You are on page 1of 82

www.opniveau-online.

nl

Op niveau onderbouw
3 havo

Uitwerkingenboek

Ruud Kraaijeveld
Mariëlle Bakker
Jan van de Pol
Marjan van Verseveld
_____ 2

Methodeoverzicht
Op niveau onderbouw is op de volgende manier opgebouwd:

4b 4k 4 gt

3b 3k 3 gt 3h 3v

2 bk 2 (k)gt 2 (t)h 2 (h)v

1 bk 1 kgt 1 th 1 hv

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor: Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en
Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs.
Voor meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen:

www.thiememeulenhoff.nl

Eerste release

© ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit
van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912,
dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten
Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.cedar.nl/pro).
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16
Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
3 _____

Inhoud

Aan de gebruiker 4

Antwoorden Basisboek

Blok 1 5
Blok 2 14
Blok 3 23
Blok 4 32
Blok 5 41
Blok 6 49

Antwoorden Zelftoetsen

Blok 1 57
Blok 2 59
Blok 3 61
Blok 4 63
Blok 5 64
Blok 6 65

Antwoorden Herhaling

Blok 1 67
Blok 2 70
Blok 3 73
Blok 4 76
Blok 5 78
Blok 6 81
_____ 4

Aan de gebruiker
In dit uitwerkingenboek vind je de antwoorden op de vragen die in het basisboek en werkboek zijn gesteld. Je kunt je
eigen antwoorden controleren. Het controleren van je antwoorden is een nauwkeurig werkje, waar je voldoende tijd
aan moet besteden.
Als je een fout antwoord alleen maar vervangt door het goede antwoord, leer je niet veel. Je moet ook begrijpen
waarom jouw antwoord niet goed is en het antwoord in het uitwerkingenboek wel. Als jouw antwoorden fout zijn, is
het verstandig om de theorie in het basisboek nog eens door te nemen. Daarna bekijk je de vraag en het antwoord
nog een keer. Soms staat er een uitleg bij het antwoord in het uitwerkingenboek.

Veel succes met het nakijken van je gemaakte werk.

De schrijvers
BLOK 5 _____

1 BASISBOEK
1 Lekker lezen ● Merel vertelt dat Eva vaker zomaar met jongens
verdween.
1.1 Over het verhaal ● Kathinka vertelt dat ze met Rico, de gedumpte
vriend van Eva, heeft gebeld over het
Opdracht 1 Lees- en discussievragen vakantieadres.
1 Liz en Merel denken in het begin dat Eva er met ● Agente Rina vertelt over meisjes die eerder in
een vriendje van door is. Kathinka denkt meteen Kroatië zijn verdwenen.
dat er iets ernstigs aan de hand is. Liz en Merel ● De effecten zijn: de bestaande situatie
veranderen van gedachten als iemand opbelt, die duidelijker maken en de spanning verhogen.
zegt te weten waar Eva is en bovendien zegt dat b Ja. De belangrijkste vooruitwijzing zit aan het
de andere meisjes nu aan de beurt zijn. Liz en eind: wat zal er gaan gebeuren in de disco? Zijn
Merel eindigen van kalm en zelfverzekerd in de meisjes daar wel veilig? Wie zullen ze daar
angstig en onzeker. ontmoeten? Zal de politie op tijd ingrijpen?
2 Eva is vroeger al vaker met jongens verdwenen. 10-12
Ze houdt er een nogal ‘gemakkelijke’ en wilde Je eigen antwoorden. Heb je je antwoorden goed
levensstijl op na. toegelicht?
3 Het telefoontje van de ontvoerder naar de
meisjes is de aanleiding. Opdracht 2 Opdrachten voor het fictiedossier
Voorbeelden van vragen: Waar is Eva? Wat is de 1-5 Je hebt een van de opdrachten gemaakt.
ontvoerder van Eva met haar van plan? Welke rol Controleer goed of je je aan de opdracht hebt
spelen Daniël en Damir bij de verdwijning van gehouden en alle punten hebt verwerkt. Heb je
Eva? Krijgt de ontvoerder van Eva de andere ongeveer driehonderd woorden gebruikt?
meisjes ook te pakken? Lukt het om de
ontvoerder in discotheek Miami op te pakken?
Je eigen antwoorden op de vragen. 2 Over lezen
5 Rico, de gedumpte vriend van Eva; de man in de
wijnboot; Daniël en Damir, de Kroatische jongens 2.1 Over Elle van den Bogaart
uit de disco.
6 In het begin weet je evenveel, want je weet ook Opdracht 3
niet waar Eva is. Na het fragment waarin Eva 1-2 Je eigen antwoorden. Deze informatie is te
ergens ligt vastgebonden, weet je meer dan de vinden op de sites: www.leesplein.nl,
meisjes. Het effect is verhoging van de spanning. www.ellevandenbogaart.nl en
Daarna weet je weer evenveel als de meisjes, www.scholieren.com.
want je weet niet wie de beller is en degene die 3 a Informatie over het leven van de schrijfster, een
de meisjes naar de disco lokt. beknopte inhoud van haar boeken, een fragment
7 Het vermoeden ontstaat dat Eva gevangen wordt uit haar boeken en reacties op een aantal
gehouden om later aan rijke Marokkanen te jeugdromans.
worden verkocht. Dat gebeurt doordat de b Ja, de informatie is subjectief en eenzijdig, want
politieagente vertelt dat in Kroatië al eerder de schrijfster maakt reclame voor haar eigen
meisjes zijn verdwenen in dit netwerk. werk. Negatieve reacties en recensies zul je er
8 Dat zou kunnen. De aandacht richt zich meer en niet aantreffen, terwijl die wel bestaan.
meer op Daniël en Damir, maar misschien is toch 4 De gele scooter heeft de Debutantenprijs van de
Rico of de man uit de wijnboot of nog iemand Jonge Jury gekregen.
anders de dader.
9 a Voorbeelden van terugwijzingen: 2.2 Smaak en mening
● Merel vertelt hoe Eva zich in de disco vermaakte
Opdracht 4
met Daniël en Damir.
1 Je eigen beoordelingswoorden. Heb je je keuze
● Merel vertelt dat Eva in de disco wilde blijven,
ook goed toegelicht?
niet mee wilde naar het vakantiehuisje.
2 a-h Je eigen antwoorden. Heb je je mening goed
● Eva denkt terug aan de disco, toen ze met
beargumenteerd?
Daniël samen was.
3 Je eigen werk bij de recensie van het door jou
● Liz vertelt over de man uit de wijnboot.
gekozen jeugdboek..
_____ 6 BLOK

1 BASISBOEK
2.3 Proza, poëzie en toneel 2 Je eigen voorbeelden (vijf) van beeldspraak.

Opdracht 5 Opdracht 8
1 Bij proza is de bladzijde helemaal volgeschreven. 1 een paleisje; vergelijking (zonder als); de kamer
De tekst is verdeeld in alinea’s en hoofdstukken. is heel erg mooi geworden
Bij poëzie is er veel wit op de bladzijde. De regels 2 hartslag; personificatie; rustig en slaperig worden
zijn niet vol gemaakt en vaak ongelijk van lengte. van iemands hartslag
2 Eerste verschil: een roman is omvangrijker dan 3 niet op haar mondje gevallen; metafoor; ze kan
een novelle. goed vertellen wat ze wil
Tweede verschil: in een roman komen meer 4 lucht; vergelijking (met als); je ziet de tijd niet,
personages voor dan in een novelle. maar hij is er wel
Derde verschil: in een roman zijn de personages 5 Dordrecht; metonymia (verband: plaats-
uitvoeriger en diepgaander beschreven dan in bewoners); de bewoners van Dordrecht zijn
een novelle. treurig na de gewelddadige rellen
Vierde verschil: in een roman zitten vaak meer 6 met de noorderzon vertrokken; metafoor; hij is
verhaallijnen, in een novelle maar één. ongemerkt vertrokken (met achterlating van
schulden)
2.4 Beeldspraak 7 Van Gogh; metonymia (verband: maker-
voorwerp); het schilderij van Van Gogh zal veel
Opdracht 6 geld opbrengen
1 zoete broodjes bakken: overdreven aardig doen,
8 het hele station; metonymia (verband: plaats-
omdat hij het goed wil maken aanwezigen); alle mensen in het stadion zijn
2 in de roos geschoten: de juiste keuze gemaakt woedend op de scheidsrechter
3 man en paard noemen: niets meer verzwijgen, 9 uit de brand helpen; metafoor; helpen met het
alles precies vertellen oplossen van het probleem
4 waar wringt de schoen?: wat is je probleem? 10 kopje; metonymia (verband: voorwerp-inhoud);
5 aan de tand voelen: ondervragen, onderzoeken
wil je nog een kopje (koffie of thee) drinken?
wat hij weet
Opdracht 9
Opdracht 7 Je eigen gekozen voorbeelden van beeldspraak.
1 ● Vinger, bijvoorbeeld: een vinger in de pap Heb je de betekenissen toegevoegd?
hebben (invloed hebben, meebeslissen), geen
vinger uitsteken (niet doen om iemand te
helpen), een vinger aan de pols houden (het in
3 Grammatica
de gaten houden).
● Huis, bijvoorbeeld: het huis is te klein (dan is
3.1 Zinsontleding – Herhaling
niets en niemand meer veilig), zo raak je nog
verder van huis (zo worden de moeilijkheden Opdracht 10
alleen nog maar groter), dat staat als een huis 1 wwg = hebben aangeboden
(dat is heel solide, heel stevig). nwg = –
● Been, bijvoorbeeld: met het verkeerde been uit ond = De jongens
bed gestapt zijn (een slecht humeur hebben), lv = hun excuses
geen been hebben om op te staan (geen enkel mv = de klagende buurtbewoners
argument hebben om te bewijzen dat je gelijk bwb = –
hebt), de benen nemen (ervandoor gaan). bvb = klagende bij buurtbewoners, hun bij
● Wind, bijvoorbeeld: de wind van voren krijgen excuses
(een uitbrander, zware kritiek krijgen), voor de 2 wwg = stonden te wachten
wind gaan (alles zit mee), de wind in de zeilen nwg = –
hebben (het gaat voorspoedig). ond = de reizigers
● Mond, bijvoorbeeld: met de mond vol tanden lv = –
staan (niet weten wat je nog moet zeggen), mv = –
iemand de mond snoeren (iemand het zwijgen bwb = Op perron 2, op de internationale trein
opleggen), iemand naar de mond praten (met bvb = 2 bij perron, internationale bij trein
iemand meepraten om hem te vleien).
7 _____

Antwoorden blok 1

3 wwg = – 3.2 Zinsontleding – Het


nwg = zijn te dik voorzetselvoorwerp
ond = jonge kinderen
lv = – Opdracht 11
mv = – 1 a voor
bwb = Door slechte eetgewoontes, steeds vaker b aan
bvb = slechte bij eetgewoontes, jonge bij c voor
kinderen d naar
4 wwg = worden verlaagd e tegen
f voor
nwg = –
ond = De prijzen van veel artikelen g met
lv = – h op
mv = – 2 Je eigen werk.
bwb = volgende week, door een paar 3 Je eigen antwoord. De voorzetsels die je hebt
supermarkten ingevuld, zijn voorzetsels die je altijd bij deze
werkwoorden gebruikt.
bvb = van veel artikelen bij prijzen, veel bij
artikelen, volgende bij week, paar bij
Opdracht 12
supermarkten
1 Je eigen zinnen.
5 wwg = –
2-4 Je eigen werk.
nwg = is een realistisch verhaal
ond = dit verhaal over Job en Sanna Opdracht 13
lv = – 1 wwg = trakteerde
mv = – nwg = –
bwb = volgens jullie ond = De jarige kleuter
bvb = dit bij verhaal, over Job en Sanna bij vzv = op muizenspekken
verhaal, realistisch bij verhaal 2 wwg = –
6 wwg = moeten invullen nwg = waren verbaasd
nwg = – ond = Mijn ouders
ond = Alle reizigers vzv = over de uitslag van mijn beroepskeuzetest
lv = allerlei formulieren 3 wwg = worden verdacht
mv = – nwg = –
bwb = op de luchthaven van New York, van de ond = de leerlingen
douane vzv = van de diefstal van een laptop
bvb = Alle bij reizigers, van New York bij 4 wwg = –
luchthaven, allerlei bij formulieren nwg = zijn erg nieuwsgierig
7 wwg = – ond = Veel aanstaande ouders
nwg = zijn te laag gebleven vzv = naar het geslacht van hun ongeboren baby
ond = de cijfers van Jamilla 5 wwg = hopen
lv = – nwg = –
mv = – ond = de bewoners van Barcelona
bwb = Ondanks de extra begeleiding vzv = op een paar fikse regenbuien
bvb = extra bij begeleiding, van Jamilla bij cijfers 6 wwg = maakt
8 wwg = Maak nwg = –
nwg = – ond = De timmerman
ond = – vzv = –
lv = het verslag van ons interview 7 wwg = –
mv = voor mij nwg = is uitermate geschikt
bwb = vanmiddag ond = Robert
bvb = van ons interview bij verslag, ons bij vzv = voor de functie van trainer
interview
_____ 8 BLOK

1 BASISBOEK
8 wwg = overladen 3.5 Woordsoortbenoeming – Het
nwg = – koppelwerkwoord (uitbreiding)
ond = Veel grootouders
vzv = met allerlei cadeaus9 wwg = heeft Opdracht 17
gekregen 1 lijkt = kww
nwg = – 2 komt … voor = kww
ond = De overvaller 3 zal = hww
schijnen = zww
vzv = –
10 wwg = – 4 blijkt = hww
nwg = is verantwoordelijk Zijn = kww
ond = Welke docent 5 blijft = zww
vzv = voor de organisatie van het eindfeest 6 is = hww
gebleven = kww
3.3 Zinsontleding – De bijstelling 7 schijnen = hww
eten = zww
Opdracht 14 8 lijkt = zww
1 a Op www.jeugdjournaal, de website van het
jeugdjournaal, 3.6 Woordsoortbenoeming –
b het inschrijfgeld, tien euro per persoon, Het betrekkelijk voornaamwoord
c Joep Huizen, de neef van mijn vader, (uitbreiding)
2-4 Je eigen werk.
Opdracht 18
Opdracht 15 1 Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Wat je beweert,
– wil ik niet geloven.
2 Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Wie wil wat ik
3.4 Woordsoortbenoeming – Herhaling gehoord heb ook weten?
3 Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Wie komt
Opdracht 16 morgenavond naar onze voorstelling kijken?
1 verbeterde = bnw 4 Je eigen werk.
werden = kww
langer = bnw Opdracht 19
2 kwaliteit = znw 1 wat = vr.vnw
dragen = zww die = betr.vnw
vaker = bw 2 wat = onb.vnw
3 Dat = aanw.vnw 3 Wat = betr.vnw m.i.a.
dat = betr.vnw 4 Wie = betr.vnw m.i.a.
Nederlandse = bnw 5 wat = betr.vnw
4 je = wederkerend vnw
je = bez.vnw
beter = bnw 4 Spelling
je = pers.vnw
5 jullie = pers.vnw 4.1 De spelling van de drie
hoe = bw werkwoordsvormen
altijd = bw
hun = bez.vnw Opdracht 20
6 baldadige = bnw 1 De uitleg is fout. Toelichting: Het onderwerp is
elkaar = wederkerig vnw niet je, maar je vriendin (= zij/ze). Dit is de derde
dat = aanw.vnw persoon enkelvoud en dan schrijf je stam + t.
traditie = znw 2 Verbeterd is een voltooid deelwoord, want er
staat: is verbeterd. Je hoort in de verleden tijd: -
de. Dan schrijf je het voltooid deelwoord ook met
een -d.
3 De uitleg is goed.
9 _____

Antwoorden blok 1

4 Wachten is een infinitief en daarom schrijf je het 5 Taalschat


op zoals het in het woordenboek staat. Dus
gewoon met één t. 5.1 Woordveld
5 Dit Engelse werkwoord schrijf je net als andere
werkwoorden waarbij je een sisklank hoort, Opdracht 24
bijvoorbeeld roetsjen/geroetsjt. Het is dus: 1 onderzoeken wat goed en wat slecht aan iets
geluncht. was
6 Bij gebruik van ’t kofschip moet je naar de stam 2 winstgevend maken
van verwaarlozen kijken en die is: verwaarloz. De 3 tentoonstellen
z staat niet in ’t kofschip en daarom schrijf je een 4 stiekem binnendringen in een organisatie (om
-d. Geplaatst is wel goed gespeld, want de stam informatie te verkrijgen)
is: plaats. 5 een lijstje maken van spullen of punten
7 De uitleg is goed. 6 tot beroep(s) maken
8 Dus schrijf je: ik-vorm + t. 7 naar een hogere klasse of functie (doen) gaan
8 uitdagen, uitlokken
4.2 De spelling van lastige
bijvoeglijke naamwoorden 5.2 Woorden rond de teksten

Opdracht 21 Opdracht 25
1 afgesloten 1 vaardigheid om zaken te doorzien
3 bronzen opdracht, taak
4 eigenlijk verwijderen
5 gedachteloos 2 plicht om de familie-eer te zuiveren door de
6 de geschrobde keukenvloer overtreder van de regels te vermoorden
7 hopeloos 3 belangrijk, wezenlijk
10 rotanmeubels 4 noodlottige
13 vergoede 5 door klieren afgescheiden stof die de groei
14 verraderlijk bevordert
15 welvarendste scheikundige
16 verrukkelijk orgaan dat vocht afscheidt
6 het volledig vastlopen van het verkeer
4.3 Het gebruik van hoofdletters en 7 langdurende
kleine letters repetitive strain injury, gewrichtsaandoening
(bijvoorbeeld muisarm) bij mensen die
Opdracht 22 voortdurend dezelfde bewegingen moeten maken
1 Peter J. de Vries 8 overgevoelig
2 De Lange 9 ongemotiveerde (ziekelijke) angst voor contact
3 Koster-van de Pol met mensen
4 Tweede Kamergebouw, ’s-Gravenhage 10 dwingende, waar je niet omheen kunt
5 ’s Avonds, Patricks moeder, ‘Goede tijden,
slechte tijden’
6 Renaultgarage, Franse 6 Lees vaardig
7 Japanse, Amstelhotel
8 De Telegraaf, Hartstichting 6.1 Tekstdoelen, tekstsoorten,
9 – tekstvormen
10 Noormannen, West-Europese
Opdracht 26
4.4. Sneldictee 1 B
Uitleg: De tekst geeft informatie over de
Opdracht 23 bestrijding van de malariamug door een bepaalde
– schimmel.
2 Objectief, want de mening van de schrijver blijft
achterwege.
_____ 10 BLOK

1 BASISBOEK
3 C 2 ● Onder de fout gespelde werkwoorden en
Uitleg: De schrijfster geeft nadrukkelijk haar meervoudsvormen staat een streep.
mening weer en geeft daarnaast informatie. ● De fout opgebouwde zinnen zijn schuin gedrukt.
4 Subjectief, want de mening van de schrijfster ● De verkeerd gekozen verwijswoorden zijn vet
komt nadrukkelijk naar voren. gedrukt.
5 B
Uitleg: De tekst spoort de lezer aan niet te lang Nederland komt tegenwoordig in aanraking met
en te veel te zonnen; daarnaast wordt informatie een groot probleem. Het begint alarmerende
gegeven. vormen aan te nemen. Ze eten anders dan
6 Objectief, want de tekst beschrijft controleerbare vroeger en bewegen minder. In Nederland zijn
feiten. veel mensen te dik. Dat geld voor volwassenen
en kinderen. Er zitten te veel suikers in de
6.2 Inleidingen van teksten producten en verzadigden vetten. Hierna kun je
lezen wat overgewicht is, hoe het ontstaat en wat
Opdracht 27 eraan te doen is. Overgewicht is het hebben van
1 C te veel reserves van vet in je lichaam. Als je
2 C reserves te veel zijn, dan wordt je dik. Het
3 B hebben van overgewicht is ongezond, omdat je
lichaam daar verscheidene ziektes aan kan
6.3 Eindopdracht overhouden. Bij kinderen is overgewicht
tegenwoordig veel sneller aanwezig. Het zijn
Opdracht 28
allemaal zitkinderen. Veel kinderen worden
1 Je eigen woorden met betekenissen. Heb je de
tegenwoordig naar school met de auto gebracht
manier waarop je de betekenis gevonden hebt
of ze neemt het openbaar vervoer. Per dag heb
beschreven?
je minimaal een half uur lichaamsbeweging
2 Ja, want uit de titel blijkt niet wat het onderwerp
nodig. Als je dat niet hebt, verbrandt je niet
van de tekst is.
genoeg caloriën en word je dik. Hoe meer
3 D
kinderen bewegen, hoe meer energie hij nodig
4 a C
heeft en hoe meer hij kan eten zonder dik te
b D
worden. Welke maatregels kun je nemen tegen
5 ‘Weliswaar heeft de wetgever … niet bij de
overgewicht? Ouders moeten samen met hun
rechter klagen.’ (r. 20-23)
kind ergens op de fiets gaan, zoals naar school
6 B
of naar de sportvereniging. Door het bewegen
7 C
krijgt het kind meer energie waardoor die meer
8 B
kan eten zonder dat het gelijk gevolgen heeft op
9 C
het gewicht van het kind. Om overgewicht te
10 C
voorkomen zal er meer gelet moeten worden op
11 D
de eetgewoonten van kinderen en in plaats van
12 B
computeren en televisiekijken meer bewegen.
13 D
Mijn conclusie is dus dat kinderen meer moeten
14 D
bewegen. Ouders moeten hun kinderen daarbij
Uitleg: De schrijver geeft eerst veel informatie
helpen. Lees ook de andere kant voor informatie
over de aanwezigheid van straling en de gevaren
over een leuke actie tegen overgewicht.
ervan en betoogt daarna dat de straling een
3 a Nederland
gevaar vormt voor de volksgezondheid.
b Bijvoorbeeld:
15 A
Hierna (r. 4): In deze tekst.
Het hebben van overgewicht (r. 6): Overgewicht
op (het gewicht van het kind) (r. 15): voor (het
7 Schrijf vaardig
gewicht van het kind)

7.1 Schrijven op niveau

Opdracht 29
1 –
11 _____

Antwoorden blok 1

4 Herschreven tekst: 8 Spreken, kijken en luisteren


Overgewicht 8.1 Presentaties: doel, publiek en
uitvoering
1 In Nederland hebben we tegenwoordig met
een groot probleem te maken. Het begint Opdracht 31
alarmerende vormen aan te nemen. 1 Je eigen werk.
Nederlanders eten anders dan vroeger en 2 Bijvoorbeeld:
bewegen minder. In Nederland zijn veel mensen ● Informeren: het weerbericht op de radio.
te dik. Dat geldt voor volwassenen en kinderen. ● Uiteenzetten: de uitleg van een docent(e).
In producten zitten te veel suikers en verzadigde ● Overtuigen: een filmrecensie op de televisie.
vetten. In deze tekst kun je lezen wat ● Beschouwen: achtergrondinformatie bij het
overgewicht is, hoe het ontstaat en wat eraan te nieuws.
doen is. ● Activeren: een geldinzamelingsactie.
2 Als je overgewicht hebt, heb je te veel ● Amuseren: een verhaal.
vetreserves in je lichaam. Hierdoor word je dik.
Opdracht 32
Overgewicht is ongezond, omdat je lichaam daar
Zie voor de antwoorden het schema op de
verscheidene ziektes aan kan overhouden.
volgende bladzijde.
Kinderen hebben tegenwoordig veel sneller last
van overgewicht, omdat het zitkinderen zijn. Ze
8.2 Spreekplan maken
worden met de auto naar school gebracht of
nemen het openbaar vervoer. Opdracht 33
3 Per dag heb je minimaal een half uur 1 Je spreekplan bevat: onderwerp, doel, soort,
lichaamsbeweging nodig. Als je die niet hebt, publiek, duur, uitvoering, hulpmiddelen en
verbrand je niet genoeg calorieën en word je dik. materialen en een trefwoorden bij de inleiding,
Hoe meer kinderen bewegen, hoe mee energie het middenstuk en het slot.
ze nodig 2 –
hebben en hoe meer ze kunnen eten zonder dik
te worden. Opdracht 34
4 Welke maatregelen kun je treffen tegen –
overgewicht? Ouders moeten samen met hun
kind op de fiets naar school of de sportvereniging
gaan. Door het bewegen krijgt het kind meer 9 Over taalgebruik
energie, waardoor het meer kan eten. Dit heeft
dan niet gelijk gevolgen voor het gewicht van het 9.1 Taalfouten – Verkeerde woorden,
kind. Overgewicht kan voorkomen worden als verkeerde verwijswoorden en
ouders meer op de eetgewoonten van hun signaalwoorden, ontbrekende
kinderen letten en ze meer laten bewegen in woorden, overbodige woorden
plaats van computeren en televisiekijken.
5 Mijn conclusie is dat kinderen meer moeten Opdracht 35
bewegen en dat ouders hen daarbij moeten 1 goedkoopste → laagste
helpen. Informatie over een leuke actie tegen 2 over → van
overgewicht staat op de achterkant. 3 fysiek en lichamelijk → geestelijk en lichamelijk,
of: fysiek en psychisch
7.2 Het maken van een folder 4 overhoord → verhoord
5 ontruimd → geruimd
Opdracht 30 6 minutieopslagplaats → munitieopslagplaats
1-3 Je eigen werk. 7 polshoogte → poolshoogte
8 Latijns → Latijn
_____ 12 BLOK

