You are on page 1of 16

Vuursteen in alle tijden

dr. D . G . M o n t a g n e

D o o r het Natuurhistorisch museum te Maastricht w e r d gedurende het Symposium


een tentoonstelling onder bovengenoemde titel georganiseerd.
D e begeleidende brochure luidde als volgt:

SUMMARY

„Flint, stone of all ages" is the title of an exposition, arranged by the Maastricht Museum
of Natural History on occasion of the International Symposium on Flint on A p r i l
26-29, 1969.
This exposition, intended for the interested layman, includes five chapters, e.o.:
- Flint, what is it and where does it occur?
- The origin of flint.
- Flint-mining in pre-historic times.
- The neolithic flint-mines of Ryckholt, province Limburg, Netherland.
- Flint in historic time.

INLEIDING

V a n de vele gesteenten, die verspreid i n de bodem v a n v o o r a l onze zuidelijke en


oostelijke provincies voorkomen of opeengehoopt i n grindgroeven worden aange-
troffen, is de v u u r s t e e n w e l een der meest bekende soorten. Z i j n betekenis
voor de mensheid sinds de oudste tijden is nauwelijks te overschatten. D i t wordt
vooral duidelijk, i n d i e n we beseffen, dat het met name deze vuursteen is geweest,
waaruit door onze voorouders i n de zg. „ S t e e n t i j d " de gereedschappen voor het
dagelijkse leven werden v e r v a a r d i g d .

Onderzoek heeft geleerd, dat een gebied ten Z u i d e n en Zuidoosten v a n M a a s t r i c h t


reeds i n de zeer vroege menselijke geschiedenis, i n de zgn. „Nieuwe Steentijd",
een centrum-functie heeft v e r v u l d voor een zeer groot gedeelte v a n N o o r d - en
W e s t - E u r o p a . H e t dankte deze functie aan de toenmalige ontginning en bewerking
v a n de hier i n de kalksteen v e e l v u l d i g voorkomende vuursteen v a n hoge k w a l i t e i t
en a a n de handel i n deze vuursteen en de hier uit gemaakte gebruiksvoorwerpen.
E n ook n u nog, i n de 20e eeuw, is vuursteen v a n goede kwaliteit een gewaardeerde
grondstof voor bepaalde takken v a n onze moderne industrie.

Vuursteen, i n het verre geologische verleden gevormd, is w e l l i c h t het enige natuur-


lijke materiaal, dat sinds het prilste begin onafgebroken verbonden is geweest
met de geschiedenis v a n de mensheid. M e t recht k a n men d a n ook spreken v a n :

V U U R S T E E N IN A L L E TIJDEN

133
W A T IS V U U R S T E E N E N H O E K O M T H E T V O O R I N D E N A T U U R ?

E e n antwoord op de v r a a g : „ W a t is vuursteen?" is op verschillende manieren


te geven.
— Chemisch gezien is het een k i e z e l z u u r - v e r b i n d i n g (SiOa) met enig gebonden
water. O p v a l l e n d is de zeer grote bestendigheid tegen i n w e r k i n g v a n vrijwel alle
i n de atmosfeer of hydrosfeer voorkomende verbindingen.

— Mineralogisch hoort het thuis i n de groep v a n c h a l c e d o o n , een f a m i l i e l i d


v a n het bekende m i n e r a a l kwarts.

— Physisch-kristallografisch is het een bijzonder „ d i c h t " materiaal, dat vaak als


krypto-kristallijn of ook w e l als pseudo-amorf wordt aangeduid. H e t is harder
d a n staal en heeft een soortelijk gewicht v a n 2,6 (d.w.z. maar w e i n i g lichter dan
graniet). O p v a l l e n d is de veelal schelpvormige, gladde breuk; hierdoor ontstaan
gemakkelijk zeer scherpe splinters.

