Professional Documents
Culture Documents
Stuvia 680831 Universiteit Leiden Ba1 Inleiding Burgerlijk Recht
Stuvia 680831 Universiteit Leiden Ba1 Inleiding Burgerlijk Recht
Burgerlijk recht
geschreven door
ranibadloe
www.stuvia.com
Burgerlijk recht
Rechtshandeling vereist een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een
verklaring heeft geopenbaard.
Rechtshandeling handelingen met rechtsgevolgen is vormvrij
3:33, 35 en 37 ontvangsttheorie
Totstandkoming rechtshandeling
I: 3:33 nodig zijn wil en verklaring
Als de wil gelijk is aan de verklaring komt de rechtshandeling tot stand
Tenzij, art. 3:34: geestelijke stoornis (verband tussen stoornis en verklaring).
Nadeel? Vermoeden van het verband.
Rechtsgevolg in beginsel rechtshandeling, maar deze is vernietigbaar
Als het nadeel groter is dan is de onderzoeksplicht van de wederpartij ook groter.
Aanbod + Aanvaarding is rechtshandeling. Je kan alleen een aanbod herroepen.
Blaauboer heeft met Berlips afspraak gemaakt dat Berlips de straat zal ophogen.
Berlips had de straat verkocht aan weduwe Makse en adviseerde Blaauboer om haar
te vragen de straat te verhogen. Weduwe Maks reageerde hierop dat ze hier over
niks wist omdat de afspraak was gemaakt tussen Blaauboer en Berlips.
Aanbod
Prestatie 1
Overeenkomst Verbintenis
Aanvaarding Prestatie 2
Overeenkomst
Partijen sluiten een geldige overeenkomst
- Meerzijdige rechtshandeling
- Rechtsgevolg ontstaat door aaneensluitende rechtshandelingen
- Rechtsgevolg: ontstaan van verbintenissen
Standaardsituatie
A doet aanbod Overeenkomst
B aanvaardt
Vermogensrecht
- Verbintenisrecht: BW: 3,6 en 7 relatie ‘van mens tot mens’
- Goederenrecht: BW: 3 en 5,
Goederen 3:1 BW
- Vermogensrechten 3:6 BW
- Zaken 3:2 BW
Roerend 3:3 lid 2
Onroerend 3:3 lid 1
Koopovereenkomst 7:1
Wederkerige overeenkomst 6:261
Obligatoire overeenkomst 6:213
Rechtshandeling 3:32
Eenzijdig ongericht
Het hoeft niet aan een persoon gericht te zijn maar is algemeen geldend
Bunde erckens
Wat hebben partijen over en weer verklaard en wat hebben zij – overeenkomstig de
zin die zij daaraan redelijkerwijs mochten toekennen – afgeleid uit elkaars
verklaringen en gedragingen?
- Welke betekenis lag meer voor de hand
- Deskundige bijstaand
- Vaststaand technische betekenis bekend bij de wederpartij
- Resultaat van interpretatie te rijmen met oogmerk
Eigendomsrecht
- Absoluutrecht
- Exclusief recht
- Zakelijk recht: recht op een zaak
Dwaling 6:228 BW
1. Een overeenkomst die is tot stand gekomen onder invloed van dwaling en bij
een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, is vernietigbaar:
- Indien de dwaling is te wijten aan de inlichtingen van de wederpartij, tenzij
deze mocht aannemen dat de overeenkomst zonder deze inlichting zou
worden gesloten;
- Indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omrent de dwaling eist of
behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten
- Indien de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde
onjuiste veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een
juiste veronderstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de
dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou worden
afgehouden.
2. De vernietiging kan niet worden gegrond op een dwaling die een uitsluitend
toekomstige omstandigheid betreft of die in verband met de aard van de
overeenkomst, de in de verkeer geldende opvattingen of die omstandigheden
van het geval voor rekening van de dwalende behoort te blijven.
Om vast te stellen of een beroep op dwaling zal slagen, moeten de volgende vragen
worden beantwoord:
1. Is het besluit tot het sluiten van de overeenkomst gevormd onder invloed van
een onjuiste voorstelling van zaken?
2. Heeft de onjuiste voorstelling van zaken betrekking op omstandigheden die
voor de dwalende van doorslaggevende betekenis zijn?
Criterium: zou de overeenkomst zonder dwaling niet, of niet op dezelfde
voorwaarden zijn gesloten.
3. Valt de dwaling onder een (of meer) van rubrieken genoemd in art.6:228 lid 1
- Inlichtingen van de wederpartij
- Diens ongeoorloofd zwijgen
- Een onjuiste voorstelling waarvan beide partijen zijn uitgegaan
4. Heeft de wederpartij begrepen (of moeten begrijpen) dat de omstandigheden
waaromtrent wordt gedwaald voor de ander van doorslaggevende betekenis
zijn?
5. Betreft het een uitsluitend toekomstige gebeurtenis?
6. Komt de dwaling in verband met de aard van de overeenkomst, de in het
verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor
rekening van de dwalende?
Bedrog 3:44
Bedrog is een gekwalificeerde vorm van dwaling. Er is sprake van bedrog wanneer
de onjuiste voorstelling van zaken is teweeggebracht door opzettelijke misleiding
door de wederpartij/ of diens vertegenwoordiger de overeenkomst is vernietigbaar
Bedreiging 3:44
Er is sprake van bedreiging als
a. Datgene waarmee wordt gedreigd is op zichzelf reeds onrechtmatig doodslag,
mishandeling, valse aangifte e.d
b. Datgene waarmee wordt gedreigd, is op zichzelf niet onrechtmatig maar de
bedreiging dient ertoe iets te bereiken waarop men generlei recht kan doen
gelden.
A T
Tussenpersoon
B
Vertegnwoordigde Verkoper
T doet namens A de
Volmachtsverlening aan overeenkomst De overeenkomst vindt
T plaats tussen A en B
T moet binnen de
grenzen van zijn
bevoegdheid handelen
Volmacht
- Beroep op vertegenwoordigingsbevoegdheid
- Wettelijke vertegenwoordiging
Minderjarig kind wordt vertegenwoordigd door ouders
Curator vertegenwoordigd onder curatele gestelde
- Vertegenwoordiging van een rechtspersoon door bestuurders (2BW)
- Bevoegde zaakwaarneming art. 6:201 BW)
- Andere bronnen
Let op!
