NAJIM :

- DIA 1
- DIA2
o We zullen als eerst de vorm v.h. gedicht bespreken
o We zullen de Rijm, Klank, Metrum en de strofebouw v.h. gedicht onder de loep
nemen
- DIA 3
o Als eerst bespreken we kort hoe de rijm v.h. gedicht in elkaar zit
o Het Schrijverke is een rondeel
o Het bestaat eigenlijk uit meerdere rondelen
o Het gaat volgens een vast rijmschema, namelijk volgens het patroon die jullie op het
bord zien
- DIA 4
o Het gedicht bestaat uit vele rijmklanken, maar geen van hen komt meer dan 2 maal
voor.
o Er zijn geen alliteraties(een vorm van rijm waarbij dezelfde beginletter een aantal
keer achter elkaar wordt herhaald) en ook geen assonanties(klinkerrijmen)
- DIA 5
o Het gedicht heeft een vast ritmepatroon
 Namelijk zwak-STERK
 Dit noem je een jambe
 Er is ook sprake van enjambementen (wanneer een versregel wordt
afgebroken op een plaats waar geen natuurlijke pauze in de zin is)
- DIA 6
o Het gedicht bestaat uit 1 gigantische strofe/heeft geen strofen
 Het gedicht bestaat uit 44 versregels
 Het is een rondeel

AHMAD SIAR:

- DIA 7
o We zullen nu de inhoud v.h. gedicht bespreken
o We zullen de beeldspraak, stijlfiguren, titel, thema en de literaire periode v.h. gedicht
onder de loep nemen
- Dia 8
o In het gedicht vindt je personificatie
 Het schrijvertje zou iets schrijven in het gedicht
 Zoals je kunt zien in dit stukje uit het gedicht
- Dia 9
o De schrijver gebruikt ook stijlfiguren
 Hij gebruikt een anafoor
 Dat is een herhaling van woorden aan het begin van opeenvolgende verzen
 Zoals in het voorbeeld
- Dia 10
o De titel van het gedicht is “Het Schrijverke”
o Een schrijverke is eigenlijk een draaikever, wat een soort watertor is
o De natuur word verheerlijkt wat ene kenmerk is van de romantiek
- Dia 11
o De thema is, zoals we al hebben vermeld, Romantiek
o Het gedicht gaat over een waterkever
o De dichter verbaast zich over het gedrag van het diertje en prijst en verheerlijkt GOD
- DIA 12
o Het gedicht is geschreven in 1857 in de Nieuwste Tijd
o Dat was de periode van de Romantiek
o Kenmerken van gedichten uit die periode zijn onder andere dat
 Kunstenaar verheerlijkt de natuur
 De kunstenaar ervaart verlangen naar God en Godsdienst
 De taal van de kunstenaar is gevoelsgeladen en bombastisch
- Dia 13
o Dit is het EINDE bedankt voor het luisteren