Vuursteen kennen we i n gesteenten v a n zeer uiteenlopende ouderdom. H e t ont-


staat als concreties ) i n kalksteen en tekent zich dan d a a r i n af als m i n of meer
]

dunne lagen, onregelmatige platen of verspreide, g r i l l i g e knollen. I n N W - E u r o p a


kennen we voorbeelden uit o.a.:
D e v o o n - C a r b o o n : België
Jura : Polen, Oostenrijk, Z w i t s e r l a n d , Hongarije, D u i t s l a n d .
Krijt : Denemarken, Z w e d e n , D u i t s l a n d , P o l e n , N e d e r l a n d , B e l g i ë ,
E n g e l a n d , Frankrijk, P o r t u g a l , I t a l i ë
Tertiair : Frankrijk.
E e n dergelijke manier v a n voorkomen, nog op de plaats v a n v o r m i n g i n het
oorspronkelijke gesteente, w o r d t aangeduid als vuursteen i n s i t u .

I n de geologische geschiedenis zijn, door v e r w e r i n g en erosie v a n de omringende


kalksteen, vele vuursteen-elementen v a n hun oorspronkelijke ligplaats verwijderd
en terecht gekomen i n jongere afzettingen. M e n spreekt d a n v a n vuursteen o p
secundaire l i g p l a a t s . Z o werden bv. aan de kusten v a n Denemarken,
E n g e l a n d en Frankrijk delen v a n de Krijt-rotsen door de b r a n d i n g afgebroken, de
k a l k loste daarbij op en de vuursteen uit deze kalk bleef als residuair product op
de stranden echter (strandwallen). E l d e r s zijn, door de afbrekende en transpor-
terende w e r k i n g v a n stromend water (beken en rivieren), brokken vuursteen als
rolstenen i n rivier-afzettingen terecht gekomen. O p een zelfde wijze kan, door
selectieve v e r g r u i z i n g tijdens transport door gletschers, een vuursteen-rijke
moraine ontstaan zijn.
Reeds bij een eerste, visuele beoordeling kunnen allerlei soorten en types vuursteen
onderscheiden worden. Sommige h i e r v a n komen slechts i n enkele, m i n of meer
nauw te begrenzen landstreken voor, andere daarentegen zijn meer universeel voor
zover het h u n verspreiding betreft.

Concreties zijn grillige, bol- of lensvormige lichamen, waarvan de samenstelling en aard


duidelijk verschillen van die van de omringende stof.

134
O p v a l l e n d is het hoe i n enkele landstreken slechts é é n bepaalde, soms zeer k e n -
merkende vuursteensoort voorkomt, terwijl i n andere gebieden meerdere types
naast elkaar worden aangetroffen, w a a r v a n er geen enkele een voor die streek
kenmerkend karakter behoeft te bezitten.

Zeer kenmerkende, fraai gebandeerde vuursteen uit de Jura-kalken van Oost-


Polen.

I n Z u i d - L i m b u r g en omgeving kennen we voorbeelden v a n vuursteen i n s i t u


en ook v a n vuursteen o p s e c u n d a i r e l i g p l a a t s . Z o wordt vuursteen
aangetroffen i n de geplooide kalksteen v a n het M i d d e n - D e v o o n en v a n het
O n d e r - C a r b o o n ( = Kolenkalk), bv. bij Visé en bij P l o m b i è r e s . H e t zijn hier vrij
donkere, dunne banden i n de harde, blauw-grijze, d i k gebankte kalken.
V e e l belangrijker is de vuursteen uit de Krijtkalken. V o o r a l i n de Gulpense Kalken
en i n de Maastrichtse Kalken komen ontelbare grote en kleine knollen of g r i l l i g e
platen v a n dit zo merkwaardige materiaal voor. V e e l a l is een duidelijke concen-
tratie i n horizonten te herkennen, steeds evenwijdig aan de gelaagdheid v a n het
gesteente verlopend. O o k i n de verder oostwaarts voorkomende Kunrader Kalken
wordt veel vuursteen aangetroffen.

136
I n de jongere afzettingen v a n ons gebied, ontstaan i n tertiaire of kwartaire tijd,
treffen we vele malen vuursteen aan op secundaire ligplaats. E e n fraai voorbeeld
h i e r v a n is de residuaire aanrijking i n het zgn. vuursteeneluvium bij V i j l e n , V a a l s

Enkele types vuursteen uit de kalk-af zettingen van Zuid-Limburg en omgeving.