1 BASISBOEK
Opdracht 32

vorm voordeel nadeel hulpmiddel


1 opname op ● doorgaan tot het ● apparatuur nodig ● montage van
video goed is ● onpersoonlijk, niet beelden
● eigen presentatie interactief
terugzien
● publiek buiten
beeld
2 radio ● voorlezen ● apparatuur nodig ● muziek en
● publiek buiten ● beelden ontbreken geluid
beeld ● moet in één keer goed
● onpersoonlijk, niet
interactief
3 staand voor ● geen apparatuur ● moet in één keer goed ● krijtbord
de klas nodig ● zenuwen ● whiteboard
● lichaamstaal ● scherm
● contact met
luisteraar
4 podcast ● doorgaan tot het ● microfoon en computer ● montage van
goed is nodig geluid en
● publiek buiten muziek
beeld
5 in de klas, ● voorlezen ● beelden ontbreken ● geluiden
zittend achter ● publiek buiten ● moet in één keer goed (hoorspel)
een gordijn beeld ● onpersoonlijk, niet
interactief
6 in de aula, op ● geen apparatuur ● moet in één keer goed
een podium nodig ● zenuwen, hoge drempel
● groot publiek
● lichaamstaal
● contact met
luisteraar
7 zittend ● lage drempel ● klein publiek ● (klein formaat)
tegenover ● makkelijk beeldmateriaal
een uitvoerbaar
medeleerling ● lichaamstaal
● contact met
luisteraar
13 _____

Antwoorden blok 1

Opdracht 36 10 Gedicht
1 ze hebben → die heeft
2 pas je je aan de natuur → pas je je aan de natuur 10.1 Rijmschema’s
aan
3 Waarom (= reden) → Waardoor (= oorzaak) Opdracht 38
4 Hun → Zij 1 Je eigen antwoord.
5 vooral uit het buitenland → en vooral aan 2 Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Boekenwurm of
werknemers die uit het buitenland komen Verstandig beest.
6 het → hij/deze/die 3 Toestaan.
Uitleg: vis is geen het-woord, maar een de- 4 Vergelijking zonder als.
woord. 5 Het is slecht voor je ogen en je verleest je
7 die → dat verstand.
Uitleg: reisbureau is geen de-woord, maar het- 6 Het is goed voor je.
woord. 7 Ga maar na wat allerlei pedagogen en andere
8 onderaardse weglaten deskundigen van wie de beroepsnaam eindigt op
Uitleg: Het is dubbelop, want een aardbeving -oog (zoals bijvoorbeeld psycholoog), erover
gebeurt altijd onder de grond. hebben gezegd.
9 waaraan → aan wie 8 In regel 14 staat de mening van allerlei
10 bovendien kun je er ook nog wat van leren → pedagogen over lezen.
bovendien kun je er wat van leren 9 Vergelijking zonder als.
Uitleg: Het is dubbelop, want bovendien is het 10 Mannelijk of staand rijm (geweest - geneest;
zelfde als ook. meest - verleest; bevreesd - geest - beest) en
11 maar komt geregeld voor → maar die (= een vrouwelijk of slepend rijm (gedogen - betogen;
ergerlijke vorm van kleine criminaliteit) komt ogen - gebogen; mogen - afgewogen - gogen).
geregeld voor / maar het (= het zakkenrollen … 11 De schrijver gebruikt zowel bij het mannelijk als
markten) komt geregeld voor bij het vrouwelijk rijm slechts één rijmklank.
12 beklaagt zich op zijn website dat → beklaagt zich 12 Omarmend rijm (abba, baab, abba, ba).
op zijn website erover dat 13 Bij regel 9.
14 Het is grappig bedoeld met een serieuze
9.2 Hoe leer je taal? ondertoon.
15 Je eigen antwoord. Heb je je antwoord
Opdracht 37 toegelicht?
1 a ananas
b basterdsuiker
c brood met sesamzaad 11 Miniproject: Generatorkloof
d jonge kaas
e pindakaas Opdracht 39
f radijsjes 1-3 Je hebt een script geschreven voor peuters of
g omelet kleuters. Heb je grappige kindertaal in het script
h Hemelvaartsdag verwerkt?
i botsauto
j magnetron Opdracht 40
k waxinelichtjes Je eigen spannende correspondentie in
2 Bijvoorbeeld: Omweer (onweer), jongerentaal.
ademhalingstekens (aanhalingstekens), episch
Opdracht 41
centrum (epicentrum), elektrische tijd
1-2 Je eigen puzzel.
(elektriciteit), gordon blue (cordon bleu),
advocado (avocado). Opdracht 42
Je eigen gedicht. Heb je de taal van je
grootouders erin verwerkt?

Opdracht 43
Je eigen werk.
_____ 14 BLOK

2 BASISBOEK
1 Lekker lezen slaven. Het verhaal is gebaseerd op hoe het er
werkelijk aan toeging.
1.1 Over het verhaal 12-14
Je eigen antwoord. Heb je je antwoord goed
Opdracht 1 Lees- en discussievragen toegelicht?
1 In 1700 aan de Afrikaanse kust (het huidige
Ghana) en op het schip naar West-Indië. Opdracht 2 Opdrachten voor het leesdossier
2 In het eerste gedeelte door de ogen van Willem, 1-5 Je hebt een van de opdrachten gemaakt.
daarna door de ogen van Kofi. Gevolg is dat je Controleer goed of je je aan de opdracht hebt
deze personages van binnenuit leert kennen: je gehouden en alle punten hebt verwerkt. Heb je
weet wat ze denken en voelen. Hierdoor kun je het juiste aantal woorden gebruikt?
met hen meeleven.
3 Dit is vooral heel duidelijk bij Willem, maar de
andere Nederlanders denken er net zo over. 2 Over lezen
Willem ziet negers als halve wilden, als mensen
die op de aarde zijn om de witten te dienen, als 2.1 Over Lydia Rood
een minderwaardige soort. Zijn vader vertelt hem
dat God in de Bijbel de witte mensen boven de Opdracht 3
zwarte mensen heeft gesteld. 1 Op de website www.lydiarood.nl. Hier vind je
4 a Op een verhaal in de Bijbel, waarin Cham en informatie over haar leven en haar boeken,
al zijn nakomelingen, zwarte mensen, de interviews, kranten- en tijdschriftartikelen, een
knechten zijn van de witte mens. In dat verhaal column, tips voor zelf schrijven.
is de zoon van Cham (wiens naam in het 2 In: – Lezen over Lydia Rood / Marlene Lunter
Hebreeuws ‘bruin’ betekent) en al zijn (Biblion Uitgeverij)
nakomelingen door God vervloekt, omdat Cham – Drie op een rij / Martine Letterie, Hannie
zijn vader Noach heeft bespot. Deze letterlijke Humme en Ruud Kraaijeveld (Ellessy)
uitleg en interpretatie van dit Bijbelverhaal werd – Lexicon van de jeugdliteratuur (Martinus
vroeger vooral door conservatief-orthodoxe Nijhoff)
christenen aangehangen. – Het ABC van de jeugdliteratuur (Martinus
b Nee, deze interpretatie van het Bijbelverhaal Nijhoff)
over Cham is tegenwoordig niet meer – Encyclopedie van de jeugdliteratuur
gebruikelijk. (Fontein/Wolters Noordhoff)
5 Hij is slaaf van een Afrikaans stamhoofd en die Deze bronnen zijn te raadplegen in de bibliotheek
verkoopt hem aan de Nederlanders. / mediatheek.
6 Om te laten zien wie de eigenaar is. Iedere Bruikbaarheid voor een werkstuk: je eigen
eigenaar heeft een eigen brandmerkteken. antwoord. Lezen over Lydia Rood en Lexicon van
7 In het verhaal staat naar een van de plantages in de jeugdliteratuur zijn goed bruikbaar.
de West. Hiermee wordt bedoeld: naar West- 3 Voor: – Maanzaad de Vlag-en-Wimpelprijs van
Indië, het huidige Suriname. Daar zijn slaven de Griffeljury (1990).
nodig voor het werk op de plantages. – Een mond vol dons de Zilveren griffel (1994).
8 Verschrikkelijk. De mensen liggen twee aan twee – Anansi’s web (herdrukt als Dans om het zwarte
vastgeketend in nauwe ruimtes en worden één goud) een eervolle vermelding van de Zoenjury
keer per dag gelucht, waarbij ze ook aan een en de Jenny Smelik-prijs (2001).
ketting vastzitten. Bovendien worden de – Sprong in de leegte een eervolle vermelding
vrouwelijke slaven ’s nachts overweldigd door van de Zoenjury (2006).
zeelui. Vrouwen die hierna zwanger worden, 4 Je eigen antwoord. Heb je je antwoord goed
worden overboord gegooid. toegelicht?
9 Je informatie geven over de slavernij, over de 5 De informatie kun je vinden op
ideeën van de handelaren en over de manier www.scholieren.com/uittreksels . Je hebt twee
waarop de slaven werden behandeld en boektitels genoteerd en tenminste twee positieve
vervoerd. en twee kritische reacties van beide boeken
10 Je eigen antwoord en uitleg daarbij. opgeschreven.
11 Ja, wat de schrijfster vertelt over de ideeën van
de handelaren en over de behandeling van de
15 _____

Antwoorden blok 2

2.2 Tijd en opbouw (r. 132-138), naar hun onzekere en


beangstigende toekomst. In het midden van het
Opdracht 4 derde stuk denkt Kofi na over wat er gaat komen:
1 Nee. In het eerste deel van het verhaal nog wel. hoe lang zou hij in het schip moeten liggen en
Daarin verloopt ongeveer een dag. Maar vanaf waar zou hij terechtkomen? (r. 165-166) Aan het
het moment dat het schip gaat varen niet meer. eind van het vierde stuk zit de laatste
In de regels 187-188 staat: ‘… en sindsdien vooruitwijzing: ‘Was het einde van de reis
waren vele dagen voorbijgegaan’. Het is bereikt? Waar waren ze?’ (r. 239-241) De
onduidelijk hoeveel dagen. effecten van de vooruitwijzingen: iets van de
2 In de eerste drie stukken (r. 1-180) lopen toekomst laten zien en de onzekerheid en angst
verteltijd en vertelde tijd ongeveer gelijk. De van Kofi voor zijn toekomstig lot voelbaar maken.
gebeurtenissen worden hier gedetailleerd verteld 10 Ja, kort na het begin van het vierde stuk versnelt
en er zijn veel dialogen. In het laatste stuk (r. het verhaal: ‘De ochtend na hun aankomst op het
181-241) wordt meer in grote lijnen verteld. In schip waren ze van wal gestoken en sindsdien
weinig regels beschrijft dit deel van het verhaal waren vele dagen voorbijgegaan. De meeste tijd
veel tijd. brachten ze door in het schemerdonker van het
3 Ja, in de eerste drie stukken ligt het tempo lager ruim, maar één keer per dag werden ze aan dek
dan in het laatste stuk. gebracht voor wat lichaamsbeweging.’ (r. 188-
4 In de eerste drie delen (r. 1-180) is sprake van 191). Met de woorden ‘sindsdien waren vele
showing, in het vierde en laatste deel (r. 186-237) dagen voorbijgegaan’ gebruikt de schrijver de
van telling. techniek van de tijdverdichting.
5 Bij elke witregel maakt het verhaal een sprong in 11 Het verhaal heeft een inleidend begin. De lezer
de tijd. Hoeveel tijd er wordt weggelaten, geeft de maakt rustig kennis met de hoofdpersonen en de
schuingedrukte toelichting aan. omstandigheden waarin zij leven. Het verhaal
6 Nee. De eerste drie stukken zijn chronologisch heeft een open einde: het is onduidelijk hoe het
verteld, maar in het vierde stuk wordt de verdergaat met Kofi en wat hem precies te
chronologie doorbroken. Nadat het schip stil komt wachten staat.
te liggen, beschrijft het verhaal wat er eerder 12 Ja, er zijn twee verhaallijnen. In de ene lijn is
onderweg is gebeurd. Het verhaalheden wordt Willem de hoofdpersoon, in de andere draait
onderbroken. alles om de belevenissen van Kofi.
7 Ja, in het laatste stuk zit een grote terugblik over
wat er onderweg tijdens de reis is gebeurd. 2.3 Verhaalsoorten – Mythe en sage
8 Ja, er zijn verschillende terugverwijzingen. In het
eerste stuk denkt Willem twee keer terug aan wat Opdracht 5
zijn vader eerder over de zwarte mensen heeft –
gezegd (r. 13-22 en r. 47-50). Het effect is hier:
de lezer laten begrijpen waarom Willem zo over 2.4 Stijlfiguren – Herhaling, tautologie
zwarte mensen denkt. en pleonasme
Even verderop zit een terugverwijzing van de
soldaat naar de tijd dat hij net was aangekomen Opdracht 6
(r. 54-56). Het effect: de lezer duidelijk maken 1 schots en scheef: tautologie
wat de tamelijk bijzondere leefomstandigheden 2 rode aardbeien: pleonasme
hier zijn. 3 bejaarde oudjes: pleonasme
4 snel, heel snel: herhaling
In het derde stuk denkt Kofi terug (r. 149-152)
aan enkele ogenblikken eerder, toen hij had 5 witte sneeuw: pleonasme
kunnen ontsnappen door in zee te springen. Het 6 letterlijk geciteerd: pleonasme
effect is hier: aangeven hoe verschrikkelijk Kofi 7 Daarom-dan ook: tautologie
zich voelt. 8 Zomaar ineens: tautologie
9 Ja. Aan het eind van het eerste stuk wordt
vooruitgewezen naar het lot van Kofi (r. 83-89):
verkocht worden en verscheept worden naar de
West om daar als slaaf op een plantage te
werken. Aan het eind van het tweede stuk wordt
ook vooruitgewezen naar het lot van de slaven
_____ 16 BLOK

2 BASISBOEK
Opdracht 7 bwb = uit je adressenbestand
Je eigen voorbeelden. Bijvoorbeeld: vast en bijst = –
zeker, bont en blauw, blij en verheugd, huis en bvb = alle bij e-mailadressen, van je oude
haard, (in) vuur en vlam, (recht van) lijf en leden, vrienden bij e-mailadressen, je bij vrienden, oude
(met) huid en haar. bij vrienden, je bij adresbestand
Zin 4: wwg = is gecontroleerd
ond = Het gebit van de patiënt
3 Grammatica lv = –
mv = –
3.1 De bedrijvende en de lijdende vzv = –
vorm bwb = tijdens het consult, door de tandarts
bijst = –
Opdracht 8 bvb = van de patiënt bij gebit
1 a De dieven = ond Zin 5: wwg = vond
mijn laptop = lv ond = De rechercheur
b Mijn laptop = ond lv = bloedspetters
door de dieven = bwb mv = –
2 In zin 1a is het een onderwerp en in zin 1b vzv = –
samen met door een bijwoordelijke bepaling. bwb = op de muur van de keuken
3 In zin 1a. bijst = –
4 – bvb = van de keuken bij muur
5 a bedrijvende vorm Zin 6: wwg = is gemaakt
b lijdende vorm ond = Dit werkstuk
lv = –
Opdracht 9
mv = –
1 lijdende vorm
vzv = –
2 bedrijvende vorm
bwb = door vier leerlingen uit mijn klas
3 bedrijvende vorm
bijst = –
4 lijdende vorm
bvb = vier bij leerlingen, uit mijn klas bij
5 bedrijvende vorm
leerlingen, mijn bij klas.
6 lijdende vorm
2 –
Opdracht 10 3 Zin 1: De hovenier maaide het gras van onze
1 Zin 1: wwg = werd gemaaid tuin.
ond = Het gras van onze tuin Zin 4: De tandarts heeft tijdens het consult het
lv = – gebit van de patiënt gecontroleerd.
mv = – Zin 6: Vier leerlingen uit mijn klas hebben dit
vzv = – werkstuk gemaakt.
bwb = door de hovenier 4-6 Je eigen werk.
bijst = –
Opdracht 11
bvb = van onze tuin bij gras, onze bij tuin
1 bedrijvende vorm, ovt
Zin 2: wwg = heeft gemaakt
De krater van de Vesuvius werd in de
ond = Timo
meivakantie door de twee broers bezocht.
lv = een mooie tekening
2 lijdende vorm, ovt
mv = –
Esmeralda las het spannende boek in één keer
vzv = –
uit.
bwb = tijdens de tekenles
3 bedrijvende vorm, ovt
bijst = –
De kortste weg naar het strand werd de
bvb = mooie bij tekening
buschauffeur door de verdwaalde toeristen
Zin 3: wwg = wis
gevraagd.
ond = je
4 lijdende vorm, ovt
lv = alle e-mailadressen van je oude vrienden
De vriendelijke ober serveerde de pizza zo snel
mv = –
mogelijk.
vzv = –
17 _____

Antwoorden blok 2

5 lijdende vorm, vtt 3.4 Woordsoortbenoeming –


De werknemer van het hoveniersbedrijf heeft Het voegwoord
eindelijk het gras gemaaid.
Opdracht 15
3.2 Zinsontleding – Het naam- 1 Zin 1: Kevin kan niet pinnen. Zijn saldo is te laag.
woordelijk gezegde (uitbreiding) Zin 2: De jongens gaan een rondje hardlopen. De
sportleraar begint met de training.
Opdracht 12 Zin 3: Ik zag een botsing tussen twee auto’s. Ik
1 wwg = – was op de weg naar school.
nwg = schijnt erg hoog te zijn Zin 4: Ik hoop. Je hebt het naar je zin gehad.
ww.deel = schijnt te zijn Zin 5: Ticho weet niet. Ik heb zijn mailtje gisteren
nw.deel = erg hoog ontvangen.
ond = de temperatuur in Griekenland 2 Van de zinnen na het voegwoord, want het
2 wwg = zal schijnen onderwerp en de persoonsvorm staan niet bij
nwg = – elkaar.
ond = de zon
3 wwg = Probeer te voorkomen Opdracht 16
nwg = – 1 want = nevensch.vw
ond = – 2 of = ondersch.vw
4 wwg = – 3 dat = ondersch.vw
nwg = lijkt niet avontuurlijk 4 maar = nevensch.vw
ww.deel = lijkt 5 Voordat = ondersch.vw
nw.deel = niet avontuurlijk 6 Hoewel = ondersch.vw
ond = Een vakantie op het eiland 7 doordat = ondersch.vw
Schiermonnikoog 8 en = nevensch.vw
5 wwg = –
Opdracht 17
nwg = komt bekend voor
1 a bijwoord
ww.deel = komt … voor
b onderschikkend voegwoord
nw.deel = bekend
2 In zin 1a is Toen een apart zinsdeel. In zin 1b is
ond = Deze weg
toen een voegwoord, het verbindt twee zinnen.
6 wwg = –
3 a aanwijzend voornaamwoord
nwg = blijkt niet erg duidelijk te zijn
b onderschikkend voegwoord
ww.deel = blijkt te zijn
c betrekkelijk voornaamwoord
nw.deel = niet erg duidelijk
4 In zin 3a is het woord dat zelfstandig gebruikt. Je
ond = Mijn rol in dit toneelstuk
kunt er een zelfstandig naamwoord achter
Opdracht 13 denken (dat antwoord). Het woord dat verwijst
– vooruit.
In zin 3b verbindt het woord dat twee zinnen.
3.3 Woordsoortbenoeming – In zin 3c verwijst het woord dat terug naar het
Het telwoord zelfstandig naamwoord dat ervoor staat.
5-6 Je eigen werk.
Opdracht 14
1 Alle = onb.htelw
2 eerste = b.rtelw, laatste = onb.rtelw
3 Enkele = onb.htelw
4 een vierde = b.rtelw
5 Weinig = onb.htelw, vier = b.htelw
_____ 18 BLOK

2 BASISBOEK
4 Spelling 6 incubatietijd – tijd tussen de besmetting en het
uitbreken van een ziekte
4.1 Tussenletter(s) in samenstellingen 7 instantie – afdeling of organisatie van de
overheid die bepaalde zaken behandelt
Opdracht 18 8 medisch circuit – de wereld van de
3 dronkenlap gezondheidszorg (dokters, ziekenhuizen
6 getuigenverklaring enzovoort)
10 kattenkwaad 9 particuliere initiatieven – het beginnen van iets
14 reuzenhagedis door burgers of ondernemers (niet door de
16 ruggensteun overheid)
18 staatsschuld 10 recent – kort geleden
19 verkeerssignaal 11 rendement – opbrengst (aan warmte)
20 zonnewijzer 12 second opinion – advies van een tweede
deskundige
4.2 Het liggend streepje (koppelteken);
weglatingsstreepje 5.2 Spreekwoorden en uitdrukkingen
met het woord neus
Opdracht 19
1 50 kilometerbord Opdracht 22
2 A4-papier 1 hij doet alsof zijn neus bloedt
4 aspirant-lid 2 de neuzen tellen
5 bank-of girorekening 3 een frisse neus halen
8 couveuseafdeling 4 een wassen neus
10 havo 3-klas 5 niet verder kijken dan zijn neus lang is
11 het vrouw-zijn 6 zijn neus overal insteken
14 kant-en-klaarmaaltijd 7 wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht
15 knip- en plakwerk 8 zijn neus stoten
16 mevrouw De Boer-van Kesteren 9 dat gaat (aan) zijn neus voorbij
17 milieu-invloed 10 iemand bij de neus nemen
18 minister-president 11 iemand iets door de neus boren
21 Nieuw-Zeelander 12 iets langs zijn neus weg zeggen
22 pincode 13 iemand met de neus op de feiten drukken
26 Sint-Bavokerk 14 met zijn neus in de boter vallen
15 het neusje van de zalm
4.3 Sneldictee 16 uit zijn neus eten
17 je neus uitkomen
Opdracht 20
18 het ligt voor je neus

19 iemand iets onder de neus wrijven
20 op zijn neus kijken
21 ja, me neus
5 Taalschat
Opdracht 23
5.1 Woorden rond de teksten Bijvoorbeeld:
1 alle neuzen dezelfde kant op laten wijzen: ervoor
Opdracht 21
zorgen dat men het eens is
1 compagnie – handelsvereniging
2 iets voor iemands neus weghalen, wegpikken:
koloniën – veroverde vreemde gebieden om
hem net te vlug af zijn
handel mee te drijven enzovoort
3 iemand de pin op de neus zetten: iemand flink
2 compenseren – weer goed maken
onder druk zetten
3 diabetes – suikerziekte (waarbij te veel glucose in
4 geen knip voor de neus waard zijn: niets waard
het bloed aanwezig is)
zijn, nergens voor deugen
complicaties – bijverschijnselen die een ziekte
5 wie het onderste uit de kan wil halen, krijgt het lid
erger maken
op de neus: wie te veel wil, krijgt vaak niets of
4 incidenteel – maar af en toe
komt bedrogen uit
5 fundamentele – zeer diep aanwezige
19 _____

Antwoorden blok 2

6 Lees vaardig 13 De geluidskwaliteit is over het algemeen minder.


Het noise cancelling systeem komt niet zo goed
6.1 Zins- en alineaverbanden tot zijn recht. Veel mensen vinden deze
hoofdtelefoons niet prettig zitten.
Opdracht 24 14 Deze hoofdtelefoons zitten steviger. Het noise
1 A cancelling systeem werkt beter.
Uitleg: In de eerste zin wordt een uitspraak 15 Je eigen antwoord. Heb je je keuze toegelicht?
gedaan die in de rest van de alinea wordt 16 A
toegelicht en uitgelegd.
2 namelijk 6.3 Eindopdracht
3 C
Uitleg: In deze zinnen wordt opgesomd in welke Opdracht 26
culturen slavernij voorkwam. 1 Je eigen woorden met betekenis. Heb je de
4 En, Ook, Bovendien manier waarop je de betekenis gevonden hebt
5 D beschreven?
Uitleg: De verschillende vormen van slavernij 2 C
worden met elkaar vergeleken. 3 Alinea 3 tot en met 13.
6 waar 4 B
Uitleg: In die zinnen wordt toegelicht wat het 5 D
begrip ‘horige’ inhoudt. 6 Eerste reden: Er waren te weinig Indianen, de
7 waar oorspronkelijke bewoners, om als slaven te
Uitleg: In die zin wordt de oorzaak genoemd voor worden ingezet.
het minder vaak voorkomen van slavernij. Tweede reden: De Indianen waren fysiek
8 waar (lichamelijk) niet geschikt om het zware werk op
Uitleg: De situatie van lijfeigenen en horigen de plantages te verrichten.
worden met elkaar vergeleken. 7 Naar het vervoeren van Afrikanen naar het
9 D Caribische gebied.
Uitleg: De tekst legt uit hoe het systeem van de 8 D
slavernij in verschillende culturen in elkaar zit. 9 B
10 B 10 a ‘Op het totaal … het Nederlandse aandeel
Uitleg: De inleiding geeft meteen aan dat de tekst ongeveer vijf procent.’ (r. 63-65).
gaat over slavernij in allerlei culturen in de b Het Nederlandse aandeel van vijf procent is
oudheid. gebaseerd op de volgende gegevens: totaal
vervoerd circa tien miljoen, Nederland heeft
6.2 Tabel en schema ongeveer 550.000 mensen vervoerd (zie de
gegevens in alinea 9 en 10).
Opdracht 25 11 Opsommend verband.
1 In het oor en op het oor. 12 Uitleggend of toelichtend verband.
2 Shure E3c (200 euro) 13 a Op de bewaarde boekhouding van de WIC.
3 Sennheiser PX 100 b ‘Tijdens de periode … vast te stellen.’ (r. 77-81)
4 Sony MDR-ED21LP c In de tweede periode had het WIC geen
5 Sony MDR-E829V monopolie meer en waren er particuliere
6 Vivanco SR 50 slavenhandelaren actief. De MCC was hiervan
7 voor een kwart (25%) de grootste, maar er waren er meer. Over een
8 Op het oor: Bose Triport TP-1, Sennheiser PCX eventueel bewaarde boekhouding van die
250, Sennheiser PX 100, Philips SBC HN050, particulieren zegt de tekst niets. Het vage ‘Naar
AKG K24P. kan worden aangenomen …’ (r. 74) zegt niet zo
In het oor: Sennheiser CX300, Sony MDR- veel.
ED21LP. 14 Hiermee wordt bedoeld: de periode 1775-1800.
9 Het systeem filtert het omgevingsgeluid weg, 15 Naar het afschaffen van de slavernij (in de in
vooral roezemoezig geluid. alinea 13 genoemde landen).
10 Sennheiser PCS 250. Prijs: 150 euro.
11 Philips SBC HN050
12 Op het oor. In de kolom ‘comfort’.
_____ 20 BLOK

2 BASISBOEK
16 Nee, pas in 1863 werd de slavernij in Nederland ● De zin die in de lijdende vorm staat is: dat er
feitelijk afschaft. De tekst geeft geen verklaring meer toezicht op de internetsites door speciale
voor het feit dat er bijna vijftig jaar zit tussen het instellingen wordt gehouden.
tekenen van het verdrag en de daadwerkelijke ● Het signaalwoord maar moet je vervangen door
afschaffing. want, omdat er sprake is van een uitspraak-
17 B redenverband.

