You are on page 1of 15

HOOFDSTUK 2

Varen op de wijsheid van het lichaam

Inhoud:

*************

2.1.- Trauma blokkeert ons kompas

Stress en trauma kunnen de goede werking van ons innerlijke kompas verstoren. Ons schip
raakt op drift. Een trauma is een ingrijpende ervaring die gepaard gaat met grote angst en
machteloosheid en die je functioneren blijvend beïnvloedt.
In ons leven maken wij grote en kleine trauma's mee. Een kind staat na schooltijd helemaal
alleen op de speelplaats te wachten op de (groot)ouder die te laat is. Het kan de situatie niet
overzien en raakt in paniek. Dat is een traumatische ervaring, die ertoe kan leiden dat het kind
voortaan altijd angstig wordt tegen het einde van de schooldag. Als je niet weet waar die angst
vandaan komt, dan snap je niet waarom je kind zo heftig tekeergaat. Of een gebeurtenis een
traumatische impact heeft op ons, heeft meer te maken met hoe we de gebeurtenis ervaren,
dan met de gebeurtenis op zich.

Wanneer de spanning die bij een traumatische ervaring is opgebouwd, geen uitlaatklep vindt,
dan ontstaat er 'gestolde energie', zoals Peter Levine, de Amerikaanse trauma-expert, dat
noemt. Dat is de zogenaamde freeze-reactie. Na fight en flight is freeze de derde
overlevingsstrategie van ons zenuwstelsel bij stress. Bij een freeze-reactie blokkeren wij en
blijven wij in die omklemming zitten. Ais we de opgestapelde spanning niet kunnen ontladen,
door uithuilen, trillen of bewegen, dan blijft de spanning in ons systeem aanwezig en verankert
het trauma zich. Jaren later zijn we ons daar niet meer van bewust - misschien weet zelfs
helemaal niemand er nog iets van -, maar onderhuids blijft het spelen. In bepaalde situaties
reageren we angstiger dan verwacht. lemand raakt je aan, en je trekt je heftig terug. Of wij
duwen iemand waarvan we houden weg. Dat is onlogisch als je de persoon kent, of als de
aanraking zacht is bedoeld. Je lichaam reageert echter alsof het pijn ervaart. Dat kan dan niet
uit het hier en nu komen. Wanneer reacties niet in verhouding zijn met het hier en nu, dan ligt
de verklaring vaak onderhuids en elders.

2.2.- Helen door ontladen

 Crying can make you feel better. It is the same as laughter. But only wetter.

-. Peter Levine

Vanaf de vroegste ontwikkelingsfase kun je al iets doen met traumatische ervaringen, als je het
probleem ziet, erkent en er naar wilt luisteren. Het hoeft niet in de weg te blijven zitten. Dat is
de enorme verdienste van de ontdekking hoe een trauma fysiek werkt. Het hoeft je niet je hele
leven te kwellen. Een trauma verwerken is pijnlijk. Je kunt het vergelijken met een splinter; die
laat je ook niet zitten. Het doet even pijn wanneer je hem verwijdert, maar daarna kan het
wondje genezen. Laat je hem zitten en het gaat etteren. AI plak je nog zoveel pleisters. Soms
zitten splinters heel diep en kun je ze niet zomaar verwijderen. Soms is het dus gevaarlijker
om deze uit je lijf te laten halen dan hen te laten zitten. Niet alles kun je zomaar verwerken.

Dit voorbeeld illustreert het mechanisme van trauma in het dagelijkse leven:

Op een ochtend bracht ik mijn kinderen, samen met twee vriendjes, met de auto naar school.
Zoals vaker 's ochtends was ik gehaast. Ik parkeerde mijn auto op wandelafstand van de
school. De kinderen stapten uit en namen hun boekentassen en spullen uit de koffer. Alle
deuren gingen dicht, de auto op slot en we liepen naar school. Mijn jongste dochter was toen
drie. Terwijl we naar school stapten, keek ik rond en vroeg me af waar ze was. Ik versnelde de
pas om te kijken of zij voorop was. Ik keek achterom; misschien was zij achtergebleven? Maar
ik zag haar nergens. In werkelijkheid heeft dit een minuut of wat geduurd, maar het leek veel
langer. Ik liep terug naar de auto en daar zat zij, nog vastgegespt in haar stoel. Zij was aan het
huilen en helemaal overstuur. Iedereen was uitgestapt, de portieren gingen op slot en zij bleef
alleen achter in de auto. Er bekroop mij meteen een slecht gevoel en een gedachte flitste door
mijn hoofd: "Ik ben zo een van die vaders die zijn kinderen vergeet", Inwendig begon ik al
allerlei excuses voor te bereiden. Tegelijk besefte ik dat excuses haar niet zouden helpen. Ik
vroeg mij af wat mijn dochtertje op dat moment nodig had, en dat was: even uithuilen. Ik ben
met haar aan de kant van de weg gaan zitten, heb haar op mijn schoot genomen en heb haar
laten huilen. Ondertussen benoemde ik de feiten en ervaringen. Ik zei: "Stom zeg, ik had het
niet gezien. Ik dacht dat jij bij ons was. Ik heb niet goed opgelet. Dat is niet leuk voor jou". Na
enkele minuten kwam zij tot bedaren. Ik vroeg: "Zullen wij nu naar de juf gaan?". Dat vond zij
oke. In de klas vertelde ik het aan de juf, terwijl mijn dochtertje naast mij stond. Ik zei haar dat
mijn dochter iets onprettigs had meegemaakt, dat ik dacht dat ze uit de auto was gestapt en wij
argeloos naar school waren gewandeld; uiteindelijk vond ik haar helemaal alleen overstuur
terug in de auto. En mijn dochter luisterde mee en knikte. Dat was inderdaad wat er was
gebeurd...