Opvallend is de vaak aanwezige witte verweringskorst.

en aangrenzende gebieden i n D u i t s l a n d en België. H i e r is een l a a g k l e i i g materiaal


met een zeer groot gehalte aan grote en kleine vuursteenbrokken bewaard gebleven
als „ r e s i d u " na de v e r w e r i n g en erosie (afvoer i n opgeloste toestand en als fijn
gruis) v a n een d i k pakket vuursteenhoudende kalksteen. A n d e r e voorbeelden zijn
de vele tertiaire en k w a r t i a i r e grindlagen v a n mariene of fluviatiele oorsprong
met de relatief hoge gehaltes aan zeer fraai afgeronde vuursteen-componenten.
E n ook bij deze g r i n d l a g e n was het de grote resistentie v a n dit vuursteenmateriaal
tegen v e r w e r i n g en erosie, die een relatieve aanrijking op secundaire ligplaats i n
de h a n d werkte.

137
H O E IS V U U R S T E E N ONTSTAAN?

H e t ontstaan v a n vuursteen vormt een nog niet geheel opgelost probleem. I n de


loop der j a r e n zijn hiervoor verschillende t h e o r i e ë n ontwikkeld.

D e meeste onderzoekers zijn het er over eens, dat vuursteen gevormd is als concreties
i n kalksteen. Omtrent het t ij d s t i p v a n deze concretievorming echter bestaat
verschil v a n mening. Sommige menen, dat dit gebeurd moet zijn i n het nog zachte
sediment, v l a k na de sedimentatie (zgn. „ p a r a g e n e s e " ) . A n d e r e n daarentegen
nemen aan dat vuursteen pas gevormd werd, nadat de sedimenten reeds boven
zeeniveau waren opgeheven (zgn. „ p o s t g e n e s e " ) . E e n derde groep denkt, dat v u u r -
steen zowel paragenetisch als postgenetisch ontstaan k a n zijn. Deze laatste
opvatting lijkt het aantrekkelijkste. O m dit te begrijpen moge het volgende dienen:
- Paragenese lijkt waarschijnlijk voor de hier en daar i n vuursteen bewaarde
„ w e k e delen" v a n bepaalde fossielen. I n hoeverre hier w e l een paragenetische
verkiezeling v a n organisch materiaal plaats v o n d , waaruit echter i n een later
stadium pas echte, harde vuursteen ontstond, blijft een open vraag.
- Postgenese moet aanvaard worden voor de zgn. „ v u u r s t e e n - g o r d i j n e n " , d.w.z.
dunne vuursteenplaten op m i n of meer verticaal i n het gesteente verlopende
splijt- of breukvlakken, V o r m i n g v a n deze platen k a n pas na de aanleg v a n deze
spleten en breuken hebben plaats gevonden. I n dezelfde r i c h t i n g wijst het ont-
breken v a n vuursteen als component i n grovere grindlagen (zgn. „ b a s i s c o n g l o m e -
raten") i n de bovenste K r i j t k a l k e n en i n de alleroudste tertiaire afzettingen; pas
i n bepaalde sedimenten uit het M i d d e n - T e r t i a i r treden vuursteen-rolstenen
massaal op.

V e r s c h i l v a n mening bestaat er ook over de bron v a n de kiezel en over de con-


centratie h i e r v a n i n het kalksediment. Sommigen denken v.w.b. deze bron aan
vulkanische activiteit of aan een aanvoer rechtstreeks door rivieren. A n d e r e n aan
een herhaald woekeren en afsterven v a n enorme kiezelspons-kolonies. E e n derde
groep neemt w e l een biologische b r o n voor de kiezel aan (radiolarien, d i a t o m e e ë n ,
kiezelsponzen), maar meent het vaak zo opvallende rhytme i n het voorkomen v a n
de vuursteenbanken te moeten toeschrijven aan factoren zoals: - kleine wijzigingen
i n het patroon der zeestromingen en - zeer geringe klimaatswijzigingen tijdens en
v l a k na de afzetting v a n het kalksediment. E e n vierde groep tenslotte meent, dat
vooral rottingsgassen (o.a. ammoniak) een r o l hebben gespeeld bij het i n oplossing
geraken en elders weer tot neerslag komen v a n de kiezel. M e n denkt daarbij aan
gelatineuze oplossingen, waardoor tevens de vaak zo kenmerkende vormen v a n de
v u u r s t e e n - „ k l o m p e n " zouden zijn v e r k l a a r d .

