Professional Documents
Culture Documents
219
Versie: 02-05-2023
I N H O U D S O P G AV E
Beschrijving van het archief......................................................................................5
Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................6
Openbaarheidsbeperkingen....................................................................................................... 6
Beperkingen aan het gebruik...................................................................................................... 6
Materiële beperkingen................................................................................................................ 6
Aanvraaginstructie...................................................................................................................... 6
Citeerinstructie............................................................................................................................ 6
Archiefvorming...........................................................................................................................7
Geschiedenis van de archiefvormer............................................................................................ 7
1. Oorlogsgetroffenen uit Nederlands-Indië..........................................................................7
Oorlog en verzet................................................................................................................ 7
De Japanse bezetting......................................................................................................... 7
De Indonesische onafhankelijkheidsstrijd........................................................................9
Extremistenkampen......................................................................................................... 10
Repatriëring..................................................................................................................... 10
Opvang van gerepatrieerden............................................................................................ 11
2. Stichting Pelita................................................................................................................... 11
3. Stichting Zorg voor Gerepatrieerden................................................................................18
4. Stichting tot hulpverlening aan ex-krijgsgevangenen van Japan en hun nagelaten
betrekkingen......................................................................................................................... 18
Geschiedenis van het archiefbeheer......................................................................................... 18
De verwerving van het archief.............................................................................................. 19
Inhoud en structuur van het archief.........................................................................................20
Inhoud....................................................................................................................................... 20
Selectie en vernietiging............................................................................................................. 20
Aanvullingen............................................................................................................................. 20
Verantwoording van de bewerking.......................................................................................... 20
Verantwoording van de bewerking (2023)................................................................................21
Ordening van het archief........................................................................................................... 21
Verwant materiaal....................................................................................................................23
Beschikbaarheid van kopieën................................................................................................... 23
Verwante archieven................................................................................................................... 23
Publicaties................................................................................................................................. 23
Naam archiefblok:
Stichting Pelita
Periodisering:
archiefvorming: 1947-2010
oudste stuk - jongste stuk: 1947-2010
Archiefbloknummer:
I206
Omvang:
14357 inventarisnummer(s); 136,00 meter
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven en getypte documenten, geen bijzondere handschriften. Het archief bestaat
uit dossiers. Hierin kunnen zich foto’s bevinden.
Archiefdienst:
Nationaal Archief
Locatie:
Den Haag
Archiefvormers:
Centraal Bureau van de Stichting Pelita
Afdeling Indonesië van de Stichting Pelita
Afdeling Schrijnende Gevallen van de Stichting Pelita
Afdeling Rehabilitatie Regelingen van de Stichting Pelita
Plaatselijke Comités van de Stichting Pelita
Stichting Zorg voor Gerepatrieerden
Stichting tot hulpverlening aan ex-krijgsgevangenen van Japan en hun nagelaten betrekkingen
B. Singelenberg, , 1985-1999.
J.C. Cleyndert
L.J.H. Willinge, , 1989-1999
OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B).
De persoonsdossiers in deze inventaris zijn beperkt openbaar tot 100+1 jaar na het geboortejaar.
Voorbeeld: een dossier van iemand geboren in 1931 wordt pas in 2032 openbaar.
Verder is, wanneer meerdere personen samen in een omslag of pak voorkomen, gekozen om het
jongste geboortejaar te gebruiken bij het bepalen van de openbaarheid.
Dat neemt niet weg dat men met een inzageverzoek en een bewijs van overlijden wel inzage kan
krijgen in alleen het deel waar men een bewijs van overlijden voor kan aanleveren.
Neem voor vragen contact op met de Afdeling Dienstverlening via: info@nationaalarchief.nl
Beperkingen aan het gebruik
MATERIËLE BEPERKINGEN
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte
materiële staat.
Aanvraaginstructie
AANVRAAGINSTRUCTIE
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via
de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de
volgende stappen te volgen:
1. Creëer een account of log in.
2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
CITEERINSTRUCTIE
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en
zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Stichting Pelita , nummer toegang 2.19.219, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Pelita, 2.19.219, inv.nr. ...
2.19.219 Pelita 7
Archiefvorming
Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
Oorlog en verzet
OORLOG EN VERZET
Slechts weken nadat Nederland op 8 december 1941 Japan de oorlog heeft verklaard, vallen
Japanse troepen doelen in Nederlands-Indië aan. Binnen korte tijd worden strategische plaatsen
veroverd (12 januari 1942 Tarakan, 24 januari Balikpapan en Zuid-Celebes, 7 februari Ambon,
medio februari Palembang). Java ligt dan geïsoleerd en is onbereikbaar voor eventuele geallieerde
steunoperaties. Op 1 maart 1942, de wanhoopspoging van Karel Doorman ten spijt (de slag in de
Javazee), landen de Japanners op diverse plaatsen op Java en 8 dagen later moet het KNIL de
wapens neerleggen. In het tijdsbestek van drie maanden is een einde gekomen aan de koloniale
samenleving.
DE JAPANSE BEZETTING
Onder het motto ‘Azië voor de Aziaten’ stellen de nieuwe machthebbers alles in het werk
Indonesië te ontdoen van Nederlandse en westerse invloeden. Om dit te bereiken worden in de
loop van de bezettingstijd steeds strikter maatregelen genomen. Zo verbieden de Japanners al
spoedig na hun komst het gebruik van het Nederlands en Engels en de christelijke feestdagen
mogen niet meer worden gevierd. Nederlanders worden uit hun functies gezet – met uitzondering
van degenen die onder dwang vitale bedrijven aan de gang moesten houden -, pensioenen
worden niet meer uitbetaald, spaartegoeden geblokkeerd en onroerend goed geconfisqueerd.
Tevens wordt een registratieplicht voor (Indo)Europeanen ingevoerd. De Japanisering is een feit.
Medio 1942 neemt de internering van de ‘belanda-totok’ een aanvang. Eerst worden
vooraanstaande personen uit het bestuur en het economisch leven geïnterneerd, vervolgens zijn
de Nederlandse mannen tussen de 17 en 60 jaar aan de beurt en tenslotte de vrouwen, kinderen en
mannen boven de 60. In september 1943 is de internering van de Nederlandse gemeenschap op
1 De tekst in deze paragraaf is letterlijk overgenomen uit de brochure Handreiking voor hulpverleners; geschiedenis van
Nederlands-Indië in vogelvlucht, (1995) 9-23. Deze brochure is opvraagbaar onder inv.nr. 735.
8 Pelita 2.19.219
Java nagenoeg volledig en verblijven naar schatting 35.000 mannen, 25.000 vrouwen en 30.000
kinderen in van de buitenwereld afgesloten woonwijken, kloosters of scholen. De grote kampen
op Java zijn Tjideng en Kramat in Batavia, Tjihapit in Bandoeng, en Banjoebiroe en Ambarawa in
Midden-Java. Op Sumatra verblijven de geïnterneerden in kampen als Aik Pamienke en
Bangkinang.
Als het niet vrijwillig blijkt te lukken, pogen de Japanners, in samenwerking met hun gunstig
gezinde Indo-organisaties, de Indo-Europeanen tot loyaliteit aan de Japanse politieke en
economische orde te dwingen. Deze pogingen worden massaal genegeerd of geweigerd, hetgeen
tot harde repressie leidt. In 1944 weigeren circa 600 jongeren in Batavia en omstreken met de
Japanners samen te gaan werken; dit komt hen op maandenlange detentie in de Glodok-
gevangenis te staan. Andere weigerachtigen komen terecht in landbouwkolonies en werkkampen,
waar een zeer streng regiem geldt.
De positie van de Indo-Europeanen wordt met het verstrijken der jaren steeds nijpender.
Gelijktijdig met de Japanse pogingen hen voor zich te winnen, worden vele Indo-Europese
beambten en employés ontslagen op beschuldiging van het heulen met de geallieerden. Hun
posities worden overgenomen door Indonesiërs. Daarnaast ervaart men grote vijandigheid vanuit
de Indonesische samenleving. De werkloosheid en verpaupering, de Japanse repressie en de
houding van de Indonesiërs maken het leven buiten de interneringskampen voor de Indo-
Europeanen bijzonder moeilijk en bedreigend.
Gelijktijdig met het uit de Indonesische samenleving verwijderen van westerse invloeden,
versterken de Japanners het Indonesische onafhankelijkheidsstreven. Anti-Nederlandse gevoelens
worden gestimuleerd. Indonesiërs worden benoemd in voordien voor hen onbereikbare
bestuursfuncties, de Indonesische jeugd wordt gedrild in militaire en para-militaire eenheden,
onafhankelijkheid – uiteraard onder Japanse leiding – wordt in het vooruitzicht gesteld maar nog
niet verleend.
2.19.219 Pelita 9
De Indonesische onafhankelijkheidsstrijd
DE INDONESISCHE ONAFHANKELIJKHEIDSSTRIJD
Twee dagen na de Japanse capitulatie (15 augustus 1945) roept ir. Soekarno de Republik Indonesia
uit, het onvermijdelijke gevolg van de opkomst van het Indonesisch nationalisme en van de
toezeggingen die de Japanners hadden gedaan. Het is het begin van de even gewelddadige als
chaotische Bersiap-periode, die vernoemd is naar de destijds door de nationalisten gebruikte
strijdkreet ‘siap’ (‘wees paraat’).
Het uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid komt voor de meeste Nederlanders als een
verrassing. Onder andere door hun isolement tijdens de Japanse bezetting hebben zij geen weet
van de opkomst van het Indonesische nationalisme en de daardoor gewijzigde verhoudingen. In
veel opzichten rijten de gebeurtenissen tijdens de Bersiap-periode en de Indonesische
onafhankelijkheid diepere wonden dan de periode van de Japanse bezetting.
Het eerste belang van de geallieerden betreft de bevrijding, evacuatie en opvang van de vele
krijgsgevangen en burger-geïnterneerden. Brits-Indische troepen, maar ook uit krijgsgevangen
KNIL-militairen gevormde eenheden staan de RAPWI (Relief to Allied Prisoners of War and
Internees) hierbij ter beschikking. Dit proces verloopt overal op de archipel redelijk voorspoedig,
behalve op Java. Hier is de politieke situatie het meest verward.
Het bericht dat Japan gecapituleerd heeft, verandert in eerste instantie niets aan de situatie van de
op Java geïnterneerden. De voedselsituatie blijft nijpend, het Japanse leger blijft aanwezig en van
RAPWI-teams krijgt men het dringende advies nog in het kamp te blijven. Als medio september
1945 geallieerde troepen op Java landen en posities in de grote steden innemen, slaat de vlam in
de pan. De komst van de geallieerden wordt door de Indonesiërs gezien als een voorbode van het
herstel van de koloniale verhoudingen. Een explosie van geweld tegen Nederlanders en
Nederlands-gezinde Indonesiërs vindt plaats. Overal gaan groepen pemuda’s systematisch over
tot de aanval op Nederlanders, Indo-Europeanen en Nederlands-gezinde Indonesiërs. Belangrijke
bestuursgebouwen worden bezet, interneringskampen beschoten en evacuatietransporten
aangevallen. Pemuda’s trekken door woonwijken, rampokken de huizen en vermoorden de Indo-
Europeanen of nemen hen mee voor internering. Op vele plaatsen op Java worden duizenden
Indo-Europeanen, ternauwernoord bevrijd uit de Japanse kampen, onder slechte omstandigheden
vastgehouden. Vooral de buiten de Japanse kampen verblijvende en van enige betrouwbare
politiebescherming verstoken Indo-Europeanen worden hiervan het slachtoffer.
Medio oktober besluiten de Britten tot ingrijpen in de uit de hand lopende situatie op Java. In en
rond de grote steden vinden in oktober/november ware veldslagen plaats tussen de geallieerden
en de nationalisten. Soerabaja wordt vanaf Britse schepen langdurig gebombardeerd en pas na
drie weken zware strijd op de nationalisten heroverd. Het gebied rondom Ambarawa kan pas na
heftige gevechten ontzet worden. Ook in Bandoeng kunnen geallieerde posities slechts met grote
moeite verdedigd worden. Pas aan het einde van 1945 is weer een betrekkelijk stabiele situatie
10 Pelita 2.19.219
In de loop van 1946 kan Nederland weer een rol van betekenis in de Indonesische kwestie gaan
spelen. De pogingen het Nederlandse gezag te herstellen leiden tot twee ‘politionele acties’ (juli
1947 en december 1948). Deze acties hebben weliswaar gebiedsuitbreiding tot gevolg, maar
kunnen de Indonesische onafhankelijkheid niet voorkomen. In een aantal onderhandelingsronden
(het accoord van Linggadjati 1947, de Renville-overeenkomst 1948 en de Ronde Tafel Conferentie
augustus 1949) raakt Nederland ervan doordrongen dat zij niet langer de toekomst van Indonesië
kan bepalen. De Indonesiërs zelf nemen het heft in handen.
Extremistenkampen
EXTREMISTENKAMPEN
Zoals eerder aangegeven worden in de Bersiap-periode vele Indo-Europeanen, maar ook
Nederlanders en Ambonezen door Indonesische nationalisten opgepakt en gedurende kortere of
langere tijd vastgehouden. Zij worden opgepakt deels omdat zij als vijanden van de Indonesische
onafhankelijkheid gezien worden, deels om als gijzelaar gebruikt te kunnen worden, maar ook
voor een deel om hen te beschermen tegen de volkswoede. De geïnterneerden worden op zeer
diverse locaties ondergebracht: in loodsen van (suiker-)ondernemingen, in scholen en kloosters, in
woonwijken en hotels, in gevangenissen en voormalige kazernes. De omstandigheden in de vaak
in allerijl ingerichte kampen laten zeer te wensen over, slechte voeding, inadequate huisvesting,
ontbrekende medische zorg en een hardvochtig optreden van bewakers. In naar schatting 220
verschillende kampen zijn in deze jaren +/- 40.000 (mogelijk meer) mannen, vrouwen en kinderen
geïnterneerd geweest.
