Personen uit Daniëls leven A 101

Omcirkel alle personen die deel uitmaakten van het leven van Daniël. Zoek op in
je Bijbelverhalenboek. Uit welke verhalen komen de overige personen?
Zoek de verschillen! A 102
Zoek deze afbeelding op in je Bijbelverhalenboek en duid de 7 verschillen aan. Teken in
het lege vak één of meerdere dieren die jij graag in het paradijs wilt ontmoeten!
Dezelfde personen A 103
Je ziet hier een aantal Bijbelse personen op de prentjes. Zoek de
prentjes met dezelfde personen erbij, maar in een andere situatie.
Plak ze ernaast. Ken je al hun namen en herken je de verhalen?
Dezelfde personen A 103
Knipblad A 103
Bijbelse personen A 104
Kijk goed naar de cijfers. Zoek ze op in je Bijbelverhalenboek.
Verbind dan elk prentje met het nummer van het verhaal waarin je de afgebeelde
personen vindt. Ken je hun namen en kun je ook wat meer vertellen over elke persoon?
knip, puzzel, plak! A 105
Knipblad A 105
Wie hoort er niet bij? A 106
Zoek op in je Bijbelverhalenboek en omcirkel in elke rij het
prentje dat er niet bij hoort. Kun je ook vertellen waarom de
overige prentjes wel bij elkaar horen?
Namen met S A 107
Ken jij de namen van de personen op deze prentjes? Laat je mama of papa de
namen hardop zeggen. Luister goed naar de beginletter. Omcirkel alle
personen waarvan de naam met dezelfde letter begint als de naam van
Abrahams vrouw, Sara.

Voor kinderen die nog niet kunnen lezen: Zeg de namen hardop. Leg bij het uitspreken de nadruk
op de eerste letter. Zo leert het kind zelf het verschil horen en dezelfde klanken herkennen.
Puzzelen A 108
Kun jij vinden uit welk afbeelding de stukjes komen?
Welke verhaal herken je op de prentjes?
Personen uit Jezus' leven A 109
Omcirkel alle personen die deel uitmaakten van het leven van Jezus. Zoek op in
je Bijbelverhalenboek. Uit welke verhalen komen de overige personen?
Mini Memo A 110
Knip alle kaartjes uit. Plak (of print) ze eventueel eerst op stevig
papier of karton. Speel het spel. Kun je er ook elke keer bij zeggen wie
deze vrouwen zijn? Vind je hen ook al zelf terug in je boek?
Bijbelverhalen A 111
Kijk goed naar de cijfers. Zoek ze op in je Bijbelverhalenboek. Herken je de prentjes?
Verbind dan elk prentje met het nummer van het verhaal waarin je ze vindt.
Kun je in het kort vertellen waar elk verhaal over gaat?
Namen met H A 112
Ken jij de namen van de personen op deze prentjes? Laat je mama of papa
de namen hardop zeggen. Luister goed naar de beginletter. Omcirkel alle
personen waarvan de naam met dezelfde letter begint als “hemel”.

Voor de ouders: leg bij het uitspreken de nadruk op de eerste letter, door deze duidelijk te laten
klinken. Vergelijk ook steeds met het voorbeeldwoord of een andere naam die met dezelfde letter
(h) begint. Zo leert uw kind zelf het verschil horen en dezelfde klanken herkennen.
Jehovah’s vrienden A 113
Zoek op in je Bijbelverhalenboek. Kleur de sterretjes onder
de personen die Jehovah’s vriend waren!
knip, puzzel, plak! A 114
Knipblad A 114
Gebeurtenissen uit Daniëls leven A 115
Omcirkel alle prentjes uit de verhalen over Daniël. Zoek op in je
Bijbelverhalenboek. Uit welke verhalen komen de overige prentjes?
Puzzelen A 116
Kun jij vinden uit welk prentje de bloemen komen? Welke verhalen herken je op
de prentjes? Kun je ze allemaal vinden in je Bijbelverhalenboek?
Dezelfde personen A 117
Je ziet hier een aantal Bijbelse personen op de prentjes. Zoek de
prentjes met dezelfde personen erbij, maar in een andere situatie.
Plak ze ernaast. Ken je al hun namen en herken je de verhalen?
Dezelfde personen A 117
Knipblad A 117
Mini Memo A 118
Knip alle kaartjes uit. Plak (of print) ze eventueel eerst op stevig
papier of karton. Speel het spel. Kun je er ook elke keer bij zeggen
wie deze vrouwen zijn? Vind je hen ook al zelf terug in je boek?
Namen met E A 119
Ken jij de namen van de personen op deze prentjes? Laat je mama of papa de
namen hardop zeggen. Luister goed naar de beginletter. Kleur alle vakjes onder
de prentjes met personen waarvan de naam met dezelfde letter begint als het
woord “eet”. Je mag de letter ook in het vakje schrijven, als je dat al kunt!