Ik haal dit voorbeeld vaak aan bij een lezing of workshop, en dan klinkt het: "Ik heb ook zoiets
meegemaakt en ik vrees dat ik het helemaal fout heb gedaan". Velen onder ons hebben al
vergelijkbare situaties meegemaakt. En wat zeggen wij dan meestal: "Niet flauw doen, ik ben
er nu toch?"; "Er is toch niks aan de hand?"; "Niet overdrijven, zo erg was het nu ook weer
niet". Vaak beginnen wij te argumenteren en het kind aan te manen weer 'gewoon' te doen.
Het kind maakt iets mee, het ervaart iets, en i.p.v. te zeggen "Kom eens hier, huil maar, het is
oke", zeggen wij "Het is niets, doe niet zo flauw". Vaak geven we dan een fopspeen, proberen
we het kind te sussen of te troosten met eten, of wij leiden het af. Wij doen dat overigens met
de beste bedoelingen: we vinden het moeilijk de pijn en het verdriet er te laten zijn en willen er
zo snel mogelijk komaf mee maken. Het voelt onaangenaam en we willen dat het stopt. Op dat
moment leiden we het kind af van wat er in hem/haar leeft. Maar afleiding zorgt niet voor
ontlading. Het is niet omdat een baby met een fopspeen uitwendig rustig oogt, dat hij
vanbinnen rustig is. Als het stresssysteem de spanning niet heeft kunnen ontladen, zal
deze blijven zitten.

****************
Hoe spanning en stress reguleren?

o.- Geef jezelf en kinderen de ruimte om uit te huilen, te brullen en te lachen.


o.- Laat je verleiden tot spelletjes als kussengevecht en verstoppertje.
o.- Doe rollenspel rond macht en onmacht zoals: "Ik ben een wolf en zie ik daar een lekker
lammetje? Oh, nee, die boze tijger komt mij gevangen nemen!"
o.- Doe aan lichaamsbeweging die mild is voor je lichaam.
o.-- Zorg voor dagelijks vrij ( = niet geleid) spel. Beperk schermtijd (tv, computer, mobiel,
games) en ga regelmatig offline.
o.- Neem de tijd voor een slaapritueel (gsm uit, pyjama aan, tandenpoetsen, verhaaltje, liedje,
licht uit).
o.- Uitademen is even belangrijk als inademen. Hou jezelf in balans.
o.- Regelmatig in de natuur zijn, brengt rust in ons lichaam.
o.- Laat je af en toe eens heerlijk masseren.

***************

De betekenis van wat wij doen, zit in het effect en niet in de bedoeling. Soms bedoelen we dus
iets wel goed, maar kan de ander zich toch gekwetst voelen. Door aan onze intenties vast te
houden, kijken wij niet naar het effect van ons gedrag.

Het goede nieuws is dat wij niet zijn gedoemd aile niet-ontladen spanningen voor de rest van
ons leven mee te zeulen. Op elk moment in ons leven kunnen wij ervoor kiezen anders met
situaties om te gaan. Uiteraard is het moeilijker om toegang te krijgen tot traumatische
ervaringen die lang geleden zijn opgedaan. Meestal hebben we mechanismen ontwikkeld om
ze te verdringen en ons ervoor af te sluiten. De wonde is dichtgegroeid, maar het vuil zit er nog
in. De toegang wordt moeilijker, maar is niet onmogelijk. Als we bij een traumatische
gebeurtenis onmiddellijk ruimte geven voor ontlading, dan kan de spanning eruit en is de
impact van de gebeurtenis wellicht minder groot. Onderdruk je het trauma, dan blijft het in de
weg zitten, totdat er alsnog ruimte voor wordt gemaakt. Bij zeer heftige gebeurtenissen is
onderdrukking soms noodzakelijk om ons te beschermen tegen overweldigende lijfelijke en
emotionele reacties. Gelukkig biedt het leven ons nieuwe kansen om te ontladen, gewoon
omdat zich nieuwe moeilijke gebeurtenissen zullen aandienen. Een kind dat zijn pop niet kan
vinden en daar naar verhouding overdreven op reageert, zoekt wellicht een uitweg voor
opgestapelde spanning. Aletha Solter noemt dat het 'gebroken koekje'-fenomeen. Daar ga ik
later in het boek (hoofdstuk 4) dieper op in. We kunnen m.a.w. een feit dan wel wegduwen of
onderdrukken, maar we mogen niet zo naïef zijn te denken dat het dan ook effectief weg is.
Het zit ergens weggeduwd, te wachten totdat het eruit mag.
Naarmate we meer ervaringen hebben die geen ruimte krijgen voor ontlading, stapelt het
trauma zich op. Tot het zelfs niet meer duidelijk is wat waarvandaan komt. Opgestapelde
spanning is een belangrijke oorzaak van gedragsproblemen bij kinderen. Wie met
opgestapelde spanning zit, zit niet goed in zijn vel. Bij kinderen uit zich dat voornamelijk in
lichamelijke symptomen of in gedrag. Kinderen communiceren over hun innerlijke wereld niet
zozeer via woorden, als wel via hun gedrag en lichaam. Helaas hebben we meer de neiging
dat gedrag en het lichaam onder controle te houden dan te luisteren naar wat het kind ons
werkelijk heeft te vertellen.

Door de manier waarop ouders hun kind sensitief en accepterend kunnen bijstaan, he 1pen ze
mee een ruimte te creeren waarin trauma kan helen. Helende en verbindende ervaringen in de
vroege kindertijd dragen bij tot de langetermijnontwikkeling. Uit het therapeutisch werk met
volwassenen weten we al sinds Freud dat een groot deel van onze worstelingen en problemen
in het volwassen leven verband houden met ervaringen uit de vroege kindertijd.

Aletha Solter ontwikkelde bijna veertig jaar geleden al een opvoedingsvisie en -methodiek die
ze Aware Parenting noemde. Daarbij gaat het niet om therapie, maar om een wetenschappelijk
onderbouwde visie op hoe je kinderen kunt helpen goed te gedijen en uit te groeien tot
zelfstandige, zelfbewuste en vera ntwoordelij ke volwassenen. Kinderen helpen om stress te
reguleren en trauma te verwerken is een essentieel onderdeel van haar methode.

xxx

Mijn oudste dochter vond het als baby verschrikkelijk om kleren over haar hoofd aangetrokken
te krijgen. Ze protesteerde telkens huilend. Haar geboorte was zeer moeizaam verlopen. Ze
had urenlang klem gezeten in het geboortekanaal en daarbij veel druk op haar hoofd ervaren.
Wanneer er kleren over haar hoofd werden getrokken, werd haar lichaam waarschijnlijk
opnieuw aan die belastende ervaring herinnerd. Toen ze nog maar eens bij het aankleden
tekeerging, namen we plaats op de bank. Samen met haar mama nam ik haar hoofdje zachtjes
vast. Ze begon heel heftig te huilen, zo'n twintig minuten lang. Ik probeerde zo rustig mogelijk
naar haar te kijken, uit te ademen en haar ervan te overtuigen dat het goed was dat ze het
allemaal van zich afschreeuwde. Het helende effect hiervan was dadelijk merkbaar. Van dan af
verliep het aankleden een stuk makkelijker, zonder protest.