7 Schrijf vaardig
Herschreven tekst:
7.1 Schrijven op niveau
1 Via het internet kun je snel informatie
Opdracht 27 uitwisselen of inwinnen. Dat is voor de meeste
1-2 – mensen een groot voordeel. Je hoeft niet
3 Hierna staan per alinea de fouten. Daarna volgt helemaal naar de bibliotheek te gaan om daar
de herschreven tekst. een boek te zoeken en dat door te bladeren om
Alinea 1 het antwoord op je vraag te vinden. Ook jij kunt
● Het overbodige woord is bijvoorbeeld. via het internet snel informatie uitwisselen.
Bijvoorbeeld en op een andere manier geven Dat doe je via e-mail, een forum of op een
aan dat er meer manieren zijn. Je laat andere manier. Als je via de post een brief
bijvoorbeeld weg. naar iemand stuurt, komt de brief een paar
● Het verkeerd gebruikte werkwoord is winnen. Dit dagen later aan. E-mailen gaat veel sneller.
moet inwinnen zijn. 2 Veel mensen kopen en verkopen spullen
● Het fout gebruikte verwijswoord is die. Het via het internet. Ook downloaden ze veel
verwijswoord verwijst naar boek. Dit is een programma’s, foto’s en andere bestanden. Dit
● het-woord. Die moet je veranderen in dat. doen ze zonder toestemming. Als iemand iets
● De zin in de lijdende vorm is: Als een brief door downloadt, heeft de ontvanger bijvoorbeeld
jou via de post naar iemand wordt gestuurd. gratis een spel dat een ander heeft gemaakt.
Alinea 2 3 Een nadeel van het internet is, dat je nooit
● Alle zinnen staan in de lijdende vorm. zeker weet of de informatie op het internet uit
● Overbodige woorden: illegaal en zonder betrouwbare bronnen komt. De informatie die in
toestemming betekenen hetzelfde. Gratis en sommige bronnen staat, kan dus fout zijn. Het
zonder te betalen betekenen ook hetzelfde. kan voorkomen (of: het komt misschien voor) dat
● Het fout gebruikte verwijswoord is wat. Het mensen informatie misbruiken. Een ander nadeel
verwijswoord verwijst naar spel. Dit is een is dat iemand via bestanden virussen in je
● het-woord. Wat je veranderen in dat. computer kan brengen.
Alinea 3 4 Het internet heeft dus voor- en nadelen. Je
● De congruentiefouten zijn: ‘de informatie op het moet ervoor zorgen dat je geen misbruik maakt
internet uit vertrouwelijke bronnen komen’ en van het internet, want dan benadeel je anderen.
‘De informatie die in sommige bronnen staan’. Het is nodig dat speciale instellingen meer
● Het verkeerd gebruikte woord is vertrouwelijke. toezicht op de internetsites houden.
Dit moet betrouwbare zijn.
● In de derde zin staat een overbodig woord. De 7.2 Het invullen van een formulier
woorden kan en misschien betekenen hetzelfde.
Het woord misschien kun je weglaten. Opdracht 28
● De lijdende zin is: dat informatie door mensen –
wordt misbruikt.
Alinea 4
● Het weglatingsstreepje moet achter voor staan:
voor- en nadelen.
● Het voorzetsel voor moet je in de tweede zin
invoegen. De zin wordt dan: Je moet ervoor
zorgen.
21 _____

Antwoorden blok 2

7.3 Het maken van een formulier 11 kunnen


12 liggen
Opdracht 29 13 rede
1-10 14 omdat
Je hebt voor een onderzoek naar het leesgedrag Uitleg: Waarom vroegen de restaurantbezoekers
van jongeren (onderwerp A) of naar het een andere tafel?
internetgedrag van jongeren (onderwerp B) een
vragenformulier gemaakt. 9.2 Taalfouten – Foutief pleonasme,
foutieve tautologie
7.4 Het verwerken van informatie in
een tabel Opdracht 35
1 In de loop van de dag viel er een dik pak witte
Opdracht 30 sneeuw. – foutief pleonasme
1-2 Je eigen werk. 2 Paprika’s hoeven niet te worden ingevoerd uit het
buitenland, omdat ze ook in Nederland worden
geteeld. – foutief pleonasme
8 Spreken, kijken en luisteren 3 De kans bestaat dat de politie er door het
buurtonderzoek misschien achter komt wie het
8.1 Gesprekken bushokje hebben vernield. – foutieve tautologie
4 De burgemeester heeft het café zonder
Opdracht 31
voorafgaande waarschuwing laten sluiten
1-2 Je eigen rollenspel. Zorg ervoor dat je geen
wegens overlast als gevolg van verkoop van
grove of beledigende taal gebruikt, maar het doel
softdrugs. – foutief pleonasme
(tevreden uit elkaar gaan) bereikt. Bespreek je
5 De heer en mevrouw Ter Burg geven kennis van
onvrede door goede argumenten te gebruiken.
de geboorte hun jongste dochter Imelda. – foutief
pleonasme
8.2 Vergaderen
6 Door de wind gaat de zeilboot naar één kant
Opdracht 32 overhellen. Die kant heet de lage zijde of lijzijde.
Jullie hebben de vergadering over een – foutief pleonasme
klassenjournaal voorbereid door de rollen te 7 Het meisje gluurde nieuwsgierig in de brievenbus
verdelen en een agenda op te stellen. Tijdens de van de buren. – foutief pleonasme
vergadering hebben jullie alle punten verwerkt. 8 Bovendien moet je vandaag ook nog het mailtje
De voorzitter, notulist en de woordvoerder van Esther beantwoorden.
hebben hun taken goed uitgevoerd. Of: Vandaag moet je ook nog het mailtje van
Esther beantwoorden. – foutieve tautologie
Opdracht 33 9 Even na vieren hoorden we een doffe dreun en
– namen daarna een felle vuurzee waar. – foutief
pleonasme
10 Vanwege het grote aantal strandbezoekers gaf
9 Over taalgebruik de politie toestemming om in de bermen te
mogen parkeren. – foutieve tautologie
9.1 Taalfouten – Tweelingfouten 11 Meteorologen kunnen dankzij allerlei technieken
een zware storm van tevoren zien aankomen. –
Opdracht 34 foutief pleonasme
1 Kende 12 Als u deze trap af gaat naar beneden, komt u in
2 reden de wijnkelders van het chateau terecht. – foutief
3 Met de hulp van pleonasme
4 te wijten 13 Het registreren is gratis en geeft u zonder kosten
5 tenzij onmiddellijk toegang tot wedstrijden, polls en
6 neergelegd andere diensten van De Standaard. – foutieve
7 Doordat tautologie
8 dan
9 blijkbaar
10 Doordat
_____ 22 BLOK

2 BASISBOEK
14 De leraar heeft het antwoord niet goed gerekend, 11 Miniproject: De kracht van
maar dat is volgens zijn collega echter niet het voorbeeld
terecht. (Of: De leraar heeft het antwoord niet
goed gerekend; maar dat is volgens zijn collega 11.1 Voorbeeldenboek
echter niet terecht.) – foutieve tautologie
Opdracht 37
1 Je hebt tekstfragmenten verzameld die diverse
10 Gedicht schrijffouten en passieve zinnen bevatten.
2 Je hebt zoveel mogelijk formulieren (originele
Opdracht 36 exemplaren) verzameld die jongeren invullen.
1 Je eigen antwoord.
2 Je eigen antwoord, bijvoorbeeld: Kleine wereld of Opdracht 38
Groot als goden. Je eigen werk.
3 Figuurlijk. We worden niet letterlijk groter, maar
komen in de loop van de tijd steeds meer te
Opdracht 39
weten, kunnen steeds meer. Het gaat hier
Je eigen werk.
niet om de individuele mens, maar om de
mensheid, die tot steeds meer in staat is.
Opdracht 40
4 Door onze reizen kunnen we tegenwoordig Je eigen werk.
overal vrij snel komen. Verre streken brengen we
dichterbij. De wereld wordt dus kleiner.
De beeldspraak is een metafoor, want alleen het
beeld is over.
5 Vergelijking met als: Mensen zijn zo groot
geworden als goden.
6 De beeldspraak is een metafoor. Er wordt mee
bedoeld dat we greep hebben op de tijd en de
ruimte.
7 De beeldspraak is een metafoor. Er wordt mee
bedoeld dat we niet meer beperkt worden door
de plek waar we zijn, maar dat we overzicht
hebben, alles begrijpen en beheersen.
8 Een metafoor.
9 We zijn in staat om onze dromen waar te maken.
Wat eerst onbegrijpelijk en duister was, maken
we begrijpelijk en helder. Wat eerst niet mogelijk
was, maken we nu wel mogelijk.
10 Dit gedicht maakt duidelijk dat de mens in de
loop van de geschiedenis steeds machtiger is
geworden, dat de mens steeds meer greep krijgt
op tijd en ruimte, dat we steeds meer dingen
begrijpen (ook zaken die vroeger duister waren)
en dat we al onze wensen en wensdromen
inmiddels kunnen vervullen.
11 Je eigen antwoord met toelichting.
BLOK 23 _____

3 BASISBOEK
1 Lekker lezen 7 Er wordt betrekkelijk veel tijd in weinig woorden
verteld, maar doordat er veel tijdsprongen zijn,
1.1 Over het verhaal worden de gebeurtenissen toch gedetailleerd en
niet in grote lijnen beschreven.
Opdracht 1 Lees- en discussievragen 8 De schrijver gebruikt vooral showing, waardoor
1 In drie opzichten. Medea heeft haar vader de lezer heel dicht op de personages en de
verraden door Jason te helpen de ramsvacht te gebeurtenissen zit. Er zijn veel dialogen en
veroveren. Pelias heeft Jason verraden door zijn weinig beschrijvingen. De lezer heeft hierdoor het
belofte over de troonopvolging niet na te komen. gevoel nauw bij het verhaal betrokken te zijn.
Jason heeft Medea verraden door toe te staan 9 De terugverwijzing waarin wordt verteld dat
dat zij uit het paleis wordt verwijderd en door met Medea, net als haar moeder, bijzondere gaven
Glauke te gaan trouwen. heeft (het ‘Tweede Gezicht’ wil zeggen:
2 a Eerst zijn Jason en Medea dolverliefd op elkaar. paranormale gaven). Ze wordt opgeleid als
Langzamerhand komt bij Jason voor de liefde kenner van kruiden die over leven en dood
voor Medea in de plaats: zijn wil en ambitie om beslissen en als magiër. Die terugverwijzing is
macht te krijgen, koning te worden. Daar offert belangrijk, omdat ze met die gaven Jason helpt
hij die liefde aan op. Tot op het moment dat de ramsvacht te veroveren, maar die kennis zorgt
bekend wordt dat Jason met Glauke gaat er ook voor dat ze op het paleis van Kreoon als
trouwen, blijft Medea Jason trouw en accepteert een gevaarlijke en machtige vrouw wordt
ze wat er met haar gebeurt. Op het moment dat beschouwd die moet verdwijnen. Aan het eind
Jason toegeeft met Glauke te gaan trouwen, is lijkt het erop dat Medea haar gaven gebruikt om
alles voor Medea voorbij. wraak te nemen. Misschien besluit ze ook wel
b Jason verandert in wezen weinig. Vanaf het zichzelf om het leven te brengen.
begin hunkert hij naar macht en het 10 Een open einde. Het is niet duidelijk hoe het
koningschap. Daarvoor had hij de gevaarlijke afloopt met Jason en wat Medea precies van
tocht naar Kolchis ondernomen. De liefde voor plan is. Wel laat het eind vermoedens ontstaan
Medea verandert wel: eerst is hij gek op haar, over wat Medea gaat doen: ze zal iemand doden,
maar die gevoelens worden steeds verder maar wie dat is, blijft onzeker.
verdrongen door zijn hunkering naar macht. 11 Je eigen mening en uitleg daarbij.
Medea verandert pas helemaal op het eind. Ze 12 Het verhaal is eerder een sage dan een mythe,
blijft Jason trouw, ze blijft in hun liefde geloven want goden en halfgoden spelen geen hoofdrol.
tot het moment dat hij, door het idee van macht Het verhaal gaat vooral over macht en liefde, niet
verblind, met Glauke gaat trouwen. over de raadsels van het leven of de natuur. De
3 Jason wil ten koste van alles koning worden en hoofdpersoon Medea heeft trekjes van een heks
macht krijgen. Dat blijkt uit wat hij doet en zegt: en tovenaar.
hij verovert de ramsvacht, hij laat toe dat Medea 13-14
uit het paleis wordt verbannen en hij besluit met Je eigen mening en argumentatie.
Glauke te gaan trouwen.
4 De tegenstelling tussen verstand en gevoel. Opdracht 2 Opdrachten voor het fictiedossier
Jason volgt zijn verstand. Medea gaat uit van 1-5 Je hebt een van de opdrachten gemaakt.
haar gevoel en wil dat Jason zijn gevoel ook Controleer goed of je je aan de opdracht hebt
meer laat spreken. gehouden en alle punten hebt verwerkt. Heb je
5 Je eigen antwoord. ongeveer driehonderd woorden gebruikt?
6 Medea wordt door koning Kreoon en vooral door
Astanax beschouwd als een vreemdelinge met
gevaarlijke vaardigheden. Medea komt volgens 2 Over lezen
hen uit een onbeschaafd land, gelooft in andere
goden, is te onafhankelijk en slim en vormt met 2.1 Over Ed Franck
haar kruiden en magische gaven een gevaar.
Vooral Astanax voelt dat Medea zijn eigen macht Opdracht 3
weleens in gevaar zou kunnen brengen. Als zij 1 a-c Je eigen antwoord. Heb je je antwoord
verdwijnt, houdt hij zijn macht als adviseur, eerst toegelicht?
van Kreoon en later van Jason. 2 De site www.kjoek.nl. Je eigen beoordeling en
argumenten.
_____ 24 BLOK

3 BASISBOEK
3 Franck heeft onder meer de volgende prijzen Astanax leer je vooral kennen door wat hij zegt
gekregen: en doet.
● voor Geen wonder dat moeder met de Het gevolg is dat je Jason en Medea heel goed
goudvissen praat: de Boekenwelp (1990); leert kennen, Astanax veel minder.
● voor Zomer zeventien: Prijs van de Vlaamse 9 Jason: ambitieus, vasthoudend, maar ook laf,
gemeenschap (1992); onzeker, bang en moeilijk in de omgang.
● voor Het huis van eb en vloed: de Boekenwelp Medea: vindt gevoel belangrijk, zachtaardig, slim,
(1999); verstandig, komt uiteindelijk voor zichzelf op,
● voor Mijn zus draagt een heuvel op haar rug: de ongelukkig.
Boekenwelp (2001); Astanax: onbetrouwbaar, sluw, gemeen,
● voor Abélard en Héloïse: de Boekenleeuw achterbaks, ambitieus.
(2003). 10 Je eigen mening. Deze is gebaseerd op
overeenkomsten en verschillen in normen en
2.2 Personages waarden tussen jou en de genoemde
personages.
Opdracht 4
1 Er zijn twee hoofdpersonen: Jason en Medea. Je 2.3 Verhaalsoorten – Sprookje en
leert ze allebei van binnenuit kennen en het legende
verhaal draait om de belevenissen van hen
beiden. Opdracht 5
2 De bijfiguren zijn: koning Aietes, koning Pelias, 1-8 Je hebt drie van de acht opdrachten uitgevoerd.
koning Kreoon en adviseur Astanax. Minstens één ervan is een legende. Controleer
3 Koning Aietes: arrogant, gemeen, zelfverzekerd. goed of je alle vragen beantwoord en
Rol: tegenstander. beargumenteerd hebt.
Koning Pelias: onbetrouwbaar en gemeen. Rol:
tegenstander. 2.4 Stijlfiguren – Vooropplaatsing,
Koning Kreoon: vasthoudend, achterbaks. Rol: opsomming, climax, anticlimax,
tegenstander. parallellisme
Astanax: sluw, onbetrouwbaar, gemeen. Rol:
Opdracht 6
tegenstander.
1 pais en vree: tautologie
4 Ja, je komt erachter dat zij meer en
2 bier, wijn, garnalen en ijstaart: opsomming
uiteenlopende eigenschappen bezitten en dat ze
3 rustig lopen, rennen, vliegen: opsomming met
in de loop van het verhaal veranderen.
climax
5 Nee, het zijn flat characters, want je leert ze bijna
4 witte schimmel: pleonasme
niet goed kennen. Ze bezitten maar enkele
5 De zinnen beginnen en verlopen op dezelfde
typerende eigenschappen.
manier: parallellisme. De vier zinnen kunnen ook
6 Jason wil koning worden. Om dit doel te bereiken
gezien worden als een opsomming met een
zet hij alles op het spel, ook de liefde van Medea.
anticlimax aan het eind van de laatste zin.
Medea wil gelukkig worden met Jason en geeft
6 Dat oude kerkje: vooropplaatsing
veel toe om dat te bereiken. Maar dat hij met een
7 vast en zeker: tautologie
ander zal gaan trouwen, gaat haar te ver.
8 gedwongen – moeten: tautologie
Astanax wil de macht houden. Hij denkt dat hij
Jason de baas kan. Over Medea twijfelt Astanax
en haar wil hij dan ook uit het paleis en uit het
leven van Jason laten verdwijnen.
7 Koning Kreoon en Astanax brengen Jason in een
situatie waarin hij Medea moet laten vallen als hij
koning wil worden. Jason kiest voor de macht en
tegen Medea.
8 Jason en Medea leer je kennen door wat ze
denken en voelen, door wat ze doen en zeggen
en door wat anderen over hen zeggen en
denken.
25 _____

Antwoorden blok 3

3 Grammatica 4 a Ik kan me niet voorstellen


b dat je zo veel geld uitgeeft aan een kaartje voor
3.1 Zinsontleding – Weet je het nog? een voetbalwedstrijd.
onderschikking
Opdracht 7 6 a Van onze trainer moeten we vroeg naar bed
1 van je lichaamstaal = vzv b want morgen spelen we een belangrijke
2 veel Romeinse villa’s = ond wedstrijd.
3 is afschuwelijk = nwg nevenschikking
4 hun = mv 8 a Het blussen van een brand lijkt heel simpel
5 uit het dorp = bvb b maar volgens brandweermannen is het meestal
6 het spannendste duel uit de competitie = bijst een lastig en gevaarlijk karwei.
nevenschikking
Opdracht 8
9 a Voordat je een strippenkaart koopt
1 zin 1: ott
b moet je weten hoeveel strippen je voor je reis
zin 2: vtt
nodig hebt.
zin 3: ott
onderschikking
zin 4: vtt
10 a Hoewel de spelers hun coach vertrouwden
zin 5: ott
b protesteerden ze tegen zijn laatste beslissing.
zin 6: ovt
onderschikking
2 zin 2 en 5
3 zin 2: Archeologen hebben in Italië veel Opdracht 11
Romeinse villa’s onder bestaande dorpen en Je eigen zinnen.
steden ontdekt. Voorbeeldzinnen:
zin 5: De loodgieter uit het dorp repareert de 1 Omdat ze zich gisteren verveelden, vernielden de
waterleiding. jongens het bushokje.
2 Toen hij een probleem had, heb ik hem
3.2 Samengestelde zinnen geholpen.
3 Als je een boek leest, kun je je eigen beelden bij
Opdracht 9
het verhaal bedenken.
1 samengesteld
4 Als het vanavond onweert, moet je niet op de
2 samengesteld
fiets komen.
3 samengesteld
5 Nadat hij de wedstrijd had gewonnen, heb ik hem
4 samengesteld
de bloemen overhandigd.
5 enkelvoudig
6 Gisteren vertelde hij mij dat hij zijn werkstuk niet
6 samengesteld
had gemaakt.
7 enkelvoudig
7 Als ik hem met mijn broer vergelijk, kan hij goed
8 samengesteld
dansen.
9 samengesteld
10 samengesteld Opdracht 12
1-4 Je eigen antwoorden.
Opdracht 10
1-2
3.3 Woordsoortbenoeming – Herhaling
1 a Omdat de leraar ziek is
b gaat mijn presentatie vandaag niet door. Opdracht 13
onderschikking hun = bez.vnw
2 a Nadat de journalist het nieuwsbericht had maar = nevensch.vw
geschreven eerste = b.rtelw
b mailde hij het direct naar de krant. Niemand = onb.vnw
onderschikking dat = aanw.vnw
3 a Mijn ouders willen weten Sommige = onb.htelw
b of je dit weekend blijft slapen. dat = ondersch.vw
onderschikking onvolledig = bw
eenzaamheid = znw
als = ondersch.vw
is = kww
_____ 26 BLOK

3 BASISBOEK
Dan = bw 6 haviken
Welke = vr.vnw 7 jury’s
correct = bnw 8 kangoeroes
uit = vz 9 loverboys
10 luiwammesen
Opdracht 14 11 orchideeën
Je eigen antwoorden. 12 plateaus
Voorbeeldzinnen: 13 poriën
1 De aardige jongen is teleurgesteld, omdat hij nu 14 portefeuilles
niet met Simon samenwerkt. 15 radiators, radiatoren
2 Jens mailt met Alper, maar hij beantwoordt de 16 repetities
mailtjes niet. 17 shampoos
18 video’s
Opdracht 15
19 virussen
1-8 Je eigen bouwplan.
20 vitamines, vitaminen
21 zeemannen, zeelieden, zeelui
22 zones
4 Spelling
Opdracht 18
4.1 De spelling van de drie 1 alcoholici
werkwoordsvormen 2 antroposofen
3 perspectieven
Opdracht 16
4 fotografen
1 Beschilderd is een voltooid deelwoord; de
5 catalogussen, catalogi
persoonsvorm is had. Je zegt: beschilderde, dus
6 centrums, centra
schrijf je het voltooid deelwoord ook met een -d.
7 coaches
2 De uitleg is goed.
8 octaven
3 Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm
9 diabetici
staat, schrijf je de ik-vorm. Dat is hier dus: Word.
10 dolfinariums, dolfinaria
Het onderwerp bij aanbiedt is ‘die’. Deze
11 jubileums, jubilea
persoonsvorm is wel goed gespeld.
12 kluizen
4 Het werkwoord mixen kun je vergelijken met
13 laarzen
boksen. Het voltooid deelwoord hiervan is:
14 podiums, podia
gebokst. Daarom schrijf je ook: gemixt.
15 saldo’s, saldi
5 Je moet bij ’t kofschip naar de stam kijken: lev.
16 seismografen
De v staat niet in ’t kofschip en daarom schrijf je
17 technici
een -d.
18 tendensen
6 De uitleg is goed.
19 filosofen
7 Je kunt de spelling niet goed horen en dan
20 kruisen, kruizen
gebruik je ’t kofschip. De z van glanzen staat hier
21 statieven
niet in en daarom is het glansde.
22 territoria, territoriums
8 Verbeterd is een voltooid deelwoord en is is de
persoonsvorm. In de verleden tijd hoor je -de en
4.3 Drieledige samenstellingen
daarom schrijf je het voltooid deelwoord ook met
een -d. Opdracht 19
1 derdewereldland
4.2 Veelvoorkomende én bijzondere 2 eenmansactie
meervoudsvormen 3 legeflessenbon
4 gebruiktefietsenwinkel
Opdracht 17
5 bruinebonensoep
1 accu’s
7 heteluchtverwarming
2 cafés
9 hogedrukpan
3 calorieën
10 langeafstandsvlucht
4 dommeriken
5 genieën
27 _____