Voor kinderen die nog niet kunnen lezen: Zeg de namen hardop. Leg bij het uitspreken de nadruk
op de eerste letter. Zo leert het kind zelf het verschil horen en dezelfde klanken herkennen.
Gebeurtenissen uit Jezus' leven A 120
Knip de prentjes met Bijbelverhalen over Jezus uit en plak ze in de juiste
volgorde. Kun jij ze allemaal vinden in je boek?

1 5

2 6

3 7

4 8
Knipblad A 120
Personen uit de Bijbel A 121
Je hebt 4 verschillende kleuren nodig. Omcirkel elk prentje telkens
in de gevraagde kleur. Let goed op de beginletters van de namen van
de onderstaande personen.

Personen met namen die beginnen met:

- een “N” omcirkel je rood.
een “K” omcirkel je groen.
- een “E” omcirkel je paars.
- een “G” omcirkel je oranje.

Voor kinderen die nog niet kunnen lezen: Zeg de namen hardop. Leg bij het uitspreken de nadruk
op de eerste letter. Zo leert het kind zelf het verschil horen en dezelfde klanken herkennen.
Zoek de verschillen! A 122
Zoek deze afbeelding op in je Bijbelverhalenboek en duid de 7 verschillen aan.
Teken in het vak de andere personen die bij dit verhaal horen. Ken je ook hun namen?
Verhalen over Jezus A 123
Kijk goed naar de cijfers. Zoek ze op in je Bijbelverhalenboek.
Verbind dan elk prentje met het nummer van het verhaal waarin je de afgebeelde
personen vindt. Kun je ook wat meer vertellen over elke persoon?
Gebeurtenissen uit Paulus' leven A 124
Knip de prentjes met Bijbelverhalen over Paulus uit en plak ze in de juiste
volgorde. Kun jij ze allemaal vinden in je boek?
Knipblad A 124
Puzzelen A 125
Kun jij vinden uit welk prentje de dieren komen?
Welke verhaal herken je op de prentjes?
Namen met J A 126
Ken jij de namen van de personen op deze prentjes?
Omcirkel alle personen waarvan de naam met dezelfde letter begint
als Gods naam, Jehovah.

Voor kinderen die nog niet kunnen lezen: Zeg de namen hardop. Leg bij het uitspreken de nadruk
op de eerste letter. Zo leert het kind zelf het verschil horen en dezelfde klanken herkennen.
Jehovah’s vrienden A 127
Zoek op in je Bijbelverhalenboek. Kleur de vakjes onder de
personen die Jehovah’s vriend waren!
knip, puzzel, plak! A 128
Knipblad A 128
Wie hoort er niet bij? A 129
Zoek op in je Bijbelverhalenboek en omcirkel in elke rij het
prentje dat er niet bij hoort. Kun je ook vertellen waarom de
overige prentjes wel bij elkaar horen?
Zoekplaat A 130
Kun jij alle stukjes vinden die thuishoren in de afbeelding? Omcirkel ze. Welk
verhaal herken je? Wijs dit aan in je Bijbelverhalenboek en vertel er wat over.
Dezelfde personen A 131
Je ziet hier een aantal Bijbelse personen op de prentjes. Zoek de
prentjes met dezelfde personen erbij, maar in een andere situatie.
Plak ze ernaast. Ken je al hun namen en herken je de verhalen?
Dezelfde personen A 131
Knipblad A 131
Namen met R A 132
Ken jij de namen van de personen op deze prentjes? Omcirkel alle
personen waarvan de naam met dezelfde letter begint als “roos”.