xxx

2.3.- Lampjes uitschakelern

Wij leven in een cultuur waarin het gebruikelijk is lichaam en emoties het zwijgen op te leggen.
Wij moeten vooral rationeel zijn. We negeren signalen van ens lichaam. Gaat er een
waarschuwingslampje aan, dan zijn we geneigd dat gewoon uit te schakelen. Ironisch genoeg
zouden we dat nooit met onze auto doen. Ais daar een verklikkerlampje gaat branden, rijden
we direct naar de garagist. We vragen hem dan niet het lampje uit te schakelen, maar het
probleem op te lossen zodat het lichtje dooft, ten teken dat het euvel verholpen is. Met ens
lichaam doen we dat wel. Bij maagpijn nemen we een pilletje zodat de pijn weggaat. Het
lampje is uit, voor even toch. Wat die maagpijn ens precies vertelt, weten we echter niet.
Reclameboodschappen zijn daarin vaak misleidend. De slogan van een bekend merk van
maagzuurremmers luidde ooit zo: ':A.ls je maagje tempo niet kan bijhouden". Ik vind dat nogal
criminele reclame, omdat het ertoe aanmoedigt gewoon het lampje uit te schakelen. "Wanneer
je maag je tempo niet kan bijhouden, doe het dan rustiger aan", zou een gezondere
boodschap zijn. Door het uitschakelen van het lampje heb je geen voeling meer met wat het
effect is van bepaald gedrag ofvan een bepaalde eetgewoonte. Je bent de voeling kwijt, het
lampje gaat niet meer branden, en zo kun je schade blijven aanrichten.

Hetzelfde doen we met onze kinderen. Kinderen hebben hoofdpijn, buikpijn of andere vage
klachten, of vert on en leerproblemen. Vaak zoeken we dan een oplossing bij medicatie,
remediering, straffen en belonen of bij andere manieren om het gewenste gedrag te verkrijgen.
Wat het kind met dit probleem of die klacht wil zeggen, ontgaat ons evenwel volkomen.

Dat alles maakt het voor ons za moeilijk om met de allerkleinsten om te gaan: ze 'zijn' immers
hun lichaam. Wanneer baby's lachen, dan lachen ze met heel hun lijf.ldem wanneer ze huilen.
Vooral in het eerste levensjaar zeggen baby's haast niets met woorden. Van de volwassene
wordt dan gevraagd te spreken via lichaam en emotie, maar daarin zijn wij, rationele
volwassenen, allesbehalve bedreven. Doorheen onze ontwikkeling zijn we dat deels verleerd.
Daarom zeggen of den ken ouders weleens dat ze geen babyouders zijn, maar alvast uitkijken
naar de leeftijd waarop ze met hun kinderen kunnen praten.lrrationaliteit, zaals dat ba byged
rag dan wordt genoemd, is voor velen heel moeilijk om mee om te gaan. Irrationeel gedrag
doet een beroep op iets anders dan ons logisch verstand, op iets waarmee we de voeling zijn
kwijtgeraakt. Het vraagt lichamelijk 'gewaar-zijn' en emotionele afstemming.

2.4.- Uit balans

Ons lichaam is onze aardse fysieke realiteit, want zander lichaam bestaan we niet. Dat is onze
basis. In het lichaam huizen onze emoties en onze gevoelswereld. Tot daar verschillen we niet
van andere dieren op aarde. Aile dieren hebben een lijf en emoties. Een hond kan ook
opgewekt of angstig zijn. Wat wij als mens wellicht als enige diersoort kunnen, is afstand
nemen van de fysieke rea lite it en erover nadenken. Om het met Theo Maassen te zeggen:
"Een koe denkt niet na vijf jaar grazen, wat sta ik hier eigenlijk te doen?" De mens kan afstand
nemen en reflecteren. Hij kan het lekkerste hapje op zijn bord tot het laatst bewaren, omdat hij
dat zo heeft uitge"dacht. Door te denken kunnen we afstand nemen van wat we voelen en
fysiek gewaarworden, en kunnen we erover reflecteren. Rationeel en moreel handelen blijft
evenwel een uitdaging. We kunnen ons gemakkelijk laten meeslepen door
onderbuikgevoelens. Emoties goed leren hanteren maakt een wezenlijk deel uit van onze
opvoeding.

De natuurlijke verhouding tussen lichaam, emoties en den ken is overhoopgehaald. Het


bekende adagium van Descartes (Je pense doncje suis -Ik denk dus ik ben) heeft bijgedragen
tot de splitsing tussen het denken, het voelen en het lichaam. Vanuit het verlichtingsdenken is
die stroming de voorbije eeuwen almaar sneller beginnen te gaan, waardoor aile aandacht
naar het hoofd is gegaan, weg van lijf en gevoel.

Wij hebben wel een lichaam, maar dat moet doen wat wij willen. Het moet presteren en het
moet er goed uitzien, liefst naar een gefotoshopt ideaalbeeld. Omdat geen enkel lichaam daar
van nature aan beantwoordt, passen we het zelf maar aan. Geen enkel lichaam kan echter
continu doorgaan en dus jagen we het op of nemen we geneesmiddelen of supplementen am
het beter te doen functioneren. Voelt het te druk aan, dan nemen we iets am het rustiger te
maken; heeft het te weinig energie, dan slikken we iets am het te activeren. Van een
natuurlijke verhouding is dus allang geen sprake meer. Het hoofd is zo allesbepalend
geworden dat we haast onophoudelijk oordelen en veroordelen. We den ken ons te pletter; we
zijn collectiefverslaafd geraakt aan den ken.

Ons ego schiet aile kanten op. In de winkel vind je twintig soorten yoghurt waaruit jij jouw
yoghurt wilt kunnen kiezen. Negentien smaken mis je dus. In de bioscoop spelen ze vijftien
films, maar je kunt er maar eentje zien. Honderd programma's staan in de tv-gids, maar je kunt
er twee opnemen en eentje bekijken; dat zijn er 97 gemist. AI die keren ontstaat een
verlieservaring. Het verwondert dan oak niet dat we met z'n alien last krijgen van 'FOMO'.jear
of missing out. Door de toename aan keuzemogelijkheden, met de bijbehorende keuzestress,
kan dat oak haast niet anders.