Het Rode Kruis en de RAPWI slagen er in om enige hulp aan de geïnterneerden te bieden. Deze
instanties verzorgen ook de evacuatie van geïnterneerden naar door Nederlanders gecontroleerd
gebied. Deze evacuaties vinden nog al eens plaats in het kader van een uitruil van gevangenen
tussen de strijdende partijen. Het zijn daarbij de geïnterneerden die niet voor de Indonesische zaak
kiezen die aan de Nederlandse autoriteiten worden overgedragen.
Repatriëring
REPATRIËRING
Het einde van de Japanse bezetting, de Bersiap-periode en de soevereiniteitsoverdracht brengt
een migrantenstroom vanuit Indonesië naar Nederland op gang. Deze migratie verloopt in een
aantal golven. De eerste golf ontstaat direct na de Japanse capitulatie als veel ‘belanda totoks’
Indonesië verlaten. De golf omvat +/- 44.000 personen. Rondom de soevereiniteitsoverdracht
komt een tweede stroom op gang: circa 68.000 personen vertrekken in de jaren 1950-’52. Het zijn
brodeloos geworden Nederlandse bestuursambtenaren en militairen en anderen die niet in de
Republik Indonesia kunnen of willen blijven wonen. Onder hen bevinden zich de 12.500 Molukse
KNIL-militairen met hun gezinnen, die in 1950-’51 bij gebrek aan andere oplossingen naar
Nederland worden overgebracht en daar worden gemobiliseerd.
Onder invloed van de verwikkelingen in de moeizame relatie tussen de jonge republiek en het
voormalige moederland komen midden jaren ’50 nog eens 72.000 personen naar Nederland. Als in
1957 de Indonesische regering bepaalt dat alle Nederlanders het land moeten verlaten, komt
opnieuw een massale uittocht op gang. Vanaf eind jaren ’50 tot na de crisis rondom Nieuw-Guinea
(1961-’63) zoeken circa 71.000 personen in Nederland een heenkomen. Een laatste
migrantenstroom, bestaande uit velen met een Chinese achtergrond, komt op gang in de nasleep
van de staatsgreep van 1965-’66.
2.19.219 Pelita 11
Het zijn voornamelijk Indo-Europeanen die inde jaren ’50 en ’60 Indonesië verlaten om in
Nederland of elders (Californië en Australië) een veilig heenkomen te zoeken. Zij beschouwden
Indonesië in eerste instantie als hun land en meenden ook na de soevereiniteitsoverdracht hier
een bestaan te kunnen opbouwen. Onder invloed van de anti-Nederlandse campagnes en de
steeds vijandiger houding van de Indonesische samenleving zien zij zich echter gedwongen hun
geboorteland te ontvluchten. Daarbij komt dat men moest kiezen tussen de Indonesische
nationaliteit (warga negara) of behoud van de Nederlandse nationaliteit; de meeste Indische
Nederlanders kozen voor het laatste en daarmee voor vertrek uit Indonesië.
Dit comité, werkzaam in zowel Indonesië als Nederland, verleent financiële steun als aanvulling op
reeds bestaande regelingen en hulp in natura aan Indische oorlogsslachtoffers. Later, als medio
jaren ’50 blijkt dat de komst van vele duizenden Indische Nederlanders onafwendbaar is, worden
alle organisaties die zich met de opvang bezighouden samengebracht in het Centraal Comité van
Kerkelijk en Particulier initiatief voor Sociale Zorg ten behoeve van Gerepatrieerden (CCKP). De
particuliere hulpverlening richt zich met name op hen voor wie de overheidssteun niet toereikend
is.
2. Stichting Pelita
2. STICHTING PELITA
2
De oprichting van de Stichting Pelita werd in 1946 geïnitieerd door Justina Emma Eckenhausen-
Tetzner, oorlogsweduwe en één van de eerste repatrianten. Gedreven door een groot gevoel van
verantwoordelijkheid en een sterke lotsverbondenheid met de ex-geïnterneerden zinde zij op
2 Deze paragraaf is gebaseerd op: Wil Tinnemans en Frank von Winckelmann, Indisch licht; een halve eeuw steun aan
oorlogsgetroffenen uit Indië (Den Haag 1997). Deze publicatie is opvraagbaar onder inv.nr. 739; en Hans van der
Hoeven, ‘Stichting Pelita’, in: P.J. Drooglever (red.), Indisch Intermezzo; geschiedenis van de Nederlanders in
Indonesië (Amsterdam 1991) 127-129. De tweede druk (1994) is opvraagbaar onder inv.nr. 734. Deze tekst is ook
gebruikt in de brochure Stichting Pelita belicht (Rijswijk 1992) 3-7. Deze brochure is opvraagbaar onder inv.nr. 732.
12 Pelita 2.19.219
mogelijkheden om iets te doen voor mensen die getroffen waren door de oorlog met Japan.
Hoewel de overheid positief stond tegenover de oprichting van een particuliere instelling voor
hulp aan de Indische oorlogsgetroffenen, kwam zij niet met geld over de brug.
Het oprichtingscomité besloot de stichting te noemen naar een ‘pelita’, een koperen olielampje
dat in tropische nachten als lichtbaken diende. De olielampjes ‘breken met hun vriendelijk
schijnsel de duisternis van het voor ons liggend pad’, zo schreef het oprichtingscomité.
De doelstelling van de stichting werd geformuleerd als ‘Het lenigen van de zedige,
maatschappelijke en stoffelijke noden van hen, die het slachtoffer zijn geworden van handelingen
of omstandigheden, die het gevolg zijn geweest van het uitbreken der vijandelijkheden met
Japan’. Nog voor de daadwerkelijke oprichting werd deze doelstelling nog gewijzigd en zou Pelita
zich uitsluitend gaan richten op de slachtoffers van de oorlog met Japan en hun nabestaanden.
Pelita zou een Nederlandse stichting worden, met een bijkantoor in Indië.
In juni 1947 vetrok Eckenhausen-Tetzner naar Indië. Voor privé-redenen, maar ook om de Indische
afdeling van Pelita op te zetten. Een maand later werd al gestart met het voeren van overleg over
de oprichting van Pelita Indonesië. Opvallend is de aanwezigheid van een aantal hoge ambtenaren
van Sociale Zaken en Financiën in het oprichtingscomité. Pelita zou zich niet inspannen voor alle
werklozen of mensen zonder zelfstandig inkomen, maar zich uitsluitend richten op weduwen,
wezen en invaliden die in aanmerking kwamen voor een uitkering in het kader van de Algemene
Oorlogsongevallen Regeling Indonesië (AOR).
Op 17 november 1947 werd de Stichting Pelita officieel opgericht. Zowel in Nederland als in
Indonesië zetelde een bestuur en de dagelijkse leiding lag in handen van directeuren in Den Haag
en Batavia. Een Stichtingsraad hield toezicht op het naleven van de statuten en op een correcte
besteding van de financiële middelen. De raadzetels werden vooral bezet door
vertegenwoordigers van het Indische en Nederlandse bedrijfsleven en door hoge ambtenaren.
Voorzitter Van Lennep was bijvoorbeeld directeur van de Hollandsche Beton Maatschappij.
Ook het bestuur van Pelita Nederland bestond uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de
overheid, ieder met een sterke binding met Indië. De eerste voorzitter was H. Giel sr., oud-
president van de Factorij van de Nederlandsche Handel Maatschappij in Batavia. Giel zou tot 13
september 1972 aanblijven als voorzitter. De eerste secretaris van de stichting was D.S. Westerman
Holsteijn, werkzaam bij de Ondernemersraad Nederlandsch-Indië. Penningmeester werd H.J.
Manschot, directeur van de Javasche Bank. Konining Wilhelmina werd bereid gevonden om het
beschermvrouwschap op zich te nemen. Na haar aftreden op 4 september datzelfde jaar wenste
Wilhelmina toch betrokken te blijven bij de stichting. Zij werd, en bleef tot haar dood in 1963, ere-
voorzitter van Pelita.
Het werkkapitaal van vijf miljoen gulden dat Pelita Nederland had ontvangen, was bestemd voor
de bouw van woningen voor Indische oorlogsslachtoffers en hun nabestaanden. Voor het onder
andere verkrijgen van hypothecaire kredieten, rijksbijdragen en gemeentegaranties werd het
noodzakelijk om de uitvoering van de bouw van woningen en de sociale werkzaamheden van de
stichting financieel te ontvlechten. Hiertoe werd in februari 1948 de Stichting Algemeen
Bouwfonds der Stichting Pelita opgericht. Het fonds stond onder toezicht van de Stichtingsraad,
terwijl het bestuurd werd door dezelfde personen als Pelita Nederland. De administrateur van
Pelita, en tevens bouwkundige, J.R. Bergsma, werd benoemd tot directeur. Het fonds droeg bij aan
2.19.219 Pelita 13
het doel van Pelita ‘door het doen bouwen, verbouwen of herbouwen en het op andere wijze
verwerven, huren of ten gebruike verkrijgen van onroerende goederen, alsmede door deze
onroerende goederen te verhuren’. In juli 1948 werden de eerste acht nieuwe Pelita-woningen
betrokken aan de Schaapsweg in de gemeente Ede.
Eind 1947 werd 1,2 miljoen van de ontvangen vijf miljoen afgezonderd voor sociale hulpverlening.
In 1948 en 1949 ontvingen al 2300 gezinshoofden in Nederland steun van Pelita. Aan het einde van
de jaren veertig zette Pelita in het hele land plaatselijke comités op om met de uitgezwermde
oorlogsgetroffenen in contact te komen en te blijven. Hiervoor was de stichting in grote mate
afhankelijk van vrijwilligers. In 1949 had Pelita 35 plaatselijke comités, waarvan zestig procent in
het westen, twintig procent in het noorden en oosten en de overige twintig procent in het zuiden
van het land.
De plaatselijke comités concentreerden zich op het doorsluizen van aanvragen voor materiële hulp
in natura – kleding, kolen, huisraad – en voor financiële bijstand. Andere taken dan de materiële
steunverlening waren veel belangrijker voor de leden van de plaatselijke comités. Actieve leden –
vrijwel allemaal vrouwen en daarom ook wel ‘de dames van Pelita’ genoemd – gaven ouders hulp
en advies bij de opvoeding van hun kinderen en bij het zoeken van scholen. Ze hielpen pas
gearriveerde oorlogsgetroffenen bij het invullen van formulieren en bij het beheren van het
doorgaans karige huishoudbudget. En van onschatbare waarde: ze verleenden mensen met
heimwee naar Indië, met oorlogstrauma’s en met verdriet om overleden familieleden een
luisterend oor.
Op basis van de bestaande AOR-registratie schatte het bestuur dat zo’n 1300 Indische
oorlogsgetroffenen in aanmerking kwamen voor extra ondersteuning. Om hen tot registratie over
te halen deed Pelita niet meer dan een oproep plaatsen in het orgaan van het Nibeg en in de
landelijke pers. Aan de plaatselijke comités liet het bestuur weten dat de hulpverlening niet mocht
worden opgedrongen, behalve ‘in gevallen, waarin het slachtoffer zijn eigen belang kennelijk niet
juist inziet’. De hulpverlening moest bovendien altijd aanvullend zijn. Bij iedere steunaanvraag
moest het comité zich afvragen of de aanvrager geen aanspraak kon maken op ondersteuning
door de rijksoverheid, de gemeente of het bedrijfsleven. Was dat het geval, dan verleende Pelita
geen hulp, hoe schrijnend de situatie ook was. In de praktijk kwamen vrijwel uitsluitend weduwen,
wezen en invaliden met hun karige AOR-uitkeringen in aanmerking voor financiële ondersteuning.
In de eerste helft van de jaren vijftig kregen jaarlijks zo’n zes- tot achthonderd mensen een
eenmalig bedrag aan steun en ontvingen per jaar nog eens twee- tot zeshonderd personen
periodieke steun. Van de gezinshoofden die in de jaren vijftig langdurig steun van Pelita ontvingen,
bestond ongeveer de helft uit oorlogsweduwen, invaliden en ouden van dagen. De meesten waren
al vóór 1950 in Nederland gearriveerd.
Het steunbedrag werd berekend op de Pelita-basis. Bij de vaste lasten – huur, gas, water, licht,
ziekenfondspremie, schoolgeld en dergelijke – kwam een bedrag voor variabele kosten – voeding,
kleding en dergelijke. Pelita stelde de hoogte van dat laatste bedrag vast, afhankelijk van de
samenstelling, de omvang en de welstandsklasse van het gezin. Het totaal aan vaste en variabele
lasten werd verrekend met de gezinsinkomsten. Het verschil werd eventueel bijgepast door Pelita,
mits uitkeringsinstanties daar geen bezwaar tegen maakten. Omdat gemeentelijke Sociale
Diensten de pelita-steun in mindering brachten op de uitkering van door hen uitgevoerde
regelingen, maar hulp in natura meestal oogluikend toestonden, steunde Pelita veel Indische
oorlogsgetroffenen met brandstof, kleding, studiemateriaal en extra voeding.
14 Pelita 2.19.219
De Pelita-basis diende ook als uitgangspunt bij de verdeling van woningen. Een inkomen van ten
minste anderhalf maal de Pelita-basis was het streven. De huurder van een woning moest
bovendien een ‘blijver’ zijn, die ‘redelijkerwijs gesproken’ in staat was om zich in Nederland
financieel te redden. In de praktijk betekende dit dat de armlastige gezinnen vaak niet in
aanmerking kwamen voor een Pelita-woning.
In 1950 begon Pelita een samenwerkingsverband met Nederland Helpt Indië (NHI), dat was
opgericht in 1945. Dit samenwerkingsverband ging opereren onder de naam Hulp aan
Gerepatrieerden (HAG). Het doel was om het veld voor de hulp aan repatrianten overzichtelijker te
maken door gezamenlijke propaganda en fondsenwerving en door coördinatie van de
steunverlening. Verschillende comités bleken echter langs elkaar heen te werken, waardoor het
veld juist onoverzichtelijker was geworden. In 1951 veranderde NHI haar naam in Zorg voor
Gerepatrieerden (ZVG). Pelita en ZVG bakenden hun terreinen zorgvuldig af en werkten daarna
beter samen dan ooit. Repatrianten die ten onrechte bij Pelita aanklopten werden doorverwezen
naar ZVG, een organisatie die met subsidies van het ministerie van Maatschappelijk Werk, het
Koningin Juliana Fonds en het Comité voor Zomerpostzegels een brede groep repatrianten kon
helpen. Pelita bleef zich uitsluitend richten op de slachtoffers van de oorlog met Japan, zonder
enige noemenswaardige donaties en zonder subsidies van de overheid of uit particuliere fondsen.