I n het Z u i d - L i m b u r g s e kalkgebied komt fraai een verband tot u i t i n g tussen de


korrelgrootte v a n de kalksteen en het a l of niet voorkomen v a n vuursteen. Deze
korrelgrootte neemt, i n grote lijnen gezien, geleidelijk toe v a n de oudste, krijt-
achtige Gulpense Kalken naar de jongste, meer kruimelige Maastrichtse Kalken.
Vuursteen komt vooral i n het m i d d e n v a n dit kalkpakket voor. D i t lijkt te ver-
k l a r e n door aan te nemen, dat daar twee factoren als het ware met elkaar i n
evenwicht zijn, n l . :

138
OVERZICHT V A N DE V U U R S T E N E N IN DE K A L K S T E N E N UIT HET
KRIJT V A N W E S T E L I J K Z U I D - L I M B U R G E N O M G E V I N G
Naar P.J.FELDER

139
- de snelheid van de chemische processen, die toeneemt bij groter reactieoppervlak,
d.w.z. bij kleinere korrelgrootte en
- de doorstromingsmogelijkheid v a n het sediment, die toeneemt bij grotere p o r i ë n ,
d.w.z. bij een grotere korrelgrootte.
H e t b e l a n g v a n deze doorstromingsmogelijkheid v a n het gesteente lijkt f r a a i
gedemonstreerd te w o r d e n aan de talloze v e r k i e z e l i n g e n i n en om graafgangen
v a n fossiele bodemorganismen. H e t reeds enigszins i n g e k l o n k e n sediment is hier
weer o m g e w o e l d en beter doorlatend geworden.

D e mate, w a a r i n v e r o n t r e i n i g i n g e n (zand en klei) i n het k a l k - s e d i m e n t a a n w e z i g


w a r e n , lijkt v a n i n v l o e d te zijn geweest op het type vuursteen, dat k o n ontstaan.

W I N N I N G E N B E W E R K I N G V A NV U U R S T E E N I N D E PRÉHISTORIE

O n z e kennis omtrent w i n n i n g , b e w e r k i n g en gebruik v a n vuursteen i n de p r é -


historie is n o g zeer fragmentarisch. Slechts h i e r en daar zijn gegevens bekend
geworden, v e e l a l op basis v a n enkele toevallige vondsten. U i t deze schaarse
gegevens is toch duidelijk een met de tijd voortschrijdende o n t w i k k e l i n g w a a r
te nemen.

I n de allervroegste periode v a n de menselijke geschiedenis, het b e g i n v a n het


Palaeolithicum of Oude Steentijd, w e r d e n b r u i k b a r e stenen v a n de bodem opge-
raapt. V a n een bewuste w i n n i n g was n o g geen sprake. L a t e r g i n g men er toe over
o m geschikte stenen uit te g r a v e n i n ondiepe putten en deze d a n e e n v o u d i g te
bekappen. V o o r a l de techniek v a n d i t bekappen maakte i n de latere delen v a n
deze O u d e Steentijd een uitgebreide o n t w i k k e l i n g door.

M i l d e r w o r d e n v a n het k l i m a a t en daarmee g e p a a r d gaande w i j z i g i n g e n i n de


b e g r o e i i n g v a n onze streken omstreeks 10.000 j a a r geleden veroorzaakte een
geleidelijk veranderen v a n de leefwijze v a n de toenmalige mens. H e t Mesolithicum
of de Midden Steentijd brak aan. J a c h t en visserij kregen een ander k a r a k t e r ;
het a a n t a l mensen n a m toe en de v r a a g naar vuurstenen steeg sterk. D i t betekende
enerzijds een dieper w o r d e n v a n de putten en groeven v o o r de w i n n i n g , ander-
zijds een verbeterde bewerkingstechniek met v o o r a l kleinere en fijnere e i n d -
producten.