Ons hoofd gaat sneller dan ons lijf of gevoel kan volgen. Voor veellichamelijke en emotione Ie
problemen volstaat een zuiver rationele benadering niet. am te navigeren in deze wereld met
een overvloed aan prikkels en informatie, is het meer dan ooit nodig dat wij weer
'gronding'vinden; dat wij weer aansluiting vinden bij ons lichaam en onze gevoelswereld; dat
wij ons innerlijke kompas kunnen voelen, gewaarworden en erop kunnen varen. Oat is een
heellijfelijk, fysiek gebeuren.

Hier kunnen we de link leggen naar generatiefleiderschap, omdat generatiefleiderschap gaat


over hoe je op verschillende niveaus kan ontwikkelen: fysiek, emotioneel, mentaal en
spiritueel. Het is niet of-of, het is en-en. Het gaat over hoe je die lagen met elkaar kunt
verbinden. Wij zijn meer dan alleen een rationeel wezen, hoewel we daarnaartoe zijn
geevolueerd. We beredeneren alles, vergaderen ons te pletter, maken analyses, schrijven
teksten over van alles en nag wat. Daar worden we niet gelukkig van, integendeel. Meer dan
ooit moeten we in verbinding kunnen komen met ons lichaam en ons gevoel. De
doorgeschoten rationaliteit heeft veel ontwikkelingen mogelijk gemaakt. am daarin verdere
stappen te zetten, zal meer aandacht moeten worden besteed aan het fysieke, het emotionele
en het spirituele. Meer daarover voigt in het hoofdstuk over leiderschap en zelfsturing.

Ziekte wordt in de traditionele Chinese geneeskunde gezien als een teken dat je uit balans
bent. De Oude Grieken, dan weer, spraken van een gezonde geest in een gezond lichaam.
Oude volkswijsheid legt het verband tussen lichaam, emotie en denken: je hebt een steen op
de maag, een knoop in de darmen, iets op de lever liggen, hartzeer enzovoort. Ik maakte de
voorbije twintig jaar kennis met veel methodes am weer balans te brengen. De twee meest
recente zijn hartcoherentie en eutonie. Hartcoherentie is een eenvoudige ademhalingstechniek
am je stresssysteem veerkrachtiger te maken en je brein optimaal te doen functioneren.
Eutonie is een bewegingspedagogie die helpt am het lichaam op een meer natuurlijke,
moeiteloze manier te gebruiken. Verder heeft voor mij het generatief leiderschap ertoe
bijgedragen dat de verschillende lagen in mezelf meer ge'integreerd zijn geraakt. Ik was erop
uit mijn eigen kompas beter te doen werken en was op zoek naar integratie van wat ik tot dan
toe geleerd had.

In een wereld die erg op het cognitieve gericht is, dien je een manier te zoeken am de balans
in evenwicht te brengen. Ofje dan met de hand gaat wandelen, in een koor zingt ofop een berg
gaat mediteren, maakt niet zoveel uit. De mate waarin je daarin helemaal kunt opgaan is van
belang. Ais het bijdraagt aan jouw balans, zal het oak bijdragen aan de balans van je kinderen.

2.5.- Het grotere geheel


We zijn grotendeels losgekomen van natuurlijke processen. Een mooi voorbeeld van een
natuurlijk proces is een vlucht vogels. De Britse. wetenschapper Rupert Sheldrake heeft veel
onderzoek gedaan naar dergelijke processen en grotere bewegingen. Hij beschrijft dat
verschijnsel als 'morfogenetische velden'. Het beeld van een vlucht vogels die samen in de
lucht prachtige bewegingen maken, roept vragen op: hoe is het mogelijk dat honderden, soms
duizenden vogels tegen soms hoge snelheid samen vliegen zonder met elkaar te botsen? Het
wordt snel duidelijk dat het onmogelijk is dat een vogel dat regelt. Of dat elke vogel kiest wat hij
doet. Dan zou er meteen chaos ontstaan. Er is een grotere beweging van de vlucht waarnaar
ze zich allemaal schikken. Ze sturen op een grater belang dan het eigen belang. Misschien is
er zelfs geen onderscheid te maken tussen eigen belang en grater belang. Ais het goed gaat
met de vlucht, gaat het goed met de individuele vogel. Dergelijke bewegingen zien we bij aile
diersoorten: pingu'ins die bij min 40 O( eieren uitbroeden, mieren die een metershoge heuvel
optrekken, zalm die terugkeert naar de plaats waar hij uit het ei kwam, een school vissen die in
groep rechtsomkeer maken enzovoort.

Wanneer zo'n groep vogels landt, is de kans klein dat een vogel denkt: "Oei, nu heb ik wel lang
naast die vogel gevlogen, en ik heb die andere zo weinig aandacht gegeven", of "0 jee, een
vlek op mijn vleugel, zou iemand dat hebben gezien?". Wij mensen doen dat: we hebben een
ervaring en maken ons zorgen over wat anderen wilen den ken. "Ik stand daar te zingen, en
iemand heeft dat gehoord. Wat zal hij denken?" We vragen ens heel vaak afwat anderen van
ens vinden.

In neutrale bewoordingen heet dat sociaal perspectief We kijken door de ogen van de ander
naar onszelf am bij de groep te kunnen horen, is dat een noodzakelijke vaardigheid. Echter, al
snel krijgen we te maken met een oordeel en botsen we op ens ego. We zijn zo losgekomen
van de ervaring dat wij, ten eerste, die bewegingen niet meer voelen en dus wat in de war zijn
over wat we hier te doen hebben en, ten tweede, voortdurend twijfelen, den ken en situaties
overlopen. Dat lost uiteraard niets op. Door te proberen de natuurlijke verhouding te herstellen,
komt een oplossing wel binnen bereik. Een manier om weer verbinding te krijgen met het
grotere verhaal van jouw leven is deelnemen aan een familieopstelling.

2.6.- Ik ben mijn familie

De familieopstelling is een concrete werkvorm waarmee je zicht kunt krijgen op systemische


processen en dynamieken in een familie. Gedrag en symptomen worden in de grotere context
van een familiegeschiedenis geplaatst.ln plaats van een louter rationele analyse van een
probleem te maken, ga je deze bekijken door de belangrijke stukken hiervan op te stellen. Dat
kan met figuren of voorwerpen op een tafel gebeuren, met sjablonen op de grond of met
mensen. Telkens weer gaan we op zoek naar de essentiële elementen. Door die elementen
fysiek op te stellen, worden dynamieken zichtbaar en ontstaat er ruimte voor verandering.