- Bevoegdheid
- Volmacht is niet privatief! Je behoudt zelf ook de bevoegdheid
Onbevoegde vertegenwoordiging
a) Helemaal geen volmacht
b) Volmacht is overschreden
Rechtshandeling: Verklaring + wil vereist die met elkaar overeenstemmen
Hoe gebonden
- Je hebt een wil uitgesproken en die wil is geopenbaard. De wil moet een vrije,
autonome wil zijn, die in vrijheid is gevormd
Zonder dwaling of dwang van een ander
Op grond van de juiste informatie: je kan pas iets willen als je de juiste
informatie hebt
De wil is gebrekkig gevormd: bedreiging, bedrog, misbruik van
omstandigheden en dwaling
Haviltex arrest
- Ermest verkoper
- Haviltex koper
Week 3:
Nakoming 6:27
- Verrichten van een prestatie die beantwoordt aan de verbintenis
- Als beide partijen zijn nagekomen voldoen zij aan hun contract
- Door wie? De schuldenaar zelf, derden, BW 6:30 onder voorwaarde
- Aan wie? De schuldeiser. Hoofdregel: betaling aan de schuldeiser zelf bevrijdt
dus, alleen aan de schuldeiser
Opschortingsbevoegdheid
- De prestatie even achter de rug houden; uitstellen van je eigen prestatie
leidt tot uitstellen niet tot afstellen
- Je wilt druk uitoefenen op de wederpartij zodat er een prikkel van nakoming
komt
Opschortingsrechten 6:52
Bijzondere opschortingsrechten 6:262:263
- Voorbereiding op:
1. Verrekening schuld met schadevergoeding
2. Ontbinding
Oerlemans/ Driessen
- Driessen is rozenkweker
- Oerlemans is een groothandel in agrarische producten
- Driessen koopt meststof BioFer van Oerlemans
- De gekochte partij BioFer bevat restanten Ethidimuron, een
onkruidbestrijdingsmiddel
- Driessens rozen verdrogen na gebruik van BioFer
- Tekortkoming Oerlemans: is die tekortkoming gaan hem toe te rekenen
- Oerlemans heeft de stof niet zelf geproduceerd
- Gebrek in BioFer is buiten toedoen van Oerlemans ontstaan
- Oerlemans kende noch behoefde het gebrek te kennen
Hoge Raad:
“De verkeersopvattingen brengen mee dat in een geval als het onderhavige een
tekortkoming bestaande in een gebrek van een verkocht product in beginsel voor
rekening van de verkoper komt, ook als deze het gebrek kende noch behoorde te
kennen. Dit zal slechts anders kunnen zijn in geval van, door de verkoper zo nodig
te bewijzen, bijzondere omstandigheden. Het bestaan van dergelijke bijzondere
omstandigheden, waarop in het onderhavige geval overigens geen beroep is
gedaan, zal niet snel mogen worden aangenomen”.
Schadevergoeding
- Aanvullend: dus schadevergoeding naast wat je wilde
- Vervangend:
Tekortkoming
Toerekenbaar
Verzuim (niet altijd)
Schade
Causaal verband
Onmogelijk
- Blijvend (bijv. gevolgschade)
Absoluut
Relatief
- Tijdelijk
Verzuim: de tijdsperiode waar je al had moeten presteren maar dat toch niet doet
6:82 en 6:83
Tijdsperiode
- Waarin prestatie uitblijft
- Prestatie is opeisbaar
- Eisen 6:82 en 83 voldaan
Vertraging toerekenbaar aan schuldenaar
Nakoming niet blijvend onmogelijk
- Indien verzuim vereist, hoe treedt verzuim dan in?
6:82 BW: ingebrekestelling
6:83 BW: van rechtswege
Ingebrekestelling
- Een schriftelijk aanmaning waarbij de crediteur de debiteur op een redelijke
termijn voor nakoming stelt.
- Voorwaarden art.6:265 BW
Wederkerige overeenkomst
Tekortkoming
Opeisbare vordering
Niet-nakoming
Berust niet op bevoegde opschortingsbevoegdheden
Verzuim indien nodig
Tekortkoming rechtvaardigt de ontbinding
- Jij hoeft niet te presteren en ik ook niet en als iemand heeft gepresteerd gaan
we dat terugdraaien.
Ook verzuim nodig verschil zit in het toerekenbaarheid art. 6:271
- Wijze van ontbinding art.6:267 BW
Week 4:
Onrechtmatige daad: Vloeit de schade van de één voort uit een daad van een ander
en kan deze daad worden aangemerkt als onrechtmatig en als oorzaak van schade,
terwijl zij bovendien aan de dader kan worden toegerekend, dan is die ander voor de
schade aansprakelijk.
wiens dienst hij stond, uit hoofde van hun desbetreffende rechtsbetrekking
zeggenschap had over de gedragingen waarin de fout was gelegen.
Ondergeschikte (Vaak: werknemer)
Maakt fout (= onrechtmatig + toerekenbaar)
Kans op fout vergroot door opdracht
Zeggenschap over deze gedragingen
Risico-aansprakelijkheid
Verwijtbaarheid doet niet ter zake
Gevolgen fout ondergeschikte: 6:162 werknemer aansprakelijk maar
ook 6:170 werkgever aansprakelijk. Slachtoffer kan kiezen werknemer
of werkgever 6:7 en 6:102
Niet-ondergeschikten (bij bedrijf)
Vertegenwoordigers
En verder dus niet
Vijf eisen
1. Onrechtmatigheid
- Zegt iets over de daad (gedraging)
- Handelen of nalaten
- Uitgewerkt in lid 2: als onrechtmatig daad worden aangemerkt een inbreuk op
een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met
hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt,
een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgronden
Inbreuk op een recht:
Strijd met wettelijke plicht:
Ongeschreven recht
- Drie rubrieken
2. Toerekenbaarheid
- Zegt iets over de dader
- Schuld (persoonlijk verwijt)
3. Schade
- Aparte afdeling 6:95
- Materiële schade < > immateriële schade (smart)
4. Causaliteit
Dientgevolge 6:162
Zeef I: condicio sine qua non (wegdenk-experiment): als we feit X
wegdenken, valt dan ook de schade weg
Zeef II: 6:98
Deelgebieden: ‘gevaarzetting’
Drie arresten Hoge Raad:
1. Kelderluik (toetsingskader)
- Luik open laten staan
- ‘gevaarzetting’ bij gevaarzetting vier gezichtspunten: weegpunten
(argumenten)
De waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste
oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht; kans op
onoplettendheid
De hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan ; kans op
ongevallen daardoor
De ernst die de gevolgen daarvan kan …; ernst gevolgen
;bezwaarlijkheid veiligheidsmaatregelen
- Uitkomst in dit geval: aansprakelijk hij heeft onzorgvuldig gehandeld maar
vermindering wegens eigen schuld (Week V)
2. Jetblast (..)
- Gevaar geschapen
- Voldoende veiligheidsmaatregelen?
- Kader: 6:162 (o.d)
- Aansprakelijkheidsvraag is afhankelijk van ‘de vier Kelderluik-factoren’
3. Jansen/Jansen (….)
- Gedrag niet al onrechtmatig door enkele mógelijkheid van ongeval
- Waarschijnlijk ongeval zó groot, dar dader zich naar maatstaven van
zorgvuldigheid van dit gedrag had moeten onthouden
- Dit is ‘ongelukkige samenloop van omstandigheden’
- Ernstig letsel maakt het niet anders
- Dit gedrag niet onrechtmatig
6:162 niet vervuld
zus is niet aansprakelijk
- Bijzondere context: de twee zussen zijn geen professionele verhuizers
- Menselijke maat: ongelukkige samenloop van omstandigheden
- 6:162 lid 2 slot
- Onrechtmatigheid valt weg
Voorbeelden:
- Overmacht: sterke kracht/macht
Noodtoestand: hogere plicht
- Noodweer:
- Toestemming benadeelde
Schuldesier/
Schuldenaar/debiteur:
crediteur :vorderingsrec
schuld
ht
Schadevergoeding: wanneer?
In wet: ‘schade’
- Onrechtmatige daad
- Wanprestatie
- Zaakwaarneming
- Ongerechtvaardigde verrijking
- Etc
- Wettelijke verbintenis tot schadevergoeding afd. 6.1.10
Afdeling 6.1.10
- Welke schadesoorten?
- Hoe begroten?