Antwoorden blok 3

11 viersterrenrestaurant 6 Lees vaardig


12 vijftigeurobiljet
13 nattevingerwerk 6.1 Verbindingsmanieren van alinea’s

4.4 Sneldictee Opdracht 23


1 C
Opdracht 20 Uitleg: De overgangszin is: ‘Aanvankelijk ging het
– daarbij niet om enorme aantallen.’ Het
verwijzende woord is daarbij. Dit woord verwijst
naar ‘Afrikanen naar het Caribische gebied
5 Taalschat brengen’, dat in de laatste zin van alinea 4 staat.
2 A
5.1 Woordveld Uitleg: De eerste zin van alinea 6 begint met het
signaalwoord Ook.
Opdracht 21 3 D en A
1 geurig maken Uitleg: Door een aankondigende zin aan het eind
2 iets als volmaakt voorstellen van alinea 8 (Na een aarzelend begin … worden
3 inzetten in levend weefsel onderverdeeld.) en door het signaalwoord eerste
4 indruk maken aan het begin van alinea 9.
5 onvoorbereid uitvoeren 4 A
6 innen, binnenhalen Uitleg: De signaalwoordgroep is: De tweede
7 koppelen aan het algemene prijsniveau periode.
8 een overtuiging opdringen 5 C
9 een optocht houden (voorbij komen om zich te Uitleg: Een overgangszin aan het begin van
laten zien) alinea 11: ‘Bij deze verdeling … worden
geplaatst.’
5.2 Woorden uit de media 6 B
Uitleg: Herhaling van het woord:
Opdracht 22
verliespercentage
Je eigen zinnen.
Betekenissen:
6.2 Functies van tekstgedeelten
1 slachthuis
2 de dingen die eerder in iemands leven zijn Opdracht 24
gebeurd, iemands voorgeschiedenis 1 a Het standpunt van de schrijver, Jan Goudriaan,
3 indrukwekkend einde want hij vindt het argument in de film oneigenlijk.
4 zelfverzekerd, in staat om voor jezelf op te b Dat het eten van vlees minstens zo’n groot
komen klimaateffect heeft als rijden met de auto of
5 het stemmen over de toelating van een nieuw lid vliegreizen maken.
6 afgang c Van de makers van de film Meat the truth.
7 te besteden bedrag 2 Niet onwelwillend, hij heeft er zelfs wel sympathie
8 tussenoplossing voor. Dat blijkt uit de eerste drie zinnen van de
9 kruiswoordpuzzel met raadselachtige tekst
omschrijvingen en uit het begin van de vierde zin: ‘Wat jammer
10 opgewonden en zenuwachtig dat …’.
11 op grond van één geval een heleboel gevallen op 3 A
dezelfde manier beoordelen Uitleg: De schrijver neemt de stelling in dat de
12 verplichting om aan te tonen wie je bent (als meeste beweringen in de film en op de site
daarom gevraagd wordt) misleidend of zelfs geheel onjuist zijn.
13 iemand die zijn mening of gedrag aanpast als 4 C
hem dat voordeel oplevert Uitleg: In de laatste zin van alinea 3 kondigt de
14 iemand een slechte naam bezorgen (omdat hij schrijver aan wat hij daarna gaat doen.
ooit iets verkeerds heeft gedaan)
15 dierkundige
_____ 28 BLOK

3 BASISBOEK
5 D neemt, (7) ze schamen zich of (8) ze zijn
Uitleg: De schrijver weerlegt met argumenten het gemakzuchtig (alinea 4). (9) Mensen willen niet
standpunt dat in alinea 4 is beschreven. meer volledig afhankelijk zijn van het medische
6 B circuit, (10) ze willen de grip op hun eigen
Uitleg: Uit het signaalwoord echter in de eerste welzijn vergroten en (11) zelftests kunnen de
zin van alinea 5 blijkt het tegenstellend verband. fundamentele angst wegnemen dat je iets
7 C mankeert zonder het zelf nog te weten (alinea
Uitleg: De schrijver brengt iets naar voren dat 5).
staat tegenover het beweerde in de 4 a Alinea 6 tot en met 9.
voorafgaande alinea. b In totaal vier gevaren:
8 A (1) De kwaliteit van de tests is twijfelachtig
Uitleg: De schrijver geeft aan dat er niet helemaal (alinea 6). (2) Een test kan iemand ten onrechte
juist met de verzamelde gegevens is geruststellen (alinea 7 en eind alinea 9). (3) Een
omgesprongen en dat de FAO dit cijfermateriaal ziekte kan zich openbaren na het doen van de
zelf al nuanceert. zelftest als die in de incubatietijd wordt
9 D afgenomen (alinea 8). (4)Mensen kunnen zich
Uitleg: In deze alinea’s somt de schrijver onnodig ongerust maken over de uitslag (alinea
argumenten op waarmee hij de stelling in de film 9).
en op de website bestrijdt. 5 a Alinea 11 en 12.
10 Conclusie. De schrijver trekt uit zijn voorafgaande b Twee argumenten:
argumenten een conclusie. (1) De dokter kan de uitslag van de test
11 De twee argumenten: beoordelen aan de hand van de persoonlijke
(1) De veeteelt legt beslag op 78 procent van alle situatie van de patiënt (alinea 11).
landbouwgrond op de wereld en we offeren (2) De dokter kan een patiënt begeleiden bij de
hierdoor schandalig veel grond op voor het eten uitslag van een test, vooral als die ongunstig is
van vlees. (alinea 12).
(2) De veeteelt levert – door de mest (waarin 6 a Alinea 13 en 14.
methaan en lachgas zit) en door de ontbossing b Enerzijds de opvatting dat de
(voor weilanden waar de dieren op gaan grazen) eerstelijnsgezondheidszorg door zelftests
waardoor meer CO2 in de atmosfeer komt – een wordt ontlast (er gaan minder mensen naar
zeer grote bijdrage aan de uitstoot van de huisarts), anderzijds de opvatting dat er
broeikasgassen; hierdoor warmt de aarde juist meer mensen ten onrechte naar de
gevaarlijk snel en te veel op. huisarts gaan omdat ze denken dat er iets
12 waar mis.
Uitleg: De schrijver noemt telkens argument uit 7 D
de film en gaat dit vervolgens uitvoerig en Uitleg: In die alinea’s wordt een verklaring
nauwkeurig weerleggen. gegeven voor de toenemende populariteit van de
13 B zelftests.
Uitleg: De schrijver neemt een standpunt in en 8 B
onderbouwt dit met argumenten. Uitleg: In die alinea’s worden de bezwaren tegen
14 Subjectief, want de schrijver geeft zijn de zelftests achtereenvolgens opgenoemd.
persoonlijke mening. 9 A
Uitleg: Er wordt een argument gegeven bij de
6.3 Eindopdracht stelling dat thuisdokteren omstreden is.
10 B
Opdracht 25 Uitleg: Hier wordt het standpunt ingenomen dat
1 C het onverstandig is de dokter buiten beeld te
2 Alinea 1 en 2. laten (en dit standpunt wordt vervolgens in
3 a Alinea 3, 4 en 5. dezelfde alinea toegelicht met argumenten).
b Negen van de in totaal elf verklaringen noemen: 11 A
(1) Zelftests kosten niet veel, (2) het gaat Uitleg: Het signaalwoord Verder verbindt deze
simpel, (3) het is snel en (4) discreet (alinea 3). twee alinea’s, die opsommend zijn verbonden.
(5) Mensen hebben geen zin om naar de dokter
te gaan, (6) ze zijn bang dat die hen niet serieus
29 _____

Antwoorden blok 3

12 C je cijfers minder goed worden. (15+16) In het


Uitleg: De schrijver weegt af of de weekend heb je door een bijbaantje geen tijd om
gezondheidszorg gebaat is bij de zelftest; hij met vrienden op stap te gaan en je ziet ze
weegt de voors en tegens en komt tot de overdag ook minder, waardoor er vaak
conclusie dat nog niet gekozen kan worden voor problemen ontstaan bij vriendschappen. (17) De
een van de twee standpunten bij gebrek aan tijd die je niet werkt, moet je gebruiken om je
onderzoeksgegevens. huiswerk te maken. (18) Je moet goed opletten
13 B dat je je niet overwerkt in de weekenden,
Uitleg: De schrijver formuleert een gevolgtrekking vakanties of soms ook doordeweeks. (19) Bij
uit wat hij in de voorafgaande alinea’s heeft sommige baantjes is het een nadeel dat je vroeg
beschreven. moet beginnen. (20) Je kunt dan ’s avonds niet
14 B laat naar je bed, omdat je dan erg moe op je
15 D werk aankomt.
Uitleg: De schrijver belicht het onderwerp van 4 Je eigen titel. Bijvoorbeeld: De voor- en nadelen
verschillende kanten, weegt voor- en nadelen af, van een bijbaantje.
maar betoogt aan het eind ook dat zelftests nuttig Een bijbaantje heeft ook nadelen.
zijn als ze met verstand worden gebruikt en de Eerst nadenken, dan solliciteren.
dokter niet buiten spel zetten. Met dit laatste
neemt hij een standpunt in; het beschouwende 7.2 Het schrijven van een
karakter van de tekst is echter duidelijk groter beschouwende tekst
dan het betogende aspect.
Opdracht 27
1-6 Je eigen beschouwende tekst. Controleer je tekst
op de volgende punten:
7 Schrijf vaardig
● Heb je een inleiding voor je tekst geschreven?
● Heb je een van de manieren uit paragraaf 6.2
7.1 Schrijven op niveau
van blok 1 voor de inleiding gebruikt?
Opdracht 26 ● Bestaat het middenstuk van je tekst uit in ieder
1-3 Herschreven tekst: geval drie alinea’s?
(1) Over een bijbaantje denken veel jongeren ● Heb je een mogelijke reden voor het gebruik van
tussen de veertien en zestien jaar na. (2) Je kunt digitaal lesmateriaal of computerspellen in een
verschillende redenen bedenken voor het wel of alinea van het middenstuk verwerkt?
niet kiezen van een bijbaantje. In deze tekst lees ● Heb je de voordelen van digitaal lesmateriaal
je een paar voor- en nadelen van een bijbaantje. en/of een computerspel als leerboek in een of
(3) Het geld dat je hiermee verdient, is het twee alinea’s van het middenstuk verwerkt?
grootste voordeel van een bijbaantje. (4) Je bent ● Heb je de nadelen van digitaal lesmateriaal
dan voor een deel niet meer financieel afhankelijk en/of een computerspel als leerboek in een of
van je ouders. (5) Het is wel lekker, dat je geld twee alinea’s van het middenstuk verwerkt?
verdient. (6) Je kunt het aan allerlei dingen ● Heb je de alinea’s op de juiste wijze met elkaar
uitgeven. (7) Verder kan een baantje gemakkelijk verbonden?
zijn voor je studie. (8) Je doet ervaring op, als het ● Heb je binnen de alinea’s de juiste
werk iets met je studie te maken heeft. Als je het signaalwoorden gebruikt?
werk leuk vindt, weet je misschien wat je wilt ● Heb je een slot bij je tekst geschreven?
studeren. (9) Ik heb ook een bijbaantje dat te ● Heb je in het slot de voor- en nadelen van het
maken heeft met mijn studie. (10) Je ontmoet op gebruik van digitaal lesmateriaal en/of een
je werk mensen met wie je plezier in je vrije tijd computerspel als leerboek gegeven?
kunt hebben. (11) Je leert collega’s kennen en ● Heb je een passende titel boven de tekst
moet met hen communiceren. (12) Het ligt er geplaatst?
natuurlijk aan wat voor werk je doet, maar zo’n ● Heb je de regels voor Schrijven op niveau
baantje is meestal goed voor je sociale toegepast?
contacten. Behalve voordelen zijn er natuurlijk ● Heb je de woorden op de juiste manier gespeld?
ook nadelen aan een bijbaantje. (13) Door je
Opdracht 28
bijbaantje is het mogelijk dat je minder tijd aan

school besteedt. (14) Als je niet oppast, kunnen
_____ 30 BLOK

3 BASISBOEK
8 Spreken, kijken en luisteren 9.2 Taalfouten – Woorden op de
verkeerde plaats
8.1 Luisteraars bij de les houden
Opdracht 34
Opdracht 29 1 Ruim twee derde van de bevolking verwacht dat
1-6 Je eigen spreektekst. Controleer of je spreektekst in de toekomst de criminaliteit en de terroristische
voldoet aan: goedlopende zinnen, (2) samen- dreiging zullen toenemen.
vattende zinnen, een centraal thema (twee keer 2 Je krijgt de indruk dat de provincie uiteindelijk
noemen) en een tijdsduur van 2 minuten. toch maatregelen zal nemen, als zo veel mogelijk
burgers via de klachtenlijn almaar blijven klagen
8.2 Presentatieschema, hand-out en over de geluidsoverlast door het verkeer op de
aantekeningen snelweg langs de wijk.
3 Gisteren ben ik tussen de middag naar het
Opdracht 30 nieuwe zwembad geweest en ik ga daar morgen
Bijvoorbeeld: ook weer heen
□ Inleiding 4 De zwemmer werd met
□ Mening van docenten onderkoelingsverschijnselen door de bemanning
□ Eerste voordeel van de reddingsboot uit het water gehaald.
□ Tweede voordeel 5 De wagen schoot met een vaart van tachtig
□ Eerste nadeel kilometer per uur uit de bocht en kwam tot
□ Tweede nadeel stilstand in een weiland.
□ Slot 6 Niet alle kermisattracties zijn al opgebouwd: de
□ Vragen autoscooter en het spookhuis ontbreken nog.
7 De trainer raadde de spelers aan in het vervolg
Opdracht 31
niet te protesteren tegen beslissingen van de
Je eigen voordracht.
scheidsrechter.
Opdracht 32 8 Annet is van plan volgende week zondag haar
– achttiende verjaardag te vieren door een groot
tuinfeest te geven.
9 De lerares Nederlands heeft de lastige leerling
gewaarschuwd dat hij uit de les wordt verwijderd,
9 Over taalgebruik
als hij zich weer misdraagt door grove taal te
gebruiken.
9.1 Taalfouten – Dubbele ontkenning
10 Niet iedereen is zo goed in het omgaan met de
Opdracht 33 computer als jij.
1 De hekken moeten mensen ervan weerhouden
stenen, fietsen of andere voorwerpen vanaf het 9.3 Taalfouten – Moeilijk woord/
viaduct naar beneden te gooien. moeilijke uitdrukking, vakterm,
2 Het net rond de aalbessenstruik moet vreemd woord, archaïsme, plat of
verhinderen dat vogels de bessen opeten. grof woord, vaag woord,
3 Tante Marion klaagt dat ze nooit bloemen van modewoord
haar man krijgt.
Opdracht 35
4 Net zomin als haar oudste zus zal Helène erin
1 ‘of zo’ weglaten – weinigzeggende woorden
slagen de medicijnenstudie uiteindelijk af te
2 klerezooi → bende – plat woord
maken.
3 policy → gedragslijn, beleid – moeilijk woord
5 Het is een waardeloos product, dat je nooit moet
4 ‘weet je’ weglaten – overbodige (mode)woorden
kopen.
5 doch → maar – archaïsme
6 De afrastering moet beletten dat de kinderen in
6 vet cool → erg goed – modewoorden
de sloot terechtkomen.
7 … dus … dus → ‘dus’ minstens één keer
weglaten – weinigzeggend woord
8 helemaal goed → goed – ‘helemaal’ is een
weinigzeggend woord
31 _____

Antwoorden blok 3

9 Die Rebecca is zo dom, dat wil je niet weten … 2 Nee, want een sage is niet-godsdienstig en een
→ Die Rebecca is echt dom … – ‘dat wil je niet legende juist wel.
weten’ weglaten – modewoorden 3 Een broodjeaapverhaal zou je een moderne sage
10 al dente → beetgaar – vakterm kunnen noemen, omdat het een niet-godsdienstig
11 welke → die – archaïsme vermakelijk verhaal is met een kern van
12 ‘maar liefst’ weglaten – weinigzeggende woorden waarheid.
13 dingen → gerechten – vaag woord 4 Ja, want ‘Er was eens …’ is een typisch begin
14 backpackers → rugzaktoeristen – vreemd van een sprookje en Jezus kan de hoofdpersoon
(Engels) woord waarvoor al een goed woord van een legende zijn.
bestaat 5 Het zijn godsdienstige verhalen.
6 Je eigen samenvattingen. Gebruik voor de
samenvatting van een mythe en sage eventueel
10 Gedicht je antwoorden bij opdracht 5 van blok 2. Let erop
dat je ongeveer vijftig woorden gebruikt.
Opdracht 36 7 Beatrijs.
1 Je eigen reactie.
2 Je eigen titel, bijvoorbeeld: De kracht van de Opdracht 38
liefde of Dodelijk verliefd. Bijvoorbeeld:
3 Het woord alles in regel 2 wordt in regel 3 nog 1 Kenmerken sprookje:
eens toegelicht met ‘je huis en je hele boel’. ● veel fantasie;
4 Vergelijking met als. ● vaak eng en spannend;
5 Metafoor. Er wordt mee bedoeld dat het gevoel ● het goede overwint het kwaad;
van verliefdheid erg hevig is. ● naast mensen spelen ook fantasiefiguren mee,
6 Regel 10 is een toelichting, uitbreiding van het zoals sprekende dieren;
woord rivier in regel 9. ● het begint vaak met ‘Er was eens …’ en eindigt
7 Metafoor. Niets kan het gevoel van verliefdheid met ‘Ze leefden nog lang en gelukkig’;
onderdrukken of laten verdwijnen. ● tijd en plaats zijn onduidelijk;
8 Met regel 12. ● doel: vermaak, soms moralistisch;
9 Vergelijkingen met als. ● personages hebben vaak geen naam, maar zijn
10 Vooropplaatsing: sterk als de dood. ‘de heks’ of ‘de prins’.
11 Vergelijkingen met als. 2 Kenmerken legende:
Mening over beeldspraak: eigen mening van de ● godsdienstig;
leerling. Op z’n minst kun je dit een verrassende ● een heilig figuur of voorwerp speelt een
beeldspraak noemen. belangrijke rol;
12 Ja, in regel 13 en 14 is sprake van gelijk ● vaak over Jezus of Maria;
zinsverloop. ● het verhaal gaat vaak over een wonder;
13 Ja, het einde is een climax: de hevigheid liefde ● thema religieus;
wordt in steeds sterkere woorden beschreven. ● tijd en plaats vaak duidelijk;
14 Ja, dit gedicht zou het standpunt van Medea ● lijkt waar gebeurd;
kunnen weergeven. Ze houdt zielsveel van ● doel: mensen in contact brengen met geloof.
Jason, is bereid alles voor hem op te geven tot 3 De opvallendste verschillen zijn: de legende is
aan het moment waarop hij haar verstoot. godsdienstig en lijkt waar gebeurd, het sprookje
15 Je eigen antwoord. Heb je je antwoord gaat over fantasiefiguren en de tijd en plaats zijn
toegelicht? onduidelijk.

Opdracht 39
1-3 Je eigen legendarisch sprookje. Je hebt de
11 Miniproject: Een kenmerken van een legende en sprookje
legendarisch sprookje evenredig verdeeld. Controleer of de personages
voldoen aan de gestelde eisen, je alle stijlfiguren
Opdracht 37
verwerkt hebt, je het juiste aantal woorden
1 Dat kan alleen een cultuursprookje zijn, want een
gebruikt hebt en of het sprookje een leuke titel
volkssprookje is een oeroud verhaal waarvan de
heeft.
bedenker onbekend is.
_____ 32 BLOK

4 BASISBOEK
1 Lekker lezen
Opdracht 2 Opdrachten voor het fictiedossier
1-5 Je hebt een van de opdrachten gemaakt.
1.1 Over het verhaal
Controleer goed of je je aan de opdracht hebt
Opdracht 1 Lees- en discussievragen gehouden en alle punten hebt verwerkt. Heb je
1 Hij heeft daar lesgegeven aan meisjes en heeft ongeveer driehonderd woorden gebruikt? Bij 4:
antiradicalismeactiviteiten ontplooid, waarvoor hij Mocht de website www.26000gezichten.nl niet
door de taliban is opgepakt en gemarteld. meer in de lucht zijn, dan is de informatie nog wel
2 Het gezin kan terug, omdat de taliban in te vinden op de Nederlandse versie van
Afghanistan niet meer aan de macht zijn. Het is Wikipedia (http://nl.wikipedia.org), met een link
daar nu dus veilig. naar het beeldmateriaal.
3 Hij is helemaal niet veilig. Opstandige
talibangroeperingen zullen proberen hem te
arresteren en wat er daarna met hem gebeurt, 2 Over lezen
kan niemand voorzien. Hij is zijn leven dus niet
zeker. 2.1 Over Edward van de Vendel
4 Door de ogen van Hamayun. Hierdoor leer je
hem heel goed kennen. Je komt achter zijn Opdracht 3
diepste gevoelens. 1 a Je eigen mening met uitleg daarbij.
5 Hamayun. Alleen van hem wordt het innerlijk b Het meest gelezen is op dit moment De dagen
beschreven, weet je wat hij denkt en voelt. van de bluegrassliefde.
6 Hier is vooral showing gebruikt. Het gevolg is dat 2 Op www.edwardvandevendel.com. Hier vind je
je heel precies en gedetailleerd meemaakt wat er korte informatie over zijn boeken, een interview,
gebeurt. Je zit dicht op de personages en nieuws, gedichten, leestips.
gebeurtenissen.
7 Er wordt betrekkelijk weinig tijd beschreven en 2.2 Perspectief en vertelsituaties
bovendien worden niet ter zake doende
Opdracht 4
gebeurtenissen door middel van tijdsprongen
1 De ik-vertelsituatie.
weggelaten. Hierdoor wordt er gedetailleerd
2 Bij Hamayun.
verteld.
3 Je leert Hamayun heel goed kennen. Je kunt
8 Een tamelijk hardvochtig beeld. Als het maar
uitstekend met hem meeleven. Je komt alleen te
enigszins mogelijk is, worden vluchtelingen
weten wat hij denkt en voelt.
teruggestuurd. Je eigen mening met uitleg
4 De alwetende vertelsituatie. Er is een verteller die
daarbij.
in de hoofden van alle personages kan kijken: hij
9 Je eigen mening met argumentatie. Het is een
beschrijft het innerlijk van Jason, Medea en
realistisch beeld, want zo gaat het er in
Astanax. Hij kan ook alle gebeurtenissen
werkelijkheid aan toe. Bovendien is dit verhaal
overzien. Zo beschrijft hij hoe Astanax het
gebaseerd op het verhaal van een uit
gerucht verspreidt dat Medea verantwoordelijk
Afghanistan gevluchte jongen.
zou zijn voor de ellende die Korinthe teistert.
10 Je eigen antwoord.
5 De meervoudige vertelsituatie. Je ziet een deel
11 a Het is fictie, omdat er het nodige aan de
van de gebeurtenissen door de ogen van Willem
werkelijkheid is veranderd.
en een ander deel door de ogen van Kofi. In die
b Het is geen autobiografie, want daarin vertelt de
situaties is gebruikgemaakt van de personale
schrijver precies wat er in zijn leven is gebeurd
vertelsituatie: hun belevenissen worden in de hij-
en dat is in dit geval maar ten dele waar. Je kunt
vorm verteld.
dit verhaal wel een autobiografisch verhaal
6 Het perspectief ligt zowel bij Willem als bij Kofi.
noemen: een verhaal waarin veel elementen uit
Het gevolg is dat je beide figuren heel goed leert
het eigen leven van een van de auteurs zitten,
kennen. Je kunt goed met hen meeleven.
maar wel op een andere manier gerangschikt en
met allerlei toevoegingen.
12-14
Je eigen antwoord met uitleg daarbij.
33 _____