Vanuit mijn interesse voor het wedervaren van kinderen en hun ouders in het licht van
familiedynamiek volgde ik een training 'systemisch werken met kinderen' bij Ingrid Dykstra.
Totdat ik Ingrid leerde kennen, was ik ervan overtuigd dat het voor ouders, wanneer ze met
zorgen over hun kinderen kampten, nuttig kon zijn een familieopstellingte doen. De kinderen
erbij betrekken yond ik niet meteen een goed idee. Ondertussen weet ik beter.lk nodig af en
toe kinderen mee uit in de praktijk. Ze zijn meestal zeer goed in staat een beeld te maken van
hoe zij hun familie ervaren en dat te toetsen aan het beeld van hun ouders.
Kinderen zijn hun leven lang verbonden met hun familie. Heel wat thema's op het vlak van
lichamelijke ontwikkeling, emoties en gedrag houden verband met de familiegeschiedenis. Met
behulp van familieopstellingen trachten we dat te doorgronden. Een systemische vraag als
"Aan wie of wat ben je trouw door dit gedrag te stellen?" kan een heel ander licht op een
conflict of probleem werpen.

xxx

De leefgroepleiding had de grootste moeite om Jan ertoe aan te zetten zijn slaapkamer netjes
te houden. Toen ik op huisbezoek ging bij zijn ouders, kwam ik terecht in een naar mijn
normen heel vuile flat. Overallag rommel en viezigheid op de vloer en er hing een niet te
harden stank.lk besefte dat wat we van Jan vroegen, haaks stond op wat hij zelfthuis gewend
was. Door hem een norm op te leggen over de netheid van zijn kamer gaven we tegelijk kritiek
op zijn ouders. Onvermijdelijk belandt een kind daarmee in een loyauteitsconflict.

xxx

Ingrid Dykstra benadrukt dat een van de belangrijkste punten in therapie met kinderen is dat ze
ernstig worden genomen; dat alles er mag zijn en dat ze alles kunnen laten zien. Ais therapeut
dien je de ouders een plek te geven in je hart en niet te oordelen, over wat dan ook. Het helpt
wanneer je begrijpt dat een kind niet alleen ageert, maar vaak gewoon op'iets reageert. Een
van de valkuilen is dat we louter naar het gedrag van het kind kijken, en niet naar wat het
ermee wil uitdrukken. Vaak gaan kinderen in therapie wegens probleemgedrag. Sommige
therapieen strekken er in de eerste plaats toe dat probleemgedrag weg te werken, zander de
ruimere betekenis van dat gedrag te vatten. Achter de grootste agressie zit het grootste
verdriet; het helpt dan om niet alleen aan de agressie te werken. Onder druk van bijvoorbeeld
de ouders of de school kan het verleidelijk zijn alleen de agressie te benaderen. Ook
maatschappelijke factoren spelen hierbij een rol. De gerichtheid op instant resultaat zien we
overal in de samenleving en is eveneens de opvoedingswereld binnengeslopen. Een andere
belangrijke valkuil voor hulpverleners is dat je je eigen kindertijd onvoldoende kent of niet in
verbinding staat met je eigen 'innerlijke kind'. Dan bestaat het gevaar dat je je eigen
onverwerkte thema's op het kind projecteert. Je bent dan niet vrij om echt te zien en te voelen
wat het kind nodig heeft. Je dreigtje eigen gevoelens en behoeften dus te verwarren met die
van het kind.

Wanneer kinderen weigeren in therapie te gaan, vinden zij dat het de taak van de ouders is om
naar de therapeut te stappen. Zo geven de kinderen aan dat zij als ouders degenen zijn die
moeten werken. De letterlijke plaats van het kind tijdens een therapieverloop kan verschillen: in
de wachtruimte buiten de praktijk, in de praktijk maar zander actieve rei, of als deelnemer in
ouder-kindsessies. Bij het werken met kinderen is het van het grootste belang dat ze met alles
wat ze bij jou hebben gedaan, kunnen terugkeren naar hun ouders. Ais ze door hun
verbondenheid met de therapeut deloyaal worden tegenover hun ouders, wordt het zawel voor
het kind als voor de therapeut heel moeilijk de ouders nog onder ogen te komen. Door ouders
en kinderen samen te ontvangen, kun je daar beter op toezien, omdat je de onderscheiden
reacties waarneemt wanneer ze met elkaar in interactie zijn.

Vanuit de systemische benadering ben ik tot het belangrijke inzicht gekomen dat het met
kinderen beter verloopt wanneer iedereen de juiste plek inneemt. Zoals je als therapeut niet de
betere moeder of vader bent, zo is het voor nieuwe partners na een scheiding belaogrijk om de
moeder en vader in hun rol te blijven erkennen.

Wanneer praktische en individuele oplossingen niet langer werken, kan op een ander niveau
tussenbeide worden gekomen. Een familieopstelling is een toepassing van de systemisch-
fenomenologische methode. Die methode peilt naar de onderstroom van het gebeuren:
'systemisch' verwijst naar het gegeven dat aile elementen van een (familie)organisatie met
elkaar verbonden zijn, een functie hebben en elkaar wederzijds beinvloeden;
'fenomenologisch' verwijst naar een niet-oordelende, open basishouding om het hier en nu
onder ogen te zien. In die systemen heeft iedereen een plek, een grate of een kleine, een die
bij je past of weer helemaal niet. Die systemen hebben een bepaalde ordening. Het ene kwam
v66r het andere. Sommige mensen volgen, andere leiden. Systemen streven ook naar een
balans van geven en nemen tussen de verschillende leden.