- Uitgangspunt: volledige schadevergoeding volledige schadevergoeding
(vermogensgeld) maar niet voor smartengeld
- Uitzondering op uitgangspunt, vermindering schadevergoeding
Causaal verband
Voordeelstoerekening
Eigen schuld
Matiging door de rechter
Schade= H - W
H= vermogenstoestand die er zou geweest als od of een wanprestatie achterwege
was gebleven (H= Hypothetische toestand)
W= Werkelijke vermogenstoestand die er is als gevolg van od of wanprestatie
Vergoeding van het positieve contractbelang
Letselschade
- Vader (53 jaar)
- Ernstig rugletsel, 2 gebroken armen, 4 maanden ziekenhuisopname, blijvend
arbeidsongeschikt
- Schadeposten:
a. Eigen kosten behandeling/verpleging 700
b. Huishoudelijke hulp 150.000
c. Inkomensschade (14 x 30.000) 420.000
d. Smartengeld………
Overlijdensschade 6:108
- Derden (nabestaanden) krijgen eigen vordering op degene die aansprakelijk
jegens slachtoffer
- Beperkte groep gerechtigden
- Tot 1 jan. 2019 slechts voor twee schadeposten
a. Lid 1 het derven van levensonderhoud
b. Lid 2 kosten van lijkbezorging
- Sinds 1 jan. 2019 ook affectieschade: vergoeding voor het verdriet dat je hebt
Art. 6:108 lid 3 BW
Affectieschade
- Het verdriet dat je hebt doordat een dierbare ernstig gewond raakt of overlijdt
- Verdriet om overlijden of verwonding van een naaste smartengeld voor
naaste
Bijv. voor ouders van kindje op achterbank of
Voor leed vrouw wegens ernstig en blijvend letsel man
- Onderscheiden van ‘shockschade’
Affectieschade in de wet
- Aanvulling van art.6:107 lid 1 sub b en 6:108 lid 3
- Doel: erkenning van leed van naasten
- Naasten van:
Gekwetste met ernstig en blijven letsel 107
Overledene 108
- Beperkte kring van ‘naasten’: zoals echtgenoot, ouder, kind
- Vaste bedragen (12.500-20.000)
Afhankelijk van type geval en relatie
- In werking vanaf 1 jan. 2019
Overgangsrecht: alleen voor schadeveroorzakende gebeurtenissen van na
1 jan. 2019
Weinig gezichtspunten
1. Aard aansprakelijkheid: risico, schuld (bij schuld kan je meer toerekenen)
Schuldaansprakelijkheid eerder toerekenen en risicoschuld eerder toerekenen
2. Aard schade: lichamelijk letsel, bedrijfsschade
3. Aard gedraging en geschonden norm: verkeers- & veiligheidsnorm
4. Voorzienbaarheid: voorzienbaar, onwaarschijnlijk
HR Renteneurose
- Er was carnaval op Aruba en Henderson stond op een praalwagen
- Casus: Henderson valt van praalwagen, klappen van Gibbs
- Henderson kreeg daardoor geheugenstoornissen en eist 50.000 arubaanse
geld
- Medisch rapport: ‘rente neurose’: is een ziekelijke behoefte aan
schadevergoeding
- HR
Bij toebrengen letsel
6:95
- Vermogensschade 6:96
- Ander nadeel 6:106
Overdracht art.3:84
- ‘Titel’: De rechtsgrond van levering, de rechtsverhouding die de levering
rechtvaardigt
Overdracht ongeldig
a. Als de titel nietig is dus in strijd met goede zeden en openbare orde
Als de titel putatief is (bestaat alleen in de gedachte van partijen
b. Als de titel wordt vernietigd bijv. op grond van handelingsonbekwaamheid of
wilsgebrek
Eigendom
- Het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben art. 5:1
BW
- Rechtsbetrekking tot een zaak
Bijv. Jan is eigenaar van het zeilschip ‘Quo Vadis’
Iedereen moet zijn eigendomsrecht respecteren
Absolute werking: Jan kan Quo Vadis van iedereen die haar zonder
recht houdt opeisen
Revindicatie art.5:2 BW
Iedereen moet van Quo Vadis afblijven
Goederen
Art.3:1 goederen= zaken + vermogensrechten
Art.3:2 een zaak is een stoffelijk object dus het moet voor menselijke beheersing
vatbaar
- Art.3:2: een dier is geen zaak, maar
Art.3:6 een vermogensrecht is een overdraagbaar/op geld waardeerbaar recht
Bijv. een vordering op iemand: hypotheekrecht, huurrecht
Portcabin-criterium
- Duurzaam met de grond verenigd art.3:3 BW
Naar aard en inrichting bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven
Niet van belang: technische mogelijkheid tot verplaatsen
Letten op: bedoeling van bouwer (opdrachtgever) voor zover deze naar
buiten toe kenbaar is
Portcabin is onroerend
Goederenrechtelijke rechten
- Welke rechten kan ik op een goed hebben
- Eigendom
Art. 5:1 volledig recht op zaak
Volledig recht op vermogensrecht rechthebbende
- Beperkte rechten
Art. 3:8 van moederrecht afgesplitst
Gesloten systeem
Alleen op zaken boek 5: erfdienstbaarheid, erfpacht, opstallen
Ook op andere goederen boek 3: Vruchtgebruik, pand, hypotheek
Goederenrechtelijke rechten
a. Absolute werking
- Exclusief
- Droit de suite zaaksgevolg
b. Kenbaarheid (publiciteit)
- Bezit
- Openbare registers
c. Prioriteitsregel
d. Specialiteitsbeginsel
e. Eenheidsbeginsel art.5:3
Persoonlijke rechten
a. Relatieve werking
- Verbintenis geldt alleen tussen schuldenaar en schuldeiser
(Blaauboer/Berlips)
b. Geen publiciteit
c. Gelijk van rang
d. Niet geïndividualiseerde zaken kunnen voorwerp van verbintenis zijn
e. Verbintenis m.b.t gedeelte van de zaak mogelijk
Absolute werking
- Vorderingsrecht relatief: recht jegens één persoon
- Eigendom en beperkt recht absoluut: geldende te maken jegens iedereen
1. Exclusief: iedereen blijft van mijn zaak af
2. Zaaksgevolg: absolute recht volgt de zaak overal
zelfs in faillissement (Grote Lakmoesproef)
Eenheidsbeginsel
- Eigendom en beperkte rechten alleen mogelijk van/op complete zaak
Wel: huis, fiets
Natrekking
- Een zaak wordt bestanddeel van de zaak van een ander
Voorbeeld: zadel van A wordt gemonteerd op fiets van B
- Art.5:3: eigenaar zaak wordt eigenaar van bestanddeel. Dit heet natrekking
(compendium 226) B wordt eigenaar zadel, A verliest eigendom zadel
- Vorm van eigendomswerking
- Welke roerende zaak trekt welk na? 5:14
- Natrekking door de grond 5:20
Eigenaar van de grond, is eigenaar van daarmee duurzaam verenigd
gebouw lid 1 sub e
HR Boom op erfgrens
Stichting de Luwte: mijn boom. Ik ga kappen
De van velten: boom van ons beiden niet kappen
Koop en eigendomsoverdracht
A verkoopt een bepaalde fiets aan B, is B de eigenaar van de fiets? Nee B is geen
eigenaar van de fiets
B betaalt de A de koopsom, is B de eigenaar van de fiets? Nee
A moet een fiets in eigendom overdragen aan B
Bezitsverschaffing 3:90
- Vervreemder moet aan verkrijger het bezit van de zaak verschaffen
- Hoe?
- 3:114: ‘Een bezitter draagt zijn bezit over door de verkrijger in staat te stellen
die macht uit te oefenen, die hij zelf over het goed kan uitoefenen
machtsvershaffing
Terugwerkende kracht= TK
Goederenrechtelijke effect= GE
TK GE
Vernietiging Ja art.3:53 Ja art. 3:84 ‘causaal
stelsel’
Ontbinding Nee art. 6:269 Nee
Recht van reclame Nee art.7:39, 6:269 Ja art.7:39
Goederenrechtelijke positie
- Eigenaar 5:1 meest omvattend recht dat een persoon op een zaak kan
hebben gekoppeld aan zaken. Je bent rechthebbende van een
vermogensrecht.