In maart 1957 werd door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan Pelita gevraagd of zij een rol
wilde spelen bij de uitvoering van de Rehabilitatieregeling Schrijnend Monetair Verlies. De
Nederlandse regering had een bedrag van tussen de vijf en zevenenhalf miljoen gulden
gereserveerd voor de meest schrijnende gevallen onder de Indische oorlogsgetroffenen, en de
aanvragen stroomden binnen bij de Afdeling Rehabilitatie Indische Oorlogsslachtoffers. De
Plaatselijke Comités lichtten oorlogsgetroffenen in over de uitkering en hielden in veel gevallen
ook toezicht op de besteding van het toegekende bedrag. Een aparte afdeling op het Centraal
Bureau ging zich bezighouden met de uitvoering en betaalbaarstelling van de regeling.
Ruim de helft van het werk van Pelita in de jaren 1957 tot 1961 had betrekking op de regeling voor
schrijnende gevallen. Bijna 6300 personen kregen in die jaren een uitkering. Bijna de helft van hen
was al bij Pelita bekend of werd alsnog als ‘schrijnend geval’ in de administratie opgenomen, zodat
de plaatselijke comités konden toezien op een verantwoorde besteding van het toegekende
bedrag. Op 1 oktober 1961 waren alle aanvragen afgewikkeld.
De belangrijkste taak van de Pelita-comités in Indonesië bestond uit het verlenen van aanvullende
financiële hulp aan AOR-gerechtigden. Eind 1949 kreeg de organisatie het verzoek voorgelegd om
de uitvoering op zich te nemen van uitkeringen aan kleine zelfstandigen die gedupeerd waren door
de oorlog met Japan. Speciaal voor de rehabilitatie-uitkeringen aan oorlogsslachtoffers die vóór
de Japanse bezetting als kleine zelfstandigen hun brood verdienden, tijdens de oorlog hun
inkomsten kwijtraakten en nog steeds brodeloos waren, stelde de Indische overheid tien miljoen
gulden ter beschikking. Dat bedrag moest vóór 1953 een bestemming hebben gekregen. Pelita was
vrij in de wijze waarop ze de kleine zelfstandigen wilde ondersteunen. Om de eigenlijke Pelita-
taken in Indonesië te scheiden van de uitvoering van de rehabilitatie van kleine zelfstandigen,
kwam er een aparte afdeling, Pelita II. De aanvraagtermijn voor de rehabilitatie-uitkeringen sloot
op 1 september 1952. Pelita II werd opgeheven op 1 maart 1953. Pelita Indonesië kwam ten einde
met de dood van de drijvende kracht J. Verboom in november 1956.
Halverwege de jaren zestig was Pelita de enig overgebleven Indische organisatie die steun
verleende aan Indische oorlogsgetroffenen en hun nabestaanden. Eind 1963 was de Nibeg
opgeheven, een jaar later kondigde ZVG aan ermee op te houden. De organisatie accepteerde het
aanbod van Pelita om het laatste jaar bij Pelita kantoor te houden. Dat vergemakkelijkte de
overdacht van de hulpverlening aan Pelita; dossiers konden van de ene kamer naar de andere
worden doorgegeven. Hetzelfde gebeurde met het CCKP dat ook haar laatste jaar in het gebouw
van Pelita sleet voor haar opheffing in 1968. Het heersende sentiment in deze periode was dat de
2.19.219 Pelita 15
repatriëring ten einde was gekomen en het boek van de gerepatrieerdenzorg gesloten kon
worden. Pelita besloot om haar huizenbezit af te stoten. In elf jaar tijd ontdeed het Bouwfonds
zich van al zijn bezittingen. In 1965 werd het comité in Amsterdam opgeheven en stonden veel
andere comités op het punt om het bijltje er bij neer te gooien.
In 1968 echter klopte het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk bij Pelita aan
met de vraag of Pelita een bijdrage wilde leveren aan de uitvoering van een nieuwe
uitkeringsregeling voor vervolgingsslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog (toegevoegd als
hoofdstuk III aan de Rijksgroepsregeling Oorlogsslachtoffers). Nederlandse burgers die tijdens de
Tweede Wereldoorlog om redenen van ras, geloof of wereldbeschouwing aan vervolging hadden
blootgestaan en daardoor niet meer in staat waren hun vroegere levenspeil te handhaven, hadden
voortaan recht op financiële bijstand. Ook Indische oorlogsslachtoffers en hun nabestaanden
konden aanspraak maken op die welvaartsvaste maandelijkse uitkering en andere bijzondere
voorzieningen zoals rolstoelen, prothesen en therapie.
Voor de uitvoering van de regeling kon Pelita maar moeilijk terugvallen op haar netwerk van
vrijwilligers. Velen van hen waren al op leeftijd of overleden, anderen waaren niet deskundig
genoeg. De eerste professionele maatschappelijke werkers werden aangetrokkken. In 1971 trad
een nieuwe Rijksgroepsregeling Vervolgingsslachtoffers 1940-1945 in werking. In 1973 werd de
regeling in zijn geheel vervangen door de Wet Uitkeringen Vervolgingsslachtoffers 1940-1945
(WUV).
De WUV is bedoeld voor alle Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog vanwege hun ras,
geloof, wereldbeschouwing of seksuele geaardheid van hun vrijheid zijn beroofd, moesten
onderduiken of gesteriliseerd zijn. In de Memorie van Toelichting werd de wet ook van toepassing
verklard op degenen die door de Japanse bezetter waren vervolgd omdat ze behoorden tot de
Europees georiënteerde of gezinde bevolkingsgroepen. De WUV geeft geen recht op pensioen
maar op een aanvullende uitkering, gebaseerd op het principe van inkomstenderving. De uitkering
vult voor een deel het verschil aan tussen het feitelijke inkomen en het inkomen dat een vervolgde
zonder ziekte of gebreken zou hebben verdiend. Bijzondere voorzieningen als rolstoelen of
prothesen, dieetkosten of psychotherapie komen eveneens voor vergoeding in aanmerking. Een
Uitkeringsraad – sinds 1990 de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) stelt vast of er sprake is van
‘vervolging in de zin van de WUV’. Na een medisch onderzoek wordt de grondslag voor de
uitkering bepaald.
Vanaf 1 januari 1975 konden alle personele en materiële kosten die verband hielden met de WUV-
uitvoering bij het ministerie van CRM worden gedeclareerd. Voor het eerst in haar geschiedenis
kon Pelita bij het Centraal Bureau zes en in de buitendienst tijdelijke parttimers actief, die
voorheen genoegen hadden moeten nemen met nogal willekeurige en uiteenlopende
vergoedingen voor hun werkzaamheden, maar voortaan mochten rekenen op een honorarium
volgens vastgestelde normen.
16 Pelita 2.19.219
Uit de contacten die in het kader van de WUV-aanvragen werden gelegd met de Indische
oorlogsgetroffenen bleek dat er meer hulp nodig was dan slechts materiële. In december 1974
vroeg Pelita in een uitvoerige brief aan het ministerie van CRM of er in de toekomst subsidie
verleend zou kunnen worden voor immateriële hulpverlening aan WUV-aanvragers. Mede als
gevolg hiervan werd een Werk- en Adviescommissie Immateriële Hulpverlening aan
Oorlogsgetroffenen (WAC) worden ingesteld, wat zich ging buigen over de vraag hoe een adequate
immateriële hulpverlening aan verzetsdeelnemers en vervolgingsslachtoffers die ‘ten gevolge van
bombardementen, ordemaatregelen, tewerkstelling en dergelijke schade aan hun gezondheid
hebben opgelopen’ eruit moest zien. In de zomer van 1975 kwam de commissie voor het eerst
bijeen.
In 1978 publiceerde het WAC zijn aanbevelingen. In de tussentijd was het aantal WUV-aanvragen
flink teruggelopen. Waren er in 1975 nog zo’n 10.000 aanvragen, in 1978 waren dit nog maar 3500
nieuwe aanvragen. De behoefte aan immateriële steun bleef echter bestaan. De Pelita-rapporteurs
kregen een nieuwe taak van het WAC: ‘WUV-begeleiding in ruime zin’.
In 1980 was van de oorspronkelijke doelstelling van Pelita – uit eigen middelen steun verlenen aan
Indische oorlogsgetroffenen – weinig meer over. Pelita verleende jaarlijks slechts enkele tientallen
steunuitkeringen en uitsluitend aan mensen die op of onder het bestaansminimum leefden. Zelfs
het Bouwfonds was opgeheven. De Stichtingsraad, als koepel van Pelita Indonesië, Pelita
Nederland en het Bouwfonds, was overbodig geworden en werd op 20 februari 1978 ontbonden.
De plaatselijke comités waren opgeheven, met het comité in Den Haag als laatste in december
1979.
Tegelijkertijd met het op gang komen van dit grote aantal W.U.V.-aanvragen werd door het
personeel van Stichting Pelita een enorme immateriële hulpbehoefte bij de Indische groep
geconstateerd. De stichting begreep, dat zij de mensen die haar om hulp vroegen ook op het
immateriële vlak de helpende hand moest bieden. In de vernieuwde stichtingsstatuten van 1977 is
het doel van de stichting daarom nog eens duidelijk onder woorden gebracht, namelijk ‘Het
verlenen van materiële en immateriële hulp aan alles die, hetzij direct, hetzij indirect, het
slachtoffer waren geworden van de oorlog met Japan en aan hun nabestaanden’.
In 1984 werd de Wet Uitkeringen Burger-Oorlogsgetroffenen (WUBO) van kracht. Een extra taak
voor Pelita.
In 1986 kwam er geld om gesubsidieerde maatschappelijk werkers in te zetten voor hulp aan
mensen met psychische of sociale problemen die niet doorverwezen konden of wilden worden
naar algemene instellingen. Pelita mocht hulp bieden aan oorlogsgetroffenen die erkend zijn of
van wie de aanvraag nog liep.
In de periode 1986-1990 ontstonden er interne problemen bij Pelita, waardoor de taken van de
stichting niet naar tevredenheid konden worden uitgevoerd. De doelstelling van Pelita voor 1990
was dan ook ‘het terugwinnen van verloren gegaan vertrouwen’. 3 De problemen werden
voortvarend aangepakt. In 1990 werden de statuten van Pelita gewijzigd, waardoor niet alleen de
omvang van het bestuur werd verkleind, maar ook de taken van het bestuur werden gewijzigd.
Ook de organisatiestructuur ging op de schop.
Ook van belang is de instelling van de Pensioen- en Uitkeringsraad in 1990, die ervoor moest
zorgen dat de wetten efficiënter zouden worden uitgevoerd (voor Pelita waren dit met name de
Wet Uitkeringen Vervolgingsslachtoffers (WUV), de Wet Uitkeringen Burger-Oorlogsslachtoffers
(WUBO) en de Wet Indisch Verzet (WIV)). Circa 70% van de WUV-aanvragen, bijna de helft van de
WUBO-aanvragen, en vrijwel alle WIV-aanvragen liepen via Pelita.
In 1993 werd het Indisch Platform opericht als samenwerkingsorgaan tussen de 16 belangrijkste en
grootste Indische organisaties. Niet alleen was het Indisch Platform gehuisvest in hetzelfde
gebouw als Pelita, ook werd de directeur van Pelita aangezocht als ambtelijk secretaris. Door de
oprichting van het platform konden gezamenlijk standpunten worden ingenomen, die aan het
kabinet konden worden gepresenteerd. Het belang van samenwerking voor Pelita bleek ook uit de
intensivering van de samenwerking met de Stichting Burger Oorlogsgetroffenen (SBO) en de PUR
in het overlegorgaan Gecoördineerde Expertise SBO/Pelita (GESP). Deze samenwerking mondde
uit in een samenwerking op uitvoerend vlak voor wat betreft de sociale rapportages voor de
WUBO.
In 1997 verplaatste ook de Stichting Herdenking 15 augustus 1945 haar zetel naar het Pelita-
gebouw.
Aan het einde van de jaren negentig trachtte Pelita een ‘nieuwe’ weg in te slaan als dienstverlener
voor de Indische gemeenschap als geheel, in plaats van uitsluitend te werken voor Indische
oorlogsgetroffenen. De hulpverlening moest eerder vraaggestuurd dan aanbodgestuurd worden,
en aan de vragen van zowel de eerste, als van de tweede en derde generaties moeten kunnen
voldoen.
Een oorzaak van de nieuwe richting was de voortdurende nadruk die er vanuit de overheid werd
gelegd op de succesvolle integratie van de groep afkomstig uit Nederlands-Indië. Hierbij werd
gesteld dat op termijn categoriale hulpverlening van deze groep niet meer nodig zou zijn. Het
aantal aanvragen in het kader van de wetten voor oorlogsgetroffenen, en daarmee de inkomsten
van Pelita, liepen al terug.
Om deze nieuwe weg in te kunnen slaan moest Pelita financieel onafhankelijk worden van het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (het voormalige ministerie van Welzijn,
Volksgezondheid en Cultuur) en eigen geldstromen aanboren.
De reorganisatie van Pelita begon in 1998. Ten eerste moest de organisatie worden aangepast aan
de verminderde budgetten voor de wettelijke en erkende taak, een afslankingsoperatie. Ten
tweede moest de uitvoering van de hulp- en dienstverlening worden geherstructureerd. Hiertoe
werden de uitvoerende afdelingen, wetsuitvoering en maatschappelijk werk samengevoegd in een
afdeling maatschappelijk werk en dienstverlening. Ten derde moest de organisatie met het oog op
de lange termijn worden vernieuwd. Dit moest vorm krijgen door het ontwikkelen van nieuwe
producten en diensten en het genereren van andere inkomsten.