De ruimte tussen mensen wordt ook weleens het 'wetende veld' genoemd. Via ons Iichaam
kunnen we voeling krijgen met de systeemdynamiek en met dat veld. Ons Iichaam is in staat
precies waar te nemen wat er nodig is om een systeem weer gezond te doen bewegen. De
lichamelijke gewaarwording en het volgen van de innerlijke beweging is daarbij essentieel.
Naast verrassende inzichten ontstaan zo nieuwe mogelijkheden voor doorontwikkeling. In
plaats van oplossingen uit te denken, spreken we maximaal de oplossingsenergie aan die in
het systeem besloten ligt.

xxx

Ik werd geconsulteerd door een leefgroep uit de jeugdzorg in verband met gedragsproblemen
van een negenjarige jongen. Door zijn opstandig en agressief gedrag waren zowel zijn
begeleiders als andere kinderen vaak bang van hem. Ze hadden via allerlei vorme'! van
straffen en belonen geprobeerd zijn gedrag onder controle te krijgen, maar tevergeefs. De
jongen nam ook angstremmende medicatie. Zelf noemde hij dat zijn "pilletje om te kunnen
slapen zonder nachtlampje': Ik vroeg de begeleiders te vertellen over zijn ouders. Zijn vader
was gestorven aan een overdosis drugs. Zijn moeder was opgenomen in een psychiatrische
kliniek. Hij had tegen een van zijn begeleidsters gezegd dat wanneer ze hem meer pilletjes
zouden geven, ze minder last van hem zouden hebben. Mijn reactie daarop was: "Geef er nog
meer en hij eindigt zoals zijn vader."

xxx

Wanneer we louter proberen gedrag onder controle te krijgen, slaan we de bal mis. Op de
achtergrond raept een veel groter verhaal om aandacht. Waar moet een kind leren omgaan
met angst, verdriet en pijn? Welk patroon herhaalt zich hier voor de ogen van hulpverleners?
Soms lijkt de behandeling van kinderen hun prablemen veeleer te bestendigen dan op te
lossen.

2.7.- Het doet geen pijn

xxx

 It is easier to build strong children than to repair broken men.


-.Frederick Douglass
xxx

Voeling verliezen met grotere bewegingen in een familiesysteem hangt samen met voe-
lingverliezen metje lichaam. Een kind va It op zijn knie en begintte huilen. De moeder zegt:
"Het is niks, het doet geen pijn." Ik vraag me dan af hoe die moeder dat weet, en waarom zij
dat zegt. Hoe goedbedoeld de reactie van de moeder meestal ook is, ga er dieper op in en je
ziet iets fundamenteels. Het kind voelt pijn, maar krijgt tegelijk de boodschap dat het geen pijn
doet. Daardoor wordt het afgeleid van zijn eigen betekenis, gevoel en lichaam. Bovendien niet
door om het even wie, door zijn moeder zowaar. De moeder (evenals de vader, trouwens) is
een belangrijke referentievolwassene: een volwassene die helpt de realiteit van het jonge kind
te ordenen. Bij het horen van een dergelijke tegenstrijdige boodschap raakt het kind tijdelijk
vervreemd van zijn eigen betekenis, gevoel en lichaam. Niet erg als dat eenmalig is, maar
doen we het stelselmatig, dan verdwijnt het kind voor een deel. Het zet een masker op om een
sociaal aanvaardbaar zelfte creeren waarmee het de wereld tegemoet zal treden. Wie het echt
is, blijft achter het masker verstopt. In het beste geval heeft hetnog voeling met de echte ik,
maar vaak zit die al te ver weg.

De Duitse psychoanalytica, Alice Miller, omschreef dat fenomeen als de 'zwarte pedagogie'.
Die pedagogie beoogt kinderen van kleins af aanie vervreemden van hun eigen Iichaam,
gevoel en gedachten. Het is het opvoedingsmodel van de voorbije eeuwen: wees fiink, zit stil
en doe niet fiauw. Kortom, het kind wordt opgevoed tot gehoorzaamheid.

lets soortgelijks kan zich voordoen op volwassen leeftijd: op de werkvloer gedragen we ons
tegenover leidinggevenden geregeld als gehoorzame kinderen ten opzichte van hun ouders,
en soms ook als opstandige kinderen. We kijken dan naar leidinggevenden als betrof het
moeders en vaders, en geen volwassenen met een functie tegenover wie je stelling kunt
innemen als gelijke volwassene met een andere functie. Slaag je daar wel in, dan kun je op
een heel andere manier met elkaar samenwerken. Meer nog, echte samenwerking wordt dan
mogelijk.

Wanneer ik het voorbeeld van het kind dat zich aan zijn knie bezeert aan ouders vertel, voigt
doorgaans instemmend geknik. ledereen herkent dat soort situaties. Vraag ik hun vervolgens
waarom we het kind zeggen dat het geen pijn doet, dan klinkt het meestal dat men het kind wil
sussen opdat het zou stoppen met huilen. Maar waarom moet een kind stoppen met huilen?
Huilen is gezond; door te huilen bevrijd je je van pijn. Die functie behoort oiet zomaar tot ons
lichaam: opgestapelde stress vindt een uitweg, spanning wordt ontladen. Het para- en
orthosympatisch zenuwstelsel komen zo weer in balans en de verschiJlende hersendelen gaan
beter samenwerken. Ondertussen is er vanuit neurologisch onderzoek wetenschappelijk
onderbouwd bewijs aangeleverd om het huilen van kinderen te accepteren en er ruimte voor te
laten. Kinderen moeten de kans krijgen emotioneel te ontladen, zodat het lichaam gezonder
functioneert, het immuunsysteem beter werkt, de spieren soepeler blijven enzovoort. Je hoeft
die spanning niet vast te houden.

xxx

Een tweejarige verwondt zijn teen bij het spelen in de tuin. De vader komt met het krijsende
jongetje binnengelopen en zet hem op het aanrecht zodat we het wondje met water kunnen
spoelen. Plots is de vader weg en blijJ ik vertwijfeld achter met zijn kind. Maar daar komt de
vader alweer aangerend, de fopspeen in de hand en recht de mond van het kind in; een zucht
van opluchting voigt. Zelf vraag ik me in stilte af waarom het kind moet stoppen met huilen.

xxx

Een vader riep ooit vanuit de zaal: "Hij moet stoppen met huilen omdat ik er niet tegen
kan."Waarom zeg je een kind dan dat er niks is, alsje eigenlijk bedoelt: "Hou op met huilen, ik
kan er niet tegen?"Verwoorden we het evenwel zo, dan moeten we het over onszelf hebben.
Dan wordt ons gevraagd niet alleen te kijken naar wat het kind nodig heeft, maar ook naar wat
wij zelf nodig hebben. En dat kan iets totaal anders zijn. Van een onthaalmoeder hoorde ik
onlangs: "Mijn dag is goed wanneer geen van de kindjes heeft geweend."