- Bezitter: 3:107 is het houden van een goed voor jezelf
- Houder: 3:108 voorbeeld leen en houder
Bezit en houderschap gaan niet samen. Bezit iets voor jezelf houden en houder je
leent iets van iemand.
Art.3:107
Onmiddellijk: bezit/houder zonder door middel van iemand anders
Middelijk: bezit/houden door middel van iemand anders
3:84 overdracht
1. Geldige titel: de rechtsgrond van overdracht; ontstaat door wat er door de
partijen is overeengekomen
Bijv. koopovereenkomst
2. Levering: goederenrechtelijke overeenkomst en formaliteiten. Formaliteiten:
roerend en onroerend.
roerend 3:90 BW jo.3:114 en onroerende zaak (levering)3:89 :
goederenrechtelijke overeenkomst, formaliteiten
3. Beschikkingsbevoegdheid
Bijv. eigenaar
Week 7: Goederenrecht
Vereisten eigendomsoverdracht
3:84- levering, geldige titel, beschikkingsbevoegdheid vervreemder
Leveringsformaliteiten
Onroerende zaken 3:89
- Notariële akte
- Inschrijving in de openbare registers
Roerende zaken 3:90
- Bezitsverschaffing
Vorderingen op naam 3:94
- Akte
- Mededeling aan debiteur of
- Geregistreerde of authentieke akte
Restregel 3:95
- Akte
- Bijv. goederen niet in macht van vervreemder (gestolen)
B kan niet meer leveren aan C omdat A en B hun overeenkomst niet meer bestaat
(vernietigd) maar C heeft wel geld moeten betalen aan B
Derdenbeschermingbepalingen
1. Bescherming tegen beschikkingsbevoegdheid
Roerende zaken art.3:86-87
Onroerende zaken art.3:88
Vorderingen op naam art.3:88
2. Bescherming tegen onjuistheid of onvolledigheid van de registers art.3:24 e.v.
3. Vangnetartikel art.3:36
Registerbescherming
- Registergoederen (meestal onroerende zaken)
- Verkrijger moet in openbare registers onderzoeken of de vervreemder
(volledig) beschikkingsbevoegdheid is
- Functie van notaris (rechercheren)
- Art.3:11 jo. 3:23 (goede trouw)
Wat in de registers staat behoor je te kenen
- Fout in de registers
Onvolledigheid art.3:24
Onjuistheid art.3:25 en 3:26
Casus registerbescherming
X vervalst het paspoort van A en verkoopt het huis van A. X doet zich voor als A. A is
de eigenaar.
Bezitsoverdracht: hoe?
- 3:114: door de verkrijger in staat te stellen tot het uitoefenen van dezelfde
macht als de vervreemder
- Feitelijke handelen: overhandigen zaak, overhandigen sleutels
- 3:115 Tweezijdige verklaring zonder feitelijke handeling:
Traditio constitutum possessorium (cp)
Brevi manu (bm)
Longa manu (lm)
- Art.3:111: een houder kan zichzelf niet van houder voor de een tot houder van
de ander maken. Art.3:111 wijzigingsverbod/ interversie van houderschap
- B was houder voor A en kan dus niet uit zichzelf gaan houden voor C
- Aan C geen bezit verschaft, dus C is geen bezitter geworden
- Is C eigenaar geworden? Nee, B is beschikkingsonbevoegd en omdat er niet
goed geleverd is en kan C dus niet beschermd worden.
- Houder kan zich c.p geen bezit verschaffen (leer uit je hoofd)
Art.3:90 lid 2
- De levering aan C werkt niet ten opzichte van A
- Totdat zaak daadwerkelijk in handen is van C
Diefstal
Art.3:86 lid 3
- Hoewel aan art.3:86 lid 1 (4 vereisten) is voldaan
- Kan A toch gedurende drie jaar revindiceren, tenzij C
Consument is
Verkreeg van winkelier: in een winkel
- Als niet aan alle vereisten van art.3:86 lid 1 voldaan kan A 20 jaar revindiceren
(art.3:306)
Voorbeeld is niet te goeder trouw
- Beschikkingsbevoegdheid
Cessie:leveringsformaliteiten
- Art.3:93/94: vordering aan toonder of order (bijv. congossementen)
Bezitsverschaffing van het papier
+ endossement (order)
- Art. 3:94 lid 1: vorderingen op naam
openbare cessie
Akte van cessie
Mededeling aan de debiteur
- Art.3:94 lid 3: vorderingen op naam
stille cessie
Authentieke akte of een geregistreerde onderhandse akte
Dus geen mededeling aan de debiteur (‘stil’)
Week 8:
- Executie & faillissement
Executierecht
Executie (tenuitvoerlegging) = toepassing van de door het recht ter beschikking
gestelde dwangmiddelen ter verwezenlijking van een civielrechtelijke aanspraak
- Eigenrichting is verboden!
4. Executoriaal beslag
Door deurwaarder in opdracht vabn schuldeiser
5. Executoriale verkoop
6. Vordering schuldeiser wordt voldaan uit opbrengst
Faillissement
- Gerechtelijke beslag op het gehele vermogen schuldenaar (failliete boedel=
vermogen van de schuldenaar)
- Doel: verdeling hiervan onder gezamenlijke schuldeisers
- Vonnis van faillietverklaring (art.1 FW)
Gepubliceerd in Staatscourant en het Centraal Insolventieregister (CIR)
www.rechtspraak.nl
- Op verzoek van een schuldeiser (meestal) geen dreigement maar
waarschuwing
- Vereist: schuldenaar verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te
betalen (art.1 en 6 lid 3 Fw)
Er moeten meerdere schuldeisers zijn steunvorderingen
Gevolgen faillissement
- Benoeming rechter-commissaris
Houdt toezicht
- Benoeming curator(en)
Beheert boedel
Verifieert vordering (verificatie)
Maakt boedel te gelde (liquidatie)
Verdeelt opbrengst (uitdeling)
- Failliet wordt beschikkingsonbevoegdheid (art.23 Fw) !!!
Hij blijft handelingsonbekwaam
Kan alleen zichzelf binden, niet de boedel (art.24 Fw)
Bijv. Andy van Kromenakker hij mag geen jurk verkopen (art.35 Fw)
- Curator is beschikkingsbevoegd
Faillissement en schuldeisers
- Zij die persoonlijk vorderingsrecht hebben
Vordering bij een curator indienen ter verificatie
Bestaat de vordering? Welke rang?