In 2000 was de reorganisatie gereed en kon de Stichting bouwen aan haar nieuwe toekomst: de
transformatie tot een moderne Indische zorginstelling, toegesneden op de 21ste eeuw. Een
zorginstelling die een full-service abonnement kan aanbieden aan alle leden van de Indische
gemeenschap, waarbij het zwaartepunt ligt bij de zorg voor de senioren. 4 In hetzelfde jaar werd
een Comité van Aanbeveling ingesteld, waarin een aantal prominente Indische Nederlanders
zitting nam.
Op 12 december 2000 besloot de regering 350 miljoen gulden voor individuele uitkeringen en 35
miljoen gulden voor collectieve doelen beschikbaar te stellen. In 2001 werd de Stichting Het
Gebaar opgericht welke de aanmelding, verificatie en uitbetaling van de gelden verzorgde.
Vanwege de bekendheid kon Pelita vele aanvragen voor gelden begeleiden.
In 2003 liet Pelita door TNS-NIPO onderzoek doen naar de wensen en behoeften van (vooral
oudere) Indische Nederlanders. Op basis van dit onderzoek werden nieuwe wegen ingeslagen.
Ook Pelita zelf deed aanvragen voor subsidie bij de Stichting Het Gebaar. Projecten die met behulp
van deze subsidies konden worden uitgevoerd waren onder andere:
– Ontwikkeling service-abonnement: een abonnement dat de afnemers recht geeft op een
aantal producten en diensten die bijdragen aan het welzijn, de kwaliteit van de
leefomstandigheden verhogen en het vermogen langer zelfstandig te wonen bevorderen.
– Reisgids Indische na-oorlogse generatie: poogt een structurele bijdrage te leveren aan het
welzijn van leden van de naoorlogse generatie door een product te ontwikkelen gericht op
identiteitsversterking.
– Servicepunt vrijwilligersorganisaties: fungeert als back-office voor de organisaties.
– Virtueel Indië: on-line interactieve weergave van Indië.
3. Stichting Zorg voor Gerepatrieerden
De Stichting stond onder leiding van de directeur L.G. Weggemans. De stichting had zich tot doel
gesteld om de beschikbare gelden binnen een termijn van 3 tot 5 jaar uit te geven. De uiteindelijke
sluitingstermijn voor aanvragen was april 1966, waarna de stichting is opgeheven
Geschiedenis van het archiefbeheer
5 www.oorlogsgetroffenen.nl
2.19.219 Pelita 19
Het archief van de Afdeling Indonesië en het archief Rehabilitatie Regelingen zijn na de opheffing
van Pelita Indonesië in 1956 overgebracht naar Pelita Nederland.
In 2009 is, in het kader van het Programma Erfgoed van de Oorlog van het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, een projectsubsidie verkregen voor het conserveren en
veiligstellen van de meest kwetsbare delen van het Pelita-archief, welke zich op de zolder van het
Pelita-gebouw bevonden. De archieven zijn in 2009 door de Stichting Pelita aan het Nationaal
Archief overgedragen. Eind 2009 is het archief verhuisd en ontschimmeld door het bedrijf
Preservation Technologies BV in Krimpen aan de IJssel. In 2010 is het archief overgebracht naar de
Centrale Archief Selectiedienst te Winschoten, alwaar het archief is bewerkt.
De archieven zijn na bewerking in 2011 door Doc-Direkt aan het Nationaal Archief overgedragen.
De verwerving van het archief
INHOUD
De archieven bevatten het beleidsarchief van de Stichting Pelita in Den Haag, alsmede een grote
hoeveelheid persoonsdossiers van mensen die door de Stichting Pelita, dan wel aanverwante
stichtingen, zijn geholpen. Persoonsdossiers zijn gevormd door de afdelingen Indonesië,
Schrijnende Gevallen en Rehabilitatie Regelingen van de Stichting Pelita, en door de Stichting hulp
aan ex-krijgsgevangenen van Japan en hun nagelaten betrekkingen. Dossiers gevormd door de
Plaatselijke Comités van de Stichting Pelita en van de Stichting Zorg voor Gerepatrieerden
bevatten enkel registratieformulieren. Dossiers gevormd door het Centraal Bureau van de
Stichting Pelita zijn combinatiedossiers van de verschillende afdelingen.
Selectie en vernietiging
SELECTIE EN VERNIETIGING
De persoonsdossiers zijn integraal bewaard. Uit het beleidsarchief zijn een aantal dozen archief
vernietigd. Het betreft hoofdzakelijk dubbelen van jaarverslagen en ingekomen tijdschriften.
Aanvullingen
AANVULLINGEN
Het archief van de Stichting Pelita kan nog niet als afgesloten worden beschouwd, aangezien de
Stichting ten tijde van de bewerking nog bestond. De Stichting Zorg voor Gerepatrieerden en de
Stichting voor hulpverlening aan ex-krijgsgevangenen van Japan en hun nagelaten betrekkingen
kunnen wel als afgesloten worden beschouwd, aangezien deze stichtingen zijn opgeheven.
Verantwoording van de bewerking
Binnen de archieven zal geselecteerd worden, waarbij als criterium geldt dat los aangetroffen
documenten die uit openbare bron verkrijgbaar zijn voor vernietiging worden afgezonderd. Uit
openbare bron verkrijgbare documenten die deel uit maken van een verband, herkenbaar aan het
feit dat zij gezamenlijk verpakt zijn en aan het feit dat zij een duidelijke relatie hebben, zullen
worden bewaard. Dat geld ook voor aangetroffen knipselmappen. Tevens zullen voor vernietiging
worden geselecteerd ter kennisneming toegezonden stukken waar geen vervolg op gekomen is.
Daarnaast zullen documenten die bij een normaal toegepast rijksoverheidsselectiebeleid
vernietigd kunnen worden eveneens voor vernietiging in aanmerking worden gebracht. Daarbij is
uitgangspunt de selectielijst voor de Pensioen- en Uitkeringsraad. In ieder geval voor 100%
bewaard blijven de persoonsdossiers.
Tijdens de bewerking is gebleken dat bij veel persoonsdossiers voorletters dan wel geboortedata
ontbreken. Ook moet bij raadpleging van het archief rekening worden gehouden met mogelijke
spelfouten dan wel taalkundige foutjes bij (met name achter-)namen. Het verdient dan ook
aanbeveling om te zoeken op verwante achternamen. Dit wordt veroorzaakt doordat veel
persoonsnamen met de hand geschreven zijn door medewerkers van de plaatselijke comités.
Zowel bij opneming door de medewerker, als bij dossiervorming door het Centraal Bureau/de
2.19.219 Pelita 21
diverse afdelingen van Pelita, als bij de bewerking door de CAS zijn de namen geïnterpreteerd. Het
kan dus wel voorkomen dat een naam zoals opgenomen in deze toegang niet 100% overeenkomt
met de gezochte naam. Het verdient dan ook aanbeveling om te zoeken op diverse varaties van de
spelling van de gezochte naam.
Tijdens de bewerking zijn een aantal archiefbescheiden aangetroffen zonder datering. Deze
archiefbescheiden hebben wel een datering gekregen waarbij in de nota bene is opgenomen dat
de datering bij benadering bepaald is.
Het archief van de Stichting voor hulpverlening aan ex-krijgsgevangen van Japan en hun nagelaten
betrekkingen bevat naar alle waarschijnlijkheid de dossiers die ten tijde van de opheffing van de
stichting in 1966 afgesloten zijn. Dossiers van deze stichting zijn ook aangetroffen als onderdeel
van dossiers van het Centraal Bureau van Pelita.
De archieven van het Centraal Bureau van Pelita zijn verzameldossiers. Deze dossiers kunnen
stukken bevatten van het Centraal Bureau, maar ook van de andere archiefvormers in deze
toegang, en dan met name de afdeling Schrijnende Gevallen en de Stichting voor hulpverlening
aan ex-krijgsgevangenen van Japan en hun nagelaten betrekkingen.
Verantwoording van de bewerking (2023)
Het archief van de Stichting voor hulpverlening aan ex-krijgsgevangenen van Japan en hun
nagelaten betrekkingen bestaat in zijn geheel uit persoonsdossiers. De dossiers zijn geordend op
de naam van de ex-krijgsgevangene.
Het archief van de Stichting Zorg voor Gerepatrieerden bestaat in zijn geheel uit
registratieformulieren. Deze zijn ooit op alfabet gebundeld en in multomappen opgeborgen. De
huidige ordening komt overeen met de manier waarop de dossiers zijn aangetroffen. De inhoud
van de dossiers komt overeen met die van de multomappen. De dossiers zijn geordend op de in
het dossier alfabetisch eerst en laatst voorkomende achternaam. Alleen weergegeven is de eerst
aangetroffen achternaam. Tussenvoegsels, en bij getrouwde vrouwen de meisjesnaam, zijn
weggelaten.
2.19.219 Pelita 23
Verwant materiaal
Verwant materiaal
Beschikbaarheid van kopieën
VERWANTE ARCHIEVEN
Inventaris van het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Coördinatie-
Commissie voor Gerepatrieerden, 1950-1952 (Nationaal Archief; toegangnummer
2.04.48.16).
Inventaris van het archief van de Nederlands Hervormde Kerk, centraal comité van kerkelijk
en particulier initiatief voor sociale zorg ten behoeve van gerepatrieerden (CCKP) (1948)
1950-1968 (1969) (Utrechts Archief, toegangnummer 1405).
Publicaties
PUBLICATIES
Tinnemans, W. en F. von Winckelmann, Indisch licht; een halve eeuw steun aan oorlogsgetroffenen (Den
Haag 1997).- Drooglever, P.J. red., Indisch intermezzo; geschiedenis van de Nederlanders in Indonesië
(Amsterdam 1991; 2e druk Amsterdam 1994).
2.19.219 Pelita 25
1 Stichting Pelita
1.1 Bestuur
1 STICHTING PELITA
1.1 BESTUUR
36 Speech door dr. H.J. Levelt, bestuurslid, ter ere van het afscheid van H. Giel als
voorzitter van de Stichting Pelita.
1972 stuk
38 Brief van E.G. Hoefer aan de leden van het bestuur van de Stichting Pelita naar
aanleiding van de bestuursvergadering van 7 januari 1980.
1980 omslag
207 Jaarverslagen.
1990 - 1992 pak
210 Stukken betreffende het vormgeven van een Indische paragraaf in de Wet
uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940 - 1950 (WUV) en de Wet uitkeringen
burger- oorlogsslachtoffers 1940 - 1945 (WUBO).
1991 - 1992 pak
213-214 Notities.
1992
213 Het voorzieningenbeleid in Indonesië,1992, stuk
214 Het Indisch Maatschappelijk Werk,1992, stuk
Datering is bij benadering bepaald.
215 Stukken betreffende het maken van bezwaar tegen de voorgenomen wijziging van
de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers (WUV) 1940 - 1945.
1992 omslag
216 Stukken betreffende het opzetten en uitvoeren van het Project Maatschappelijk
werk voor Molukse Oorlogsgetroffenen (PMMO).
1992 omslag
217 Stukken betreffende het verlenen van medewerking aan het onderzoek over
mogelijke ervaringen tijdens of kort na de Tweede Wereldoorlog van de
Internationale Stichting Slachtoffers Oorlog en Geweld.
1992 omslag
218 Correspondentie met het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur inzake
financiële aangelegenheden.
1992 - 1993 pak
220 Stukken betreffende het verlenen van medewerking aan het organiseren van de
werkconferentie voor de Indische naoorlogse generatie 'Onzichtbare drempels?'.
1994 omslag
221 Stukken betreffende het deelnemen aan de vergaderingen van de Bund der Alteren
Generation Europas (EURAG) – European Federation of Older People.
1995 - 1996 omslag
222 Stukken betreffende het organiseren van de viering van het 50-jarig jubileum van
de Stichting Pelita.
1997 omslag
223 Stukken betreffende het voorbereiden van intern overleg over de personele en
juridische organisatie van de Stichting Pelita.
1997 pak
224 Verslagen van besprekingen gevoerd te Jakarta door L.J. de Coninck en mr. J.C.
Cleyndert inzake de voormalige Pelitahuizen, alsmede correspondentie met een
advocatenkantoor te Jakarta inzake het inhuren van een juridisch adviseur ten
behoeve van dezelfde zaak.
1997 omslag
228 Productieoverzichten van de afhandeling van de aanvragen in het kader van de Wet
uitkeringen vervolgingsslachtoffers (Wuv) en Wet uitkeringen burger-slachtoffers
(Wubo) door de Stichting Pelita en door het samenwerkingsverband Pelita -
Stichting Burger-Oorlogsgetroffenen (SBO).
1997 - 1999 omslag
233-235 Stukken betreffende het voeren van overleg met de Stichting Burger-
Oorlogsslachtoffers (SBO) en de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) over mogelijke
samenwerkingsvormen.
1992 - 1996
Niet nader onder te verdelen.
233 1992 - 1995, pak
234 1993 - 1996, omslag
235 1995, pak
236 Stukken opgesteld in het kader van de verslaggeving van de financiële organisatie
van de Stichting Pelita.
1993 - 1994 omslag
237 Artikelen over en verslag van het internationaal symposium over victomology te
Adelaide in Australië.
1994 omslag
238 Rapport Een gezamenlijk aanbod van de Stichting Pelita, Stichting Burger-
oorlogsgetroffenen, Stichting 1940 - 1945 en de Pensioen- en Uitkeringsraad.
1994 stuk
241 Notitie inzake een historisch overzicht met als titel 'De samenwerking' met
betrekking tot de samenwerking tussen de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR), de
Stichting Burgeroorlogsgestroffenen (SBO) en Pelita.
1995 stuk
242 Stukken betreffende het laten uitvoeren en begeleiden van het onderzoek door
Berenschot inzake het bepalen van de zwaartepunten in de toekomststrategie van
instellingen voor oorlogsgetroffenen.