I n de menselijke geschiedenis k o m t d a n een grote o m w e n t e l i n g , de „agrarische


revolutie". D e mens ontdekt de m o g e l i j k h e i d o m de p r o d u c t i e v a n voedsel i n
eigen h a n d te nemen door bewust l a n d b o u w en veeteelt te gaan, beoefenen. H i e r -
mede begint het Neolithicum, de Nieuwe Steentijd. D e z e opkomende l a n d b o u w
v r o e g o m andere, zwaardere gereedschappen v a n betere k w a l i t e i t vuursteen. N a a s t
mesjes, pijlpunten en speerpunten w a r e n n u bijlen en h a k k e n n o d i g . Slechts i n
enkele streken was de vuursteen-kwaliteit z o d a n i g , dat ook a a n de nieuwe eisen
v o l d a a n k o n w o r d e n . H i e r k o n de w i n n i n g b l i j v e n v o o r t d u r e n en o n t w i k k e l d e
z i c h een steeds meer gespecialiseerde mijnbouw met zeer diepe groeven en tenslotte
echte schachten en ondergrondse gangetjes.
Omstreeks 4000 j a a r v o o r C h r . d r o n g de l a n d b o u w v a n u i t het Z u i d o o s t e n tot i n
onze streken door en v e r o v e r d e daarmede als het w a r e het gehele l ö s s g e b i e d v a n
E u r o p a . A l s rechtstreeks g e v o l g h i e r v a n k w a m e n n a enige tijd (ca. 3500-3000 v o o r
C h r . ) twee centra v a n vuursteen-mijnbouw en v u u r s t e e n - b e w e r k i n g tot grote ont-
w i k k e l i n g , n l . O o s t - P o l e n en Z u i d - L i m b u r g / H e n e g o u w e n .

142
De Oost-Poolse vuursteen is van een zeer kenmerkend type. Artefacten hieruit
zijn gemakkelijk als zodanig te herkennen; zij konden tot op meer dan 700 km
van het herkomstgebied worden teruggevonden. Duidelijk demonstreert dit de
grote omvang van de handelsgebieden uit die periode.
De vuursteen van Zuid-Limburg/Henegouwen is veel minder opvallend; het is
onmogelijk om op basis van onze huidige kennis hiervan een betrouwbare ver-
spreidingskaart te vervaardigen.

Pas meer dan 1000 jaar later veroverde de landbouw de rest van West-Europa.
E n ook hier weer als gevolg een stormachtige groei van de vuursteenwinning en
-bewerking. In Denemarken, Zuid-Engeland, Zuid-Duitsland en elders komen
mijnbouw-centra van regionale betekenis tot ontwikkeling. Vooral echter in
Midden-Frankrijk (Grand-Pressigny) werd vuursteen van zeer hoge kwaliteit in
grote hoeveelheden ontdekt. Ontginning lijkt voornamelijk uit residuaire voor-
komens te hebben plaats gevonden. Artefacten uit dit zeer goed herkenbare
materiaal zijn tot in Noord-Duitsland teruggevonden en moeten tenslotte het
gehele handelsgebied van West-Europa beheerst hebben. Pas lang na de opkomst
van het brons is aan deze midden-franse mijn-industrie een einde gekomen.

DE VUURSTEEN-ONTGINNING V A N RYCKHOLT

De rijkdom aan vuursteen in de kalken van Zuid-Limburg en omgeving is de


bewoners van deze streken omstreeks 5000-6000 jaar geleden goed bekend geweest.
Talrijk zijn de bewijzen voor een bewuste ontginning van deze vuursteen in dit
verre verleden. Aanvankelijk lijkt dit beperkt te zijn gebleven tot winning aan en
vlak onder de oppervlakte, bekend o.a. uit het vuursteeneluvium in de omgeving
van Rullen, ten Noorden van het belgische stadje Aubel. Later is de winning
uitgebreid en werden vuurstenen ook op grotere diepte gedolven in open groeven,
bv. bij St. Pietersvoeren, St. Maartensvoeren, 's Gravenvoeren, Remersdaal, Rullen,
Banholt, Mheer, Aken en Ryckholt/St. Geertruid.
Slechts in dit laatste gebied heeft zich hieruit, omstreeks 3000 jaar voor Chr.,
een echte ondergrondse mijn-industrie ontwikkeld, van waar uit grote delen van
West en Noordwest-Europa van vuursteen moeten zijn voorzien. Van de talrijke
vuursteenlagen, -banken en -horizonten kwam er slechts é é n voor exploitatie door
middel van mijnbouw in aanmerking.
Opvallend is het, dat deze ondergrondse mijntjes hier niet werden aangelegd als
min of meer horizontale gangen, loodrecht in de steile dalwand gegraven. Onze
voorouders kozen een andere, op het eerste gezicht minder voor de hand liggende
methode. Zij groeven een verticale put, een „schacht", op slechts enkele meters
achter een vrij steil gedeelte van de dalhelling, tot op het niveau van de vuur-
steenlaag. Op die diepte werd de delfstof dan binnen een straal van enkele meters
rondom de schacht verwijderd. Hiertoe werden gangetjes met een hoogte van
60 cm in de kalksteen gegraven, waarin de beoogde vuursteenbank met een dikte
van 15-20 cm ongeveer op halve hoogte voorkwam. Ter beveiliging bleven telkens
enkele kleinere delen als ondersteuning staan.