Erkende vorderingen delen mee in de opbrengst
- Uitzonderingen: seperatisten; doen alsof er geen faillissement is
Pand en hypotheekhouder
Kunnen tot openbare verkoop overgaan ‘alsof er geen faillissement was
(art.57 Fw)
- Eigenaars en beperkt gerechtigden
eigenaar kan goed van curator revindiceren
recht beperkt gerechtigde blijft in stand (droit de suite)
Anderen in de
wet aangegeven
gronden
Voorrecht (privilege)
- Speciale voorrechten (art.3:283-287 BW)
Verleent voorrang bij verdeling opbrengst bepaalde goederen
Voorbeelden: vordering wegens kosten behoud van een goed (3:248);
vordering wegens bearbeiding van een zaak (3:285)
Pand en Hypotheek
- Art.3:227 BW (een zekerheidsrecht als pandhouder, hypotheekhouder kan je
je geld terug krijgen
- Beperkt recht gevestigd op een goed van de schuldenaar
- Schuldenaar = hypotheekgever, pandgever
- Crediteur= hypotheekhouder, pandhouder
- Verbonden aan vordering tot voldoening van een geldsom
- Betaalt schuldenaar niet, dan mag hypotheek c.q pandhouder goed verkopen
en geldsom op opbrengst verhalen
- Zekerheidsrechten
1. Executie, hoe?
Hypotheek
- Openbare verkoop ten overstaan notaris (3:268 lid 1)
In een ‘zaaltje’ of via een internetsite (519 lid 1 & 2 Rv)
- Onderhandse verkoop alleen met toestemming voorzieningenrechter (3;268
lid 2)
- Toe-eigening zaak door hypotheekhouder niet toegestaan (art.3:225)
2. Executie, hoe ?
Pandrecht op vordering
- Openbare verkoop (slechts theorie, geen praktijk)
- Inning van de vordering door pandhouder (3:246 lid 1)
Eerst mededeling van pandrecht aan schuldenaar
Nog nodig bij ‘stil pandrecht’
- Na innning pandrecht komt van rechtswege op geïnde bedrag te rusten
(3:246 lid 5)
- Pandhouder haalt zijn vordering ervan af (3:255 jo.3:253)
- Restant naar pandgever
Twee mogelijkheden
1. Openbaar pand (3:236 lid 2 jo. 3:94 lid 1)
- Akte + mededeling aan schuldenaar (Y)
2. Stil pandrecht (3:239 lid 1)
- Authentieke of geregistreerde onderhandse akte
Zonder mededeling aan schuldenaar Y
Derdenbescherming pand roerende zaak
(plaatje powerpoint)
Art.3:98 jo3:84 jo. 3:238 lid 1
Onbevoegd pandgever B geheeld indien:
- Geldige titel
- Geldige vestiging
- In de macht van C (of andere derde): je moet het bezitten
- Pandhouder C te goeder trouw 3:11
Vestigingsformaliteiten hypotheek
Art.3:260 lid 1 BW
1. Notariële akte
- Inhoudende o.a overeenkomst van vestiging (goederenrechtelijke
overeenkomst)
2. Inschrijving daarvan in openbare registers
Meerdere hypotheken op een zaak mogelijk
Rangorde bepaald 3:21 BW
- Eerste hypotheek
- Tweede hypotheek
- Etc.
Geslachtsnaam
Getrouwd vader
Niet getrouwd moeder uit wie het kind komt
Woonplaats
- Te zijner ‘woonstede’ (art.1:10 BW)
- Of werkelijke verblijf
- Belang: bevoegde rechtbank, fiscaal, internationaal privaatrecht
Art.1:199 BW (vader)
a. De man met wie de moeder gehuwd is of geregistreerd partner is;
b. De vader van het kind geboren binnen 306 dagen na ontbinding van het
huwelijk of geregistreerd partnerschap door dood van de man;
c. Erkenning door de man;
d. Gerechtelijke vaststelling van het ouderschap;
e. Adoptie
Ontkenning vaderschap
- Art. 1:200, art. 1:202 a lid 1 BW
Terminologie
- Biologische vader: met wiens zaad het kind is geboren
- Verwekker
- Donor:
Bekende donor
Niet-bekende donor
- Duomoeder
- Meemoeder
Adoptie
- Stel Bram en Ans willen nog en kind, medisch niet meer mogelijk. Dan
adoptie, art.1:227 BW
- Verzoekschriftprocedure bij de rechtbank
- Pas na een jaar verzorging
- Eenouder of tweeouderadoptie
- Juridische band met ‘oude’ ouders verbroken
- Familierechtelijke betrekking met nieuwe ouders (art.1:229 BW)
Minderjarigheid
- Tot 18 jaar behoudens uitzonderingen in de wet
- Gevolgen:
25 april 2036
Jasper wordt 18 jaar= meerderjarig
Jasper gaat rechten studeren in Leiden
Wat kan hij onaantastbaar
- Hij is handelingsonbekwaam
- Testament maken
- Trouwen
- Aansprakelijkheid voor onrechtmatige daad
- Ouderlijk vruchtgenot ouders eindigt
- Beëindigt ouderlijk gezag/voogdij
Gevolgen huwelijk
Titel 1.6 geldt voor alle huwelijken
- Elkaar het nodige verschaffen (art.1:81 BW)
- Verdeling kosten van de huishouding en draagplicht (art.1:84 BW)
- Kosten gewone gang van de huishouding (art.1:85 BW): dagelijks dingen die
in een huishouding worden aangeschaft; hoofdelijke aansprakelijkheid
- Vergoedingsrechten bij ontrekkingen aan vermogen andere echtgenoten
(art.1:87 BW) volgens de beleggingsleer
- Toestemming voor bepaalde gezinshandelingen
- Bestuur over eigen goederen (art.1:90 BW)
Afwijken van deze regels: huwelijksvoorwaarden
Wie is aansprakelijk voor de kosten van de huishouding? Gewone gang of andere
kosten dan voor wie die de overeenkomst is aangegaan.
Gevolgen huwelijk
- Elkaar het nodige verschaffen (art.1:81 BW)
- Verdeling kosten van de huishouding en draagplicht (art.1:84 BW)
- Kosten gewone gang van de huishouding (art.1:85 BW)
- Vergoedingsrechten bij ontrekkingen aan vermogen andere echtgenoten
(art.1:87 BW) volgens de beleggingsleer
- Toestemming voor bepaalde gezinshandelingen (art.1:88 BW)
- Bestuur over eigen goederen (art.1:90 BW); gaat over zeggenschap; de
bevoegdheid om over goederen te beschikken
Onderscheid
- Wettelijke gemeenschap; gemeenschap die van rechtswege geldt
- Huwelijkse voorwaarden: huwelijkse voorwaarden via een notaris. Huwelijk
voorwaarden is een contract, van alles in te regelen.
Huwelijkse voorwaarden
Wanneer:
a. Jasper of Marleen heeft een onderneming
b. Jasper of Marleen (toekomstige) familievermogen
Vereist:
- Notariële akte
- (Voor derdenwerking) inschrijving in de openbare registers
Moment:
a. Voor het huwelijk
b. Tijdens het huwelijk
Jasper en Marleen
- Echtscheiding
a. Procedure via rechtbank
b. Mediation
- Wat te regelen bij echtscheiding?
a. Ouderlijk gezag;
b. Ouderschapsplan;
c. Alimentatie;
d. Pensioenverevening (echtscheidingsconvenant)
Alimentatie
- Art.1:157 BW
- Alimentatie afhankelijk van:
a. Behoefte
b. Behoeftigheid
c. Draagkracht
- Wetsvoorstel in de maak limitering alimentatieduur
Aansprakelijk, draagkrachtig en
Marleen overlijdt:
- Jasper en Margriet geregistreerd partnerschap
- Partnerschapsvoorwaarden
- Procedure geregistreerde partnerschap als bij huwelijk
Uitgangspunten
- Le mort saisit le vif: ook de rechten en de plichten opvolging onder
algemene plichten
- De saisine regel (bijv. art 4:182) : niet alleen rechten maar ook en plichten
- Opvolging onder algemene titel (art.3:80 lid 2 BW)
Onderscheid:
1. Abintesstaaterfrecht (versterferfrecht)
2. Testamentair erfrecht
Testament gaat boven het versterfrecht mits niet in strijd met dwingende
wetsbepalingen
Als in een testament het in een over is geregeld gaat dat voor behalve als het in
strijd is met dwingend recht
De legitieme portie: als kinderen niks krijgen kunnen zij zich hierop beroepen
Wie erft:
1. Is er een testament? CTR: centraal testament register: je krijgt alleen het
bericht of er een testament is gemaakt
2. Neen, dan versterfrecht van toepassing (titel 4.2)
3. Wie zijn de erfgenamen?
Hoofdregels, zie art.4:10 lid 1 BW, 4 parentelen (=groepen)
1. De niet van tafel en bed gescheiden echtgenoten en diens kinderen
2. De ouders tezamen met diens broers en zusters
3. De grootouders
4. De overgrootouders
dan vervalt de nalatenschap aan de staat
Onderscheid:
1. Erven uit eigen hoofde
Bijzonderheden
- Ouders (art.4:11 lid 3) krijgen de kwart
- Halfbroers en halfzusters (art.4:11 lid 2) krijgen maar de helft
Voorwaarden erfgenaamschap:
- Bestaan op ogenblik van overlijden (art.4:9 BW)
- Niet verworpen hebben
- Niet onwaardig zijn
- Erfgenaamschap niet vervallen verklaard
- Familierechtelijke betrekking
Geef erfgenamen de Staat (art.4:189 BW) dienst van domeinen ook voor
registergoeden na 20 jaar vervallen de eigendom van de staat
Afdeling 4.3.1
De wettelijke verdeling, wijze waarop abintestaat de nalatenschap van echtelieden
wordt verdeeld (art.4:13 BW)
Marleen en Jasper zijn ouders kinderen Robin, Luca en Janneke
Erfgenaam: Jasper, Robin, Luca, Janneke voor ¼
Verdeling goederen en schulden:
Jasper alles, kinderen een vordering op draaging van hun erfschap de vordering is
pas opeisbaar bij het overlijden van de Jasper bescherming langst levende
echtgenoot
Jasper ten bedrage van hun kindsdeel
N.B Huwelijkxgoederenregime bepalend voor omvang nalatenschap
je kan er van afwijken als er een testament is gemaakt
Kenmerken wettelijke verdeling: geheel vrij in het besteden van het nalatenschap
- Vordering kinderen in beginsel pas opeisbaar bij overlijden langstlevende
- Vordering (beperkte) rentedragend voor zover de wettelijke rente hoger is dan
6% is het 8% dan 2%
- Ongedaanmakingsmogelijk (art.4:18 BW)
- Stiefkinderen: geen testament dan doen de stiefkinderen niet mee: kan een
bepaling dat de stiefkinderen een vergelijkende positie krijgen als de eigen
kinderen (art.4:27 BW)
- Wilsrechten : eigen kinderen moeten meer beschermd worden bij hertrouwen
Afdeling 4.3.2
- Abintestaatregeling
- Met dwingendrechtelijk karakter minimumrechten
- Rechten voor langstlevende (art.4:28-30 BW)
- Rechten voor bepaalde kinderen (sommen ineens= nooit meer dan de helft
van de nalatenschap) (art.4:35 en 4:36)
- Rechten voor de bedrijfsopvolger (art.4:38) ; kinderen, echtgenoot wilt het
bedrijf overnemen tegen een redelijke vergoeding kunnen zij het bedrijf
overnemen
Let op: korte vervaltermijnen (art.4:31 BW)
- Samenwoners hebben
4:29 krijgt het vruchtgebruik om dak boven haar hoofd te krijgen en kinderen hebben
vorderingen en
4:30 te weinig draagkracht verzorgingsgrondgebruik
Testamentaire erfrecht
- Formele voorschriften
- Materiële aspecten
- Digitale nalatenschap: niks van te vinden in de wet
Vorm, 2 hoofdvormen
- Notarirële akte
- Codicil; een eigen handen geschreven gedateerd en ondertekend; mag alleen
maar over inboedelgoederen en sieraden gaan
Inhoud testament
- Erfstelling: wie de erfgenamen zijn als dat er niet staat dan de wettelijke
regeling 4:10 of 4:12
- Legaat: onder bijzondere rechten je hoeft niet in de schulden deel te nemen;
er moeten een handleing voorgaan voordat het bij de legaat komt
- Last (art.4:130 BW); dingen afdwingen
- Executeur (art.142 e.v BW) : die het afwikkelt, de schul afgeven en gaten in
het testament afgeven. Mag niet de nalatenschap verdelen behalve als daar
bevoegdheid voor is gekregen
- Bewind (art.152 e.v BW): dat iemand anders beheert de nalatenschap
Inhoud legitieme
- Vordering in geld (art.4:63 BW)
- Ten bedrage van de helft van het versterfdeel (art.4:64 BW)
- Vordering wordt bepaald door de omvang van de legitimaire massa (Saldo
nalatenschap min bepaalde schulden plus bepaalde tijdens leven gedane
giften (art.4:65 BW)
- Wat heeft de erflater in zijn leven geschonken en andere persoenen
schenkingen in de laatste 5 jaar
- Vervaltermijn van 5 jaar (art.4:85 BW)
Plus bepaalde giften die nog langer geleden zijn gedaan zoals
- Giften kennelijk gedaan en aanvaard om de legitimaris te benadelen (art.4:67
sub a)
- Giften aan legitimairssen (art.4:67 sub d)
Afwikkeling nalatenschap
Belangrijke figuren
- Executeur (art.4:142 e.v.)
- Boedelnotaris
- Fase I: wie zijn de erfgenamen?
Centraal testament register
GBA
- Fase II
1. Zuiver aanvaarden (art.4:190 BW)
2. Beneficiair aanvaarden : verklaring bij de rechtbank stel je dat bijdrage
hoeft te leveren aan de schulden zolang de baten de schulden overtreffen
3. Verwerpen ; kan niet zomaar
Zie ook Wet BETS: wet die beschermt tegen onverwachte schulden
Volgende week
- Auteursrecht- auteurswet
- Octrooirecht- rijksoctrooiwet
- Aanverwante beschermingsvormen – WNR, Dw. ZPW, Aw, BW, Wbb
10 kennisclips verplichte stof! Maar let op veranderingen sinds 2014. Dus kritisch
kijken
Eigendom
Zaak= stoffelijk 5:1 BW jo. 3:2 BW
Intellectuele eigendom
Niet stoffelijke, niet tastbare voorwerpen
- Gericht op stoffelijke voordeel
- Overdraagbaar
- Dus vermogensrecht: art.3:6 BW
Handelsnaamrecht
- Unilever (N.V)
- Ingecshreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel;
vergelijkebaar met persoonnaam
- Iedere onderneming heeft een handelsnaam
- Handelsnaamwet (1921)
NL-Recht
Persoonsnaam
- Visser
- Dirk Johan Gerard
Ingeschreven in de registers van de burgelijke stand op het gemeentehuis
- Iedere natuurlijke persoon heeft een naam
- Boek 1 BW
Handelsnaamrecht
- Handelsnaamwet (Hnw.)
- Naam van de onderneming zelf
- Het recht ontstaat vanzelf
Doordat de naam wordt gevoerd
- Recht alleen overdraagbaar samen met de onderneming (art.2 Hnw)
- Beschermt tegen verwarringsgevaar (art.5 Hnw)
- Je mag niet alleen een naam verkopen dan moet je heel het bedrijf verkopen.
‘Het is verboden een handelsnaam te voeren, die, voordat de onderneming onder die
naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van
diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover
dientengevolge, in verband met 1) de aard van der beide ondernemingen en 2) de
plaats waar zij gevestigd zijn, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te
duchten is.
Art.5 Handelsnaamwet
- Verwaringsgevaar
- Aard van de onderneming
- Plaats van vestiging= gebied waar actief)
- De liberije zwolle drie sterren
- Pizzeria Karalis, Leiden
Allemaal ondernemingen die visser heten, net als de professor maar ze doen
andere dinegn en daarom mogen ze naast elkaar blijven bestaan
Arrest Kooy
- Verwarringsgevaar?