1995 omslag
Bevat tevens het eindrapport.
243 Stukken betreffende het laten uitvoeren van een onderzoek getiteld 'Pelita waar
staan casu quo gaan we voor?' door Van Nuland Advies Groep.
1995 omslag
Bevat tevens het eindrapport.
244 Stukken betreffende het bespreken van de strategie inzake de afhandeling van de
eigendomsvervreemding van Pelita-woningen in Jakarta, alsmede inzake het
deelnemen aan de opbouw van seniorenwoningen in Jakarta.
1995 - 1997 omslag
250-252 Agenda's.1999
250 Feb. 02, 1999, stuk
251 Juni 04, 1999, stuk
252 Juni 30, 1999, stuk
258 Verslag van het bestuurlijk overleg van de Stichting Pelita, Stichting Burger-
Oorlogsgetroffenen (SBO) en de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR).
1996 omslag
261 Controlerapporten van de rekeningen over het jaar 1996 van de Stichting Pelita en
de Stichting Steun en Documentatiecentrum Pelita.
1997 omslag
263 Stukken betreffende het financieel afhandelen van het vertrek van directeur L.H. de
Coninck, alsmede van de overgang van het personeel naar de Stichting
brancheorganisatie oorlogsgetroffenen (BOOG).
1997 - 1999 omslag
266 Ingekomen stukken en minuten van uitgegane stukken van het secretariaat van het
Indisch Platform.
1998 - 1999 omslag
268 Produktieoverzichten van de afhandeling van de aanvragen in het kader van de Wet
uitkeringen vervolgingsslachtoffers (Wuv) en Wet uitkeringen burger-slachtoffers
(Wubo) door de Stichting Pelita en door het samenwerkingsverband Pelita -
Stichting Burger-Oorlogsgetroffenen (SBO).
1998 - 1999 omslag
36 Pelita 2.19.219
1.2 Organisme
1.2.1 Organisatie
1.2 ORGANISME
1.2.1 ORGANISATIE
269 Correspondentie over het instellen van de organisatie van de Stichting Pelita in
Indonesië, alsmede over de duurtetoeslag op de Algemene Oorlogsongevallen
Regeling (AOOR).
1947 omslag
270 Stukken betreffende het vormgeven van de visie en taken van de Stichting Pelita.
1947 omslag
271 Stukken betreffende het wijzigen van de statuten van de Stichting Pelita met
betrekking tot de fiscale verantwoording van de inkomsten van Stichting Pelita.
1947 omslag
Nederlands-Indië,1951 - 1953
282 Uitgaande stukken aan de Afdeling Indonesië van Stichting
Pelita,1953 - 1956
283 Verslag inzake de afwikkeling van de voorgenomen liquidatie van de
Afdeling Indonesië van de Stichting Pelita,1954, stuk
De Afdeling Indonesië werd uiteindelijk pas in 1956 opgeheven.
315 Correspondentie met de Afdeling 's-Gravenhage van Stichting Pelita over diverse
organisatorische aangelegenheden specifiek voor de Afdeling Indonesië van de
Stichting Pelita.
1948 omslag
317-322 Stukken betreffende het oprichten van de Stichting Algemeen Bouwfonds, welke
als doel heeft de activiteiten van Stichting Pelita te ondersteunen door het
verschaffen van en bemiddelen in woonruimte voor slachtoffers van de oorlog met
Japan.
1948 - 1952
317 Oprichtingsakte van de Stichting Algemeen Bouwfonds der Stichting
Pelita, bevattende tevens de statuten en het huishoudelijk
reglement,1948, omslag
318 Memorandum inzake de procedure van woningtoewijzing,1948, stuk
319 Werkplan en enige gegevens voor de vergadering van de
Stichtingsraad van het Algemeen Bouwfonds,1948, omslag
320 Nota betreffende de bouw en financiering van kleine
woningen,1950, omslag
Datering is bij benadering bepaald.
321 Notitie over de financiële positie van het Bouwfonds aan het Bestuur
in Nederland van de Stichting Pelita,1950, omslag
Datering is bij benadering bepaald.
322 Nota met betrekking tot het beheer van het Bouwfonds,1952,
omslag
324 Ingekomen stukken van de ministeries van Sociale Zaken en Financiën inzake
organisatorische aangelegenheden.
1949 omslag
325 Nota inzake de samenwerking met de Stichtingen Het Fonds 1915 en Het Karel
Doorman-Fonds.
1949 stuk
326 Toespraken gehouden door voorzitters van de Stichting ter ere van diverse jubilea
van de Stichting Pelita.
1949 - 1991 omslag
327 Stukken betreffende het voeren van interne communicatie over subsidie, de
begroting en de toekomst van de Stichting Pelita.
2.19.219 Pelita 39
1950 omslag
328 Stukken betreffende het opstellen van het voorstel tot het onderbrengen van
Pelita-comités bij de comités van het Centraal Comité van Kerkelijk en Particulier
initiatief voor Sociale Zorg ten behoeve van Gerepatrieerden.
1950 - 1955 omslag
329 Ingekomen brief van het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid (SV)
inzake de beëindiging van de vertegenwoordiging van de Afdeling Sociale Bijstand
en Complementaire Arbeidsvoorzieningen van SV in het bestuur van de Stichting
Pelita.
1952 stuk
330 Stukken betreffende het opstellen van nota's inzake het financieren van
Pelitahuizen en het invullen ervan op de balans van de Stichting Pelita.
1952 omslag
331 Stukken betreffende het opstellen van notities inzake de taak en inrichting van de
Stichting Pelita.
1952 omslag
333 Akte houdende oprichting van de Stichting informatiecentrum voor door de oorlog
getroffenen, kopie.
1977 stuk
335 Stukken betreffende het wijzigen van de statuten van de Stichting Pelita in 1984 en
in 1990.
1984 - 1990 omslag
1987 omslag
345 Stukken betreffende het organiseren van de herdenking van het 40-jarig bestaan
van de Stichting Pelita.
1987 pak
348-349 Stukken betreffende het organiseren van de viering van het 50-jarig bestaan van de
Stichting Pelita.
1997 - 1998
348 Adressenlijst ten behoeve van het versturen van de
uitnodigingen,1997, omslag
349 Organisatie en viering,1997 - 1998, pak
1.2.2 PERSONEEL
353 Nota van J.J.F. Sandberg voor het Bestuur van de Stichting Pelita in verband met het
beëindigen van zijn werkzaamheden.
1950 omslag
354 Ingekomen brief van het personeel van het Centraal Bureau aan het bestuur van de
Stichting Pelita in Nederland inzake het al dan niet handhaven van de vrije zaterdag.
1951 stuk
355 Brief van J.H. Boerstra, bestuurslid, inzake zijn herinneringen aan de overleden
directeur van de Stichting Pelita, de heer H.F.C. Tieleman.
1954 stuk
356 Brief van de Stichting Pelita te Jakarta aan Urusan Perumahan Militer te Jakarta
inzake een personele wisseling in de functie van administrateur van de Stichting
Pelita.
1960 stuk
357 Stukken betreffende het instellen van een zogenoemde afstapregeling voor
personeel van de Stichting Pelita, als afkoop van de pensioensrechten.
1960 - 1972 omslag
2.19.219 Pelita 41
360 Stukken betreffende het afwijzen van sollicitanten voor de functie van rapporteur.
1.2.3 Financiën
1987 pak
1.2.3 FINANCIËN
362 Notitie inzake het gesprek tussen mr. D.S. Westerman Holstijn en de heer Oudt,
waarnemend voorzitter van Pelita Indonesië inzake de financiële basis van de
Stichting Pelita in Indonesië.
1948 stuk
De heer Oudt was tevens Secretaris van Staat van Financien.
363 Stukken betreffende het inrichten van de boekhouding van de Stichting Pelita.
1948 omslag
364 Correspondentie inzake het ontvangen en verstrekken van gelden ten behoeve van
de werkzaamheden van de Stichting Pelita in Indonesië.
1948 - 1951 omslag
365-368 Stukken betreffende het opstellen van de financiële jaarstukken van de Stichting
Pelita en van de Stichting Algemeen Bouwfonds van de Stichting Pelita.
1948 - 1974
Geordend op boekjaar, bevat tevens de controle over het betreffende boekjaar.
365 Over de boekjaren 1947 - 1951, 1948 - 1952, pak
Bevat geen controle over de boekjaren 1949 en 1950.
366 Over de boekjaren 1952 - 1959, 1953 - 1960, pak
Bevat geen controle over de boekjaren 1957 - 1959.
367 Over de boekjaren 1960 - 1966, 1961 - 1967, pak
Bevat geen controle over de boekjaren 1960-1966.
368 Over de boekjaren 1967 - 1973, 1968 - 1974, pak
Bevat tevens een controle over de jaarrekening 1971.
374 Stukken betreffende het opstellen van ramingen van de bedragen die in totaal in de
komende jaren voor de Stichting Pelita nodig zijn.
1949 omslag
375 Stukken betreffende het beheren van aan de Stichting Pelita toebehorende
waardepapieren.
1949 - 1954 omslag
376 Stukken betreffende het voeren van correspondentie met betrekking tot de
verzekering en andere financiële aangelegenheden inzake de huizen van de
Stichting Pelita in Kebajoran, alsmede diverse balansstukken.
1950 - 1952 omslag
378 Stukken betreffende het opstellen van de balans en exploitatierekening van Pelita I
en Pelita II over het jaar 1950.
1951 omslag
379 Stukken betreffende het opstellen van de balansstukken van de Stichting Pelita.
1951 omslag
380 Stukken betreffende het bemiddelen in het terugbetalen van schulden aan het
Evacuatiefonds Zwitserland.
1951 - 1954 omslag
381 Nota aan H.G. Giel, voorzitter van de Stichting Pelita, inzake het door de
Levensverzekering Maatschappij aan de Stichting Pelita verleende
hypotheekkrediet.
1952 stuk
383 Stukken betreffende het opstellen van de balans en de staat van baten en lasten
van de boekjaren 1957 - 1961 van de Stichting Pelita.
1957 - 1962 omslag
384 Stukken betreffende het opstellen van overzichten van de rekening Steunactie
Comité 1958.
1958 omslag
387 Stukken betreffende het beheren van aandelen van de Cultuur Maatschappij
Waringin NV te Amsterdam.
1985 omslag
388 Stukken betreffende het laten uitvoeren van de controle van de jaarrekening van de
Stichting Pelita over het jaar 1996 door Moret Ernst & Young.
1.2.4 Huisvesting
1997 stuk
1.2.4 HUISVESTING
389 Brief van T. Eckenhausen-Tetzner, bestuurslid, aan H.G. Giel, voorzitter van de
Stichting Pelita, inzake de aanschaf van meubilair voor het kantoor van de Stichting
Pelita.
1947 stuk
391 Ingekomen stukken van mr. H.C.P. Korte met betrekking tot het verkrijgen van
nieuwe zogenoemde certifikaten voor Pelita-percelen in het kader van een nieuw-
model eigendomsactie.
1971 omslag
1.3 TAAKUITVOERING
393 Stukken betreffende het behandelen van aangelegenheden met betrekking tot de
Algemene Oorlogsongevallen Regeling (AOOR).
1946 - 1960 pak
395 Ingekomen overzichten van het Ministerie van Sociale Zaken inzake de organisatie
van de armenzorg in Nederland.
1947 omslag
396 Resumé van het onderhoud op 16 december 1947 tussen de minister van
Wederopbouw en Volkshuisvesting en bestuursleden van Stichting Pelita inzake
betaalbare woongelegenheid voor Indische oorlogsslachtoffers.
1947 stuk
397 Stukken betreffende het zoeken van samenwerking met kleine organisaties met
44 Pelita 2.19.219
400-408 Stukken betreffende het verlenen van hulpverlening door middel van het aankopen
en bouwen van woningen in Nederland.
1947 - 1965 7 omslagen en 2 stukken
400 Het voeren van correspondentie inzake de bouw van nieuwe
woningen,1947
401 Het zoeken van samenwerking met andere organisaties inzake de
huisvesting van jongeren uit de Overzeese Gebiedsdelen,1947
402 Kort verslag van in behandeling zijnde bouwplannen,1947
403 Verslag van het bezoek aan de gemeente Zeist ter nadere oriëntering
inzake de bouwplannen aldaar op 12 november 1947,1947, stuk
404 Correspondentie met derden inzake het bezitten en beheren van
woningen,1950 - 1965
405 Correspondentie met de minister van Maatschappelijk Werk inzake
de woningbouw door de Stichting Pelita,1956
406 Het informeren van de voorzitter van de stichting inzake de
mogelijkheden tot het bouwen van een wooncentrum te Den Dolder
voor valide alleenstaanden en echtparen,1959
407 Correspondentie inzake diverse organisatorische onderwerpen,
alsmede inzake het bemiddelen in het huren van woningen en het
ontwikkelen van bouwplannen voor nieuwe woningen in Den
Dolder,1960
408 Brief van de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Zaken in Ede aan het
bestuur van de Stichting Pelita over de huisvesting van E.
Kaffer,1964, stuk
409-419 Stukken betreffende het verlenen van voorschotten en het betalen van uitkeringen.
1947 - 1969 8 omslagen en 3 stukken
409 Voorlopige nota over de steunverlening en de te verlenen
voorschotten voor de huisinrichtingen,1947
410 Opgave van de soorten van voorschotten en uitkeringen gesteund
met gelden uit het fonds perdu welke werden verstrekt aan gezinnen
die Pelita-woningen bewonen,1947
Datering is bij benadering bepaald.
411 Het opstellen van nota's en rapporten inzake de ondersteuning van
spijtoptanten,1947 - 1967
412 Overzichten van het aantal steungevallen,1948 - 1955
413 Gegevens ontleend uit het register getiteld Pelita-steungevallen over
het jaar 1948 - 1949,1950
414 Regionale duurte- en gezinstoelageregeling,1950, stuk
Datering is bij benadering bepaald.