Voor kinderen die nog niet kunnen lezen: Zeg de namen hardop. Leg bij het uitspreken de nadruk
op de eerste letter. Zo leert het kind zelf het verschil horen en dezelfde klanken herkennen.
Puzzelen A 133
Kun jij vinden uit welk prentje de dieren komen?
Welke verhalen herken je op de prentjes?
Wat hoort er niet bij? A 134
Zoek op in je Bijbelverhalenboek en kleur in elke rij het rondje onder
het verhaal dat er niet bij hoort. Kun je ook vertellen waarom de
overige prentjes wel bij elkaar horen?
knip, puzzel, plak! A 135
Knipblad A 135
Personen uit Jezus' leven A 136
Omcirkel alle personen die deel uitmaakten van het leven van Jezus. Zoek op in
je Bijbelverhalenboek. Uit welke verhalen komen de overige personen?
Zoek de verschillen! A 137
Zoek deze afbeelding op in je Bijbelverhalenboek en duid de 7 verschillen aan.
Teken in het vak één of meerdere dieren die jij graag in het paradijs wil verzorgen!
Namen met J A 138
Ken jij de namen van de personen op deze prentjes?
Omcirkel alle personen waarvan de naam met dezelfde letter begint
als Gods naam, Jehovah.

Voor kinderen die nog niet kunnen lezen: Zeg de namen hardop. Leg bij het uitspreken de nadruk
op de eerste letter. Zo leert het kind zelf het verschil horen en dezelfde klanken herkennen.
Wie hoort er niet bij? A 139
Zoek op in je Bijbelverhalenboek en omcirkel in elke rij de
persoon die er niet bij hoort. Kun je ook vertellen waarom de
overige prentjes wel bij elkaar horen?
De tien plagen A 140
Knip de prentjes met plagen uit en plak ze in de juiste volgorde.
Kun jij ze allemaal benoemen?

5
De tien plagen A 140

10
Knipblad A 140
Zoekplaatjes A 141
Zoek het verhaal over Nehemia op in je Bijbelverhalenboek.
Omcirkel de stukjes die je op de prent ziet.
Kun jij ook vinden uit welke verhalen de overige stukjes komen?
Familie A 142
Plak in elk vak de familieleden op die bij elkaar horen.
Zoek de prenten eventueel op in je Bijbelverhalenboek.
Knipblad A 142
Bijbelverhalen A 143
Zoek de prenten op in je boek met Bijbelverhalen. Kijk goed naar de
nummers van de bijbehorende verhalen. Knip de nummers uit die je
vindt aan de zijkant van dit blad en plak ze bij de juiste prenten.

4
9
15
17
34
38
70
83
Wie hoort er niet bij? A 144
Zoek op in je Bijbelverhalenboek en omcirkel in elke rij de
persoon die er niet bij hoort. Kun je ook vertellen waarom de
overige prentjes wel bij elkaar horen?
Namen met S A 145
Ken jij de namen van de personen op deze prentjes?
Omcirkel alle personen waarvan de naam met dezelfde letter
begint als de naam van Abraham’s vrouw, Sara.

Voor kinderen die nog niet kunnen lezen: Zeg de namen hardop. Leg bij het uitspreken de nadruk
op de eerste letter. Zo leert het kind zelf het verschil horen en dezelfde klanken herkennen.
Zoekplaatjes A 146
Zoek het verhaal over Esther op in je Bijbelverhalenboek.
Omcirkel de stukjes die je op de prenten ziet.
Kun jij ook vinden uit welke verhalen de overige stukjes komen?
Zoek de verschillen! A 147
Zoek deze afbeelding op in je Bijbelverhalenboek en duid de 12 verschillen aan.
Welke van Jakobs kinderen is ook bekend, maar staat niet op deze prent? Teken deze
persoon in het lege vak en kleur je tekening mooi in.
knip, puzzel, plak! A 148
Knipblad A 148
Zoekplaatjes A 149
Zoek het verhaal over Job op in je Bijbelverhalenboek.
Omcirkel de stukjes die je op de prent ziet.
Kun jij ook vinden uit welke verhalen de overige stukjes komen?
Zoekplaatjes A 150
Zoek het verhaal over Job op in je Bijbelverhalenboek.
Omcirkel de stukjes die je op de prent ziet.
Kun jij ook vinden uit welke verhalen de overige stukjes komen?