- Beide makelaars
- Regionaal actief?
- Landelijk actief?
- Nieuwkomer in het gebied van de ander moet wijken
- In de jaren 70? Ze adverteren via de krant
- Kooy ziest, Kooy Enschede – de nieuwkomer moet naam veranderen
- Relatieve nieuwheid: in een gebied de nieuwe
- Het gaat niet om de plaats van vestiging maar waar je actief bent dus
verwarringsgevaar.
Merkenrecht
- Geen Nederlands merkenrecht
- Benulex, Verdrag Intellectuele eigendom BVIE, titel II
- Europees geharmonsieerd: door EU merkenrichtlijn
- Hoogste rechter: Hof van justitie van de EU: economische dingen;
merkenrecht
Merken
- Tekens die ‘de waren of diensten van een onderneming kunnen
onderscheiden van die van andere ondernemingen art.2:1 BVIE
- Woordmerken
- Beeldmerken
- Woordbeeldmerken
Merkrecht:
- Een merk is alleen beschermd als het is geregistreerd/ ingeschreven
- R= registererd
- Art.2.2 BVIE en art 2.19 BVIe
- Niet geregisteerd= geen merkenrecht
- Inschrijving begint met aanvraag bij het Benelux Bureau voor de Intellectuele
eigendom (BBIE)
Art.2.5 BVIE
Merkweigering
Het bureau weigert het merk in te schrijven indien
- Het merk elk vermogen mist
- Art. 2.2 bis sub b BVIE
- Het dient tot aanduiding van een kenmerk van de waar
- Art.2.2 bis sub c BVIE
Inburgering
- Onderscheidend vermogen kan ontstaan en toenemen door instensief gebruik
en reclame: dat mensen iets als een merk gaan herkennen.
- Een beschrijvend woord ka n een geldig merk worden
Vraag: als een merk door inburgering geldig wordt, wat gebeurt er daarvoor? Je keist
een beschrijvende aanwijzing en je mag hem gebruiken. Je mag je eigen merk
gebruiken maar andere kunnen het ook gebruiken en dan kan je het niet inburgeren
omdat het geen onderscheidend vermogen heeft. Pas als het ingeburgerd is kan je
andere verbieden om het te gebruiken.
Merkinbreuk
- De merkhouder kan gebruik van een ander ‘teken’ verbieden wanneer …
- Art.2.20 lid 2 BVIE
- Sub a identiek- qua waren en qua teken;
Teken=merk
Voor dezelfde waren of diensten
‘in het economisch verkeer’ (dus niet particulier)
Nep, namaak, piraterij
Echthiedskenmerken = openbaar = worden gekopieerd
Als het identiek is mag het niet
- Sub b ‘overeenstemmend’ & verwarrend
Overeenstemmend teken
Overeenstemmend waar
Gevaar voor verwarring vereist ; enkel ‘associatie’ niet voldoende
- Sub c bekende merken
- Extra bescherming voor bekende merken tegen
- Voordeel trekken uit of afbreuk doen aan
- Onderscheid vermogen of reputatie
- Verwarringsgevaar niet vereist
- Zowel voor overeenstemmedne als niet overeenstemmende waren
- Afbreuk doen aan
- Onderscheidend vermogen of reputatie
- ‘verwatering’
- Claeryn/ Klarein zaak
- Voordeeltrekken uit; onderscheid vermogen of reputatie
- Parasiteren, ‘in het kielzog proberen te varen’ Nep-parfumarrest belangrijk:
enkel voordeel te trekken, profiteren van de goodwill van het echte merk
- Sub d ‘ander merken’
- Parodie of gebruik in kunstwerk kan ‘geldige reden’ zijn
- Benlux Gerechtshof 14 okotber 2019
- Dom Pérignon/ Cédric Peers
- Artistieke vrijheid= ‘geldige reden’
VErwaraingsgevaar
- Auditief: klink hetzelfde
- Visueel: lijkt hetzelfde
- Begripsmatig: betekent hetzelfde
- Lloyd- Loint’s (voor schoenen)
- Enkele auditieve verwaaring kan voldoende zijn
- Hoe bekender, hoe eerder verwarring
- Hoe onderscheidender, hoe eerder de verwarring
Verwarringsgevaar
- Hof den Haag, 28 februari 2017. IEF 16623
- Biede zijn immers bovennatuurlijke magische vrouwelijke verschijnigen met
negatieve connotatie
- Heksenkaas v. Witte wieven
Lacoste/ Hema
Vzr. Rb. Den Haag, 18 december
Modellenrecht
Modellenrecht BVIE, titel III: Uiterlijk van gebruiksvoorwerpen
Model (3d) of tekening(2D)
- Uiterlijk van een voortbrengsel
Vortbrengsel =’elk op industriële of ambachtelijke wijze vervaardigd
voorwerp
Art. 3.1 BVIE
Modelrechtinbreuk
- Modelrechtehebbende kan zich verzetten tegen ieder nieuwer model dat ‘geen
andere algemene indruk’ wekt bij de geïnformeerde gebruiker
Art.3.16 lid 1 BVIE
Voorbehouden handelingen
- Verzet mogelijk tegen ieder commercieel gebruik
- Maar niet tegen doorverkoop en tweedehands handel (uitputting) art.3.19 lid 4
BVIE
Duur modelrecht
- 5 jaar
- Vier keer te verlengen met steeds 5 jaar
- Maximaal 25 jaar
Apple/Samsung
Ipad/ Galaxy Tab 10.1 v
Vergelijking met vormgevingserfgoed
- Het gerechtshof keek terecht naar alles wat er al was
- IPad modelregistratie van Apple verschilt maar weinig van dat
‘vormgevingserfgoed’
- Galaxy Tab van Samsung verschilt voldoende van de iPad (andere algemene
indruk)
Samenvatting
Intellectuele eigendom
- Niet stoffelijk, dus geen eigendom art. 5:1BW jo. 3:2 BW
- Gericht op stoffelijk voordeel en overdraagbaar dus vermogensrecht art.3:6
BW
Handelsnamen NL Handelsnaamwet
- Naam van de onderneming zelf
- Mag beschrijvend zijn
- Geen registratie nodig voor bescherming
- Beschermt tegen verwarring
Techniek
Octrooirecht
- Patent
- Geeft tijdelijke monopolie op technische uitvindingen
- Vereiste: Inventiviteit: objectief dat je er wat aan hebt
- Inschrijving en inhoudelijke toetsing (is het wel nieuw/inventief)
Auteursrecht
= copyright
- Auteurswet 1912
- Nederlandse wet, grotendeels EU-geharmoniseerd door verschillende EU-
richtlijnen
- Het recht ontstaat vanzelf
Doordat het werk wordt geuit
Geen registratie en geen copyright nodig
Wel handig om vastteleggen zodat je kan bewijzen dat het van jou is
- De c erachter is niet verplicht
Belangrijkste vragen
- Wie is rechthebbende?
- Wat is beschermd ?
Wat voor soort voorwerpen zijn beschermd?
Wat si de beschermingsdrempel?
- Wat is inbreuk
Wat voor soort handelingen zijn verboden?
Welke mate van gelijkenis is verboden?