415 Overzicht van enige statistische gegevens met betrekking tot de
financiële steunverlening over de jaren 1948 - 1956,1957, stuk
416 Nota inzake de materiële hulpverlening aan gerepatrieerden uit
Indonesië en Nieuw Guinea,1962, stuk
Datering is bij benadering bepaald.
2.19.219 Pelita 45
422 Brief van mr. D.S. Westerman Holstijn aan H. Giel sr. inzake het vergroten van de
kenbaarheid van de mogelijkheid tot het aanvragen van een financiële
ondersteuning in het kader van de Algemene Oorlogsongevallen Regeling (AOOR).
1948 stuk
423 Memo van de directeur van de Stichting Pelita, H.F.C. Tieleman, inzake het
speelkaartenplan, waarmee beoogd werd meer bekendheid te krijgen voor de
werkzaamheden van de Stichting Pelita.
1948 omslag
424 Opgave van de per 1 april 1948 door de Gemeentelijke Sociale Diensten gesteunde
Indische Oorlogsslachtoffers.
1948 stuk
426 Stukken betreffende het opstellen van procedures met betrekking tot de registratie
van hulpvragers en hulpaanvragen.
1948 omslag
427 Stukken betreffende het opzetten en evalueren van de richtlijnen met betrekking
tot de hulpverlening.
1948 omslag
429-432 Stukken betreffende het opstellen van statistische gegevens met betrekking tot de
financiële bijdragen verstrekt door de Stichting Pelita.
1948 - 1961
429 Enige statische gegevens over de jaren 1948 - 1961,1948 - 1961,
46 Pelita 2.19.219
omslag
430 Uitkomsten van de telling over 1213 steungevallen in de periode 1
januari - 15 juni 1949,1949, deel
431 Enige statistische gegevens over de jaren 1949 - 1950,1950 - 1951,
pak
432 Overzicht van het aantal gezinnen en alleenstaanden, financieel
gesteund over de jaren 1949 - 1956,1957, omslag
433-445 Stukken betreffende het verlenen van hulpverlening door middel van het aankopen
en bouwen van woningen in het kader van de Stichting Algemeen Bouwfonds Pelita
van de Stichting Pelita.
1948 - 1972 12 omslagen en 1 stuk
433 Verslagen van de officiële overdrachten van woningen aan de
Stichting Pelita door gemeenten,1948 - 1949
434 Overzichten van Pelita-woningen, bewoond en in aanbouw,1948 -
1952
435 Hypotheekakten en scheiding en verdelingakten,1948 - 1966
436 Uittreksel uit het werkprogramma van het Algemeen Bouwfonds
1947 - 1950,1949, stuk
437 Voorstel inzake het dienstbaar maken van het in het Bouwfonds
Pelita geïnvesteerde kapitaal aan de Stichting Pelita gedurende de
jaren, dat Pelita daaraan behoefte heeft,1949
438 Brandverzekeringpolissen,1949 - 1963
439 Taxatierapporten,1950 - 1971
440 Huurcontracten,1952
441 Nota behorende bij het overzicht over het onderhoud van de
projecten van de Stichting Bouwfonds Pelita,1957
442 Vermogensbecijfering met betrekking tot Pelita-woningen,1961
443 Het opstellen van een boekwerkje over het flatgebouw Eureka in
Den Dolder, gebouwd voor alleenstaanden en echtparen zonder
inwonende kinderen,1963
444 Brieven van de voorzitter van de Stichtingsraad aan de voorzitter van
de Financiële Commissie over de financiële jaarstukken,1966
445 Balans per 31 december en de algemene exploitatierekening per 31
december 1971,1972
446 Correspondentie met het plaatselijk comité 's-Gravenhage van de Stichting Pelita
over aanvragen voor financiële hulp.
1949 omslag
447 Stukken betreffende het bedanken van de heer prof. dr. P.M. van Wulfften Palthe,
arts, voor zijn geboden medische hulp aan repatrianten ten behoeve van de
Stichting Pelita.
1949 omslag
448 Voorstel om te komen tot een informeel overleg voor de toekenning van
studiebeurzen met andere daarvoor in aanmerking komende instanties.
1949 stuk
449 Ingekomen stukken met betrekking tot officiële berichtgeving inzake wet- en
regelgeving inzake rehabilitering.
1949 - 1950 omslag
451 Stukken betreffende het opstellen van een voorstel tot administratieve afboeking
van per 31 december 1949 oninbare steunvoorschotten.
1950 omslag
452 Stukken betreffende het opstellen van tabellen van slachtoffers van de oorlog met
Japan in maart 1948, welke onder de Algemene Oorlogs Ongevallenregeling (AOOR)
vallen als gevolg van het opheffen van de kampen op Oost-Java.
1950 omslag
455 Stukken betreffende het verstrekken van naaimachines aan kleine zelfstandigen,
direct of via het Rode Kruis.
1950 - 1951 omslag
456 Nota over de activiteiten van de Stichting Pelita voor wat betetreft de periodieke
financiële hulpverlening over de jaren 1948, 1949 en 1950
1951
stuk
458 Nota van de Sociale Afdeling inzake het verstrekken van voorschotten.
1952 stuk
459 Stukken betreffende het bemiddelen in het overdragen van de betalingen van
lijfrenten en onderstand in het kader van de liquidatie van Pelita I en Pelita II.
1952 omslag
460 Stukken betreffende het overdragen van het uitbetalen van onderstanden en
lijfrentes aan verzekeringsmaatschappijen.
1953 omslag
462 Stukken betreffende het verstrekken van lijfrenten en onderstand door de Stichting
Pelita.
1954 - 1955 omslag
Bevat eveneens bepalingen inzake rurni-tegoeden van particuliere personen met uitleg over de
verschillende rurni-rekeningen.
464 Stukken betreffende het toelichten van de berekening van de bedragen opgenomen
in subsidieaanvragen.
1955 omslag
466 Stukken betreffende het voeren van correspondentie met de Commissie Algemene
Oorlogsslachtoffers Regeling (AOR) inzake de inhouding van de Pelita lijfrentes op
de AOR-uitkeringen.
1956 omslag
467 Ingekomen brief van de Stichting Zorg voor Gerepatriërden (voorheen Nederland
Helpt Indië (NHI)) met het verzoek om financiële steun.
1957 omslag
469 Stukken betreffende het ontvangen van adviezen van de Subcommissie Andere
Vorderingen inzake het toekennen en afwijzen van rehabilitatieaanvragen van
Indische oorlogsslachtoffers.
1959 omslag
470 Stukken betreffende het voeren van correspondentie inzake het opstellen van
wetgeving en het geven van individuele ondersteuning aan spijtoptanten.
1960 - 1966 omslag
471-476 Stukken betreffende het verlenen van hulpverlening door middel van het aankopen
en bouwen van woningen in Indonesië.
1960 - 1982 1 pak en 5 omslagen
471 De verkoop van het Pelita-onroerend goed,1960 - 1982, pak
472 Overzichten met indicatiecijfers te gebruiken bij de eventuele
verkoop van Pelita-woningen in Indonesië,1961
473 Huurafrekening van G.H. van der Klok te Jakarta over het tijdvak 1
juli - september 1963, kwartaaloverzicht van de ontvangsten en
uitgaven over de periode januari - maart 1963,1963
474 Correspondentie inzake de status van huizen en grond in Jakarta van
de Stichting Pelita,1974 - 1978
475 Volmachten verstrekt in het kader van het huizenbezit van de
Stichting Pelita in Jakarta,1975 - 1981
476 Het bemiddelen in de overdracht van Pelitahuizen in Jakarta tussen
de bewoner van het Pelita-pand en bankinstellingen,1981
477 Ingekomen brief van de Vereniging van Oud-Onderofficieren van het Koninklijk
Nederlands-Indische Leger (KNIL) 'Madjoe' inzake het verzoek om samen met de
Stichting Pelita tot een oplossing te komen voor de weduwen van gewezen
onderofficieren van het KNIL, welke financieel gedwongen zijn bij familie in te
2.19.219 Pelita 49
wonen.
1961 stuk
478-722 Stukken ten behoeve van vergaderingen inzake de rapportage van individuele
hulpaanvragen.
1961 - 1966 2 pakken en 245 omslagen
Geordend op lijstnummer, alfabetisch en met Romeinse cijfers.
478 Geordend en aangeduid met een dubbele letter,1964, pak
479 Geordend en aangeduid met een enkele letter,1964, pak
480 Geordend op Romeins cijfer,1964
481 Lijst 1,1961
482 Lijst 2,1961
483 Lijst 3,1961
484 Lijst 4,1961
485 Lijsten 5 en 6,mrt. 10, 1961
486 Lijsten 7 en 8,mrt. 17, 1961
487 Lijsten 9 en 10,mrt. 24, 1961
488 Lijsten 11 en 12,mrt. 31, 1961
489 Lijsten 13 en 14,apr. 07, 1961
490 Lijsten 15 en 16,apr. 14, 1961
491 Lijsten 17 en 18,apr. 21, 1961
492 Lijsten 19 en 20,apr. 28, 1961
493 Lijsten 21 en 22,mei 05, 1961
494 Lijsten 23 en 24,mei 12, 1961
495 Lijsten 25 en 26,juni 23, 1961
496 Lijsten 27 en 28,juni 30, 1961
497 Lijsten 29 en 30,juli 14, 1961
498 Lijsten 31 en 32,juli 28, 1961
499 Lijsten 33, 34 en 35,aug. 11, 1961
500 Lijst 36,aug. 25, 1961
501 Lijsten 37 en 38,sep. 08, 1961
502 Lijsten 39 en 40,sep. 22, 1961
503 Lijsten 41, 42 en 43,okt. 06, 1961
504 Lijsten 44 en 45,okt. 13, 1961
505 Lijsten 46 en 47,okt. 20, 1961
506 Lijsten 48 en 49,okt. 27, 1961
507 Lijsten 50 en 51,nov. 03, 1961
508 Lijsten 52 en 53,nov. 10, 1961
509 Lijsten 54 en 55,nov. 17, 1961
510 Lijsten 56 en 57,nov. 24, 1961
511 Lijsten 58 en 59,dec. 01, 1961
512 Lijsten 60 en 61,dec. 08, 1961
513 Lijsten 62 en 63,dec. 15, 1961
514 Lijst 64,dec. 22, 1961
515 Lijsten 65 en 66,jan. 05, 1962
516 Lijst 67,jan. 12, 1962
517 Lijsten 68, 69 en 70,jan. 19, 1962
518 Lijsten 71 en 72,jan. 26, 1962
519 Lijsten 73 en 74,feb. 02, 1962
520 Lijsten 75 en 76,feb. 09, 1962
521 Lijsten 77 en 78,feb. 16, 1962
522 Lijsten 79 en 80,feb. 23, 1962
523 Lijsten 81 en 82,mrt. 02, 1962
524 Lijsten 83 en 84,mrt. 09, 1962
50 Pelita 2.19.219
723 Correspondentie met derden inzake het bezitten en beheren van woningen.
1966 - 1972 pak
724 Correspondentie met derden over het wel of niet verlenen van steun door het
Centraal Bureau van de Stichting Pelita.
1968 pak
Betreft een verzameldossier, alfabetisch geordend op naam van A - Z.
725 Stukken betreffende het opstellen van het standpunt van Stichting Pelita inzake de
gelijkschakeling van de oorlogsslachtoffers uit het voormalige Nederlands-Indië
met die uit Nederland in de Rijksgroepsregeling Oorlogsslachtoffers 1940 - 1945 en
de Rijksgroepsregeling Vervolgingsslachtoffers 1940 - 1945
1970 omslag
726 Stukken betreffende het beantwoorden van vragen van Nederlanders en ex-
Nederlanders, die in het buitenland zijn gevestigd, in het kader van de Wet
uitkeringen vervolgingsslachtoffers (WUV).
54 Pelita 2.19.219
727 Stukken betreffende het verwijzen van Nederlanders en ex-Nederlanders, die in het
buitenland zijn gevestigd, naar de juiste instantie om een aanvraag te doen in het
kader van de Wet uitkeringen burgerslachtoffers (WUBO) en Wet uitkeringen
vervolgingsslachtoffers (WUV).
1971 - 1976 pak
729 Ingekomen getuigenissen van voormalig geïnterneerden naar aanleiding van een
oproep in het blad van de Indische Pensioenbond van april 1975 om inlichtingen
over verblijfplaatsen van internering gedurende de Japanse bezetting en kort voor
en na de Japanse capitulatie.
1975 omslag
730-752 Publicaties.
1980 - 2007 5 stukken, 4 omslagen en 14 delen
730 Wie zijn wij,1980
Brochure over de Stichting Pelita.
731 Pelita informatielijn,1990, stuk
Datering is bij benadering bepaald.
732 Stichting Pelita belicht,1992, omslag
733 Conferentiemap ten behoeve van het project Naoorlogse
Generatie,1994, omslag
734 Indisch intermezzo, geschiedenis van de Nederlanders in
Indonesië,1994
735 Handreiking voor hulpverleners, geschiedenis van Nederlands-Indië
in vogelvlucht,1995
736 Hulpvragen naar aanleiding van het staatsbezoek aan Nederland van
keizer Akihito van Japan, context en achtergronden,1995
737 Pelita Maatschappelijk Werk waaier,1995, omslag
738 Het lijkt wel alsof ze geen wensen hebben, oudere Indische
Nederlanders en zorg, een verkennend onderzoek,1997
739 Indisch licht, een halve eeuw steun aan oorlogsgetroffenen uit
Indië,1997
740 Werkboeken Indisch Maatschappelijk Werk,1997 - 1999, omslag
Deel 1 - 3.
