Professional Documents
Culture Documents
Het gebruik
Nevenschikkende voegwoorden verbinden twee gelijke delen met elkaar. Dat kunnen
Ik ga naar de supermarkt
en
ik ga fruit kopen.
Onderschikkende voegwoorden lijden een bijzin in. Wanneer je onderschikkende voegwoorden gebruikt, zie je zinsconstructie
er als volgt uit:
Onderwerp extra informatie alle werkwoorden aan het einde van de zin
Ik heb honger omdat ik deze avond niks heb gegeten/ gegeten heb.
Ik ben moe omdat het uur twee dagen geleden is veranderd / veranderd is.
Ik ga met mijn fiets naar het werk zodat ik aan sport doe/ sport.
Si = Als (VOORWAARDE): Ik zal naar het feest gaan als ik met mijn werk gedaan heb.
Si = Of (ONZEKERHEID): Ik vraag me af of je vandaag naar huis zal komen. > zich iets afvragen