Na een stevige huilbui voelt Robbe zich heel wat beter.

2.8.- Vervreemding

xxx

 In een normale opvoeding is alles zo ontworpen om spontaniteit te onderdrukken. Toen ik


achttien was. bewoog een boek me tot tranen. Ik was verbluft. Ik had geen idee dat literatuur
me zo kon raken. Ais ik in de klas zou huilen bij een gedicht. zou de leraar geschokt zijn. Ik
realiseerde me dat de schoolleert om geen antwoord te geven op wat je echt voelt. Ik
probeerde dan maar de slimste te zijn in alles wat ik deed. waardoor ik vergat dat inspiratie niet
uit het verstand komt. en datje niet perfect hoeft te zijn. Na een tijd had ik geen zin meer om
nog iets te proberen, uit angst te falen.

-. Keith Johnstone - Theaterdocent en een van de grondleggers van het improvisatietheatert

xxx

De 'zwarte pedagogie' verwijst dus naar de opvoeding die erop gericht is kinderen te
”vervreemden van hun eigen lichaam” en hun eigen gevoel. Voor Alice Miller en andere
auteurs verklaart die pedagogie onder meer waarom zoveel gewone mannen en vrouwen
tijdens de Tweede Wereldoorlog in staat zijn geweest Hitler te steunen. Hitler zou je nog
kunnen afschilderen als een psychopaat of een gestoord persoon, maar hoe zijn duizenden
mannen en vrouwen tot dergelijke gruwel in staat geweest? De opvoeding werkt volgens het
straf-en-beloonmodel en stoelt op gehoorzaamheid. Een bevel is een bevel; zelf nadenken
wordt niet verwacht. Je doet wat je doet omdat ik zeg datje het moet doen. Verantwoor-
delijkheid voor de gevolgen van je gedrag wordt afgeschoven op degene die het bevel geeft.
Voor velen van ons zal die autoritaire opvoedingsstijl herkenbaar zijn. Het vermogen tot
zelfsturing en het moreel besef worden er echter door ondermijnd. Bij een autoritaire aanpak
hebben kinderen maar twee mogelijkheden: verzet of onderdanigheid. Of we I domineer ik jou,
ofwel onderwerp ik mij aan jou: samenwerking is dan ver zoek. Onze aandacht is almaar
minder gevestigd op onze taak, maar op wie het voor het zeggen heeft.

2.9.- Hoe smart zijn wij bezig?

Voeling houden met onszelf veronderstelt dat we rekening houden met onze biologische
realiteit. AI te vaak verwachten we van ons lichaam echter het onmogelijke. Gemiddeld slapen
we twee uur minder dan vijftig jaar geleden. Een lichaam heeft tijd nodig om prikkels te
verwerken - en dat zijn er tegenwoordig veel -, hersenen moeten kunnen verwerken en cellen
regenereren. Een goede afwisseling tussen activiteit en rust is nodig. Door de toevloed aan
prikkels komen we echter minder aan rust toe.

Onlangs werd in een tv-quiz de vraag gesteld gedurende hoeveel seconden een mens zich
kan concentreren. Het antwoord luidde acht seconden. In 2000 zouden dat nog twaalf
seconden zijn geweest. Zonder de bron en de kwaliteit te kennen van het onderzoek Vl(aaruit
dat resultaat naar voren kwam, lijkt die trend me niet onverwacht te zijn, maar wel
zorgwekkend. Kleuterjuffen stellen al jaren vast dat het almaar moeilijker wordt kinderen
gedurende langere tijd te boeien met een verhaal of een activiteit.

Een van de redenen waarom ons concentratiebereik afneemt, is dat we ons continu laten
opjagen door smartphones, tablets en aanverwante apparaten. Het aantal afleidingen neemt
hand over hand toe, met aile gevolgen van dien voor ons concentratievermogen. Met zijn boek
Ontketen je brein heeft Theo Compernolle mij alvast stevig wakker geschud. Mensen verkeren
in de illusie dat ze kunnen multitasken, maar de simpele waarheid is dat onze hersenen
rationeel geen twee zaken tegelijk aankunnen. We denken dat we en kunnen autorijden en
handenvrij bellen, maar niets is minder waar. Ge.inspireerd door Compernolle leg ik
deelnemers aan een workshop soms de volgende eenvoudige oefening voor.

KRUISWOORDRAADSEL
1234

Neem een blad papier en schrijf het woord KRUISWOORDRAADSEL. Schrijf vervolgens onder
elke letter een cijfer. Dat ziet er dan zo uit:

Neem dan een nieuw blad en doe het volgende: schrijftelkens een letter uit het woord
KRUISWOORDRAADSEL en dan een cijfer uit de reeks eronder. Dan schrijf je dus: K, 1, R, 2,
U, 3, I,...

KRUI
123

Terwijl de eerste oefening vlot gaat, neemt de tweede oefening enkele seconden meer in
beslag. Het duurt niet alleen langer, er worden ook meer fouten gemaakt en de vermoeidheid
neemt toe. Dat komt in de eerste plaats door de hoge mate van concentratie die nodig is om
voortdurend te 'switchen'. Multitasken is een misleidend begrip. Het lijkt of we meerdere dingen
tegelijk doen, maar in feite schakelen we de hele tijd tussen taken. Voor ons brein is dat zeer
uitputtend. Die eenvoudige oefening lijkt veel op hoe het er vaak aan toegaat op de werkvloer:
we werken aan een taak, er komt een mail binnen, we lezen die mail, beantwoorden die snel
en werken weer voort aan onze taak. Er komt iemand binnen, de telefoon gaat... Voor het
merendeel van ons is dit dagelijkse realiteit. Op het einde van de rit hebben we evenwel
almaar meer tijd nodig om werk af te krijgen. Onze hersenen stokken, zoals een computer
waarop te veel programma's tegelijk draaien. We proberen met andere woorden zaken te doen
waarvoor we biologisch niet zijn gemaakt.Een anekdote:

xxx

Op zondagmiddag hoor ik een meisje het volgende zeggen: "Ik ga mijn leraar Frans even
vragen wat we precies moeten kennen voor de toets morgen." Ik reageer onthutst: "Het is
zondag, wellicht heeft jouw leraar vandaag andere dingen te doen." "Nee hoor," repliceert ze,
"hij antwoordt altijd meteen."

xxx

Zelfs als die leraar op lOndag voor school werkt, wordt hij onderbroken door berichten van
leerlingen. Hij moet dus 'schakelen': antwoorden en de draad weer oppikken. Een afspraak
maken of zelf iets onthouden is voor leerlingen hoe langer hoe minder aan de orde. Weet je
iets niet of heb je iets niet bij de hand, post het even op Facebook en een ander lost het voor je
op. Platformen lOals Smartschool staan bol van berichtenverkeer tussen leerkrachten en
leerlingen. Hoewel zo'n applicatie het makkelijker zou moeten maken, maakt ze het moeilijker
om langere tijd geconcentreerd te werken.