741 Bijzondere solidariteit een zaak van erkenning, verslag van een
symposium,1999
742 Wij zijn op weg naar huis, zorgverbetering oudere Molukkers,
methodiek en onderzoek,1999
743 Integratieproject 1997 - 1998, (Het Algemeen Maatschappelijk Werk)
AMW-hulpaanbod voor de Molukse gemeenschap in de gemeente
Vught,2000
744 Vrijwillig maar niet vrijblijvend, werken als vrijwilliger bij Stichting
Pelita,2000
745 Pelita Visum Service, wonen, werken en ondernemen in
Indonesië,2001, stuk
746 De Indische naoorlogse generatie, herinneringen, verhalen,
analyse,2002
747 Deskundigheidsbevordering en kennisoverdracht over
2.19.219 Pelita 55
Molukkers,2002
748 Pelita Welzijn en Zorg, uw welzijn onze zorg!,2002, stuk
749 Project Preventie en Nazorg Moordrecht 1999 - 2000,2002
750 Project Preventie en Nazorg Vught 2001 - 2002,2002
751 Wat kan Stichting Pelita voor u doen?,2002, stuk
752 Stichting Pelita, 60 jaar jubileum programma,2007, stuk
753 Verslag van door dr. L.J. Slikkerveer met dr. F. van Dongen, ambassadeur, mr. J.
Kruisink, Consul-Generaal, en F.F. van Oortmerssen, attaché, gevoerde gesprekken
op de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden te Jakarta inzake de
werkzaamheden van de Stichting Pelita inzake Indonesië.
1984 stuk
754 Stukken betreffende het verlenen van medewerking aan het instellen van de Raad
voor Indisch Overleg (RIO).
1985 - 1986 omslag
755 Brief aan de minister-president in naam van de Raad voor Indische Overleg (RIO)
inzake het voorgenomen Staatsbezoek van Koningin Beatrix aan Japan.
1986 stuk
757 Brief aan de redactie van het Nieuw Israelitisch Weekblad inzake het artikel 'Pelita
laat protesten tegen de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers (WUV)-beknotting
over aan Stichting Joods Maatschappelijk Werk (JMW)' naar aanleiding van een
interview met J.H. Mijnlieff-Engelberts, secretaris van het bestuur van de Stichting
Pelita.
1987 stuk
758 Brief van L. de Coninck, directeur, aan de bestuursleden inzake de aankondiging van
een volstrekt ander systeem van subsidiëring en vaststelling van
subsidiegrondslagen.
1992 omslag
760 Stukken betreffende het voorbereiden van de Nederlandse sectie aan het
internationaal congres Changing Attitudes towards the Elderly van de EURAG
(European Federation for the Welfare of the Elderly) te Kopenhagen.
1993 omslag
764-8580 Persoonsdossiers.
1946 - 2010 7794 omslagen en 23 pakken
764 Aagten, E.F,09-11-1927
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2028
765 Aalbers-van Nuys, C.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
766 Aalders-Stap, A.J,30-04-1894
767 Aalst, J.H.P. van,24-01-1886
768 Aars-Klerks, C.W,08-08-1897
769 Aarsse-Schoggers, H.J,06-02-1887
770 Aarts-van Zuylen, C.G,02-12-1907
771 Abalain-Falkenburg, C.M,28-02-1910
772 Abbing-Heiderich, H.L,19-01-1906
773 Abbink, F,14-03-1904
774 Abbink, O,25-04-1898
775 Abbink-Lian Nio, E,06-07-1915
776 Abbink-Schalk, E.C,31-01-1895
777 Abcoude, F.N.M. van,22-06-1895
778 Abdullah, T.R,10-03-1914
779 Abeelen, P.G.J. van,08-01-1927
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2028
780 Abell-Jeltes, H.L,15-06-1900
781 Abels, C.F,10-01-1900
782 Abels, C.P.F.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
783 Abels, J.W,17-05-1902
784 Abels, O.J,07-11-1912
785 Abels, R,04-10-1923
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2024
786 Abels, W.A,22-08-1897
787 Abels, W.A.A,08-02-1890
788 Ablaing van Giezenburg, R.C. d',18-08-1896
789 Abrahami de Melverda, F.E.H.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
790 Abrahami de Melverda-Disco, J.J,07-12-1904
791 Abrahams, A.F,01-02-1906
792 Abijs, G.J,05-06-1887
793 Achterof, J,30-06-1914
794 Achthoven, T.H.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
795 Adam-von Hugo, C.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
796 Adamse, J.L,15-06-1934
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2035
797 Adeboi, B.F,11-02-1916
798 Adeboi, C.H,27-10-1931
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2032
799 Adeboi, E.A,14-12-1935
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2036
800 Adeboi, J.H,28-03-1888
801 Adelhart Toorop, F.L. de,22-10-1932
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2033
2.19.219 Pelita 57
5565 Muschner-Dinger, L.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
5566 Muschter-Ballot, L,18-03-1879
5567 Muskens-Croes, M.F,04-09-1902
5568 Mutter, T.C,06-05-1902
5569 Mutter-Fremouw, E,22-04-1909
5570 Muijen, M. van,23-10-1892
5571 Muijen-Chevallier, C. van,07-02-1892
5572 Muijen-Donkers, M. van,26-04-1892
5573 Muylwijk, H. van,25-10-1915
5574 Muys-Ang San Nio, A,01-02-1909
5575 Muyzenberg-Kaehs, M. van den,24-03-1885
5576 Mijer-Eikenboom, L,18-01-1906
5577 Mijnders, T.F.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
5578 Nadort-Wels, R,15-03-1906
5579 Naerssen, W. van,23-12-1921
5580 Naerssen-Riemvis, L.W. van,10-10-1922
5581 Nagel, J.A,01-06-1916
5582 Nagel, W,23-05-1929
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2030
5583 Nagglas, E.F,23-04-1907
5584 Nagglas-Netten, J.P,12-07-1912
5585 Nagtegaal, J,25-06-1888
5586 Nagtegaal-Soedarno, M,21-01-1904
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2034
5587 Nahapiet-Benjamin,A.C.C, 15-02-1908
5588 Nanere, J,10-06-1925
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2026
5589 Nanlohij, H.C,17-08-1904
5590 Narold-Disco, A.P,04-02-1898
5591 Nat-Wessel, W. van der,13-03-1905
5592 Nathans, S.S,27-12-1911
5593 Naudin, M.J,01-10-1895
5594 Nauman-Bamberg, B.P,20-10-1886
5595 Nauman-van Ligten, A.M.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
5596 Naumann-Boekholt, A.A,12-12-1897
5597 Nederlof, P,21-08-1886
5598 Neef, R. de,12-09-1916
5599 Neef-de Gruiter, J. de.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
5600 Neer-Drinhuyzen, M. van,06-12-1912
5601 Neervoort, H,19-08-1930
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2031
5602 Neervoort-Evers, J.C,20-01-1888
5603 Nefkens-van Miert, M.A,13-12-1896
5604 Neihoff-de la Croix, A,12-11-1904
5605 Neimann, L,25-08-1880
5606 Neimeier-Viser, W.G,16-03-1906
5607 Neiteler-Apfel, C,30-06-1894
5608 Neles-van Rooy, C.A.C,12-12-1898
3136 Nelissen, E.C.F.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2036
5609 Nelk, J.A,27-07-1899
5610 Nelk, L.R,11-03-1901
2.19.219 Pelita 165
6132 Portier-Gligoor, E.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
6133 Portier-Menick, M.C,17-07-1907
6134 Portier-Portier, C,19-11-1904
6135 Portier-Smolderskoot, E,23-02-1906
6136 Portier-Soedijem, 24-01-1912
6137 Portier-Soemlatoen, 17-10-1892
6138 Post, A.G.J.W,17-03-1893
6139 Post, F.H,23-02-1923
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2024
6140 Post, J.J.W.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
6141 Post, M.W,06-07-1910
6142 Post-Leendertse, C.M. van der,17-06-1917
6143 Post-Leermakers, E.J.M,18-03-1910
6144 Post-Matulessey, M.E.J,06-06-1909
6145 Post-Zwaan, G.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
6146 Postema-van de Boom, Y,06-07-1916
6147 Posthumus, C.M.E,25-05-1901
6148 Posthumus, F,05-05-1929
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2030
6149 Posthumus-Dienaar, J,19-07-1922
6150 Postma, J.A,07-04-1893
6151 Postma, J.S,28-07-1933
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2034
6152 Postma-Ihnen, I.C.F,05-03-1905
6153 Pot-Comijs, A.N.J,25-04-1916
6154 Pot-Ketemeyer, H.A,25-04-1890
6155 Potass-Fridt, E,01-05-1901
6156 Poth, W.C.A,05-04-1886
6157 Poth-Schmidt Weymans, G.P,19-06-1893
6158 Pothoff, F.H,09-04-1926
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2027
6159 Potman, B.J.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
6160 Potman-van den Berg, C.J,28-09-1914
6161 Potter, H.M,24-09-1907
6162 Pottkamp, J.L,18-09-1907
6163 Pourchez, W,22-10-1923
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2024
6164 Pouwels, J.F,01-01-1905
6165 Pouwels-van der Sluis, P,17-06-1883
6166 Powell-Apel, E.C,22-05-1900
6167 Praasterik-Sprijt, W.J,12-04-1904
6168 Prang, K,07-03-1900
6169 Prehn, C.M. van,25-06-1906
6170 Prehn-Baumgarten, C.W.C. van,28-05-1887
6171 Prehn-Manuel, B.F. van,18-01-1905
6172 Prelle-Hiljé, W.P.C,28-02-1912
6173 Preter, C.H. de,08-06-1897
6174 Priebee-Mecke, F.L.H.M,03-07-1902
6175 Prillwitz-Houweling, M.M.J.A,13-05-1885
6176 Prins, A,13-11-1897
6177 Prins, H.S,26-01-1887
6178 Prins, J,24-10-1916
178 Pelita 2.19.219
6804 Schotsman, J.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
6805 Schouten, J.F,20-05-1906
6806 Schouten-Hoogedyk, G,08-04-1905
6807 Schouw-Roring, C,17-03-1918
6808 Schrader, G.G,14-08-1889
6809 Schräder, M.C.I,21-08-1907
6810 Schram, C.H,01-11-1895
6811 Schram-Blätter, R,11-02-1885
6812 Schram-Lefmann, A.M,07-04-1904
6813 Schram-Waage, L,13-08-1909
6814 Schrauwen, G,18-02-1915
6815 Schrauwen, M.C,22-08-1934
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2035
6816 Schrauwen, P.H,21-12-1911
6817 Schrauwen-Bizelaar, M.S.A,25-06-1903
6818 Schreefel, C.L,17-05-1891
6819 Schreuder, A.J,12-07-1900
6820 Schreuder, C.E,05-02-1942
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2043
6820 Schreuder, F,13-08-1939
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2043
6820 Schreuder, T,22-07-1940
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2043
6821 Schreuder Peters-de Witte, M.E.M,09-10-1896
6822 Schreuders, D.H.M.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
6823 Schreuders-de Jongh, G.L,15-05-1905
6824 Schreurs, G.H.L,24-01-1921
6825 Schreurs, H.J.H,08-09-1912
6826 Schreurs-Wattimena, J.A,05-09-1914
6827 Schreij-Koopman, A.J,01-01-1920
6828 Schreyner, H,19-04-1914
6829 Schrieck, R.J. van der,22-01-1883
6830 Schrijver-Welboren, M.C,12-04-1912
6831 Schröder, J.F,19-07-1938
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2039
6832 Schröder, I.L.M,28-02-1901
6833 Schröder-Masius, F.E,08-11-1908
6834 Schrooyesteijn, H.R.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
6835 Schrijn, F,11-09-1908
6836 Schrijver-Boudier, R.M,25-12-1918
6837 Schrijvers-van Zenden, F.J.L,14-04-1897
6838 Schuak-Kivit, A.M,29-05-1902
6839 Schubert, J.M,01-06-1913
6840 Schüchner, R.W,12-03-1936
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2037
6841 Schuilenburg de la Croix, E.P,23-06-1884
6842 Schuilenklopper, I,11-04-1872
6843 Schuilwerve, J.C,01-08-1909
6844 Schuit-Hein, J.B.F,30-08-1913
6845 Schuit-Rumengan, M,25-12-1895
6846 Schuitemaker, C.J,28-05-1898
6847 Schuitevoerder, N.D,19-03-1928
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2029
2.19.219 Pelita 193
8581-9046 Persoonsdossiers.
1947 - 1956 462 omslagen en 4 pakken
8581-8584 Registratiekaarten.
8581 Abels - Croqué., pak
8582 Dammers - Hughan Godin., pak
8583 Isaaks - Loth., pak
8584 Luca - Zeijl., pak
8585 Aardening-Essie.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8586 Aben-Davemann, C.C,17-05-1877
8587 Abkoude-Bronkhorst, F. van,03-10-1903
8588 Adriaansz, J.A,15-01-1898
8589 Adriaansz-Lewerian, P,12-06-1886
8590 Allaert, S.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
2.19.219 Pelita 233
8961 Sprangers-Ajani.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8962 Spruyt, H,13-12-1884
8963 Stalder-Reijnhout, N,26-02-1894
8964 Stell, E,07-12-1932
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2033
8965 Stenis, J.N. van.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8966 Stiene, E.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8967 Storm-Emoer, K.N.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8968 Sturm-van Gessel, M,20-12-1884
8969 Swart, M,24-05-1936
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2037
8970 Swaving, P.J,14-12-1932
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2033
8971 Syarenamaal-Soetika.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8972 Sijp-Soeprati, van der,10-04-1918
8973 Talakua-Souritel, M.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8974 Tamaselu, J,03-01-1900
8975 Tan Eng Hong-Sim Pe Nio.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8976 Tan Ing Siek-Liem Biauw Nio.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8977 Tangkau-Pangemanan, A,13-09-1895
8978 Tankeren, J.H.H. van,20-09-1898
8979 Tanod-Ticoalu, D,15-05-1906
8980 Tauran-Corputty, W.C.H,23-01-1910
8981 Tholense, E.S,29-10-1901
8982 Thuyns-Nessia.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8983 Tielung Ballo, L.L,17-12-1885
8984 Timman-Jatmini.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8985 Tjoa Boen Tiauw-Tjan Onie Nio.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8986 Tomasowa-Amanupunnjo, L,30-11-1897
8987 Tonissen-Soelastriaminah, V.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8988 Touw-Tjen Tjoet Moy.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8989 Townsend, H,13-10-1934
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2035
8990 Townsend, M,03-01-1919
8991 Tumbelaka, G.I.V,21-07-1939
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2040
8992 Tupanno-Watimena, C,04-06-1878
8993 Turck, J.H.L. de,23-07-1927
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2028
8994 Turner, C.L.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
8995 Turpijn, S,13-09-1932
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2033
8996 Tuwaidan-Tirajoh, R,12-04-1917
8997 Udju, J,06-06-1915
2.19.219 Pelita 243
9047-11624 Persoonsdossiers.