Antwoorden blok 4

7 De meervoudige vertelsituatie. Het grootste deel zijn gebleven, maar dienen te aanvaarden dat
van het verhaal wordt verteld door een alwetende God berouwvolle afgeweken personen wil
verteller die vrij afstandelijk beschrijft wat er vergeven.
gebeurt. Maar er is één fragment waarin het 4 Je eigen gekozen parabel. Heb je het verhaal
perspectief bij Eva ligt. Daar wordt personaal kort samengevat en aangegeven wat de moraal
verteld. is?
8 Het eerste gevolg is dat je enerzijds goed weet
wat Eva denkt en voelt en anderzijds meemaakt 2.4 Stijlfiguren – Tegenstelling,
hoe de reacties op de verdwijning van Eva zijn. overdrijving, retorische vraag
Het tweede gevolg: je weet als lezer (iets) meer
dan de personages die op zoek zijn naar Eva en Opdracht 6
je weet ook meer dan Eva (namelijk dat er 1 mooiste plekje van Nederland: overdrijving
meisjes zijn verdwenen naar Marokko en dat dit 2 een eeuwigheid: overdrijving
misschien ook Eva boven het hoofd hangt). 3 hele zin: retorische vraag
4 altijd en eeuwig: tautologie
5 roze frambozen: pleonasme
2.3 Verhaalsoorten – Fabel en 6 geen seconde stilzitten: overdrijving
parabel 7 hele zin: retorische vraag
8 droog – regen: tegenstelling; nu – straks:
Opdracht 5 tegenstelling
1-2 Je eigen gekozen fabels. Heb je aangegeven wat
de moraal is? 3 Grammatica
Op www.beleven.org/verhalen staan talrijke
fabels van Aesopus (waaronder De wolf en de 3.1 Weet je het nog?
hond, De leeuw en de muis) en Jean de la
Fontaine (waaronder De raaf en de vos, De Opdracht 7
leeuw en de rat) en ook veel fabels uit allerlei 1 samengesteld
culturen. Charlene … gymmen / (want) ze … gekneusd
3 In de parabel van de Barmhartige Samaritaan, nevenschikking
die voorkomt in het evangelie van Lucas 10:25- 2 samengesteld
37, weigeren eerst twee hooggeplaatste Joden (Omdat) ik … kwam / mocht … binnen
(een priester en een leviet) een slachtoffer van onderschikking
een geweldsmisdrijf te helpen, maar later blijkt 3 enkelvoudig
een Samaritaan (een destijds door de Joden 4 samengesteld
geminacht volk) wel hulpvaardig. Wat met deze Pedro … kopen / (omdat) hij … hebben
gelijkenis wordt overgebracht is dat telt wat onderschikking
iemand doet, niet wat hij is. En niet alleen de 5 samengesteld
letter van de wet, ook de geest van de wet moet Mijn … Canada / (maar) ze … vliegen
worden nageleefd, is de stelling. nevenschikking
De parabel van de Verloren Zoon is te vinden in 6 enkelvoudig
Lucas 15:11-32. Het verhaal gaat over een vader 7 samengesteld
met twee zoons. De jongste zoon eist zijn erfdeel Veel … gevoelens / (als) ze … horen
op, verkwist het en keert berouwvol terug. Hij onderschikking
wordt door de vader feestelijk ontvangen. Dit 8 samengesteld
maakt de oudste zoon jaloers. Híj is immers altijd Je … opeten / (want) je … eten
trouw geweest. De vader wijst de oudste zoon nevenschikking
evenwel terecht: het is goed om de terugkeer van
de ‘verloren’ zoon te vieren, want hij is weer 3.2 Hoofd- en bijzinnen
‘gevonden’. In het verhaal staat de jongste zoon
Opdracht 8
model voor de mensen die van het rechte pad
1 hoofdzin: Weet jij
zijn afgeweken. De vader verbeeldt de
bijzin: (dat) een sms’je vanuit het buitenland
barmhartige reactie van God voor wie berouw
duurder is?
van zijn zonden heeft. De oudste zoon staat
model voor diegenen die wel op het rechte pad
_____ 34 BLOK

4 BASISBOEK
2 hoofdzin: Kevin moest naar het ziekenhuis, 3 een bijvoeglijke bepaling
bijzin: (omdat) hij door meerdere bijen was 4 bijvoeglijke bijzin
gestoken. 5 –
3 hoofdzin: hoef ik van deze pizza geen hap.
bijzin: (hoewel) ik graag pizza eet, Opdracht 12
4 hoofdzin: Hulpverleners moeten hun medische 1 bijv.bep: De televisie van mijn ouders is gisteren
kennis bijhouden, kapot gegaan.
bijzin: (daarom) moeten ze elk jaar op een bijv.bijzin: De televisie die in de slaapkamer
herhalingscursus. staat, is gisteren kapot gegaan.
5 hoofdzin: zal de politieagent jou een bekeuring 2 bijv.bep: Kocht jij je fototoestel bij die winkel in de
geven. Steenstraat?
bijzin: (Als) de bijrijder zonder helm bij jou op de bijv.bijzin: Kocht jij je fototoestel bij die winkel die
scooter zit, onlangs in de Steenstraat is geopend?
6 hoofdzin: stuurt ze hem drie sms’jes op een dag. 3 bijv.bep: De reis van Karim bleek een succes te
bijzin: (Omdat) Loes haar vriend mist, zijn.
7 hoofdzin: begon het helaas te regenen. bijv.bijzin: De reis die Karim met zijn vrienden
bijzin: (Toen) de toeristen een boottocht wilden maakte, bleek een succes te zijn.
maken,
8 hoofdzin: Je moet de Zelftoets maken, Opdracht 13
bijzin: (voordat) je de herhalings- of 1-4 Je eigen werk.
verdiepingsstof maakt.
Opdracht 14
9 hoofdzin: Elmar heeft donderdag zijn huiswerk
1 samengestelde zin
voor maandag al gemaakt,
hoofdzin: Vakantiegangers … zijn
bijzin: (zodat) hij in het weekend met de scouting
bijvoeglijke bijzin: die … reizen
naar de Ardennen kan.
2 enkelvoudige zin
10 hoofdzin: Heb je je mening over de tekst van dit
3 samengestelde zin
lied veranderd,
hoofdzin: In … zeker
bijzin: (nadat) ik mijn commentaar erop heb
bijzin: of … doorgaat
gegeven?
4 samengestelde zin
Opdracht 9 bijzin: wie … weet
1 Wie … uitvoert hoofdzin: zal … helpen
2 wat … meemaakte 5 samengestelde zin
3 wat … is hoofdzin: Mag … gegeven
4 Wie … kent bijvoeglijke bijzin: dat … gegeven
5 wat … had 6 samengestelde zin
hoofdzin: Voor … onvoldoende
Opdracht 10 hoofdzin: (maar) voor … zeven
1 of … invallen. Vervangen door: dat. 7 enkelvoudige zin
2 Wie … bedenken. Vervangen door: 8 samengestelde zin
Hij/Zij/Peter/Die jongen, enzovoort. bijzin: Omdat … vond
3 Als … onthouden. Vervangen door: Dan. hoofdzin: draaide … slot
4 (aan) wie … vindt. Vervangen door: hem/haar/die 9 samengestelde zin
leuke jongen/dat leuke meisje. hoofdzin: De … vertraging
5 zodat … komen. Vervangen door: daarom. bijvoeglijke bijzin: met … zat
6 Dat … gaan. Vervangen door: Dat. 10 samengestelde zin
hoofdzin: Barry … melden
3.3 De bijvoeglijke bijzin hoofdzin: (want) ze … school
11 samengestelde zin
Opdracht 11 bijzin: Aan … knippen
1 – hoofdzin: heb … zien
2 In het onderstreepte deel van zin b komen een 12 samengestelde zin
onderwerp (dat) en een persoonsvorm (aanheeft) hoofdzin: Denk jij
voor en in het onderstreepte deel van zin a niet. bijzin: dat … is
35 _____

Antwoorden blok 4

3.4 Woordsoortbenoeming – Herhaling 4.3 Sneldictee

Opdracht 15 Opdracht 18
1 die = betr.vnw –
zijn = kww
hun = bez.vnw
2 tenzij = ondersch.vw 5 Taalschat
erg = bw
blijkt = hww 5.1 Woorden rond de teksten
3 of = ondersch.vw
alles = onb.vnw Opdracht 19
4 Na = vz 1 verwaande, hooghartige
alle = onb.htelw tegenovergesteld
zodat = ondersch.vw 2 angst als men zich in een gesloten ruimte
eerste = bep.rtelw bevindt, engtevrees
5 dat = ondersch.vw 3 een slechte naam bezorgen
dat = betr.vnw 4 waar met kernenergie (atoomsplitsing) wordt
waar = bnw gewerkt
is = kww 5 zo gunstig mogelijk
6 Wat = betr.vnw m.i.a. 6 mogelijke
wilde = hww 7 onderzoek van de menselijke samenleving met
niemand = onb.vnw alle verschijnselen daarbinnen
mijn = bez.vnw 8 heel klein (dat alleen opvalt als je er echt op let)
7 Wat = vr.vnw 9 vreemdelingenhater
jullie = pers.vnw
of = nevensch.vw 5.2 Culinaire zaken
8 Omdat = ondersch.vw
Opdracht 20
zijn = bez.vnw
ansjovis: sterk gezouten visje
voor = vz
balsamico: azijnsoort
zich = wederkerend vnw
bavarois: schuimige roompudding
wat = onb.vnw
bearnaisesaus: eiersaus op boterbasis
beaujolais: jonge wijn uit de streek Beaujolais
bouillabaisse: sterk gekruide vissoep
4 Spelling brochette: vleesspies
carpaccio: gerecht van zeer dun gesneden rauw
4.1 Woorden als alle(n) en beide(n),
vlees of rauwe vis
de apostrof, het trema
chateaubriand: biefstuk van ossenhaas
Opdracht 16 cordon bleu: gepaneerd kalfsvlees met ham en
1 Daniëls, financiële kaas
2 Frits’ hobby’tje, mozaïek, Israëlische crêpe suzette: flensje geflambeerd met likeur
3 cafeetje, ’s-Gravenhage, jus d’orange crouton: stukje in vet gebakken brood
4 Geërgerd, gekopieerde entrecote: lapje rundvlees met een randje vet
5 tweeëntwintigjarige, coördinator, vacuümverpakte fruits de mer: zeevruchten (schaal- en
6 skiërs, ski’s, begroeiing schelpdieren uit zee)
7 diskjockeys, ME’er gamba: grote garnaal
8 ’s zomers, barbecueën, calorieën gelardeerd: met dunne reepjes spek
9 Eindhovens Dagblad getrancheerd: in plakken gesneden
10 Sommigen haricots verts: sperzieboontjes
hors-d’oeuvre: koud voorgerecht
4.2 De spelling van de drie medaillon: rond lapje vlees
werkwoordsvormen medium: half doorbakken
mousserend: bruisend
Opdracht 17 mozzarella: zachte witte kaas
– praline: bonbon
_____ 36 BLOK

4 BASISBOEK
profiterole: hartig of zoet gevulde soes 7 In alinea 4 stelt de schrijver dat nieuwkomers
quiche: hartige taart vaak ondernemers worden. In alinea 5 brengt de
rioja: bepaalde Spaanse wijn schrijver naar voren dat nieuwkomers zich hier
rucola: slasoort met dunne getande blaadjes vaak maar tijdelijk vestigen. Wie ondernemer
spoom: met champagne overgoten sorbet, als wordt, blijft hier echter meestal voor langere tijd.
tussengerecht 8 Opsommend, want de schrijver somt de
tagliatelle: lintvormige pastasoort argumenten op van de tegenstanders van
tapenade: dikke saus van olijven en olijfolie met immigratie.
onder andere kappertjes 9 Zowel in alinea 4 en 5 als in alinea 6 en 7
tiramisu: zoet Italiaans nagerecht bespreekt de schrijver argumenten van
tournedos: biefstuk van de haas tegenstanders van immigratie en vervolgens
bestrijdt hij die argumenten.
10 Een conclusie trekken.
6 Lees vaardig
6.2 Opbouwmodellen van teksten
6.1 Argumenteren
Opdracht 22
Opdracht 21 1 Stelling-en-argumentopbouw.
1 De huidige anti-immigratiepolitiek is niet 2 Stelling-en-argumentopbouw.
verstandig (voor de ontwikkeling van Europa) en 3 Verschijnsel-en-verklaringopbouw (eerste
inhumaan (tegenover mensen van buiten Europa gedeelte van de tekst, alinea 1 t/m 5) en voor-en-
die het slechter hebben). nadelenopbouw (tweede gedeelte van de tekst,
2 a Om humanitaire redenen zouden we moeten alinea 6 tot eind).
toestaan dat anderen profiteren van de 4 Verschijnsel-en-besprekingopbouw.
verworvenheden in Europa.
b Een moreel argument, een argument gebaseerd 6.3 Eindopdracht
op persoonlijke overtuiging.
Opdracht 23
3 a Migratie naar Europa ondersteunt de economie
1 a-b Hij vindt het verheugend dat jonge allochtonen
van de arme landen waaruit de migranten
steeds meer op Nederlandse jongeren gaan
afkomstig zijn.
lijken. In alinea 3 en 4 beschrijft hij die
b Ten eerste: Als migranten het eigen land
verheugende uitkomsten.
verlaten, wordt door hun uittocht de
Hij vindt het onthutsend dat allochtone en
arbeidskracht schaarser en stijgen de lonen voor
autochtone jongeren de laatste jaren in cultureel
de achterblijvers.
en sociaal opzicht steeds meer uit elkaar zijn
Ten tweede: Migranten maken veel geld over
gegroeid. Hij beschrijft dit in alinea 7 en 8.
naar familie in het thuisland en dat stimuleert de
2 D
economie en de welvaart daar.
Uitleg: Van Dam neemt het verschijnen van het
c Op feiten, uitkomsten van onderzoek en
boek De lat steeds hoger als uitgangspunt voor
ervaring.
deze tekst.
4 Door middel van het signaalwoord bovendien.
3 B
5 a Nieuwkomers pikken de banen in van de eigen
Uitleg: In deze alinea’s beschrijft Van Dam de
bevolking.
uitkomsten van het onderzoek in De lat steeds
b Hij geeft aan dat de economie niet bestaat uit
hoger.
een bepaalde, vaste hoeveelheid werk en dat
4 C
nieuwkomers werk creëren door geld uit te
Uitleg: Van Dam besluit met ‘Kortom: …’ en trekt
geven en ondernemingen te starten.
dan een conclusie uit wat hij in het voorafgaande
c Feiten, onderzoeksuitkomsten en ervaring.
heeft gezegd.
6 a Migranten komen hier om te profiteren van de
5 D
verzorgingsstaat.
Uitleg: Hij zegt dat er honderden, zelfs duizenden
b De meeste migranten blijven hier maar kort om
onderzoeken bestaan waarin het door hem
geld te verdienen en gaan daarna terug naar
beschreven patroon naar voren komt.
hun thuisland.
c Een argument gebaseerd op ervaring en
vermoedens.
37 _____

Antwoorden blok 4

6 D 7 Schrijf vaardig
Uitleg: In de eerste zin van alinea 5 spreekt Van
Dam over deze uitkomsten. Hij maakt op die 7.1 Schrijven op niveau
manier een overgang tussen deze en de vorige
alinea. Opdracht 24
7 A 1 Ik wist niet dat er in Amerika een militaire school
Uitleg: In alinea 6 licht hij verder toe of werkt hij was voor jongeren die al vaker met de politie in
verder uit wat hij in alinea 5 heeft gezegd. aanraking zijn gekomen. Ik ben wel voor deze
8 niet waar methode, want in dat kamp hebben ze geen
Uitleg: De argumenten zijn niet contact met de buitenwereld. Andere mensen
ervaringsgestuurd, maar gebaseerd op kunnen dan geen invloed op die jongeren
onderzoek van Entzinger. hebben, waardoor ze snel hun gedrag zullen
9 A verbeteren.
Uitleg: Van Dam constateert dat er een probleem 2 Misschien worden jongeren wel agressiever als
is: autochtone jongeren worden steeds ze in strafkampen worden gestopt. Ze worden
nationalistischer en allochtone jongeren komen in door de opsluiting depressief en krijgen
sociaal en cultureel opzicht steeds verder van misschien woede-uitbarstingen die voor blijvende
autochtone jongeren af te staan. agressie zorgen.
10 C Hierdoor kunnen ze later het criminele pad
Uitleg: Alinea 9 geeft aan hoe het probleem dat in opgaan.
alinea 8 is beschreven, aangepakt zou kunnen 3 Veel ouders willen voorkomen dat de rechter hun
worden: wat wel en wat niet werkt. kind naar dit kamp stuurt. Ze zullen als reden
11 D geven dat voor een goede opvoeding ook ouders
Uitleg: In alinea 10 worden concrete voorbeelden nodig zijn.
bij de uitspraken in alinea 9 gegeven van wat je 4 Ik vind het geen goed idee dat dit kamp in
wel of niet zou moeten doen. Nederland voor hangjongeren of jongeren zonder
12 C diploma wordt ingevoerd. Zij hebben niets
Uitleg: Van Dam trekt een conclusie uit de strafbaars gedaan.
voorafgaande alinea’s en adviseert (beveelt aan) 5 Het is wel wat streng, maar die onopvoedbare
de verschillen tussen allochtonen en autochtonen kinderen veranderen wel als ze elkaar in
niet te benadrukken; dat werkt averechts. moeilijke situaties moeten helpen. Voor kinderen
13 Het meest geschikt: goede onderwijskansen en die problemen en herrie in een gemeente
discriminatie aanpakken. veroorzaken, is het goed dat ze wat discipline
Het minst geschikt: niet steeds de religieuze en leren.
culturele verschillen benadrukken. 6 Ik vind het niet goed dat zo’n strafkamp vooral is
14 C bedoeld voor hangjongeren die de wet niet
Uitleg: De schrijver geeft een mening die hij overtreden. Een beetje hangen is toch geen
ondersteunt met argumenten die gebaseerd zijn reden om ze op te sluiten en te drillen, zodat ze
op onderzoek. Daarnaast roept hij op de meer discipline hebben en een diploma halen? In
verschillen met allochtonen niet te benadrukken een strafkamp is onderwijs niet belangrijk. Het is
en dat is een activerend element. belangrijker dat de jongeren weer op het rechte
15 B pad komen. Dat betekent dus dat ze daar minder
Uitleg: De schrijver constateert een probleem onderwijs krijgen dan op een gewone school,
(grotere kloof autochtonen – allochtonen) en stelt maar ze leren wel samenwerken. Ze leren ook
een oplossing voor. welke normen en waarden er zijn en ze krijgen
16 B discipline. Maar veel van deze jongeren hebben
juist gewoon onderwijs nodig, zodat ze kunnen
gaan werken om in leven te blijven.
_____ 38 BLOK

4 BASISBOEK
7.2 Het schrijven van een ingezonden 5 Een probleemoplossende discussie, omdat er
stuk een gezamenlijk besluit wordt genomen.

Opdracht 25 8.3 Debatteren


1-10
Je hebt een ingezonden stuk geschreven. Lees Opdracht 30
je werk nog eens goed door en controleer of je Bijvoorbeeld:
de volgende vragen met ja kunt beantwoorden. 1 Nederland moet minder strenge toelatingseisen
● Bestaat je tekst uit de delen: inleiding, aan asielzoekers stellen.
middenstuk en slot? 2 Migranten zijn slecht voor de Nederlandse
● Heb je in de inleiding naar de tekst Strafkamp in economie.
plaats van school verwezen? Europese immigratie is de beste
● Heb je in het middenstuk je mening over de ontwikkelingshulp.
tekst Strafkamp in plaats van school gegeven? 3 Het benadrukken van verschillen tussen
● Heb je twee soorten argumenten bij je mening autochtonen en allochtonen bemoeilijkt de
genoteerd? integratie.
● Heb je je argumenten duidelijk toegelicht? 4 Actueel antwoord.
● Heb je in het slot je conclusie geschreven?
● Heb je je naam en woonplaats onder de tekst Opdracht 31
gezet? –
● Heb je je aan de spellingregels gehouden?
● Heb je je aan de afspraken en regels voor
Schrijven op niveau gehouden? 9 Over taalgebruik

7.3 Het schrijven van een fabel 9.1 Taalfouten – Contaminatie

Opdracht 26 Opdracht 32
1-8 Je eigen werk. 1 noteren / opschrijven
2 weegt veel / is zwaar
3 volgens mij / naar mijn mening
8 Spreken, kijken en luisteren 4 klasgenoten / medescholieren
5 kost veel / is duur
8.1 Brainstormen 6 misstanden / wantoestanden
7 behoort tot de … / is een van de …
Opdracht 27 8 zoiets / iets dergelijks.
1-4 Je eigen brainstormschema. Heb je een 9 omleiding / wegomlegging
vraagstelling geformuleerd? 10 stilgelegd / stopgezet

Opdracht 28 9.2 Taalfouten – Verhaspelde


1-4 Jullie hebben twee keer een notulist/groepsleider uitdrukkingen
aangewezen. De eerste notulist/groepsleider
heeft uit de brainstormsessie een probleem Opdracht 33
geformuleerd. De tweede notulist/groepsleider 1 ● Dat varkentje zullen we weleens even wassen.
heeft aantekeningen gemaakt van de volgende – Dat lastige klusje knappen we wel op.
brainstormsessie. Jullie brainstormsessies over ● ‘Een appeltje met iemand te schillen hebben’
de lunch op school hebben tot (een) creatieve betekent: iets onaangenaams moeten
oplossing(en) geleid. afhandelen.
2 ● Hij probeerde alvast een visje uit te werpen.
8.2 Discussiëren – voorzichtig laten merken wat zijn wensen zijn
om zo na te gaan hoe mensen erop reageren
Opdracht 29 ● ‘Een balletje opgooien’ heeft dezelfde betekenis.
1-4 Jullie hebben gediscussieerd over de
zomervakantie en uit de verschillende wensen
een bestemming gekozen. Hebben jullie de
wensen met goede argumenten verdedigd?
39 _____

Antwoorden blok 4

3 ● Het Kamerlid laat zich voor het karretje van de 9 Wat is dat nou? Ober!
ondernemers spannen. – Hij laat zich door de 10 Kan ik misschien ook wat cola bij mijn ijs krijgen?
ondernemers gebruiken. Ach, zo? Het spijt me.
● ‘Het paard achter de wagen spannen’ betekent: 11 Ja, dat zal wel! Ik ben allergisch voor flauwe
een zaak helemaal verkeerd aanpakken. grappen!!
4 ● Je ziet je droom als een zeepbel uiteenspatten. Dan zit meneer zeker vaak onder de huiduitslag?
– Plotseling blijft er van je droom niets over.
● ‘Als een kaartenhuis’ in elkaar storten heeft
dezelfde betekenis. 10 Gedicht
5 ● Als jullie met vakantie zijn, houden we in het
oogje in het zeil. – opletten Opdracht 37
● ‘Iets in het oog houden’ betekent hetzelfde. 1 Je eigen reactie.
6 ● Het kan me allemaal echt geen barst schelen! 2 De eerste, zesde en zevende.
– Het maakt me helemaal niets uit. 3 In de strofen 2, 3, 4 en 5 wordt telkens met een
● ‘Het zal me worst zijn’ betekent hetzelfde. ander beeld hetzelfde gezegd als in strofe 1. Het
7 ● Ze zaten met de handen in het haar, toen de is dan ook een opsomming.
stroom uitviel. – Ze wisten zich geen raad. 4 De strofen 2, 3, 4 en 5 hebben allemaal hetzelfde
● ‘Met handen en voeten gebonden zijn’ betekent: zinsverloop. Ze beginnen met ‘zoals’, noemen
niet in staat zijn om iets te doen. dan iets groots en vervolgens iets kleins waaruit
8 ● De man kijkt alsof hij water ziet branden. – Hij is het grote voorkomt.
stomverbaasd. 5 De vergelijking met (zo)als.
(Deze verhaspeling heeft niet te maken met een 6 Ja, strofe 2, 3, 4 en 5 vormen een opsomming.
andere uitdrukking die erop lijkt.) 7 Vooropplaatsing. ‘jezelf een vraag stellen’ is
vooropgeplaatst, waardoor daarop de nadruk
9.3 Taal en dialect komt te liggen.
8 Op de tegenstelling ‘kleine woorden’ – ‘grote
Opdracht 34 daden’.
1-2 Je eigen antwoord. 9 Het gedicht maakt een verrassende wending. Tot
3 Nederlands, Frans en Duits op dat moment blijft het verzet nog
4 Het Afrikaans is ontstaan uit het Nederlands (van onuitgesproken. Door die vraag aan een ander te
de zeventiende eeuw). stellen, roep je een ander ter verantwoording en
dat is het werkelijke begin van verzet.
Opdracht 35
10 Het gedicht wil duidelijk maken dat grote daden,

zoals verzet, klein beginnen en dat dit kleine
Opdracht 36 begin wel degelijk tot iets leidt.
Let op: Je zou de tekst uit de Nederlandstalige 11 Je eigen antwoord met toelichting.
versie van dit stripverhaal kunnen overnemen, 12 Dit gedicht past bij het thema van het verhaal aan
maar die heeft enkele typisch Vlaamse het begin van dit blok, want de personages
kenmerken! verzetten zich tegen uitzetting uit Nederland. Ook
ruimer gezien is er een thematisch verband, want
1 Wat een hitte! Ober, een cola alstublieft! veel mensen stellen de vraag waarom
Met ijs, meneer? vluchtelingen die werkelijk gevaar lopen in het
2 Nee, met potaarde! land van herkomst niet in Nederland zouden
Wat zegt u? mogen blijven.
3 Ja, natuurlijk met ijs! Wat dacht je dan?!
Hahaha, erg grappig, meneer …
4 Haha, die had ik mooi te pakken!
11 Miniproject: De Tegenpartij
5 Hihi, wacht maar, mannetje! Je zult wat beleven!
Opdracht 38
6 Ik zal gepast betalen! Ik heb genoeg kleingeld bij
1-4 Jullie eigen brainstormsessie. Hebben jullie aan
me!
de tijdsduur van een minuut gehouden? Is het
Pas maar op dat u niet per ongeluk een fooi
gekozen nieuwsfeit interessant voor jongeren?
geeft, meneer.
7 Aaaah! Niets is zo fris als een ijskoude cola!
8 Au!!
_____ 40 BLOK

4 BASISBOEK
Opdracht 39
1-5 Jullie eigen brainstormsessie van debatstellingen
en discussie over de geschiktheid daarvan voor
een debat. Je hebt de beste debatstelling zo
geformuleerd dat helder is wat jij ervan vindt en
waarom.