143
W a a r s c h i j n l i j k werkte er per schacht nooit meer d a n é é n m a n a a n het „ f r o n t " .
V a n de losgewerkte vuursteen w e r d e n slechts de goede brokstukken o m h o o g ge-
bracht; de m i n d e r goede delen en de losgewerkte kalksteen w e r d grotendeels
weggestouwd als o p v u l l i n g v a n de reeds ontgonnen delen. Z o d r a de afstand onder-
gronds v a n de schacht tot het w e r k p u n t groter w e r d d a n enkele meters, w e r d e n
de w e r k z a a m h e d e n gestopt en diende een nieuwe schacht te w o r d e n aangelegd.
O p deze wijze verwijderde de i n bedrijf zijnde schachten z i c h steeds meer v a n de
plaats der oorspronkelijke o n t g i n n i n g i n open putten.

144
H e t thans i n g a n g zijnde onderzoek i n R y c k h o l t v i n d t plaats v a n u i t een n i e u w
aangelegde, v r i j w e l h o r i z o n t a l e grote gang, die ongeveer loodrecht op de d a l w a n d
ter plaatse verloopt. D e z e g a n g is reeds meer d a n 100 m l a n g . I n een zone v a n
10-12 m ter weerszijde e r v a n w o r d e n de aangetroffen prehistorische mijngangetjes
v o o r z i c h t i g l e e g g e r u i m d , de daarbij gevonden vuursteen-gereedschappen z o r g -
v u l d i g v e r z a m e l d en de d a a r n a lege gangetjes z o r g v u l d i g ingemeten. O p deze
wijze heeft m e n thans, i n een t e r r e i n v a n r u i m 2000 m , reeds meer d a n 40
2

schachten aangetroffen.

145
Duidelijk blijkt, hoe de mijnbouwtechniek zich hier met de tijd heeft ontwikkeld.
D e oudste schachtjes, dicht bij de d a l w a n d gelegen, zijn n o g vrij ondiep en
bezitten ieder een k l e i n ontginningsareaaltje. D e later aangelegde schachten,
verder „ d e berg i n " , worden noodgedwongen steeds dieper en het bijbehorende
ontginningsareaaltje wordt steeds groter. M e r k w a a r d i g is het ontbreken v a n aan-
duidingen omtrent het gebruik v a n een of andere v o r m v a n v e r l i c h t i n g i n deze
vaak meer d a n 15 m diep onder de oppervlakte gelegen mijngangetjes.

HET GEBRUIK V A N VUURSTEEN N A DE STEENTIJD

K o p e r en goud waren de eerste metalen, die i n W e s t - E u r o p a doordrongen, zij het


slechts i n de v o r m v a n sieraden. H e t bekend worden v a n dergelijke nieuwe
materialen had aanvankelijk slechts geringe invloed op het dagelijkse leven v a n
de mens. Pas nadat met het b r o n s (een legering v a n koper en tin) had leren
kennen en de grote geschiktheid h i e r v a n voor de aanmaak v a n wektuigen was
gebleken, n a m het gebruik v a n metalen snel toe. E e n belangrijk voordeel v a n
brons ten opzichte v a n vuursteen was de mogelijkheid om versleten of stomp
geworden gereedschappen om te smelten tot nieuwe. E e n m a a l versleten was een
vuurstenen w e r k t u i g daarentegen vrijwel waardeloos.
Steeds meer w e r d dit brons dan ook gebruikt voor de aanmaak v a n gereedschap-
pen. V o o r a l echter i n vuursteen-rijke en metaal-arme streken h i e l d de vuursteen
nog l a n g stand en v a n een v o l l e d i g verdringen er v a n door brons was eigenlijk
nergens sprake. D i t k w a m omdat er enerzijds geen metalen bestonden met een
zelfde hardheid, anderzijds omdat men voor bepaalde rituele gebruiken de voor-
keur bleef geven aan vuursteen, bv. voor de aanmaak v a n speciale offermessen
e.d. I n deze periode bereikte de bewerkingstechniek v a n deze vuursteen een
ongekende hoogte. E n zelfs de latere opkomst v a n ijzer en staal kon het gebruik
van vuursteen niet geheel doen b e ë i n d i g e n . Z o wordt zelfs tot op heden nog i n
Spanje en Turkije gedorst met behulp v a n planken, waarop vuurstenen messen
zijn aangebracht.