Wanneer lijkt ’t te veel
Maker
- Creatieve persoon
- Dus niet opdrachtgever, besteller, uitvoerder, geldschieter
- Uitzondering: werkgever art.7 Aw: als je in dienst van een ander een
kunstwerk maakt komen bij de wetgever behalve als er iets anders is
overeengekomen
Werk
- Niet limitatieve-opsomming in art.10 Aw
- Tekst, muziek, beeld, film, bouwwerken, films, toegepaste kunst,
computerprogamma’s
Werk en exemplaar
Onstoffelijk werk en stoffelijk exemplaar
- Roman en boek
- Lied en CD
- Film en DVD
of digitaal bestand
Auteursrechthebbende en eigenaar
Hoofdincidatoren
- Niet te banaal/triviaal
- Wel: creativiteit
- Niet: te technisch bepaald
- Wel: vrije vormgeving
- Niet: een abstract idee
- Wel: een uitgewerkt format
Accordo/Tros, TV-formats
- Voor de bedoelde overeenstemmingsvraag of het beweerdelijk
inbreukmakende werk in zodanige mate de auteursrechtelijk beschermde
trekken van het eerdere werk vertoont dat de totaalindrukken die de beide
werken maken te weinig verschillen voor het onderdeel dat het eerstbedoelde
werk als een zelfstandig werk kan worden aangemerkt.
Stokkearresten
HR 23 februari 2013, Stokke/H3 products
Bij vergelijking van de totaalindrukken dienen dus ook onbeschermde elementen in
aanmerking te worden genomen, voor zover de combinatie van al deze elementen in
het beweerdelijk nagebootste werk aan de werktoets beantwoordt
Duur
- Het auteursrecht vervalt door verloop van 70 jaren, te rekenen van de 1 e
januari van het jaar, volgende op het sterfjaar van de maker art.37 lid 1 Aw
Octrooirecht
- Patent= octrooi
- Uivindingen: Rijksoctrooiwet, NL Recht, geharmoniseerd door het Europees
Octrooiverdrag EOV Geen EU-verdrag
- Het recht ontstaat door registratie
Octrooiaanvraag bij
Octrooicentrum NL
- Alleen voor Nederland
- Geen vooronderzoek
Kan dus later ongeldig blijken
Registratieoctrooi
Europees Octrooibureau
- Een aanvraag voor meer Europese landen
- Volledige onderzoek op geldigheid
- Valt na verlening uiteen in bundel nationale octrooien
- Vooronderzocht octrooi
Belangrijkste vragen
Wie is rechthebbende
- De aanvrager
- Tenzij hij de inhoud van zijn aanvrage aan een ander (de uitvinder) zonder
diens toestemming ontleend heeft (art.11 ROW)
Of
- De werkgever van de uitvinder (art.12 ROW)
Wat is beschermd
- Wat voor soort voorwerpen zijn beschermd?
- Wat is de beschermingsdrempel
Wat is inbreuk
- Wat voor soort handelingen zijn verboden?
- Welke mate van gelijkenis is verboden?
Niet octrooieerbaar
- Ontdekkingen
- Theorieën
- Esthetische vormgeving art.2 lid 2 ROW
- Strijd met openbare orde of goede zeden
- Menselijk lichaam (klonen van mensen)
- Planten dieren art.3 ROW
Nieuwheid
- Een uitvinding wordt als nieuw beschouwd indien zij geen deel uitmaakt van
de stand van de techniek
- De stand van de techniek wordt gevormd door al hetgeen voor de dag van
indiening van de octrooiaanvrage openbaar toegankelijk (waar ook ter
wereld,ook door de uivinder zelf) is gemaakt door een schriftelijke of
mondelingen beschrijving, door toepassing of op einge andere wijze art.4
ROW
- Ook eigen openbaarmaking is nieuwheidsschadelijk
- Steve Job’s IPhone presentation kills Apple’s photo gallery touch patent
Ook nieuwheidsschadelijk
- Pingpongballetjes in de Donald Duck
- Kennisclip IE nr.7 Octrooi-inschrijving
Inventiviteit
- Een uitvinding wordt als het resultaat van uitvinderswerkzaamheid
aangemerkt, indien zij voor een deskundige niet op een voor de hand liggende
wijze voortvloeit uit de stand van de techniek art.6 ROW
- ‘gemiddelde vakman’
Inventiviteit
- Voor de gem. vakman
- Verassend
- Niet voor de hand ligend
- Onverwacht positief effect
- Overwinnen van een vooroordeel
- Lang gevoelde behoefte
- Oplossing voor een lang bestaand probleem
- Nieuw oplossing
- Surfplank voorbeeld
- Voorbeeld : Inklapbaar WC blok niet inventief: het bekend principe van een
boodschappenkrat
- Voorbeeld: Rook/vlammen wel inventief verbeterde stimulatie van
rook/vlammen
Technische toepasbaarheid
- Een uitvinding wordt als vatbaar voor toepassing op het gebeid van de
nijverheid aangemerkt, indien het onderwerp daarvan kan worden vervaardigd
of toegepast op enig gebied van nijverheid, de landbouw daaronder begrepen
art.7 ROW
Octrooi-inbreuk
- Voorbehouden handelingen:
Bedrijfsmatig toepassen, vervaardigen of verkopen art.53 lid 1 ROW
Doorverkopen of tweedehands verkopen mag (uitputting) art.53 lid 5 ROW
Beschermingsomvang
- Het uitsluitend recht wordt bepaald door de inhoud van de conclusies van het
octrooischrift, waarbij de beschrijving en de tekeningen dienen tot uitleg van
die conclusies
Epilady
- Remington/Improver
- Draaiend metalen veer
- Rubberen staaf met inkepingen
- Equivalent? En dus octrooi-inbreuk. Ja, volgens Hof den Haag
Duur
- Maximaal 20 jaar vanaf de aanvraag art.36 lid 6 ROW
- Jaarlijkse verleningen en betaling jaartaks noodzakelijk, anders verval
- Aanvullend BeschermingsCertificaat (ABC) mogelijk
Voor medicijnen en gewasbescherming
Maximaal 5 jaar art.90-98 ROW
Kwekersrecht ZPW
Zaaizaad- en plantgoedwet 2005
- Niet in de wettenbundels
- Soort octrooienrecht voor plantenrassen
- Die nieuw, onderscheidbaar, homogeen en bestendig zijn (art.49 lid 1 ZPW)
- Duurt 25 jaar (art 72 ZPW)
- Registratievereist
Bedrijfsgeheimen
- Wet bescherming bedrijfsgeheimen (wbb) 2018 (nieuwe dan kennisclip IE
nr.9)
- Informatie die niet algemeen bekend of gemakkelijk toegankelijk is, die
handelswaarde bezit omdat zij geheim is en die onderworpen is aan redelijke
maatreglen, gezien de omstandigheden, om deze geheim te houden
- Gebruik ervan zonder toestemming van de rechtmatige houder is
onrechtmatig
- Geen IE recht! Ontstaat door geheimhouding
Samenvatting
Ontstaat vanzelf
- Handelsnaamrecht: door het voeren van de naam
- Auteursrecht: door het uiten van het werk
Registratie vereist:
- Merkenrecht: weigering bij gebrek aan onderscheidend vermogen
- Modellenrecht: als het nog nieuw is +12M
- Octrooirecht: als het nog nieuw is, vooronderzocht/ niet-vooronderzocht
Wat is de beschermingsduur:
- Handelsnaamrecht: (Onbeperkt) zolang de naam wordt gevoerd
- Merkenrecht: 10 jaar, onbeperkt te verlengen
- Modellenrecht: 5 jaar, 4 x met 5 jaar te verlengen tot 25 jaar
- Auteursrecht: 70 jaar na de dood van de auteur
- Octrooirecht: 20 jaar, maximaal, per jaar te verlengen. Voor medicijnen een
ABC mogelijk van 5 jaar.