You are on page 1of 3

NEDERLANDS EXAMEN________________________________________________________________

LES 2 Tekstverbanden

Tekstverbanden: chronologisch, opsommend, vergelijkend, oorzaak-gevolg, beschrijvend


Tekstsoorten: Informatieve, persuasieve, activerende, emotieve, amuserende, instructieve
Centrale vraag -> hoofdvraag in een tekst

BZL

Schooltaalwoorden:
achterhalen het facet(onderdeel van een zaak)
appreciatie de focus
bondig (kort en duidelijk) de inspiratie
constateren (vaststellen) het kwantum(hoeveelheid)
cruciaal (belangrijk) het massamedium(gericht op communiceren met veel mensen)
opvatting(mening) redeneren
reflectie(overdenken) toepassen
zinvol

’t ex-kofschip -> derde laatste letter(moet MEDEKLINKER zijn van INF -> +te (verleden tijd)
regelmatige ww.

smurft stam + t (tegenwoordige tijd)


Zwom -> onregelmatige ww.

LES 11 Herhaling woordleer

Zelfstandige ww-> een ww met een betekenis (skaten, reizen, eten…..)


koppelww-> een ww met weinig betekenis ( ZWoBBeLS)
hulpww-> is de PV, deze ww ondersteunt een ander ww

Lidwoorden: bepaalde lidwoorden (de en het


giygiyyfyufyfyonbepaald lidwoord (een)

Zelfstandig naamwoord -> personen, zaken,planten,begrippen..


Bijvoeglijk naamwoord -> extra info over znw (de krankzinnige journalist)

Bijwoord -> wanneer ,waar, hoe vaak… een actie plaatsvindt

Het telwoord: hoofdtelwoorden-> bepaalde hooftelwoord (tien liedjes)


rdftgyhjhgfdfghjgfdghgfdghgfgvfconbepaalde hoofdtelwoorden (veel liedjes)

Rangtelwoorden -> bepaalde rangtelwoorden (tiende keer)


rtfyfytdurstrstrstrstrsrstrststststssonbepaalde rangtelwoorden (zoveelste keer)

Het voornaamwoord verwijst nr/vervangt znw:


persoonlijk vnw-> verwijst nr plant, ding , dier, persoon
bezittelijk vnw -> verwijst nr bezitter
aanwijzend vnw -> duid aan waar iets/iemand bevindt
vragend vnw -> info krijgen over iets/iemand
wederkerend vnw -> verwijst nr ond ( we zetten ons constant in -> zich inzetten)

Voegwoord -> woord dat twee zinnen elkaar voegt


BZL

Schooltaalwoorden:

het alternatief (andere keuze) het label verzinnen


behoorlijk (heel wat) de norm weergeven (aantonen)
bespreekbaar parallel weerleggen (tegenspreken)
brainstorm de samenhang (koppeling)
intensiteit ten slotte
het kenmerk de verwerken

VDBN + Engelse ww.

LES 18 Klinkerbotsing

Klinkerbotsing: in een ongeleed woord/afleiding -> trema (poëzie , ruïne, patiënt, …)


futdtdtdtdtdtdtin een samenstelling -> koppelteken (gala-avond, garage-eigenares…)

BZL

Schooltaalwoorden:

Competentie(kenmerken) intentie uitsluiting(enkel)


dynamisch (beweeglijk) modaal (doorsnee) vanzelfsprekend
evenredig(hetzelfde) nuance (verfijnen) verschaffen (ervoor zorgen dat
exact schaars (beperkt) het beschikbaar is)
innovatie simulatie(nabootsen)

LES 30 Accenttekens

Accent aigu -> logé


accent grave-> scène
accent circonflexe -> crêpe

BZL

Schooltaalwoorden :

de aantekening (notatie) hoofdzakelijk(grotendeels) theorie


aanvang (start) indruk
beschouwen nadruk
blijken omschrijving
globaliseren staven (bevestigen)
hanteren(gebruiken) subtiliteit(onopvallend)

Hoofdletters: wel -> aardrijkskundige namen niet-> etniciteit/benamingen van geloof


kjjjhjkjlkjljljljljljljljljjjjjjnamen van bevolkingsgroepen (moslim)
uyyuuuuuuuuuuuuufeestdagen/historische gebeurtenissen historische periode
uhjkjkhkhkhkhkhkhnaam van een taal godsdienst
LES 44

Koppelteken:
klinkerbotsing-> vanille-ijs
twee inwisselbare delen-> minister-president
letter en symbool-> A3-blad

Initiaalwoord -> pc – personal computer

Schooltaalwoorden:

Absoluut categorie relatief(nogal)


adequaat(gepast) extern(van buiten) rubriek(afdeling)
authentiek(oud) gemeen uitweiding(uiteenzetting)
bemiddelen(meddle about) overzicht verschaffen(gunnen)
bevinding(uitkomst) proportie(verhouding) zorgvuldig

LES 42

Schooltaalwoorden:

De aanname de opportuniteit waarderen


de afzondering oriëntatie willekeurig
het akkoord speculeren wisselen
de anekdote(kort verhaal) suggereren
de benadering(aanpak) verwaarlozen
da claim verwarren

You might also like