Opdracht 40
1-4 Je eigen werk.
BLOK 41 _____

5 BASISBOEK
1 Lekker lezen Senta: resoluut, besluitvaardig, doortastend,
roekeloos (omdat ze zo hard rijdt).
1.1 Over het verhaal Mick Kreuger: gewelddadig, gevaarlijk, in staat
iemand te vermoorden, geestelijk gestoord.
Opdracht 1 Lees- en discussievragen 11 Het verhaal begint meteen midden in de
1 Als ze het opsporingsbericht op de televisie ziet gebeurtenissen (in medias res) en heeft een
en hoort. Dan blijkt dat hij een ontsnapte tbs’er is open einde.
die bovendien even tevoren iemand heeft 12 Het verhaal staat in de chronologische volgorde,
doodgeslagen. maar op het moment dat de gebeurtenissen
2 a Tbs betekent: ter beschikking gesteld aan de overspringen naar Senta gaan we iets terug in de
regering. Iemand die een misdrijf heeft gepleegd tijd. Dat gebeurt ook als we na het Senta-
en daarvoor wordt veroordeeld, kan naast (of als fragment terugkeren naar Lisa.
vervanging van) een gevangenisstraf tbs krijgen. 13 Ontstaan van het probleem: de man dringt
Dat gebeurt als de rechter bang is dat de dader binnen.
in herhaling zal treden als hij niet behandeld Steeds meer moeilijkheden: de man bedreigt en
wordt. Een tbs’er wordt behandeld in een tbs- verwondt Lisa als ze probeert te ontsnappen.
kliniek door een psychiater. Het doel is de Dieptepunt: de vrouw die hulp zou kunnen
geestelijk zieke weer gezond te maken zodat hij verlenen, krijgt een ongeluk.
terug kan in de maatschappij. 14-15
b Nee. Het is na een poosje wel duidelijk dat hij Je eigen mening en beargumentatie.
niet weg wil gaan, maar wat hij verder van plan
is, blijft onduidelijk. Opdracht 2 Opdrachten voor het fictiedossier
3 Afwisselend door de ogen van Lisa en Senta. 1-5 Je hebt een van de opdrachten gemaakt.
4 Meervoudige personale vertelsituatie. Aan het Controleer goed of je je aan de opdracht hebt
innerlijk van zowel Lisa als van Senta wordt veel gehouden en alle punten hebt verwerkt. Heb je
aandacht besteed. Je weet wat zij denken en ongeveer driehonderd woorden gebruikt?
voelen en je kunt goed met hen meeleven.
5 Voornamelijk showing. Het effect is dat je zeer
nauw bij de gebeurtenissen betrokken bent. Je 2 Over lezen
maakt ze als het ware mee, terwijl ze gebeuren.
6 De verteltijd en de vertelde tijd lopen bijna gelijk. 2.1 Over Simone van der Vlugt
Het gevolg is: direct meemaken wat er gebeurt.
7 Dit verhaal is spannend doordat Lisa in een Opdracht 3
gevaarlijke situatie terechtkomt en je net zomin 1 a Een korte eerste indruk van het boek, stukjes uit
als zij weet wat de man van plan is. Zal hij haar recensies, soms fragmenten en soms
en/of haar kind kwaad doen? Die vraag blijft achtergrondinformatie bij een boek. De
open. informatie is niet zo heel betrouwbaar, want
De wisseling van het perspectief (Lisa – Senta) kritische of negatieve recensies ontbreken.
verhoogt ook de spanning. Aan het eind is b Over Het laatste offer.
duidelijk sprake van een cliffhanger (het verhaal c De bastaard van Brussel en Schijndood. Er is
afbreken op een spannend moment). geen verschil tussen de edities, behalve in
Verder draagt de mist bij aan de spanning. omslag. Dit zijn geen thrillers, maar historische
8 a Eerste voorbeeld: Als Senta bij het dijkhuisje boeken. Ze zijn eerst als jeugdboek verschenen.
aankomt, weet je als lezer meer dan Senta. Je 2 Op www.literairethrillers.nl. De gegeven
weet wat zich daarbinnen ongeveer afspeelt. informatie: recensies, fragment en reacties van
Tweede voorbeeld: Als Senta is vertrokken, lezers. De informatie is niet heel betrouwbaar,
denkt Lisa dat er nu snel hulp zal komen. Maar want deze is heel eenzijdig: alleen positieve
als lezer weet je dat Senta verongelukt is. uitspraken over de boeken zijn hier te vinden.
b Dat de lezer meer weet dan de personages 3 a-c Je eigen antwoord en uitleg daarbij.
veroorzaakt spanning. d De informatie is niet zo heel betrouwbaar, want
9 Je eigen antwoord. Heb je je antwoord de kwaliteit wisselt sterk. Wel is het zo dat er
toegelicht? zowel positieve als negatieve meningen over
10 Lisa: bang, onzeker, zenuwachtig. een boek worden gegeven. Sommige
besprekingen zijn heel betrouwbaar en
_____ 42 BLOK

5 BASISBOEK
kwalitatief goed. Dat is te zien aan het aantal 2.3 Thema en motief
sterretjes. Soms is er van een boek een
bespreking opgenomen door een docent(e). Die Opdracht 5
is over het algemeen professioneel en steekt uit 1 Gijzeling of vrijheidsberoving.
boven de besprekingen van de leerlingen. 2 Angst, onzekerheid, geweld en agressie, hoop
(op hulp).
2.2 Spanning 3 Op zoek naar geluk of vrijheid.
4 Onzekerheid, afwijzende en hardvochtige
Opdracht 4 houding van de overheid, machteloosheid,
1 a Wie is de indringer en wat wil hij? illegaliteit, verraad.
b Deels. Op de vraag wie hij is, komt een
antwoord. Op de vraag wat hij wil, niet. 2.4 Literatuur en lectuur
c Hoe is Senta eraan toe en zal zij voor hulp
kunnen zorgen? Opdracht 6
d Nee. –
2 Je moet vier van de volgende vijf trucs noemen.
Ten eerste: de hoofdpersoon wordt in een 2.5 Stijlfiguren – Understatement en
gevaarlijke situatie geplaatst. Een gevaarlijke eufemisme
man dringt binnen en bedreigt Lisa
Opdracht 7
Ten tweede: vertraging. Nadat Senta heeft
1 laten inslapen: eufemisme
aangebeld, duurt het vrij lang voordat ze de
2 wis en waarachtig: tautologie
situatie doorheeft.
3 tactische terugtocht: eufemisme
Ten derde: uitstel. Nadat de bel in huis heeft
4 een aardig deuntje spelen: understatement
geklonken, springt het verhaal over naar Senta.
5 gele zonnebloemen: pleonasme
Ten vierde: onverwachte wending. Senta lijkt
6 geen onaardig stukje werk: understatement
hulp te gaan halen, maar verongelukt.
7 de hele club op zijn kop: overdrijving (hyperbool)
Ten vijfde: informatievoorsprong. Nadat Senta op
8 niet in overeenstemming met de waarheid:
het toneel is verschenen, weet de lezer meer dan
eufemisme
Senta en Lisa.
3 a Hoe loopt het af met Lisa en haar dochtertje?
Wat is de man van plan?
b Je eigen antwoord.
3 Grammatica
Voorbeelden: Wat gaat er gebeuren als de bel
3.1 Weet je het nog?
klinkt? Begrijpt Senta wat de situatie is? Ontdekt
de man Senta en zal hij haar achterna gaan? Opdracht 8
Lukt het Senta om hulp te halen? 1 samengestelde zin
4 De korte spanningsboog gaat over het opduiken hoofdzin: Je … gebruikt
van Senta. Die begint op het moment dat ze bijv.bijzin: die … gebruikt
aanbelt. Die spanningsboog wordt niet afgerond, 2 samengestelde zin
want het is niet duidelijk hoe ze eraan toe is hoofdzin: Laura … verdrietig
nadat ze verongelukt. Binnen de spanningsboog hoofdzin: (want) haar … vakantie
rond Senta zitten ook weer kleine 3 samengestelde zin
spanningsboogjes: zal de indringer Senta hoofdzin: Ik … gegeven
opmerken? (nee), zal Senta weg kunnen komen bijv.bijzin: die … optilde
(ja), zal Senta verongelukken in de mist (ja). 4 samengestelde zin.
5 Ja, want er wordt veel aandacht besteed aan de hoofdzin: Vind … vervelend
gedachten en gevoelens van Lisa. Haar angst, bijzin: dat … nagesynchroniseerd
onzekerheid en (aan het eind) hoop op redding 5 enkelvoudige zin
krijgen veel nadruk. 6 samengestelde zin
hoofdzin: Gistermiddag … bezocht
hoofdzin: (maar) het … bezichtigen
43 _____

Antwoorden blok 5

7 samengestelde zin 2 a ond bijzin: ik, ond hoofdzin: de


hoofdzin: Het … onderzocht internetverbinding
bijv.bijzin: dat … geland b ond bijzin: de leerlingen, ond hoofdzin: de
repetitie
3.2 De beknopte bijzin 3 In de hoofdzin staat een ander onderwerp dan in
de bijzin.
Opdracht 9 4 Omdat het denkbeeldige onderwerp van de
In de a-zinnen staat geen bijzin en in de b-zinnen beknopte bijzin niet hetzelfde is als het
wel. onderwerp van de hele zin.
Er is geen verschil in betekenis. 5 Je eigen werk.

Opdracht 10
1 beknopte bijzin: na de voorrondes gewonnen te Opdracht 13
hebben 1 Foutief beknopte bijzin: Na een kwartier gewacht
volledige bijzin: …, nadat ze de voorrondes had te hebben
gewonnen Verbetering: Nadat we een kwartier hadden
2 beknopte bijzin: Blaffend gewacht,
volledige bijzin: Terwijl het blafte, 2 Foutief beknopte bijzin: Het weer in ogenschouw
3 beknopte bijzin: verkeerd begrepen te worden nemend
volledige bijzin: …,dat hij verkeerd wordt Verbetering: Als we het weer in ogenschouw
begrepen nemen,
4 beknopte bijzin: Volop genietend 3 Foutief beknopte bijzin: Alvorens de auto te
volledige bijzin: Terwijl hij volop genoot, starten
5 beknopte bijzin: Na in de zon gelegen te hebben Verbetering: Voordat je de auto start,
volledige bijzin: Nadat hij in de zon had gelegen, 4 Foutief beknopte bijzin: Zwetend en puffend
6 beknopte bijzin: Iedereen meegeteld Verbetering: Terwijl ze zweetten en puften,
volledige bijzin: Als we iedereen meetellen, 5 Foutief beknopte bijzin: Mijn tas pakkend
Verbetering: Toen ik mijn tas pakte,
Opdracht 11
6 Foutief beknopte bijzin: Op de plaats van
1 bijzin: (Nadat) … gewinkeld
bestemming aangekomen
beknopte bijzin: Na de hele middag te hebben
Verbetering: Toen hij op de plaats van
gewinkeld
bestemming aankwam,
2 bijzin: (Terwijl) … schreeuwde
7 Foutief beknopte bijzin: Enthousiast zwaaiend
beknopte bijzin: Angstig schreeuwend
Verbetering: Terwijl we enthousiast zwaaiden,
3 bijzin: (Nadat) … stilgestaan
8 De zin is goed.
beknopte bijzin: Na tien minuten te hebben
9 Foutief beknopte bijzin: Na een zonnebril gekocht
stilgestaan
te hebben
4 bijzin: dat … doen
Verbetering: Nadat ik een zonnebril had gekocht,
beknopte bijzin: volgende week zijn theorie-
10 De zin is goed.
examen te kunnen doen
11 Foutief beknopte bijzin: Na het nieuws van acht
5 bijzin: (Toen) … namen
uur te hebben gekeken
beknopte bijzin: Afscheid nemend
Verbetering: Nadat we het nieuws van acht uur
6 bijzin: (Voordat) … boeken
hadden gekeken,
beknopte bijzin: Alvorens de vakantie te boeken
12 Foutief beknopte bijzin: De cola inschenkend
Verbetering: Toen de ober de cola inschonk,
3.3 Verkeerd aansluitende beknopte
bijzinnen
3.4 Samentrekking
Opdracht 12
Opdracht 14
1 a Beknopte bijzin: Na de muziek te hebben
1 Mijn broer Freddy handbalt graag en is de beste
gedownload
aanvaller.
Bijzin: Nadat ik de muziek had gedownload,
2 We gaan de hele middag in Rotterdam winkelen
b Beknopte bijzin: Zwijgend.
of een museum bezoeken.
Bijzin: Terwijl de leerlingen zwegen,
_____ 44 BLOK

5 BASISBOEK
3 De leraar heeft het huiswerk tijdens de les wat = vr.vnw
besproken, maar is de opdracht over het ons = pers.vnw
voorzetselvoorwerp vergeten. 6 Veel = onb.htelw
verkiezing = znw
3.5 Foutieve samentrekking hun = bez.vnw
uitgebracht = zww
Opdracht 15 7 extra = bnw
1 De spelcomputer was afgeprijsd en die heb ik dat = betr.vnw
toen maar gekocht. dit = aanw.vnw
2 De assistente had het vanmorgen er druk en had blijkt = hww
mijn boodschap niet aan de dokter doorgegeven. verloren = bnw
3 Ik zal voor jou koffie zetten en voor mijn moeder omdat = ondersch.vw
de vuilnisbak aan de weg zetten. weer = bw
4 Barry is door het hoofd van de afdeling ontslagen 8 Denk = zww
en hem is geen reden daarvoor gegeven. dat = ondersch.vw
5 Het meisje is erg verlegen en is niet tot deze = aanw.vnw
klassenvertegenwoordigster gekozen.
6 De zin is goed.
7 Mijn oma wordt morgen vijftig en wordt door 4 Spelling
iedereen nieuwsgierig gemaakt naar de
verrassing voor haar. 4.1 De spelling van de drie
8 De brandweermannen hebben de brand gelukkig werkwoordsvormen –
geblust en hun heb ik daarom een bedankje De gebiedende wijs
gestuurd.
9 De gearresteerde jongen was volgens de rechter Opdracht 17
onschuldig en was onjuist behandeld. 1 Meld – gebiedende wijs
10 De verhuiswagen was door de verhuizers 2 De werkwoordsvorm houd is goed gespeld. –
volgeladen en was inmiddels op weg naar ons gebiedende wijs
nieuwe huis. 3 beantwoord – gebiedende wijs
11 Mijn mentor stelde ik een vraag maar hij 4 juichte, betwijfeld
beantwoordde deze niet. 5 oplevert
12 De verontwaardigde klant werd een gratis 6 behandelt, behandeld
drankje gegeven en hij verliet daarna tevreden 7 vergadert
het café. 8 gerugbyd
9 gesignaleerd, gecrasht
3.6 Woordsoortbenoeming – 10 De werkwoordsvorm is goed gespeld.
Herhaling 11 De werkwoordsvorm Word is goed gespeld. –
gebiedende wijs
Opdracht 16 12 inlogde, ingetypt
1 Wat = betr.vnw m.i.a.
13 peinsde
over = vz
Italië = znw 4.2 Klinkers met een uitspraakteken,
waar = bnw klemtoontekens (accenttekens)
2 Waarom = bw
plotseling = bw Opdracht 18
bezwaar = znw 1 après-ski: ontspanning na het skiën
3 je = wederkerend vnw 2 à la carte: volgens de menukaart
of = ondersch.vw 3 blasé: zo verwend dat je nergens meer van kunt
is = kww genieten
4 met = vz 4 carrière: loopbaan
verwachten = bnw 5 Het woord is goed gespeld. Betekenis: deel van
geen = onb.vnw een trein.
5 Iedereen = onb.vnw 6 crèche: kinderdagverblijf
zich = wederkerend vnw 7 decolleté: laag uitgesneden hals van een jurk
45 _____

Antwoorden blok 5

8 enquête: onderzoek door aan een heleboel 7 rijk en (daardoor) machtig iemand
mensen dezelfde vragen te stellen 8 voornaam persoon
9 filet americain: fijngemalen rauw rundvlees met 9 erg met zichzelf ingenomen
ei, kruiden enzovoort 10 een verkorte handtekening zetten
10 première: eerste opvoering van een voorstelling 11 kaartje dat toegang geeft voor alle voorstellingen;
11 Het woord is goed gespeld. Betekenis: brokjes rand van dun karton om een ingelijste foto of
vlees met gekruide saus. prent heen
12 Het woord is goed gespeld. Betekenis: 12 specialist die afwijkingen aan gebit en kaak
bijeenkomst van mensen die elkaar lang niet corrigeert
hebben gezien. 13 strafinrichting, gevangenis
14 iemand met onuitvoerbare droombeelden en
Opdracht 19 hervormingsplannen
1 móét, écht 15 sticker (als teken dat je betaald hebt),
2 een en ander herkenningsteken (van een bedrijf)
3 eenmalige
4 een, níét
5 één
6 Lees vaardig
Uitleg: Hier zijn klemtoontekens duidelijker.
6 wél
6.1 Samenvatten
7 vóór
8 eendagsvlieg Opdracht 23
In een goede samenvatting moeten de volgende
4.3 Sneldictee informatie-elementen zijn opgenomen:
● vliegangst is een biologisch gestuurde reactie
Opdracht 20
van lichaam en geest op een schijnbaar

levensbedreigende situatie / een extreme,
fysieke vecht- of vluchtreactie;
● vliegangst komt voor bij een op de drie
5 Taalschat volwassenen / bij een derde deel van de
volwassenen;
5.1 Woordveld ● de belangrijkste oorzaak van vliegangst: vliegen
is (vliegtuigen zijn) verbonden geraakt met
Opdracht 21
negatieve emoties;
1 moderniseren, eigentijds maken
● twee terreinen waarop vliegangst negatieve
2 ontleden (uit elkaar halen) om inzicht te krijgen
gevolgen kan hebben: op persoonlijk/sociaal
3 een persoonlijk karakter geven of hebben
terrein en op maatschappelijk
4 afzonderen, zodat er weinig of geen contact is
terrein/beroepsterrein;
met de omgeving
● vliegangst kan worden aangepakt door de lijder
5 de gesproken taal van een film opnieuw
aan vliegangst en de professionele hulpverlener;
opnemen in een andere taal
● drie manieren vóór het vliegen:
6 verbinden met zuurstof, roesten
1 (oorzaak opsporen en) oorzaak en
7 voorspellen
vliegangst ontkoppelen,
8 de duur verlengen
2 zorgen voor ontspanning van de
9 ernstig geestelijk schokken
spieren,
3 voldoende tijd nemen.
5.2 Woorden uit de media
● drie manieren tijdens de vlucht:
Opdracht 22 1 zorgen voor ontspanning van de
1 geschikte, passende spieren,
2 betrekking hebben op de verkiezingen 2 zorgen voor afleiding,
3 begeleiding om te beschermen of om eer te 3 vervangen van negatieve gedachten en
betonen emoties door positieve.
4 ergernis omdat je iets niet krijgt of kunt
5 over voorwaarden onderhandelen, schipperen
6 strijdbaar
_____ 46 BLOK

5 BASISBOEK
6.2 Eindopdracht (3) Mijn vriendin en ik zijn in uw winkel geweest.
(4) Daar hadden wij enkele vervelende
Opdracht 24 ervaringen die wij onder uw aandacht willen
1 a Alinea 1 en 2. brengen.
b Alinea 3 tot en met 8. (5) Terwijl we ons al aan de harde muziek in uw
c Alinea 9. winkel stoorden, waren er ook nog eens geen
d In drie inhoudelijk samenhangende delen: alinea lege pashokjes. (6) Veel vrouwen hebben een
3 en 4; alinea 5, 6 en 7; alinea 8. hekel aan die gigantische rijen voor de pashokjes
2 C en lopen gewoon weg zonder iets te kopen.
3 Over het feit dat er geen discussie is over de
uitholling van de privacy. (7) Toen ik in uw winkel was, had ik dus een
4 Burgers denken dat die aantasting nodig is voor leuke broek gevonden. Ik moest helaas heel lang
de bestrijding van terrorisme, criminaliteit en wachten, voordat ik deze kon passen. (8) Ik heb
fraude en zeggen dat ze niets te verbergen ook een klacht over het aantal kassa’s. (9-10)
hebben. Toen ik eindelijk mijn keuze gemaakt had in de
5 C drukte, moesten wij ook nog eens vreselijk lang
6 Nee, het is de mening van ‘de’ burger. De wachten voordat we aan de beurt waren bij de
schrijver is het hier helemaal niet mee eens, zo kassa. (11) Als je als twaalfde in de rij staat, is
blijkt uit de alinea’s die hierna volgen. het fijn als een medewerkster nog een kassa
7 B opent. (12) Er waren drie medewerkers, die een
8 C tweede kassa konden openen, maar ze vouwden
9 C truien op.
10 D
11 D (13) Ook zou u de muziek niet zo hard moeten
12 Nee, dat is niet goed. aanzetten. (14) Uit een onderzoek is gebleken,
13 niet waar dat harde muziek tot de grootste ergernissen
14 C behoort. (15) Als mijn vriendin iets zei, kon ik
15 A haar vanwege de harde muziek geen een keer
16 B verstaan.
17 a nee
b ja (16) Ik ben erg teleurgesteld en hoop dat u mijn
c nee brief serieus neemt en oplossingen verzint voor
d ja de problemen in de winkel.
e nee
f ja Vriendelijke groet,

Mano van der Vlugt


7 Schrijf vaardig
Opdracht 26
7.1 Schrijven op niveau 1-4 Je eigen werk.

Opdracht 25 7.2 Het schrijven van een


1-3 Herschreven klachtenbrief: klachtenbrief

Geachte mevrouw Jasperse, Opdracht 27


1-4 Je eigen werk.
(1) Toen we thuiskwamen van een zware middag
Opdracht 28
winkelen, viel mijn oog op een negatief
1-3 Je eigen werk.
krantenbericht over uw winkel. (2) Ik heb ook
klachten over uw winkel en heb u dus deze brief
geschreven.
47 _____

Antwoorden blok 5

8 Spreken, kijken en luisteren Opdracht 32


Je eigen zinnen.
8.1 Journalisten en redacteuren
9.2 De standaarduitspraak van het
Opdracht 29 Nederlands
1-6 Jullie eigen journaal.
Opdracht 33
Opdracht 30 1-2 Je eigen antwoorden.

9.3 Tongbrekers

Opdracht 34
9 Over taalgebruik
1-2 Je eigen antwoorden.

9.1 Taalfouten – Storend figuurlijk 9.4 Een tekstgedeelte herschrijven


taalgebruik (lange zinnen)
Opdracht 31
Opdracht 35
1 De longafdeling van het ziekenhuis moet nodig
Tegenwoordig pakt iedereen voor de kleinste
worden uitgebreid, maar de vraag is of de raad
dingen de auto, waardoor de files steeds langer
van bestuur het geld daarvoor snel beschikbaar
worden. Ook kinderen worden steeds vaker met
kan stellen.
de auto naar school of de sportclub vervoerd.
2 Aandelen leveren meer op, zeggen ze. Maar je
Dat vind ik onnodig, want de meeste scholen of
aandelen blijken op een bepaald moment net zo
sportverenigingen zitten vaak in de woonplaats
goed sterk in waarde te kunnen dalen.
zelf. Deze/Die zijn dus makkelijk te bereiken met
3 De psychiater bleek wel degelijk diep beledigd te
de fiets of zelfs lopend. De auto wordt op deze
zijn door het kritische artikel in het weekblad.
manier niet zinvol benut. Het is nog sterker,
4 Het ontslag van de verantwoordelijke chef-kok
door deze vorm van gemakzucht beginnen
kreeg een vervelende bijgedachte, toen bleek dat
files vaak al vlakbij de woning zelf.
ook twee andere koks zich niet hadden
gehouden aan de hygiënische voorschriften.
Voor het woon-werkverkeer zijn er diverse
5 De zestigjarige opticien bleek nauwelijks het
oplossingen te bedenken. Om te beginnen zou je
belang in te zien van voortdurende bijscholing.
flexibele werktijden kunnen invoeren, zodat je
6 De oogarts raadde de patiënt aan niet te veel
niet het probleem hebt dat iedereen tegelijk op de
aandacht te besteden aan de risico’s die aan de
weg aanwezig moet zijn. Door mensen vier
zo’n ingrijpende oogoperatie verbonden zijn.
dagen in de week negen uur per dag te laten
7 Het bericht dat twee brandweermannen door de
werken is het ook mogelijk ze een dag vrij te
explosie ernstig gewond zijn geraakt,
geven. Als een werkgever die vrije dagen onder
veroorzaakte veel opschudding bij de
zijn werknemers verdeelt door middel van een
dorpsbewoners.
schema zul je tot de conclusie komen dat er
8 Het was voor de Rotterdamse huisarts een grote
minder woon-werkverkeer aanwezig is op de
teleurstelling dat ze vanwege ernstig oogletsel
wegen. Dan is er dus minder overlast.
haar beroep niet meer kon uitoefenen.
Rekeningrijden is ook een optie omdat je de
9 Patrick schrok erg, toen de vuurpijl zijn richting uit
mensen erdoor zelf laat inzien wat het probleem
kwam.
is van het overmatig autogebruik. Door tijdens de
10 Als de gemeente eindelijk eens toestemming
spitsuren het rekeningrijden extra duur te
geeft / een positief besluit neemt, kan de
maken zullen mensen sneller kiezen voor het met
gevaarlijke kruising vervangen worden door een
elkaar meerijden, het zogenaamde
rotonde.
‘carpoolsysteem’. Helaas is in het verleden
11 Er was iets niet in orde met het gehakt dat door
gebleken dat mensen het vertikken om met
de keuringsdienst van waren werd aangetroffen
elkaar mee te rijden. De belangrijkste reden is
in de koelvitrine van de supermarkt.
dat ze geen voordeel zagen en alleen maar
12 Ineke reageerde hevig verontwaardigd, toen ze
nadelen konden bedenken. Er is namelijk wel
merkte dat de kapster een verkeerde
even wat organisatie nodig om het systeem goed
kleurspoeling wilde gebruiken.
te laten verlopen. Maar door mensen te
_____ 48 BLOK

5 BASISBOEK
confronteren met de kosten zullen de nadelen 11 Miniproject: Flodderjournaal
voor lief genomen worden.
Opdracht 37 Voorbereiding en overleg (groep)
Door al deze maatregelen in te voeren zul je tot 1-5 Jullie eigen voorbereiding van het
het besef komen dat niemand meer kan zeggen: ‘Flodderjournaal’.
ik ben niet degene die de auto moet laten staan,
Opdracht 38 Schrijven (individueel)
maar de andere weggebruikers. In wezen is
1-2 Je eigen slechtgeschreven item met storend
iedereen even schuldig aan het fileprobleem en
taalgebruik, ellenlange zinnen en tongbrekers.
kan dus ook iedereen ervoor zorgen dat het
vermindert. Dat is zeker het geval als de Opdracht 39 Presenteren en overleg (groep)
overheid en de werkgevers aan de oplossing 1-4 Je eigen werk.
meewerken. Het wil niet zeggen dat iedereen
nooit meer de auto mag gebruiken, maar je moet
wel goed overwegen wanneer je de auto wel
en niet gebruikt.

