You are on page 1of 2

BOUWSTENEN voor een stevige les WO

RODE DRAAD: Er werd rekening gehouden met de voorkennis en ontwikkelingsleeftijd van de leerlingen (leerlijnen). De onderwijsleeractiviteiten zijn
logisch opgebouwd (doel – passende werkvorm – evaluatie/reflectie).

1 Voorkennis van de leerlingen wordt in kaart gebracht. Ad.h.v. een mindmap maar ook via het raadplegen van de leerlijn uit het leerplan.
Er wordt geen verwijzing gedaan naar de horizontale leerlijn.
Een duidelijk overzicht van de doelen voor de kinderen ontbreekt nog. Je stelt deze niet voor aan de kinderen. Je gaat wel aan de slag met de vragen, deze
kunnen eventueel een doel op zich zijn. Probeer echter de doelen te formuleren als doelen. Vb. Je kan toelichten hoe een slak zich voortbeweegt.
Mindmap opgebouwd met de kinderen.

MULTIPERSPECTIVITEIT: De les is opgebouwd vanuit minstens twee domeinen/ de les kadert in een groter geheel (thema)

Er worden verschillende domeinen geïntegreerd.


2 Domein Techniek: slakkenhotel maken / Domein Ruimte: op een platte grond aanduiden waar ze slakken vonden. / Domein Natuur: organisme: slak,
biotoop: de schooltuin/ Domein mens: ik en de andere in groep/ Domein Tijd (dagelijkse tijd): het plannen en organiseren van het groepswerk door de
leerlingen zelf.

WERKELIJKHEIDSNABIJ: De leerinhoud sluit aan bij wat de leerlingen in het dagelijks leven meemaken, ervaren, beleven.

Joppe zijn verhaal. De slakken die talrijk aanwezig zijn op de speelplaats (= actuele toestand)
3 De platte grond = vanuit hun echte beleving = de school/ de speelplaats.

VAN CONCREET NAAR ABSTRACT (CSA): Leerinhouden worden zo concreet mogelijk voorgesteld, pas dan schematisch en als laatste abstract. Vanuit de
leefwereld van de kinderen. De leerinhoud wordt ‘samen’ opgebouwd.
Waarneming van de slakken op de speelplaats, bouwen van een slakkenhotel, met écht materiaal (loep, spuitbus,…) onderzoeken (= concreet)
4a Mindmap opbouwen met voorkennis en het geleerde (= schematisch)
Reflectiemoment m.b.t. de leerstof aan het einde van elke les (= abstract)

Kijkwijzer WO1
VANUIT WAARNEMING EN VERWONDERING: Er is voldoende concreet materiaal aanwezig om waar (direct/indirect) te nemen met meerdere
zintuigen.
4b Waarneming: de slakken in het slakkenhotel of speelplaats
Verwondering: De slakken op de speelplaats, de onderzoekjes die de kinderen uitvoerden met échte slakken op basis van hun vragen. (Het verhaal wekte
misschien ook verwondering op.)

(inter-)ACTIEF, CONSTRUCTIEF en ONDE


RZOEKEND: Er worden voldoende (inter-)actieve werkvormen geïntegreerd in de les EN/OF de kinderen kunnen (samen) onderzoekend aan de slag (vanuit
hun vragen).
Actieve werkvormen waarbij iedereen in de groep een specifieke taak heeft.
Interactief: de kinderen gaan samen op zoek naar een antwoord op hun vragen.
5 Onderzoekend: vanuit de vragen van de kinderen, begeleiding door de leraar.
De mindmap die aangevuld wordt na elke les. (= constructief, samen kennis opbouwen)

Welke ingreep zou deze les naar een hoger niveau brengen? Tips?

Hoe krijgen we het Slakkenspoor van de ramen? = Verschillende samenstellingen van zeep maken en testen, welke werkt het beste? (= ontwerpend/onderzoekend leren,
domein techniek, domein natuur)

Slijm maken: welke samenstelling hecht het best?

Andere dieren met een huisje onderzoeken. Vb. een hermietenkreeftje.

Niet enkel de slak behandelen maar ook andere beestjes op school onder de loep nemen.

Themahoek

Dramatiseren (de leraar als slak op zoek naar een huisje ) – een expert op bezoek.

22 – 23 WO 1 EBALO – feedback op basis van de bouwstenen voor een stevige les W.O.

You might also like