You are on page 1of 1

‘Hou van jezelf’.

Een kreet die we steeds vaker horen, en vooral op sociale media steeds
populairder wordt. Een positieve trend waar ik als stadse zweefteef natuurlijk achter sta. Want ook
ik heb over mijn portie puberale onzekerheid moeten heenkomen, en de ‘body positivity’-beweging
heeft hier zeker bij geholpen.

Maar is het je wel eens opgevallen, dat wanneer je dit écht doet, van jezelf houden, zonder gêne, dat
dat dan weer in het verkeerde keelgat kan schieten? Velen roepen mee over ‘selflove’, maar tussen
de regels door wordt er eigenlijk gezegd: ‘Hou van jezelf, maar niet te veel, we moeten nog wel
ergens over kunnen zeuren’. Of: ‘Wees trots op je lijf, maar alleen als het een acceptabel maatje
M/L is, want anders worden we daar toch een beetje ongemakkelijk van’. Zelfliefde wordt
geprezen, maar alsnog arrogant gevonden in de ogen van de onzekere.

Ook de term ‘dream big’ komt vaak genoeg voorbij. Wederom iets wat leuk klinkt, maar niet altijd
in zijn volledige vorm sociaal geaccepteerd wordt. ‘Droom groot, maar wel in proporties die we nog
binnen onze kaders kunnen passen.’ ‘Ga ervoor, maar niet ons voorbij groeien, want anders pas je
niet meer in hetzelfde hokje’. Het zijn vaak de mensen die je het langst kennen, zoals je familie, die
het ongemakkelijk kunnen vinden wanneer je lef toont en gewaagde stappen zet.

Herkenbaar? Het grappige, of eigenlijk vervelende, is dat we dit tegenkomen in de maatschappij,


maar misschien nog wel het meest in ons eigen hoofd. Ten minste, bij mij dan.

Jaren geleden heb ik het fenomeen ‘reptielenbrein’ leren kennen (vraag google maar naar de
volledige uitleg). Dit is het deel in onze hersenen dat zich enkel focust op overleven, en dus
veiligheid boven alles stelt. Het dwingt ons graag naar de status die we het beste kennen, oftewel
die beruchte comfortzone. Zijn/haar slogan kan heel goed zijn: ‘Doe maar normaal dan doe je al gek
genoeg.’ Het reptielenbrein heeft graag dat je lekker stabiel binnen de lijntjes kleurt, want alles
daarbuiten kent het niet en is dus gelijk aan gevaar.

Voor ons creatievelingen, is dit zeker een beestje dat je wilt temmen. Groeien als maker vraagt
erom om continu je eigen grenzen te verleggen. Jezelf telkens outside-the-box te duwen. Het
zelfvertrouwen te hebben om te staan voor jouw unieke kijk op de wereld. En maakt dit anderen en
misschien zelfs jouzelf ietwat ongemakkelijk, dan is het het zeker waard om juist nog even verder te
duwen.

In de kunstsector wordt dit gelukkig (meestal) al aangemoedigd en geprezen. Maar zou het niet
heerlijk zijn als we dit als mens ook zouden doen? Niet bang zijn voor, en niet oordelen over alles
wat búiten die welbekende comfortzone ligt? Ik denk dat we allemaal een stuk lekkerder in ons vel
zouden zitten, als we dat reptielenbrein wat meer onder de duim zouden krijgen. Want eerlijk is
eerlijk, aan een beetje ongemak sterf je niet, en met een beetje geluk leer je ook nog wat.

Zo, ik zei toch al ‘stadse zweefteef’? :) Dit alles kwam naar boven na het lezen van de volgende
passage uit Glennon Doyle’s ‘Untamed’:
“If you keep living with confidence, the rest of your life will unfold exactly as it is meant to.
It won’t always be comfortable. Some will understand and like you, others won’t. But the way
others respond to your confidence is not your business. Your business is to stay loyal to you.”

You might also like