10 Gedicht
Opdracht 36
1 Je eigen antwoord.
2 Vergelijking zonder als: het leven is een slordige
tuinman.
3 Metafoor: licht en donker. Er wordt mee bedoeld:
de fijne en verdrietige dingen van het leven.
4 Metafoor: boom. Alleen het beeld is over. Met
‘boom’ wordt het leven bedoeld. Het leven is als
een boom waaraan alles groeit: mooie en
verdrietige momenten.
5 Vergelijking met van: een bloem van vrolijkheid.
Soms heeft men een gevoel van vrolijkheid en
dat gevoel is als een bloem die zich opent.
6 Soms gebeurt er in het leven iets fijns en vrolijks.
7 Ja. Het gebruikte beeld ‘waaier’ is niet gebaseerd
op een overeenkomst, maar op een ander
verband, namelijk deel – geheel: de waaier is een
deel van de bloem.
8 Vergelijking zonder verbindingswoord: het
verdriet – een doffe appel.
9 Ja, het leven (iets abstracts) wordt voorgesteld
als een mens (een slordige tuinman). Verder
wordt ‘boom’ in regel 6 als iets menselijks
voorgesteld, want hij krijgt namelijk de menselijke
eigenschap ‘onverschillig’.
10 Een sombere kijk: soms gebeuren er plezierige
dingen (regel 10-11), maar vaker is het leven
verdrietig (regel 11-13).
11 Je eigen antwoord en uitleg daarbij.
BLOK 49 _____

6 BASISBOEK
1 Lekker lezen je ziet de gebeurtenissen door de ogen van
Anton en je leert alleen van hem de gedachten
1.1 Over het verhaal en gevoelens kennen.
9 Vooral showing. Het effect: je ziet de
Opdracht 1 Lees- en discussievragen gebeurtenissen van dichtbij, je bent er direct bij
1 Een verrader, een NSB’er, die werkt voor de betrokken en je beleeft de spannende
Duitsers. Hij is hoofdinspecteur van politie en gebeurtenissen mee terwijl ze plaatsvinden.
staat bekend als de grootste moordenaar en 10 Je eigen mening en beoordelingswoorden hierbij.
verrader van Haarlem en omstreken.
2 Door mensen van het verzet. Opdracht 2 Opdrachten voor het fictiedossier
3 Op het moment dat de buren, de Kortewegs, het 1-5 Je hebt een van de opdrachten gemaakt.
lijk voor de deur van de Steenwijks neerleggen. Controleer goed of je je aan de opdracht hebt
4 Hij is bang dat de Duitsers wraak zullen nemen. gehouden en alle punten hebt verwerkt. Heb je
Dat hebben ze al eerder gedaan op de ongeveer vierhonderd woorden gebruikt?
Leidsevaart. Moeder denkt daar anders over: zij
hebben niets met de moordaanslag te maken en
zullen dus niets te vrezen hebben van de 2 Over lezen
Duitsers.
5 Het thema: angst voor wraak (van de Duitsers). 2.1 Over Harry Mulisch
Motieven: het verraad van de buren (die het lijk
verplaatsen), de daadkracht van Peter (die het Opdracht 3
lijk weg wil halen), het verzet van de moeder 1 Diverse mogelijkheden, zoals
(tegen Peters actie), geloof in de goede afloop www.harrymulisch.nl en www.literatuurplein.nl.
(van de moeder). Op die sites is zeer veel uiteenlopende informatie
6 Ten eerste: De hoofdpersonen komen in een te vinden: over zijn leven, over zijn boeken,
gevaarlijke situatie terecht. Na het verplaatsen algemene achtergrondinformatie, interviews en
van het lijk door de Kortewegs lopen de recensies van zijn boeken.
Steenwijks gevaar. De Duitsers zullen mogelijk 2-4 Je eigen antwoord en uitleg daarbij.
represailles nemen.
Ten tweede: Het verhaal bevat een onverwachte 2.2 Ruimte
wending. Nadat Ploeg is neergeschoten voor het
Opdracht 4
huis van de Kortewegs, leggen zij het lijk voor het
1 In en om het huis van de Steenwijks.
huis van de Steenwijks.
Functies: de omgeving concreet maken en sfeer
Ten derde: Het verhaal bevat een open plek. Aan
oproepen. Ook ondersteunen de ruimtes het
het eind is het niet duidelijk wat er met Peter gaat
thema: in de huiskamer heerst geborgenheid en
gebeuren en het is ook niet duidelijk wat de
vertrouwdheid tegenover de vijandige, gevaarlijke
Duitsers met de familie zullen gaan doen. Het
en dreigende buitenwereld van de bezetter. De
verhaal eindigt met een cliffhanger.
ruimtebeschrijvingen zijn niet zo heel uitvoerig,
Ten vierde: Het verhaal bevat vertragende
maar wel precies.
elementen. Vanaf het moment dat de schoten
Het effect: je kunt je heel goed een voorstelling
vallen, duurt het een tijdje voor duidelijk is wie is
van het huis en de directe omgeving maken.
neergeschoten. Ook tussen het moment dat ze
2 In en om het huis van Lisa.
Ploeg herkennen en het optreden van de buren,
Functies: de omgeving concreet maken, sfeer
zit flink wat vertraging. Ten slotte zit er vertraging
oproepen en het thema ondersteunen (de
tussen het moment waarop Peter het lijk wil
vertrouwdheid van het eigen huis is plotseling
verplaatsen en het hem lukt naar buiten te
omgeslagen in dreiging en angst).
komen.
3 In een asielzoekerscentrum, in een verhoorkamer
7 De nadruk ligt op de actiespanning. Het verhaal
van de IND, op het schoolplein, op het
wordt spannend door wat er gebeurt: het
onderduikadres bij broer Bashir.
neerschieten van Ploeg, het verplaatsen van het
Functies: de omgeving concreet maken, sfeer
lijk en Peters pogingen het lijk weg te slepen.
oproepen (negatieve, afwijzende sfeer in
8 De eerste en tweede zin wordt verteld door een
verhoorkamer, onzekerheid in eigen kamer na te
alwetende verteller. In de rest van het fragment is
zijn uitgeprocedeerd, onzekerheid en angst op
een personale vertelsituatie gebruikt. Het gevolg:
_____ 50 BLOK

6 BASISBOEK
onderduikadres), het thema ondersteunen bwb = vanavond, in het donker, bij elkaar
(vluchtelingen wonen in asielzoekerscentrum, bijst = –
worden verhoord in verhoorkamer, worden met bvb = –
geweld uit hun kamer in asielzoekerscentrum 3 wwg = zijn aangetast
gehaald, duiken onder bij broer) en de bouw van nwg = –
het verhaal ondersteunen (de vluchtelingen ond = de oude gebouwen
moeten gedwongen van de ene plek naar de lv = –
andere verkassen). mv = –
De ruimtebeschrijvingen zijn nogal karig. Je moet vzv = –
hierdoor als lezer zelf veel invullen. bwb = in Rome en andere steden, door de
luchtverontreiniging
2.3 Toneel bijst = –
bvb = andere bij steden, oude bij gebouwen
Opdracht 5 4 wwg = –
1-3 Je eigen werk. nwg = is geïnteresseerd
ond = Mijn vader
2.4 Cabaret lv = –
mv = –
Opdracht 6
vzv = in documenten over de Tweede
Jullie eigen verslag van een cabaretvoorstelling.
Wereldoorlog
bwb = al jaren
2.5 Stijlfiguren – Ironie en sarcasme
bijst = –
Opdracht 7 bvb = Mijn bij vader, over de Tweede
1 ironie Wereldoorlog bij documenten
2 geen seconde: overdrijving 5 wwg = liet zien
3 Morgen: vooropplaatsing nwg = –
4 sarcasme ond = de gids, een deskundige,
5 retorische vraag lv = schitterende muurschilderingen
6 climax mv = ons
7 witte schuimkoppen: pleonasme vzv = –
8 geheimzinnig en mysterieus: tautologie bwb = In de grot, tijdens de rondleiding
bijst = een deskundige
bvb = schitterende bij muurschilderingen
6 wwg = –
3 Grammatica
nwg = blijken erg blij te zijn
ond = De Nederlandse archeologen
3.1 Zinsontleding – Herhaling
lv = –
Opdracht 8 mv = –
1 wwg = moesten vragen vzv = met de vondst van de ijzeren werktuigen
nwg = – bwb = –
ond = de wandelaars bijst = –
lv = de juiste route bvb = Nederlandse bij archeologen, van de
mv = een taxichauffeur ijzeren werktuigen bij vondst, ijzeren bij
vzv = – werktuigen
bwb = Op het schiereiland, halverwege hun tocht 7 wwg = compenseren
bijst = – nwg = –
bvb = hun bij tocht, juiste bij route ond = Internetgebruikers
2 wwg = moeten blijven lopen lv = het ontbreken van non-verbale communicatie
nwg = – mv = –
ond = Jullie vzv = met symbolen en een speciaal taalgebruik
lv = – bwb = –
mv = – bijst = –
vzv = –
51 _____

Antwoorden blok 6

bvb = van non-verbale communicatie bij 3.3 Verkeerd aansluitende beknopte


ontbreken, non-verbale bij communicatie, bijzin en samentrekking – Herhaling
speciaal bij taalgebruik
8 wwg = probeert te bewijzen Opdracht 11
nwg = – 1 Verkeerd aansluitende beknopte bijzin: Na mijn
ond = Sylvestro, de slimste van de klas havo-opleiding voltooid te hebben.
lv = zijn gelijk Verbetering: Nadat ik mijn havo-opleiding had
mv = de leraar voltooid, …
vzv = – 2 Foutieve samentrekking: en wilde zij …
Verbetering: en dat wilde zij …
bwb = –
bijst = de slimste van de klas 3 Verkeerd aansluitende beknopte bijzin: Op de
bvb = van de klas bij slimste, zijn bij gelijk luchthaven aangekomen
Verbetering: Toen wij op de luchthaven
aankwamen,
3.2 Bijzinnen herkennen en
vervangen – Herhaling 4 Verkeerd aansluitende beknopte bijzin:
Belangstelling tonend
Opdracht 9 Verbetering: Toen ik belangstelling toonde, …
1 Bijzin: omdat … weergegeven. 5 Foutieve samentrekking: en daarom al …
Vervangen door: Daarom / om die reden. Verbetering: en is daarom …
2 Bijzin: Wie … gestuurd. 6 Goede zin.
Vervangen door: Dat. 7 Foutieve samentrekking: en ook nog de koffie in.
3 Bijzin: dat … staken. Verbetering: en schonk ook nog de koffie in.
Vervangen door: (Het bericht) over de staking. 8 Goede zin.
4 Bijzin: Dat … wedstrijd. 9 Verkeerd aansluitende beknopte bijzin: Na mijn
Vervangen door: Dat / dat verhaal. gegevens te hebben opgegeven
5 Bijzin: die … zitten. Verbetering: Nadat ik mijn gegevens had
Vervangen door: (De thrillerliefhebbers) uit onze opgegeven,
klas. 10 Foutieve samentrekking: en erg vol
6 Bijzin: als … hebt. Verbetering: en is erg vol.
Vervangen door: Zo. 11 Goede zin.
7 Bijzin: (aan) wie … wilde. 12 Verkeerd aansluitende beknopte bijzin: Mijn
Vervangen door: (aan) iedereen. favoriete soap kijkend
8 Bijzin: wat … hadden. Verbetering: Toen ik naar mijn favoriete soap
Vervangen door: zo goed / zo mooi. keek,

Opdracht 10 3.4 Woordsoortbenoeming – Herhaling


1 dat … hebt
die … vervoert Opdracht 12
omdat … verloopt 1 Op = vz
die … houden dagen = znw
Als … is met = vz
2 geen internet = lv hoge = bnw
gefrustreerd = bwb temperaturen = znw
Flink wat mensen = ond is = kww
via het vaste net = bwb het = lw
het overgrote deel van de transacties = ond strand = znw
zal onmogelijk worden = nwg een = lw
polders = lv populaire = bnw
met talloze problemen = vzv bestemming = znw
voor = vz
veel = onb.htelw
mensen = znw
die = betr.vnw
even = bw
_____ 52 BLOK

6 BASISBOEK
willen = hww Opdracht 14
genieten = zww 1-4 Je eigen antwoorden.
van = vz
enkele = onb.htelw
uren = znw 4 Spelling
zon = znw
en = nevensch.vw 4.1 Lastige verkleinwoorden
zeewater = znw
dat = betr.vnw Opdracht 15
meestal = bw 3 campinkje
ongeveer = bw 4 cd’tje
achttien = bep.htelw 5 chocolaatje
graden = znw 6 dinertje
is = kww 7 jongetje
2 In = vz 9 lolly’tje
de = lw 10 sateetje
oudheid = znw 12 vitamientje
was = kww
de = lw 4.2 Cijfers, letters en tekens
kust = znw
Opdracht 16
zeer = bw
1 negen van de twaalf
onaantrekkelijk = bnw
2 21 april 1944
omdat = ondersch.vw
3 veertien euro / 14 euro
het = lw
4 acht
strand = znw
5 drieënhalf uur
de = lw
6 Beukenlaan 14
grens = znw
7 achtendertig
was = kww
8 vijf procent / 5 procent
tussen = vz
9 paragraaf 11
bekend = bnw
10 tachtig kilometer per uur/ 80 kilometer per uur
en = nevensch.vw
onbekend = bnw
4.3 Sneldictee
land = znw
Opdracht 17
Opdracht 13

1-5 Je eigen zinnen.
Voorbeeldzinnen:
1 vr.vnw: Wat heb je vandaag allemaal gedaan?
betr.vnw: Het feest bij Jacco gaat niet door, wat
5 Taalschat
ik jammer vind.
onb.vnw: Ga je wat voor Vaderdag kopen? 5.1 Woorden rond de teksten
2 aanw.vnw: Wil je dat spel voor me meenemen?
Opdracht 18
betr.vnw: Het bewijs dat de politie gisteren heeft
1 explosieve
gevonden, is een belangrijke aanwijzing voor de
2 prototype
dader.
3 zielenheil
ondersch.vw: Hij heeft de leraar verteld, dat hij
4 diversiteit (2x)
zijn werkstuk niet op tijd afheeft.
5 intrinsieke, nihil
3 Denise wilde niets vertellen over haar relatie met
6 impuls
een van de medespelers, omdat ze privé en werk
7 koesteren
gescheiden wil houden.
8 juk, neurose
4 Helaas heeft Merel zich in mij vergist.
9 exploratie
5 Mijn oma is oud geworden.
10 sociale status (2x)
53 _____

Antwoorden blok 6

11 paradoxale 6 Lees vaardig


12 franchisenemer
6.1 Tekst met vragen – Herhaling
5.2 Spreekwoorden en uitdrukkingen
met het woord hart Opdracht 21
1 C
Opdracht 19 2 Alinea 3 tot en met 6.
1 liefde, toewijding voor iets hebben 3 Alinea 7 tot en met 11.
2 het niet durven 4 D
3 zeer ongevoelig zijn Uitleg: De laatste zin van alinea 2 is een
4 ondanks grote mond of ruw uiterlijk snel geroerd, aankondigende zin.
bewogen zijn 5 D
5 trots zijn Uitleg: Er wordt een vergelijking gemaakt in
6 liefdesverdriet hebben mens- en wereldbeeld en in reismotieven tussen
7 iemand moed inspreken verschillende historische tijdperken.
8 goed (slecht) jegens hem gezind zijn 6 B
9 ik walg vreselijk Uitleg: De schrijver geeft zijn mening over het
10 als je ergens enthousiast over bent, praat je er reismotief van de moderne toerist.
veel over 7 C
11 hij zat erg in spanning Uitleg: De schrijver somt de kenmerken van de
12 hij zegt ronduit wat hij denkt en voelt moderne toerist op.
13 dat doet mij verdriet 8 a Op de reiziger uit de romantiek.
14 door en door b De moderne toerist wil, net als de reiziger uit de
15 met alle kracht en liefde romantiek, de economische drukte ontvluchten
16 iemand iets met nadruk aanraden en genieten van de rust van de natuur.
17 iets willen zeggen c De rust en de eenzaamheid bestaan niet meer;
18 het onmogelijk kunnen doen door toerisme is een massaverschijnsel geworden en
gevoelsbezwaren de moderne toerist zoekt de drukte ook
19 iets vergeven nadrukkelijk op.
20 wie afwezig is, wordt vergeten 9 a Hij reisde uit religieuze overwegingen: hij ging
21 dat is precies wat ik vind, voel op bedevaart om God te eren.
22 erg bezorgd zijn b In de renaissance wilde de mens
23 er erg van genieten 1 zijn kennis over de aarde vergroten;
2 vanuit zijn behoefte aan economische en
Opdracht 20 politieke expansie zijn macht vergroten;
Je eigen spreekwoorden of uitdrukkingen met 3 zichzelf in plaats van God eren.
betekenis. c In de romantiek reisde men
Bijvoorbeeld: 1 om het reizen zelf;
● zijn hart luchten: zeggen wat je dwarszit 2 om vrij te zijn / van de onaangetaste natuur
● zijn hart ophalen: volop genieten te genieten / om te ontsnappen aan de
● zijn hart aan iemand schenken: iemand trouw industrieel-burgerlijke maatschappij.
beloven 10 De moderne toerist:
● mijn hart sloeg over: ik was ergens plotseling 1 zoekt veiligheid;
door verrast 2 wil in de nabijheid van soortgenoten zijn;
● de stem van het hart volgen: doen wat je gevoel 3 klampt zich vast aan de reisgids;
je ingeeft 4 zoekt bevestiging in beelden en beschrijvingen
die anderen al vóór hem hebben gemaakt;
5 zoekt een wereld die hij eigenlijk zou willen
ontvluchten.
11 Het paradoxale is dat de moderne toerist een
drukke, economisch gedicteerde wereld opzoekt
die hij eigenlijk wil ontvluchten. Dus: hij komt
terecht in een soort wereld die hij ontvlucht.
_____ 54 BLOK

6 BASISBOEK
12 B 7 Schrijf vaardig
13 A
14 B 7.1 Schrijven op niveau

6.2 Samenvatten – Herhaling Opdracht 23


(1) De jongerentaal is een taal die is ontwikkeld
Opdracht 22 door jongeren en die door jongeren gebruikt
In een goede samenvatting van deze tekst wordt. (2) Jongeren van elke generatie
moeten de volgende informatie-elementen zijn ontwikkelen elke keer weer een eigen taal. (3)
opgenomen: Jongeren zetten zich tegenwoordig wel extremer
● Het aantal zelfstandige winkeliers nam de af tegen de andere generaties dan vroeger. (4)
afgelopen 25-30 jaar sterk af (van 44 naar 15 Het extreem onderscheiden is nodig, omdat de
procent). oudere generatie tegenwoordig ook met de tijd
● Er zijn twee oorzaken voor het verdwijnen van meegaat.
de zelfstandige winkelier uit nieuwe winkelcentra (5) De jongerentaal houdt ook verband met
1 de hoge huren; andere normen en waarden dan die van de
2 de projectontwikkelaar kiest voor de ouderen.
zekerheid van het grootwinkelbedrijf,
want dat garandeert grote omzet. (6+7) Er zijn verschillende soorten jongerentaal,
● Sommige steden stimuleren de terugkeer van want Nederland heeft een multiculturele
zelfstandige winkeliers, omdat ze beseffen dat samenleving. (8) Door deze multiculturele
ze meer variatie in hun winkelbestand moeten samenleving ontstaat deze gemengde taal die
aanbrengen. het Nederlands als hoofdtaal heeft. De taal
● Dat steden de zelfstandige winkeliers terug bestaat verder uit een mengeling van allerlei
willen hebben, blijkt uit talen. (9) Het Murks is bijvoorbeeld zo ontstaan.
1 de instelling van selectiecommissies die (10) Naast het Murks heb je ook nog een andere
plaatsen reserveert voor zelfstandige taal. (11) Deze taal ontstaat als jongeren van
winkeliers; allerlei culturen met elkaar communiceren. (12)
2 de oprichting van het Garantiefonds voor Het gaat hier voornamelijk om een mix van
het Midden- en Kleinbedrijf. Nederlands, Turks, Engels, Surinaams, Moluks
● Er zijn twee soorten zelfstandige winkeliers: en Marokkaans.
1 De winkelier met de ene eigen zaak.
2 De winkelier die is aangesloten bij een (13+14) Veel mensen denken dat vooral
samenwerkingsverband (inkooporganisatie buitenlanders zo praten, maar straattaal wordt
of franchiseformule). voornamelijk door de autochtone jeugd
● De toekomst van de zelfstandige winkelier ziet gesproken. (15-16) Sommige mensen denken
er niet rooskleurig uit: de omzet zal volgens dat het Nederlands verloren gaat, als jongeren
deskundigen nog verder teruglopen (van 15 straattaal gebruiken. (17) Ze denken dat jongeren
naar circa 9 procent). een te kleine woordenschat hebben en dat ze
● Om hun winkel meer toekomst te geven daarom woorden gaan vervormen of vervangen.
waarderen sommige winkeliers hun winkel op (18) Dat lijkt mij niet waarschijnlijk. (19) Het is
(traiteur, croissanterie). juist zo dat jongeren de taal veranderen, omdat
● Het zal nog moeten blijken of de nieuwe ze zich vervelen. (20) Ze willen weleens een
pogingen om zelfstandige winkeliers een plaats andere taal die zonder al te moeilijke regels te
te geven in grote winkelcentra succesvol zullen begrijpen is.
zijn.
7.2 Het schrijven van een artikel

Opdracht 24
1-15
Je eigen werk.

Opdracht 25
1-3 Je eigen werk.
55 _____

Antwoorden blok 6

8 Spreken, kijken en luisteren ● kwartje van Kok: verhoging van de belasting op


benzine
8.1 Mondelinge presentatie – Herhaling Wim Kok (1938) was destijds minister-president.
● maart: maand genoemd naar de Romeinse god
Opdracht 26 Mars
1-4 Je eigen presentatie. ● melkertbaan: gesubsidieerde baan voor iemand
die moeilijk aan werk kan komen
Opdracht 27
Ad Melkert (1956), vroegere minister

● montessorischool: schooltype waarbij ieder kind
in zijn eigen tempo werkt
Maria Montessori (1870-1952), de bedenkster
9 Over taalgebruik ● pfeiffer: virusinfectie
Emil Pfeiffer (1846-1921), de ontdekker
9.1 Etymologie ● sandwich: twee sneetjes brood met hartig beleg
ertussen
Opdracht 28
John Montagu, graaf van Sandwich (1718-1792)
1 C
● teddybeer: speelgoedbeer
2 B
Teddy Roosevelt (1858-1919), vroegere
3 C
Amerikaanse president
4 A
5 B
6 A
7 C 10 Gedicht
8 B
10.1 Beginrijm
9.2 Eponiemen
Opdracht 30
Opdracht 29 1 Je eigen reactie.
● achilleshiel: kwetsbare plaats of plek 2 Personificatie: huizen staan te zuchten.
De held Achilles uit de Griekse mythologie had 3 Herhaling. Het woord ‘huizen’ wordt steeds
maar één kwetsbare plek: zijn hiel. herhaald.
● boycotten: expres ergens niet aan meedoen of Daarnaast: opsomming: oude huizen, nieuwe
het expres tegenwerken huizen, wolkenkrabbers van beton.
Charles Cunningham Boycott (1832-1897) 4 Herhaling. Zowel het woord ‘stad’ als het woord
● braille: blindenschrift ‘blokken’ wordt herhaald.
Louis Braille (1809-1852), de uitvinder 5 Metafoor: blokken aan je benen. Die metafoor
● Celsius: eenheid van temperatuur betekent: iets tot last zijn, iets vervelend vinden,
Anders Celsius (1701-1744) voerde een in dit geval die ‘blokken steen in de zon’.
temperatuurschaal in met het kookpunt van 6 Ja, in regel 1: ‘In de stad …’.
water bij 100 graden en het vriespunt bij 0 7 In regel 8, 9 en 11 is sprake van gelijk
graden. zinsverloop (parallellisme), want de regels
● colbert: jasje beginnen daar steeds met ‘Ik wil …’.
Jean-Baptiste Colbert (1619-1683), de 8 Ja, de tegenstelling speelt een centrale rol. Het
ontwerper gaat om de tegenstelling: de stenen stad
● Downsyndroom: een verstandelijke handicap, tegenover het groene land.
veroorzaakt door de aanwezigheid van een 9 Eindrijm:
extra chromosoom ● huizen (r. 1) – huizen (r. 3): vrouwelijk of
John Langdon Down (1828-1896), de ontdekker slepend rijm;
● een Ford: auto met verbrandingsmotor ● zon (r. 2) – beton (r. 4): mannelijk of staand rijm;
Henry Ford (1863-1947), de maker ● tenen (r. 5) – benen (r. 7): vrouwelijk of slepend
● guillotine: toestel om mensen te onthoofden rijm;
De arts Joseph-Ignace Guillotin (1738-1814); hij ● zon (r. 6) – horizon (r. 8): mannelijk of staan rijm;
verbeterde het apparaat. ● plantsoenen (r. 9) – groene (r. 11): vrouwelijk of
● guppy: nieuwe vissoort slepend rijm;
J.L. Guppy (1836-1916), de ontdekker
_____ 56 BLOK

6 BASISBOEK
● azon (r. 10) – horizon (r. 12): mannelijk of
staand rijm.
● Beginrijm (alliteratie):
● stad – staan (r. 1)
● zwaar – zuchten – zon (r. 2);
● huizen – huizen (r. 3);
● stad – stad – stenen (r. 5);
● blokken – blokken – benen (r. 7);
● lopen – land (r. 11-12).
10 Gekruist rijm (abab enzovoort)
11 De ik-persoon wil tijdens de zomerhitte de stad
uit, op zoek naar het groen van de natuur.
12 Je eigen antwoord en uitleg daarbij.