Otto Scharmer stelt dat er almaar meer gevallen van depressie en burn-out zijn doordat de
klooftussen wat we doen en wie we zijn groter wordt. We houden onvoldoende rekening met
wat kan. Het klinkt misschien paradoxaal, maar we kunnen onze capaciteiten maar ten volle
benutten wanneer we ook onze beperkingen ten volle aanvaarden. Door voldoende rust te
nemen, geregeld offline te gaan of te mediteren, word ik efficienter, creatiever en opgewekter.
Laat ik dat na, dan daalt mijn productiviteit en mijn algemeen welbevinden. De keuze is aan
mij. In het verlengde daarvan kunnen we keuzes maken voor onze kinderen: geen gsm aan
tafel, geen 'elektronica' vlak voor bedtijd, op tijd erin, elke dag de buitenlucht in en zelfs ruimte
voor verveling.
Op basis van mijn huidige kennis over de invloed van tijd die kinderen voor een scherm
doorbrengen, heb ik richtwaarden voor schermtijd bij kinderen opgesteld. Het gaat om
gemiddelde tijdsblokken, die zeker niet elke dag strikt moeten worden toegepast.

Meestal schrikken ouders, omdat blijkt dat kinderen gemiddeld veel meer tijd voor een scherm
doorbrengen dan goed voor ze is. Ook bij mijn kinderen vind ik het moeilijk daarop toe te zien.
Maar lOals je een kind niet met een driewieler de autosnelweg op stuurt (met dank aan Martine
Delfos voor dit beeld) en de ervaring geleidelijk opbouwt, zo gaat het ook voor de omgang met
digitale apparaten.ln mijn omgeving stel ik echter vast dat veel ouders het hebben opgegeven
hierin grenzen te stellen. In de volgende hoofdstukken ga ik verder in op het belang van
begrenzing en de manier waarop dat kan gebeuren.

2.10.- Ons driedelige brein

xxx

 De hersenen die denken. berekenen en beslissen. zijn dezelfde die lachen. huilen. liefheb-
ben. verafschuwen of genieten. Zander emoties is het onmogelijk am rationeel te zijn.

-. Antonio Damasio

xzx

Onze hersenen bestaan uit drie verschillende lagen (zie figuur 'driedelig brein' - naar Maggie
Kline) Het oudste deel wordt het overlevingsbrein of reptielenbrein genoemd. Dit deel van onze
hersenen houdt zich bezig met basisbehoeften en zelfbescherming. Het is gekend van defight-
jlightjreeze-respans. Bij dreigend gevaar hebben we drie magelijke basale overlevingsreacties:
vechten, vluchten ofverstarren.

Het tweede deel is het emotionele brein of lOogdierbrein. Dit deel kennen we ook als het
limbisch systeem en heeft naast emotieregulatie een belangrijke functie met betrekking tot ens
sociaal functioneren. In deze breinlaag huist de amygdala, ens emotionele geheugen.

Daarbovenop hebben we een denkend brein, de neocortex. Dat is ens rationele brein,
waarmee we begrijpen, analyseren en problemen oplossen.

Wanneer we een kind vragen tegen de klok een rekensom te maken en het resultaat is slecht,
dan besluiten we misschien snel dat het kind niet goed kan rekenen. Die conclusie lOu
weleens fout kunnen zijn. Een kind dat door de opgelegde tijdsdruk stress ervaart, gaat in
overlevingsmodus. Angst of stress activeren het reptielenbrein en het limbisch systeem. Ais
gevolg daarvan is het rationele brein niet of slechts deels toegankelijk. Wanneer we dat niet
erkennen, blijven we het rationele brein aanspreken terwijl het kind elders in zijn brein vastzit.
Dan is het aangewezen het kind even met rust te laten en op adem te laten komen. Het
angstcentrum (amygdala) ervaart minder prikkels, er ontstaat ruimte en het kind kan weer vrij
denken. Vaak zetten we kinderen onder druk en vragen we tegelijkertijd een rationele actie.ln
de overlevingsmodus is de rationele laag even wel afgesloten.

Driedelig brein
Emotionele brein (zoogdier) – ERBIJ HOREN
Contact – verbinding – sociaal - …………- met elkaar opschieten

Denkende brein (Neo-Cortex) - BEKWAAMHEID


Probleem oplossen
Begrijpen – Leren
Creativiteit

***********
Bron: Maggie Kline. Driedelig brein.

Wanneer een kind woedend een deur intrapt, krijgt het de vraag: "Waarom doe je dat?" Die
vraag veronderstelt een vermogen tot rationaliteit waaraan het hem op dat moment helemaal
ontbreekt. Het kan alleen over een gebeurtenis of over gedrag nadenken wanneer het
emotionele brein tot rust is gekomen, wanneer het brein in de veilige modus zit. Pas nadat het
kind tot rust is gekomen - en eventueel door te huilen emotion eel stoom heeft afgelaten - kun
je samen met het kind nagaan wat er is gebeurd en hoe het kind een en ander kan helpen
herstellen.

De drieledige structuur van ons brein weerspiegelt de volgorde van drie functies: lijfelijk
'gewaar-zijn', emotioneel voelen en rationeel den ken. Rationaliteit is slechts mogelijk wanneer
ons lichaam en onze emoties rust hebben. Het brein van jonge kinderen is onrijp. Het duurt
eenentwintig jaar vooraleer een brein is uitgerijpt. Een groot deel van ons leven moeten we
leren omgaan met lichaam en emotie, met leren ernaar te luisteren zonder dat ze met ons op
de loop gaan. Pas wanneer die drie functies goed zijn geïntegreerd, kunnen we werkelijk varen
op de wijsheid van ons lichaam.

OOOO

You might also like