Nederlands voor beginners

Les 01

Welkom!
07 september 2020
A.Kramer
Lesinhoud

● Ik ben / eu sunt
● Ik heet / eu ma numesc
● Mijn naam/jouw naam
● Groeten = a saluta
● Pronuntie
● Pronumele personal
● Verbele ‘a fi’ si ‘a avea’
● Numerale
 Mijn naam is Atenais en ik kom uit Roemenië.
Sinds 1992 woon ik met veel plezier in
Nederland. Ik ben jullie docente.
Ik wens jullie veel succes en vooral veel plezier
met deze cursus!
   Jezelf voorstellen
Wie ben jij? Ik ben Cristina.
Cine esti tu? Eu sunt Cristina.

Hoe heet jij? Ik heet Elena.

Cum te numesti? Eu ma numesc Elena.

Wat is jouw naam? Mijn naam is Tudor.

Care este numele tau? Numele meu este Tudor.

 
 Groeten
dimineata la pranz seara

Goedemorgen! Goedemiddag! Goedenavond!

la plecare la culcare

Tot ziens! = la revedere! Slaap lekker! = somn usor!

Tot gauw! = pe curand! Welterusten! = noapte buna!
Tot binnenkort! = pe curand!
Tot morgen! = pe maine!
Tot vanavond! = pe diseara!
Doei!/Dag! = pa!
 Uitspraak = pronuntie
Vocale scurte Vocale lungi

Barbat,sot man maan luna (planeta)

cos mand maand luna (calendar)
punga zak zaak afacere/treaba

pix pen peen morcov

lectie les ik lees citesc
cu/si met Ik meet eu masor
biserica kerk keek chec,cozonac

bomba bom boom copac

os bot boot barca
borcan pot poot laba (animal)
buton knop knoop nod
soare zon zoon fiu
 Uitspraak = pronuntie
u = cu un usor ‘i’ oe = u romanesc
LUNG
SCURT
boek carte
autobuz bus
deci dus doek prosop, carpa
sora zus
numar nummer broek pantalon

LUNG broer frate

scump duur goed bun,bine

perete muur
vecin buur boer taran
 Uitspraak = pronuntie
LET OP! i = i SCURT LET OP! ie = i LUNG

propozitie zin zien a vedea

eu ik drie trei

radio radio vier patru

inchis dicht tien zece

lumina,usor licht brief scrisoare

???? lift bier bere

inceput begin iets ceva

Familie (rude) gezin niets ???

 zijn (a fi) en hebben (a avea)
pronumele personal Zijn = a fi Hebben = a avea

Ik = eu ben heb

jij / je = tu bent hebt

u = dumneavoastra bent hebt

hij = el is heeft

zij / ze = ea is heeft

het is heeft

wij / we = noi zijn hebben

jullie = voi zijn hebben

zij / ze = ei/ele zijn hebben

 Ik tel van … tot …
Ik tel van 0 tot 9 Ik tel van 10 tot 19

0 = nul 10 = tien
1 = één 11 = elf
2 = twee 12 = twaalf
3 = drie 13 = dertien
4 = vier 14 = veertien
5 = vijf 15 = vijftien
6 = zes 16 = zestien
7 = zeven 17 = zeventien
8 = acht 18 = achttien
9 = negen 19 = negentien
Een goed begin
is
het halve werk
Intrebari despre lectie? Trimite un mail la adresa: atenaish@hotmail.com

Inregistrarea lectiei o gasesti aici: http://interconnections.rompro.nl

Intrebari tehnice/administrative:   interconnections@rompro.nl