HERE YOU

ARE.
Alstublieft.
 CAN YOU
REPEAT
THAT,
PLEASE?
Kunt u/kun je dat
herhalen,
alstublieft?
 CAN YOU
TURN ON/OFF
THE LIGHT,
PLEASE?
Mag het licht
aan/uit,
alstublieft?
HOW DO YOU
SAY ... IN
ENGLISH?
Hoe zeg je ... in
het Engels?
 I DON'T
UNDERSTAND
THIS
EXERCISE.
Ik begrijp deze
oefening niet.
CAN/MAY I
ASK A
QUESTION?
Mag ik een vraag
stellen?
WHAT DOES
... MEAN?

Wat betekent ...?

PARDON?

Wat bedoel je?

TAKE YOUR
WORKBOOK.
Neem je
werkboek.
TAKE YOUR
PENCIL
CASE.
Neem je
pennenzak.
 RAISE YOUR
HAND IF YOU
WANT TO SAY
SOMETHING!
Steek je vinger op
als je iets wil
zeggen.
 PUT IT ON
YOUR DESK.
Leg het op je
lessenaar.
WHICH PAGE,
PLEASE?
WHAT PAGE
ARE WE ON?
Op welke bladzijde
zijn we?
I FORGOT MY
WORKBOOK
AT HOME.
Ik ben mijn
werkboek thuis
vergeten.
 GOOD
MORNING!

Goedemorgen!
 GOOD
AFTERNOON!

Goedemiddag!
 COULD YOU
REPEAT THAT,
PLEASE?
Kunt u dat
herhalen,
alstublieft?
COULD YOU
TRANSLATE
THAT,
PLEASE?
Kunt u dat
vertalen,
alstublieft?
EXCUSE ME.
SORRY TO
INTERRUPT.
Excuseer me.
Sorry dat ik
stoor/onderbreek.