You are on page 1of 3

Sociolinguïstiek 2

Bachelor 2 opleiding Nederlands

Tijdens sociolinguïstiek 2 wordt inzicht vergaard in de Surinaamse talen. Suriname kent volgens
de recente data ruim 30 talen die in zowel het binnenland als het kustgebied worden gebezigd.
Deze talen worden door Gobardhan (2002:387) ondergebracht in vier groepen talen: inheemse,
creool-, Aziatische en Europese talen.

De inheemse talen vallen taalkundig gezien uiteen in twee groepen waartussen geen
verwantschap aangetoond kan worden, de Caraibsche en de Arowakse talen. Tot de sprekers van
de Caraibsche talen behoren de Caraïben, de Wayana en de Trio. De Arowakken en de Warau
spreken Arowakse talen. Het totaal aantal sprekers van de inheemse talen bedraagt enkele
duizenden. Tot de creooltalen behoren het Sranan, de algemene omgangstaal, het Aucaans of
Ndyuka, het Paramaccaans, het Boni of Aluku, het Saramaccaans en het Matawai. Gobardhan
(2001:387) geeft aan dat de taal van een kleine groep creoolsprekers, de Kwinti, nog
onvoldoende is onderzocht om vast te stellen of hun taal tot een van de bovengenoemde kan
worden gerekend of dat deze zelfstandig zal moeten orden genoemd.
De derde groep, de Aziatische talen, omvat het Sarnami, het Surinaams-Javaans, het Hakka, het
Mandarijn en het Libanees, een variëteit van het moderne Arabisch.
Van de vierde groep talen is het Nederlands van belang, de officiële taal en de enige taal in het
onderwijs.

In deze complexe taalsituatie is er niet alleen op grote schaal sprake van meertaligheid van de
sprekers, maar ook van meervoudige diglossierelaties. En hiernaast is er in de communicatie ook
vaak sprake van code-wisseling. Meertaligheid is in deze taalsituatie niet alleen een individuele
eigenschap van de burger, maar een maatschappelijk verschijnsel, omdat bijna iedereen meer dan
één taal gebruikt. Onder meertaligheid wordt hier verstaan het regelmatig afwisselend gebruik
van meer dan één taal door dezelfde persoon met de mogelijkheid om in de verschillende talen
volledige en zinvolle uitingen te begrijpen en te produceren. Bij deze omschrijving ligt het
accent op het gebruik van de verschillende talen, niet op de beheersingsgraad. De mate van
beheersing is wel gebonden aan een minimumniveau, namelijk dat met andere gebruikers van de
betreffende taal zinvolle communicatie mogelijk is. In dit verband is er geen voorkeur voor de
modaliteit van taalgebruik. Iemand die de betreffende taal alleen kan verstaan en spreken is
evenzeer meertalig als iemand die in die taal kan lezen en schrijven (Teunissen, 1986:39).

Gobardhan (2001:388) heeft de voorkeur gegeven aan deze definitie, omdat volgens haar in de
Surinaamse situatie het accent ligt op het gebruik van de talen, niet op de beheersingsgraad. Het
Nederlands wordt- omdat het de voertaal is in het onderwijs- zowel mondeling als schriftelijk
gehanteerd, de overige talen veelal alleen mondeling. Er is sprake van aanzienlijke verschillen in
de beheersingsgraad, onder meer doordat velen voor hun beheersing van het Nederlands
afhankelijk zijn van onderwijs en voor hun beheersing van het Sranan (als zij dit niet thuis
hebben leren spreken) van de mate van contact met sprekers van deze taal. Met diglossie wordt
de maatschappelijke verhouding tussen de verschillende talen en variëteiten bedoeld. Talen
kunnen een hoge of een lage waardering hebben (H- of L-status) in een gemeenschap en dat
heeft te maken met de waardeoordelen die sprekers geven aan talen die in de communicatie
gebruikt worden. Het Nederlands heeft een H-status, de overige talen hebben globaal gesproken
een L-status. Het Nederlands is immers de officiële taal, de taal in de domeinen onderwijs, de
wetgeving en het bestuur, de wetenschap, de literatuur, de godsdienst, terwijl moedertalen thuis
worden gebruikt, in de literatuur en bij de religie.

Uit: Onderwijs als sleutel tot maatschappelijke vooruitgang, Gobardhan-Rambocus, L. (2001)

Opdracht:

Over het Nederlands (Surinaams Nederlands) heb je reeds heel wat informatie mogen vergaren
vanaf het eerste moment dat je aan deze opleiding begon. Tijdens deze module zal de nadruk
gelegd worden op de overige in Suriname gesproken talen en hun context binnen het
maatschappelijke kader. Door middel presentaties zullen jullie elkaar over de overige
Surinaamse talen vertellen waarbij jullie bij elke taal de volgende punten zeker moeten
meenemen in de presentatie:

 historische achtergrond van de taal (ontstaan en ontwikkeling)


 census data over de taal
 maatschappelijke bijdrage van/aan de taal (emancipatieproces)
 sociolinguïstische basisbegrippen bespreken met betrekking tot de taal (met voorbeelden)
zoals gebruiksdomein, diglossie, code-wisseling, interferentie etc.
 andere taalkundige aspecten uitspraak, spelling e.d.

Werkwijze:
 Vorm een groep met 3 leden
 Kies één van de onderstaande talen uit
 Zet een PPT-presentatie in elkaar en neem alle punten in de presentatie op die hierboven
staan (creativiteit aan de dag leggen)
 Bereid een presentatie voor van 15-20 minuten waarbij elk groepslid aan het woord komt

Beoordeling (individueel):
 Inhoud, presentatie, adequate bronnen en taalgebruik
Programma:

week 1 25 jan inleiding tot sociolinguïstiek 2; opdracht over presentaties


week 2 1 feb studenten bereiden hun presentatie voor
week 3 8 feb het Sranantongo, taalkundig, context en spelling
week 4 15 feb Surinaams- Javaans en inheemse talen
week 5 22 feb het Sarnami en het Hindi
week 6 2 maart het Aukaans en het Saramaccaans
week 7 9 maart het Portugees van Brazilië en het Chinees in Suriname

Relevante bronnen:
Talen van Suriname (Charry, e.a. 1986)
Immigratie & Ontwikkeling (Hassankhan & Gobardhan, 1993)
Onderwijs als sleutel tot maatschappelijke vooruitgang (Gobardhan-Rambocus, 2001)

www.taleninsuriname.com

http://www-01.sil.org/americas/suriname/Saramaccan/National/SaramNLDictIndex.html

http://www-01.sil.org/americas/suriname/Aukan/National/AukanNLLLIndex.html

https://userblogs.fu-berlin.de/dutch/talen-in-suriname/

You might also like