1957 - 1961 2578 omslagen
9047 Aagten, F.W. van,23-03-1919
9048 Aalbertsberg, J.A,16-01-1907
9049 Aalst, L.H.C. van,25-04-1896
9050 Abbink, L.F,04-09-1892
9051 Abell, J.F,03-06-1897
9052 Abels, A.E,12-09-1913
9053 Abels, W.A.A,08-02-1890
9054 Acherman, A.A.W,01-05-1892
9055 Adeboi, F.X,23-08-1912
9056 Adriaanse-van Hiel, P.W,25-12-1900
9057 Aeckerlin, J.S,12-12-1921
9058 Affelen van Saemsfoort-Ketelaar, C.W.A,07-10-1932
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2033
9059 Affelen van Saemsfoort-Kraag, J. van,13-06-1893
9060 Agaatsz, L,04-11-1904
9061 Agerbeek, V.E,09-09-1916
9062 Akkerman, J.B.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
9063 Akkerman, J.H,13-01-1900
9064 Albinus, R.E,08-06-1906
9065 Albinus-Steffin, N.A,25-06-1903
9066 Albouts, J.L,09-02-1919
9067 Albouts-Bloem, A.F,20-05-1925
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2026
9068 Albrecht-Bloemers, P,19-12-1911
9069 Alderden, C.L,02-05-1893
9070 Alexander, W.N,15-04-1883
9071 Aliet, H,28-08-1912
9072 Alink-van Teijn, J.C.C,19-11-1890
9073 Alken, A,20-10-1893
9074 Alliaume-Orzeszek, H.A,16-07-1882
9075 Allirol, A.W,23-10-1889
9076 Altena, E.R. van,09-04-1888
9077 Alteren, K.G. van,06-06-1910
9078 Altheer, J.A,21-02-1916
9079 Altheer-von Franquemont, G.W,10-02-1896
9080 Alting Siberg, E.A,11-11-1893
9081 Alting Siberg-Schöne, E.E,08-02-1913
9082 Ambrosius, M.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
9083 Ameijde-Fisser, J.H.W. van,09-07-1897
2.19.219 Pelita 245
1913
10208 Houten, F.J.E. van,27-01-1895
10209 Houten, H.J.J. van,12-05-1897
10210 Houwen-von Franquemont, H.E,25-04-1892
10211 Hoyer, A,28-11-1896
10212 Hoyer-de Bont, T.T,22-01-1901
10213 Hoyer-Fredriks, A.D,02-08-1917
10214 Hoyer-Robijn, F.P,18-02-1897
10215 Hubenet, D,06-11-1897
10216 Hubers van Assenraad, F,06-12-1908
10217 Hubers van Assenraad, M.D.I,01-06-1915
10218 Hübner, C.C,13-07-1905
10219 Hübner, J.F,01-02-1916
10220 Huffenreuter, L.J,31-03-1891
10221 Huhnholz, W.A,22-04-1889
10222 Huisman, C.N,23-08-1913
10223 Huisman, H.J.W,07-11-1898
10224 Huisman, L.W,30-03-1897
10225 Huisman-Colin, E,30-10-1907
10226 Huisman-Helmig, D.H.H,14-05-1920
10227 Huisman-Tuininga, W,14-08-1903
10228 Huismans-Wijmer, J.F,26-10-1902
10229 Huizen, J.C,07-06-1909
10230 Huizen, N.A,25-11-1904
10231 Huizen, W.C.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
10232 Huizing-Walstra, J.H,02-05-1893
10233 Hukom, M,15-08-1900
10234 Hulshof-Bijl, R,17-02-1901
10235 Hummel, H,29-05-1897
10236 Hündling, C.W,07-03-1886
10237 Hunt, J.A,03-09-1889
10238 Hunt-Brückner, H.E,04-11-1905
10239 Hunter, P.M,13-11-1896
10240 Huntley, C.H,25-12-1881
10241 Huppen-Croese, M.N,02-09-1893
10242 Huster, R,21-09-1898
10243 Hutten-von Grumbkow, A.C. van,18-04-1900
10244 Huysing, G.G,14-08-1920
10245 Huysing-Smits, P,10-03-1886
10246 Imbert, G.J,23-03-1893
10247 Immens, A.A.W,12-08-1915
10248 Ingram, O.F,19-05-1906
10249 Isaaks, E,06-08-1910
10250 Ivens, M,26-02-1907
10251 Izendoorn-Klootwijk, T.J,27-02-1915
10252 Jacobs, A.P,06-11-1921
10253 Jacobs, C.S,20-10-1904
10254 Jacobs, H.A,21-07-1919
10255 Jacobs, T,28-11-1898
10256 Jacobs-Lutter, T.W,05-03-1901
10257 Jacobs-Soedira, G.B,06-07-1918
10258 Jacobson, P.F,03-08-1920
10259 Jacometti, L.T.W.A,06-06-1886
268 Pelita 2.19.219
11625-12197 Persoonsdossiers.
1950 - 1953 573 omslagen
11625 Abels, J.C.R,01-09-1893
11626 Abels-Ferdinandus, M,23-08-1892
11627 Achmad Noensie,04-08-1911
11628 Akerlaken, R.R.R,09-11-1906
11629 Alexander, S.H.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
11630 Alfen, J.A. van,06-03-1886
11631 Alimamba, A.J,11-01-1883
11632 Alting Siberg-Hein, A.W,14-04-1897
11633 Amran Noer,29-01-1929
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2030
11634 Anderson, C,31-01-1897
11635 Andreas-Pelt, E.M,14-06-1889
11636 Ang Sie Sip-Hsia Sioe Lian.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
11637 Ang Tjang Hwie,10-09-1898
11638 Apcar, A.S.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
11639 Apcar, G.J,13-08-1877
11640 Aponno-Manusama, E.R,12-03-1901
11641 Arcken, L.C.M. van,08-03-1904
11642 Arends, D.A,05-04-1888
11643 Arratoon, T.N,11-03-1883
11644 Auw Goan Tjiang.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
11645 Baar van Slangenburgh, F.C. van,21-03-1887
11646 Balgoy, J.N.A. van,18-04-1879
11647 Bangert, W.F.B,20-01-1896
11648 Barend-von Winckelmann, J.E,13-12-1915
11649 Bastiaans, P,19-04-1881
11650 Bastide, M. la,23-02-1902
2.19.219 Pelita 295
12198-12355 Persoonsdossiers.
1947 - 1969 128 omslagen en 30 pakken
2 Stichting tot hulpverlening aan ex-krijgsgevangenen van Japan en hun nagelaten betrekkingen
12356-14284 Persoonsdossiers.
1962 - 1966 1930 omslagen
12356 Aa, L. van der,18-05-1891
12357 Aalbers, M.C,12-03-1905
12358 Aardema, H,19-02-1900
12359 Abbink, W.G,21-02-1900
12360 Abels, A.L,28-10-1905
12361 Adamse, C,05-03-1902
12362 Adelhart Toorop, G.P. d',26-10-1907
12363 Aerts, M.M,27-10-1914
12364 Agterberg, J,16-05-1916
12365 Akkerman, A.R.M,17-01-1914
12366 Albouts, P.E,11-05-1919
12367 Aldenkamp, J.A,05-10-1907
12368 Alderden, M,30-11-1920
12369 Alting Siberg, E.R,22-07-1904
12370 Altman, G.J,14-05-1906
12371 Amweg, W.H,25-12-1904
12372 Andel, J. van,03-02-1894
12373 Anderson, S.T,12-05-1920
12374 Andreas, E.E,28-07-1923
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2024
12375 Andreas, J.R,04-09-1896
12376 Anthonio, J.N,20-12-1894
12377 Anthonijsz, H,01-10-1911
12378 Antonie, J.K,15-07-1902
12379 Antonio, F.H,24-04-1914
12380 Aperen, J. van,19-12-1911
12381 Arends, S,02-04-1900
12382 Arentsen, J.C,21-11-1920
12383 As, J. van,09-04-1904
12384 Aspeling, D.J.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2025
12385 Atapary, A,02-07-1915
12386 Avé, C.J,01-01-1922
12387 Baams, C.J.M,20-03-1908
12388 Baars, C.J.P. den,08-06-1921
12389 Baars, F,04-07-1893
12390 Baas, A.J,24-08-1908
12391 Baas, J,19-05-1918
12392 Baas Becking, A.S.H,11-07-1912
12393 Baatje, A,04-12-1917
12394 Badart, F.W,09-06-1895
12395 Baggen, J.L,24-10-1903
12396 Bagman, C.G.J,25-01-1909
12397 Bakel, B. van,27-09-1921
12398 Bakker, A,11-11-1912
12399 Bakker, E,21-05-1899
12400 Bakker, F.J. de,07-07-1916
12401 Bakker, R.C.J,30-01-1916
2.19.219 Pelita 313
14285-14327 Persoonsdossiers.
1945 - 1966 43 pakken
14285 Aalders - Axt.
14286 Baat - Bediér de Prairie.
14287 Beeftink - Beyer.
14288 Biele - Borst.
14289 Bos - Brodie.
14290 Broedelet - Bijlevelt.
14291 Cabri - Cluese.
14292 Cochius - Crutzen.
14293 Damme - Dompeling.
14294 Donk - Dijkstra.
14295 Ebbink - Est.
14296 Etten - Eysenring.
14297 Faassen - Funcke.
14298 Gaasbeek - Goot.
14299 Gorcum - Gijsbers.
14300 Haacke - Hazes.
14301 Heemstede - Hinten.
14302 Hobeijn - Hoorn.
14303 Horn - Huyvaert.
14304 Idzardi - Jansen.
14305 Janson - Joenoes.
14306 Kahle - Klerks.
14307 Klimek - Koster.
14308 Kraaikamp - Kwast.
14309 Laagewaard - Lerrick.
14310 Lettinga - Luyks.
14311 Maas - Mehlbaum.
14312 Meinke - Muskiet.
14313 Nagel - Nijs.
14314 Obdeyn - Overeem.
14315 Paarsmarkt - Pitton.
14316 Plaats - Put.
14317 Raadt - Rochemont.
14318 Roe - Rynenberg.
14319 Sahanaja - Schouren.
14320 Schrader - Slotboom.
14321 Smeenk - Suruste.
14322 Taen - Uyttenhove.
14323 Vaerst - Verwayen.
14324 Vetter - Vijsma.
14325 Waal - Wetzel.
14326 Wevers - Winckler.
14327 Woelderen - Zijlstra.
2.19.219 Pelita 351
4 Gedeponeerde archieven
4 GEDEPONEERDE ARCHIEVEN
4.1 Werkgroep tot onderzoek naar het corps Binnenlands Bestuur in het voormalige Nederlands-Indië aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam
4.1 WERKGROEP TOT ONDERZOEK NAAR HET CORPS BINNENLANDS BESTUUR IN HET
VOORMALIGE NEDERLANDS-INDIË AAN DE ERASMUS UNIVERSITEIT TE ROTTERDAM
4.2 PRIVÉ-ARCHIEF VAN MR. H.C. VAN ZANTEN JUT - MENS FIERS SMEDING
14332-14338 Correspondentie.
1935 - 1948 7 omslagen
14332 Van G.L. Mens Fiers Smeding te 's-Gravenhage aan H.C. van Zanten
Jut-Mens Fiers Smeding te Batavia,1935 - 1942
14333 Van C.J. van Zanten Jut te Batavia aan H.C. Mens Fiers Smeding,1936
- 1937
14334 Van C.J. van Zanten Jut te Batavia aan H.C. van Zanten Jut-Mens
Fiers Smeding te Buitenzorg,1939 - 1942
Op 8 december 1941 werd C.J. van Zanten in werkelijke dienst geroepen.
14335 Diverse correspondentie,1940 - 1947
14336 Van C.J. van Zanten Jut te Bandoeng aan H.C. van Zanten Jut-Mens
Fiers Smeding te Batavia,1945 - 1946
Cornelis Johannes van Zanten Jut, geboren 13 december 1894, zat in het
Tjikapitkamp te Bandoeng.
14337 Van A.L. van Waardenburg te Batavia aan G.L. Mens Fiers Smeding te
's-Gravenhage,1946 - 1948
mr. G.L. Mens Fiers Smeding was oud vice-president van het Hooggerechtshof te
Batavia.
14338 Van C.J. van Zanten Jut en H.C. van Zanten Jut-Mens Fiers Smeding
in Zwitserland aan G.L. Mens Fiers Smeding te 's-Gravenhage,1947 -
1948
14339 Ontwerp voor een open vuurhaard voor een landhuis te Kopeng bij Salatiga voor
mej. Terrvile door Robert Deppe, architect te Batavia.
1938 stuk
14343 Stukken betreffende de werkzaamheden van H.C. van Zanten Jut-Mens Fiers
Smeding voor het Rode Kruis.
1946 - 1947 omslag
14348 Transcripties van radio-praatjes, voorzien van commentaar door H.C. van Zanten
Jut.
1947 - 1948 omslag
14349 Stukken betreffende de overdracht van het archief door mevrouw mr. H.C. van
Zanten Jut-mens Fiers Smeding aan Stichting Pelita.
4.3 Privé-archief van M.M. Vertommen
1983 omslag
14351 Geboortecertificaat.
1895 stuk
14352 Getuigschrift tot opname als lidmaat van het Protestantse Kerkgenootschap in
Nederlands-Indië.
1912 stuk
14353 Uittreksel uit het register tot inschrijving der akten van geboorten te Buitenzorg.
1920 stuk
14356 Memo's en rapporten opgesteld door C.M. Meek-Eysma inzake de opvang van
gerepatrieerde gezinnen, kopieën.
1965 - 1971 omslag