelijk)
- LeeV in bloedvaten van darm of urineblaas -> breekt door bloedvatwand om via
darm en urineblaas naar buiten te komen
- Geen vaccin -> coa:ng van huid met gastheer-an:genen = geen
imuunreac:e
Cercomeromorpha of lintwormen
- Endoparasieten in darm van vertebraten
- Geen eigen spijsverteringsstelsel
- Hechten zich vast via hun scolex met zuignapjes of haakjes
- 2 gastheren

Taenia sagina:a of runderlintworm


- Lichaam uit drie delen: scolex – nek – proglocden
- Scolex heeV 4 zuignappen en haken
- Proglocde: een complexe hermafrodiete eenheid: bevat m,vr voortplan:ngsorganen
- Nek: plaats van ontstaan van nieuwe proglocden
- In proglocde rijpt ei -> wordt bevrucht -> zygote differen:eert tot embryos
o Proglocde breekt af en verlaat gastheer via faeces
o Embryos komen vrij voor opname in nieuwe gastheer

Nut/nadeel
- Sterk regenera:evermogen: onderzoek op o.a. dugesia
- Produc:everlies in veeteelt
o Leverbot herkauwers, schapen gevoeliger dan runderen
o Tussengastheer voor lintwormen
- Infec:e bij de mens
o Levercirrose
o Schistosomiase
o Runder- en varkenslintworm

PHYLUM ROTIFERA
PHYLUM MOLLUSCA
= weekdieren
- (naakt)slakken, oesters, octopus, nau:lus, mosselen,…
- Ontstaan in oceanen, meesten leven nog in zeewater, ook zoetwater / voch:ge grond
- Met of zonder schelp (ca-carbonaat)

Lichaamsopbouw
- Bilateraal symmetrisch (vaak torsie :jdens ontwikkeling)
- Gereduceerd coeloom rond hart, excre:eorgaan en delen van spijsverteringsstelsel
- Niet al:jd duidelijke kop
- Mantel: ontstaan door plooien in dorsale lichaamswand – mantelholte
o epitheelcellen van mantel kunnen harde externe schelp vormen
o In mantelholte: kieuwen = filamenten rijk aan bloedvaten
§ zorgen voor zuurstofopname uit water (soms cilia)
§ filteren voeding bij bivalven
- Gespierde voet voor voortbeweging, graven, vangen voedsel,
o soms omgevormd tot tentakels of armen, of zelfs vleugelach:ge structuren
(produc:e mucus mogelijk)

lichaamsfunc:es
- Voeding: carnivoor of herbivoor, radula (chi:neuze tandjes)
- Filtervoeders (mosselen) – ac:eve jagers (inktvis)
- Allemaal een radula in de mondholte (behalve de bivalvia: kieuwen aangepast aan
filtervoeding): rasp van chi:neuze tandjes: om voedsel af te grazen van bvb algen, of
om door de schelp van een prooi te boren
- Ademhaling meestal via kieuwen
- Open bloedsomloop (uitgezonderd inktvissen)
o hart uit drie compar:menten:
§ twee collecteren zuurstofrijk bloed thv kieuwen
§ derde pompt bloed rond
o hemocoel
o hemolymfe!, geen bloed

- Excretie van stikstofhoudende afvalstoffen door twee nephridia:


o Gecilieerde trechter of nephrostoom neemt afvalstoffen op uit coeloom
komen in tubulus en worden dan afgegeven via een excretieporus in de
mantelholte – worden dan afgevoerd met waterstroom – nog bruikbare
stoffen (bvb suikers, zouten, water) worden gereabsorbeerd door
nephridiumwand
- Voortplanting:
o gescheiden geslacht, soms hermafrodiet met kruisbestuiving
o bevruchting bij aquatische weekdieren uitwendig, spirala klieving en met
vrijzwemmende larven (trochophora en veliger larven)
o bevruchting bij vele slakken inwendig (leven op land mogelijk)

classifica:e
4 van de 7/8 onderscheiden klassen:
1. polyplacophora (keverslakken)
2. gastropoda (slakken)
3. bivalvia (tweekleppigen = schelpdieren)
4. cephalopoda (inktvissen, koppo:gen)
polyplacophora
- marien – herbivoor
- lichaam niet gesegmenteerd > bedekt met 8 overlappende dorsale kalkach:ge platen
- ventrale voet omgeven door mantelholte met daarin kieuwen

gastropoda
- marien – zoetwater – terrestriaal
- meestal schaal, soms schaal verloren
- tentakels met chemo- en mechanoreceptoren, en/of ogen
- torsie :jdens larvale ontwikkeling – verlies van bilaterale symmetrie
- velen hermafrodiet met kruisbevruch:ng
- marien: kieuwen in mantelholte onder schelp
- marien zeeslakken: kieuwen extern (predatoren)
- terrestriaal: bloedvaten in mantelholte doen dienst als long
- terrestriaal: naaktslakken

Bivalvia
- Marien (zoetwater)
- Geen kop, geen radula
- Gespierde voet: gebruikt voor graven, vasthechten in grond
- Adductor- of sluitspieren: laten openen/sluiten schelpen toe, trekken
aan dorsaal scharnierligament
- Mantel bedekt de binnenkant van de schelp, vaak parelmoervorming
- Inadem- en uitademsifon
- Kieuwen in mantelholte
- Vasthech:ng via byssusdraden
- Vastcementeren van schelp
- Vrijzwemmend

cephalopoda
- Marien - carnivoor
- Geen larvaal stadium
- Voet omgevormd tot tentakels/armen
- Gesloten circula:estelsel
- Grote hersenen: intelligent
- Goed ontwikkelde ogen
- Predatoren: sterke kaken, papegaai-ach:ge bek, radula, speekselklier: afgiVe toxines
- Waterstroom doorheen mantelholte: stroomt binnen via spiercontrac:es en naar
buiten via een sifon – ademhaling en locomo:e = propulsie
- Inktzak kan via sifon inkt lozen
- Camouflage-technieken: chromatoforen
o Kleur aanpassen via chromatoforen = epitheelcellen met pigmenten
- Symbiose met luminiscente bacteriën: samen met inkt vrijgezet of geven kleur
o Via opslaan van bioluminescente bacteriën
- Gesloten bloedsomloop
- Uitwendige & inwendige schelp
- Geen endo- of exoskelet (schelp)

Nut/nadeel
- Belangrijke voedselbron voor mens
- Parelmoer, parels
- Inkt, toxines
- Schelpen fossiliseren, datering mogelijk
- Bio-indicatoren pollu:e – plaag in US – verstopping water- en krachtcentrales
(zebramossel)
- Vraat aan planten, kiemende granen, aardappelen, etc (slakken)
- Schade aan hout (scheepsworm)
- Tussengastheer voor meerdere parasieten

You might also like