D e naam „ v u u r s t e e n " stamt v a n de mogelijkheid om met een stalen „ v u u r s l a g "


uit een dergelijke steen een vonkje te slaan, waarmee een droog stukje z w a m
aan het gloeien gebracht kon worden. Vuursteen, vuurslag en z w a m vormden de
inhoud v a n een tondeldoos. N a de u i t v i n d i n g v a n het buskruit w e r d deze manier
voor het maken v a n vonken o.a. toegepast bij de ouderwetse geweren met v u u r -
steen-slot. V a n dit laatste gebruik komt de benaming „ f l i n t " voor een dergelijk
ouderwets wapen, naar het engelse w o o r d voor vuursteen.

V o o r a l i n de 18e en 19e eeuw w e r d i n E n g e l a n d en Frankrijk veel vuursteen


gedolven en bewerkt voor het bouwen v a n huizen. I n het prehistorische mijnveld
G r i m e ' s Graves i n W e s t - E n g e l a n d k w a m het, na een stilstand v a n r u i m 3000 jaar,
weer tot duidelijke mijnbouwactiviteiten. E r werden nieuwe schachten gedolven
en men n a m een vuursteenbank i n ontginning, die de prehistorische mijnwerker
onaangeroerd had gelaten, omdat de kwaliteit hem niet voldoende was.
Bij de opkomst v a n de moderne industrie, i n de laatste helft v a n de 19e eeuw,

146
opende zich nieuwe perspectieven. Rolstenen v a n vuursteen, zo talrijk aan bepaalde
delen v a n de engelse, franse en deense kusten, bleken door h u n v o r m en taaie
hardheid zeer goed bruikbaar te zijn als kogels i n maaltrommels. D o o r deze trom-
mels dan nog te voorzien v a n een binnenbekleding v a n vuursteenblokken ontstond
een ideale mogelijkheid om producten te malen, die geheel vrij moeten blijven v a n
metaal-verontreiniging.
V o o r a l i n de omgeving v a n E b e n - E m a e l , i n het Jekerdal ten Z u i d e n v a n M a a s -
tricht, waar verschillende vuursteenbanken v a n voor dit doel goede kwaliteit
voorkomen, is sindsdien weer een ontgrindingsbedrijvigheid ontstaan i n talrijke
kleine, boven en ondergrondse groeven. D o o r bekappen, met de hand uitgevoerd,
worden uit de ruwe brokken regelmatige vuursteenblokken v e r v a a r d i g d .

Fijn-gemalen vuursteen wordt, om zijn grote hardheid, graag gebruikt als g r o n d -


stof voor de v e r v a a r d i g i n g v a n bepaalde soorten schuurpapier. D o o r het hoge
gehalte aan kiezelzuur (tot 9 8 % ) en het zeer hoge smeltpunt (ruim 1700 ° C ) zijn
bepaalde vuursteensoorten als grondstof voor de aanmaak v a n vuurvaste producten
(chamotte) zeer gezocht. V o o r dit doel heeft men i n de omgeving v a n V i j l e n ,
V a a l s , E p e n en G e m m e n i c h vrij v e e l v u l d i g graafwerkzaamheden op kleine schaal
uitgevoerd i n het daar aanwezige vuursteeneluvium.
D e g r i l l i g e vormen v a n vele vuursteenknollen zijn aantrekkelijk als decoratief
element i n rotstuinen e.d.

147
148

You might also like