Het Grote Hamburgerspel

SPELUITLEG

Concept:
Iedereen is boer en produceert samen met andere boeren in hun boerderij een bepaald product
(vlees, ketchup, brood of sla). Als ze bij andere boerderijen ook de andere ingrediënten kunnen
halen, dan kunnen ze hamburgers vormen.

Spel in 4 fasen:
1)    Teams verdelen (5)
2)    Kampen bouwen (5’)
3)    Overbrengspel (40’)
4)    De schat wordt (zonder twijfel) gevonden (5’)
 

Fase 1: teams verdelen (5’)

 De kinderen gaan in een rij staan voor de leiding. Één van de leiding verdeeld ze in teams.
Elk team is een ingrediënt voor op de hamburger.

Fase 2: boerderijen bouwen (5’)

 Per team bouwt men een boerderij (een kamp) in een uithoek van het terrein. Ze krijgen
wat materiaal mee om de boederij in te kleden en af te bakenen (lint, sjortouw, …). Ook
een grote poster met daarop wat hun boerderij maakt.

Fase 3: overbrengspel (40’)

 Iedereen begint vanuit zijn kamp met het kaartje van zijn boerderij (bruin = vlees, geel =
brood, groen = sla, rood = ketchup). Men moet proberen de 4 kaartjes te verzamelen en
die te brengen naar de McDonalds (de centrale post). Daar krijgt men een puzzelstuk dat
men naar het eigen kamp moet brengen. Samen vormen de puzzelstukken een kaart
waarop de schat staat aangeduid. De schat ligt op het terrein en bestaat uit
hamburgersnoepjes.
 Als men een kamp binnendringt, moet men een duel doen met de leiding. Als het lid wint
krijgt het een kaartje.
 Men kan van elkaar een kaartje afpakken, door iemand van een andere boerderij te tikken
en blad-steen-schaar te spelen. De verliezer moet zijn kaartje afgeven en teruglopen naar
zijn kamp voor een nieuw kaartje.
 De voedselinspectie loopt ook rond (= tikkers met fluovestje met daarop
‘voedselinspectie’). Als zij iemand kunnen tikken, moet die zijn kaartje afgeven en
teruglopen naar zijn kamp voor een nieuw kaartje.

Fase 4: vinden van de schat (5’)

 Het team dat alle puzzelstukken heeft, gaat op zoek naar de schat. Gevonden? Heel de
groep deelt mee.

MATERIAAL
 hamburgersnoepjes
 overbrengkaartjes in 4 kleuren
 etiketjes voor wie welke soort boer is
 posters voor boerderijen
 prints van spelterrein
 Inkleding voor McDonalds (centrale post)
 alcoholstiften
 dassen