11 Miniproject: Humor na de
aanslag
Opdracht 31
1-3 Je eigen werk.

Opdracht 32
1-4 Je eigen werk.

Opdracht 33
1-4 Je eigen werk.
BLOK 57 _____

1 ZELFTOETSEN
1 Over lezen 6 a B
De zoon van mevrouw Van Schie-ten Brink heet
1 a B Ronald van Schie.
Uitleg: Er wordt wel degelijk een argument b A
gegeven: ‘want het zet me aan het denken’. De Nierstichting vraagt in De Telegraaf om
b A collectanten in Rotterdam-Centrum.
Uitleg: De drie hoofdgenres zijn proza, poëzie c B
en toneel. In de kerstvakantie leende Rineke uit de
c B bibliotheek in Zuid-Scharwoude het boek Het
Uitleg: Het is een genre, behorend tot het dagboek van Anne Frank.
hoofdgenre proza.
d B 7 B
Uitleg: Het is een subgenre van toneel. D
e B Verbetering:
Uitleg: Het is een vergelijking met van; het beeld A aluminiumproductie
en verbeelde worden allebei genoemd: kast en C bevloeiingssysteem
huis.
f A
Uitleg: beker is het beeld voor iets te drinken en 4 Taalschat
de relatie is voorwerp-inhoud)
g A 8 a B
Uitleg: hem de mond snoeren is een beeld voor b B
iemand het zwijgen opleggen; alleen het beeld is c A
over. d C
e B

2 Grammatica
5 Lees vaardig
2 a A
b A 9 a B
c B Uitleg: De tekst is geschreven naar aanleiding
d A van overvallen op pizzakoeriers.
e B b C
f B Uitleg: De schrijver geeft informatie over het
g B overvallen van de pizzakoeriers en de gevonden
oplossing ervoor.
3 a betr.vnw c D
b vr.vnw Uitleg: De schrijver geeft informatie.
d C
Uitleg: De tekst beschrijft een nieuwsfeit.
3 Spelling e B
Uitleg: De schrijver geeft objectieve informatie
4 a B en laat zijn mening achterwege.
b A f A
c B Uitleg: In alinea 2 en 3 wordt de oplossing van
het probleem en het resultaat beschreven en
5 C alinea 4 vormt een uitbreidende toevoeging.
D g D
Verbetering:
A afgekrabde
B verspreide
E tandeloos
_____ 58 BLOK

1 ZELFTOETSEN
6 Schrijf vaardig

10 a B
b B
c B
d B
e A

7 Over taalgebruik

11 a B
Het goede woord is: verhoord.
b B
Het goede woord is: waardoor.
c A

12 B heeft zich erover beklaagd

13 B van tevoren reserveren

14 a waxinelichtje
b basterdsuiker
BLOK 59 _____

2 ZELFTOETSEN
1 Over lezen 4 Taalschat

1 a B 8 a A
Uitleg: De verteltijd is de tijd die nodig is om een b B
verhaal te vertellen. c B
b B d B
Uitleg: Bij showing worden de gebeurtenissen
gedetailleerd verteld. 9 a (een) wassen (neus)
c A b (zijn neus) stoten
Uitleg: Een flashback doorbreekt de chronologie c voor je (neus)
van een verhaal. d (met zijn neus in) de boter (vallen)
d A
Uitleg: Hier wordt een hoeveelheid tijd in een
paar woorden samengevat. 5 Lees vaardig
e A
Uitleg: De goden zouden volgens die verhalen 10 a B
hiervoor verantwoordelijk zijn. Uitleg: In de tweede zin worden voorbeelden
f B gegeven van de verschillende leeftijden van
Uitleg: ‘vast en zeker’ is een tautologie. dieren.
g B b C
Uitleg: ‘citeert letterlijk’ is een pleonasme. Uitleg: In alinea 2 wordt uitgelegd hoe het komt
dat dieren niet even oud worden.
c A
2 Grammatica Uitleg: Alinea 2 geeft aan hoe het komt dat
dieren niet even oud worden.
2 a A d B
b A Uitleg: Ook de stofwisseling heeft invloed.
e B
3 a B Uitleg: Er wordt na alinea 2 nog een diersoort
b A genoemd die niet zo oud wordt.
f C
4 a A blijkt te zijn verzonnen Uitleg: In tegenstelling tot veel andere vogels
b B leek moeilijk wordt een papegaai wel oud.
g D
5 laatste = onb.rangtelw. Uitleg: Dit stuk is een gevolgtrekking. Een
dat = aanw.vnw. schildpad is niet zo groot, maar hij wordt toch
ben = hww oud, dus hij vormt een uitzondering.
h A

3 Spelling
6 Schrijf vaardig
6 A 11 a A
C b B
D c B
d A
7 C e A
E f A
G
H
_____ 60 BLOK

2 ZELFTOETSEN
7 Over taalgebruik

12 a goed
b de hulp
c wijten
d tenzij

13 a B toestemming om te mogen vertrekken


b B Als u deze trap op gaat naar boven
c A
d B maar de drogisterij gaat op maandag
echter

14 a A
b B
BLOK 61 _____

3 ZELFTOETSEN
1 Over lezen 7 A
C
1 a A D
Uitleg: Zij zijn bijna altijd uitgewerkt. H
b A Verbetering:
Uitleg: Zij bezitten vaak slechts één B shampoos
kenmerkende eigenschap. E diabetici
c B F seismografen
Uitleg: Medespelers zijn geen figuranten. G aquaria
d B
Uitleg: Het zijn aparte soorten sprookjes met 8 C
eigen kenmerken. D
e B F
Uitleg: Bij parallellisme is geen sprake van een
opsomming.
f A 4 Taalschat
Uitleg: Bij het gelijke zinsverloop worden vaak
woorden herhaald. 9 a B
g B b A
Uitleg: Dat meisje staat niet geïsoleerd voorop in c C
de zin; dit is de normale zinsvolgorde. d C
e A

2 Grammatica
5 Lees vaardig
2 a A
b B 10 a B
c A Uitleg: Er wordt geconstateerd dat het olympisch
vuur niets te maken heeft met de Olympische
3 a B Spelen uit de Griekse Oudheid.
b A b A
c B Uitleg: Aan het begin van alinea 2 staat het
signaalwoord maar.
4 B c B
Uitleg: Het is tegenstellend.
5 a heeft = hww d C
b hem = pers.vnw Uitleg: Die verwijst in de overgangszin ‘Die werd
c nadat = ondersch.vw … in Amsterdam’ naar ‘een olympische vlam’ in
de voorafgaande alinea.
e A
3 Spelling Uitleg: In alinea 3 wordt een toelichting gegeven
bij alinea 2.
6 a A f B
b B Uitleg: Herhaling van het aansteken van de
c B vlam. Het is geen letterlijke herhaling, maar een
herhaling met andere woorden: ‘Die werd voor
het eerst ontstoken’ en ‘het aansteken van een
vlam’.
_____ 62 BLOK

3 ZELFTOETSEN
g C
Uitleg: Er wordt vastgesteld dat met het
aansteken van de vlam in 1928 een traditie is
ontstaan die later zou uitgroeien tot een
wereldwijde fakkeltochtestafette.
h B
Uitleg: Herhaling van fakkeltocht. Het is geen
letterlijke herhaling, maar een herhaling met iets
andere woorden: ‘fakkeltochtestafette’ en
‘fakkeltocht’.
i D
Uitleg: In alinea 5 wordt een verklaring gegeven
voor het ontstaan van de wereldwijde
olympische fakkeltocht.
j B
Uitleg: Dat gebeurde pas in 1936 bij de Spelen
in Berlijn.

6 Schrijf vaardig

11 a A
b B
c A
d B
e A
f B

7 Over taalgebruik

12 a B nooit geen
b B dat bezoekers geen metalen
voorwerpen

13 a B Alleen reizigers met een kaartje


b B Niet iedereen is

14 a bende, rommel
b Daarom
c gedragslijn, beleid

15 A
BLOK 63 _____

4 ZELFTOETSEN
1 Over lezen 4 Taalschat

1 a B 6 a B
Uitleg: We kijken mee met een hij- of zij- b B
persoon. c A
b A d B
c B e C
Uitleg: De meervoudige vertelsituatie kan ook
een personale vertelsituatie zijn.
d B 5 Lees vaardig
Uitleg: In een fabel spelen dieren de hoofdrol.
e A 7 a A
f B b B
Uitleg: Een antithese is een tegenstelling; de zin Uitleg: Hij is juist overtuigd van het nut van Halt;
is een hyperbool. dit staat in alinea 2.
g B c B
Uitleg: Een hyperbool is een overdrijving, geen Uitleg: Hij gebruikt in alinea 2 drie argumenten.
vergelijking. d A
e B
Uitleg: Het is een argument gebaseerd op
2 Grammatica ervaringen of vermoedens.
f A
2 a A g A
b B h B
c A Uitleg: Het is een ervaringsgestuurd argument.
d B i B
e B Uitleg: De tekst heeft de stelling-en-argument-
f A opbouw.
g B

3 dat: ondersch.vw 6 Schrijf vaardig


dat: betr.vnw
is: kww 8 a A
b B
c B
3 Spelling d A
e A
4 A f A
C
D
G 7 Over taalgebruik
Verbetering:
B Hassans vader 9 a stilleggen, stopzetten
E mede-inzittenden b misstanden, wantoestanden
F jazzzangeres
10 a wierp een visje uit/gooide een balletje op
5 Alleen zin A is goed. b water
Verbetering:
B (moest) zuchten 11 a A b B c B
C verbeterd (zijn)
D gepaintballd 12 ben allergisch voor
E ingetapet
_____ 64 BLOK

5 ZELFTOETSEN
1 Over lezen 4 Taalschat
1 a B 8 a C
Uitleg: Een open plek is iets wat voor de lezer b C
verborgen wordt gehouden; een thema is de c B
diepere bedoeling van de tekst. d C
b A e A
Uitleg: Een verhaal kan verdeeld zijn in
meerdere korte spanningsbogen.
c A 5 Lees vaardig
d B
Uitleg: De diepere bedoeling van de hele tekst is 9 a A
het thema. Uitleg: Het is een hoofdzaak.
e A b B
f B Uitleg: Dit is geen hoofdzaak, maar een detail.
Uitleg: Dit is een understatement: iets op een c B
afgezwakte manier zeggen. Het is ‘wel een Uitleg: Dit is geen hoofdzaak, maar een
aardige prestatie’. voorbeeld.
g B d A
Uitleg: Dit is een eufemisme: iets op een Uitleg: Het is een hoofdzaak.
verzachte manier zeggen. Hier wordt bedoeld: e B
‘Ik geloof dat je gelogen hebt’. Uitleg: Dit is geen hoofdzaak, maar een detail.
f A
Uitleg: Het is een hoofdzaak.
2 Grammatica g A
Uitleg: Het is een hoofdzaak.
2 a A h B
b B Uitleg: Dit is geen hoofdzaak, maar een detail.
c A

3 a A 6 Schrijf vaardig
b B
10 a A
4 a B b A
b A c A
d B
5 Wat = betr.vnw. m.i.a. e B
veel = onb.hoofdtelw. f B

3 Spelling 7 Over taalgebruik


6 a B 11 a (iemand op zijn) ziel trappen
b B b sloeg in (als een) bom
c B c (er) zit een luchtje (aan)
d A
e B 12 a tongbreker
b standaarduitspraak
7 A
C
F
BLOK 65 _____

6 ZELFTOETSEN
1 Over lezen 4 Taalschat

1 a A 8 a B
b A b B
c A c B
Uitleg: Er is bij toneel geen verteller; de d B
gedachten moeten blijken uit wat de personages
zeggen. 9 a in (hart en) nieren
d B b (een) gebroken (hart hebben)
Uitleg: Een komedie heeft een vrolijke inhoud. c (zijn hart) vasthouden
e B d (uit) het oog, (uit het hart)
Uitleg: Er kan niet zomaar even van decor en tijd
worden gewisseld.
f A 5 Lees vaardig
Uitleg: Ironie is milde spot, sarcasme is bijtende
spot. 10 a B
g B b D
Uitleg: Er is geen sprake van scherpe spot. c B
Uitleg: Alleen alinea 2 gaat daarover.
d B
2 Grammatica Uitleg: Alleen alinea 6 gaat daarover.
e C
2 a bwb Uitleg: In alinea 2 gaat het over de
b ond verschijnselen, in 3 en 4 over de besmetting.
c vzv f B
Uitleg: In alinea 4 wordt verder ingegaan op de
3 a A besmetting, namelijk hoe die ontstaat.
b B g C
c B Uitleg: Er wordt een reden genoemd waarom het
d B lijkt of pubers het virus vaker oplopen; het
e B signaalwoord Daarom wijst op redengevend
verband.
4 Wie = vr.vnw h B
dat = aanw.vnw Uitleg: Er staat: ‘Dat hoeft echter niet te
betekenen dat diegene ook daadwerkelijk ziek
wordt. Het merendeel merkt namelijk niets van
3 Spelling het virus.’ (r. 19-22)
i A
5 A Uitleg: De bewering is dat sporten tijdens de
E ziekte niet altijd goed is. Er zijn twee
Verbetering: argumenten voor. Ten eerste kan sporten te
B hobby’tje veel uitputten. Ten tweede kan de milt
C sms’je beschadigd raken.
D comiteetje j B
Uitleg: De schrijfster geeft informatie over de
6 a B ziekte, de verschijnselen, de besmetting en de
b B behandeling.
c B

7 B
Verbetering: zwemmerseczeem, yoghurtdieet
_____ 66 BLOK

6 ZELFTOETSEN
6 Schrijf vaardig

11 a A
b A
c B
d B
e B
f A

7 Over taalgebruik

12 a B
b A
c A
d B
BLOK 67 _____

1 HERHALING
1 Over lezen Opdracht 5
1 Wat je hebt gezien, wil de politie graag weten.
Opdracht 1 2 Ik weet echt niet wat je voor me verbergt.
1 Je hebt je eigen mening gegeven over een film of 3 Wie jou gebeld heeft, weet ik niet.
televisieserie. Je hebt je mening gegeven aan de 4 Je brief is nog niet aangekomen, wat ik niet leuk
hand van vier beoordelingswoorden. Voor elk vind.
beoordelingswoord heb je een argument
gegeven.
2 Proza, poëzie en toneel. 3 Spelling
3 Bijvoorbeeld: Sprookjes, oorlogsromans,
liefdesverhalen en detectives. Opdracht 6
4 Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: 1 ingetapet – vdw, gekneusd – vdw
Letterlijk: In het water drijft een reddingsboei. 2 mistte – pv vt, gezorgd – vdw
Figuurlijk: Het water staat het tot aan de lippen. 3 beweert – pv tt, doorverteld – vdw
Of: Water bij de wijn doen. 4 beloofd – vdw, wachten – inf
5 a Metafoor, want alleen het beeld is over. 5 vind – pv tt, aangemeld – vdw
b Je eigen antwoord. 6 gerenoveerd – vdw, begrensd – vdw
6 a Metonymia, want Den Haag is het beeld voor 7 hoefden – pv vt, betaald – vdw
bewoners; het verband is plaats - bewoners. 8 behandeld – vdw, afgeblaft – vdw
b Je eigen antwoord.
Opdracht 7
7 a Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Een beer
1 uitlekken – lekte uit – (is) uitgelekt
van een vent. Of: Een boom van een kerel.
2 inchecken – checkte in – (heeft) ingecheckt
b Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Hij is zo sterk
3 boksen – bokste – (heeft) gebokst
als een paard. Of: Zij gedraagt zich als een
4 relaxen – relaxte – (heeft) gerelaxt
verwend kind.
5 inloggen – logde in – (heeft) ingelogd
8 Metafoor, want alleen het beeld is over.
6 joggen – jogde – (heeft) gejogd
7 ruziën – ruziede – (heeft) geruzied
8 rugbyen – rugbyde –(heeft) gerugbyd
2 Grammatica 9 roetsjen – roetsjte – (is) geroetsjt
10 switchen – switchte – (is) geswitcht
Opdracht 2
11 pushen – pushte – (heeft) gepusht
1 Kees twijfelt aan de kwaliteit van deze dvd-
12 coachen – coachte (heeft) gecoacht
speler.
13 bebossen – beboste – (heeft) bebost
2 Met een flessenschraper kun je het laatste restje
14 crossen – croste – (heeft) gecrost
vla uit de fles verwijderen.
3 De familie van een in Afrika besmette vrouw Opdracht 8
hoopte op een nieuw medicijn. 1 beatlehaar
4 Michael is erg tevreden met de rapportcijfers op 3 een Bijbeltekst
zijn overgangsrapport. 4 de dichtstbijzijnde brievenbus
5 Waarom ben je zo geïnteresseerd in mijn 7 gezouten vleeswaren
persoonlijke leven? 11 de Kerstman
12 kosteloos
Opdracht 3
13 mevrouw De Wit-van der Lem
1 lv
14 de Spaanse regering
2 bijst.
15 nieuwjaarsreceptie
Opdracht 4 17 Sint-Nicolaaskerk
1 Zo’n percentage zittenblijvers zal toch niet elk 18 op tweede paasdag
jaar voorkomen? 19 de te verwachten opkomst
2 De familie Jacobsen is een week langer in 20 de uitvergrote klassenfoto
Griekenland gebleven. 22 vurenhouten meubels
3 In het noorden van het land bleek de zon wel te
schijnen.
4 De reden voor de slechte resultaten blijkt
onbekend te zijn.
_____ 68 BLOK

1 HERHALING
Opdracht 9 - de trage verbetering van de brandstof-efficiency
1 applaudisseren van vliegtuigen.
2 aluminiumproductie 12 ‘Als er werk wordt gemaakt van de vermindering
3 aartshuichelaar van uitlaatgasuitstoot, zal ook van de toeristische
4 bodembegroeiing sector een evenredige bijdrage worden verlangd.’
5 busabonnement (r. 79-83)
6 65+-kaart 13 A
Uitleg: De andere alternatieven worden wel in de
tekst besproken, maar daar gaat niet de hele
4 Taalschat tekst over; dit geldt wel voor A.
14 C
Opdracht 10 Uitleg: De schrijver probeert de lezer er met
1 evaluatieformulieren argumenten van te overtuigen dat
2 geëxposeerde klimaatverandering invloed heeft op het toerisme,
3 professionaliteit namelijk op de gekozen bestemmingen.
4 provocerende 15 B
5 analytisch vermogen
Uitleg: De schrijver geeft ook veel informatie over
6 verkeersinfarct klimaatverandering en de gevolgen hiervoor voor
7 eerwraak het toerisme.
16 D
Uitleg: De schrijver brengt zijn mening over het
5 Lees vaardig onderwerp naar voren en ondersteunt die met
feiten; andere meningen komen niet naar voren.
Opdracht 11
17 C
1 Je eigen woorden en betekenis erbij.
Uitleg: De schrijver doet een uitspraak over de
2 Het: Het toerisme. (r. 54)
gevolgen van klimaatverandering en milieubeleid
Dat: Vliegvakanties zullen daardoor minder
voor het toerisme in de toekomst.
aantrekkelijk worden. (r. 85-86)
3 Ja, want in alinea 5 staat dat het toerisme invloed
heeft op het klimaat. De uitlaatgasuitstoot heeft
namelijk invloed op de opwarming van het
6 Schrijf vaardig
klimaat door het broeikaseffect van die gassen.
Opdracht 12
4 D 1 De jongeren moeten salaris krijgen naar de
Uitleg: De zinnen van de eerste alinea hangen hoeveelheid werk dat ze verrichten.
allemaal samen en hebben een inleidende Verbetering: De jongeren moeten salaris krijgen
karakter; bij de tweede alinea begint het
naar de hoeveelheid werk die ze verrichten.
middenstuk. 2 Deze brief heb ik geschreven door aanleiding van
5 A het voorval.
Uitleg: De schrijver noemt verschillende aspecten Verbetering: Deze brief heb ik geschreven naar
ten aanzien van de samenhang van klimaat en aanleiding van het voorval.
toerisme. 3 Met deze tekst wil ik jullie overtuigen dat je tot je
6 De eerste zin: ‘Toeristen laten zich heel vaak
zestiende alcoholvrij moet blijven.
leiden door het klimaat.’ (r. 14-15) Verbetering: Met deze tekst wil ik jullie ervan
7 A overtuigen dat je tot je zestiende alcoholvrij moet
Uitleg: De andere alternatieven beschrijven maar blijven.
een deel van de inhoud van deze alinea. 4 De leraar waaraan ik mijn werkstuk wilde geven,
8 In alinea 2 en 3. wilde het niet aanpakken.
9 In alinea 5.
Verbetering: De leraar aan wie ik mijn werkstuk
10 - de sneeuwgrens in de Alpen schuift omhoog; wilde geven, wilde het niet aanpakken.
- hittegolven komen vaker voor; 5 Wat wil je bij je frites eten een kroket een frikadel
- het aantal overstromingen stijgt. een loempia of een bamibal.
11 - de snelle groei van het toerisme; Verbetering: Wat wil je bij je frites eten: een
- het toenemend gebruik van het vliegtuig; kroket, een frikadel, een loempia of een bamibal?
69 _____

Antwoorden blok 1

6 Waarom gaan hun niet naar de


gymles?Verbetering: Waarom gaan zij/ze niet
naar de gymles?
7 Herinner mij dat ik mijn fiets nog in de garage
moet zetten.
Verbetering: Herinner mij eraan dat ik mijn fiets
nog in de garage moet zetten.
8 Samir heeft de boodschappen gehaald en ik heb
het opgeruimd.
Verbetering Samir heeft de boodschappen
gehaald en ik heb ze opgeruimd.

7 Over taalgebruik
Opdracht 13
1 munitie
2 laagste
3 hem
4 dat

Opdracht 14
1 De zoetkracht van één zoetje is gelijk aan die
van/de zoetkracht van 4 gram suiker.
2 Nathalies moeder ergert zich eraan dat haar
dochter zolang op bed blijft liggen.
3 Sinterklaas is een voornaam persoon en daarom
rijdt hij niet op een bruin paard maar op een witte
schimmel.

Opdracht 15
1 noodweer
2 nederlaag
3 centimeter
4 orchidee
5 eekhoorn
6 garnaal
7 ingewikkeld
8 diefstal
9 hengelaar
10 aspirine

Opdracht 16
Je eigen werk.
_____ 70 BLOK

2 HERHALING
1 Over lezen hoofdtelwoord / rangtelwoord
2 Sommige klasgenoten werken elke avond.
Opdracht 1 bepaald / onbepaald
1 Verteltijd is de tijd die nodig is om een verhaal te hoofdtelwoord / rangtelwoord
vertellen. Vertelde tijd is de hoeveelheid tijd die in 3 Wil jij ook een derde van deze heerlijke taart?
een verhaal verloopt tussen begin en eind. bepaald / onbepaald
2 Showing is gedetailleerd vertellen; telling is hoofdtelwoord / rangtelwoord
beschrijvend, afstandelijk vertellen. 4 Heb jij veel antwoorden goed?
3 Een hoeveelheid tijd in enkele woorden bepaald / onbepaald
samenvatten, bijvoorbeeld: ‘In de loop van de hoofdtelwoord / rangtelwoord
week kwamen er verschillende tips bij de politie
binnen.’ Opdracht 5
4 Bij een terugblik wordt het verhaal onderbroken 1 Denk je dat het morgen droog zal zijn?
en keren we terug naar een eerder tijdstip. Bij 2 Als het regent, ga ik toch naar het popfestival.
een terugverwijzing wordt het verhaal niet 3 Ik moet wel, want ik heb veel geld voor de
onderbroken: het is een korte herinnering of kaartjes betaald.
gedachte aan vroeger. 4 Weet jij of Maurice ook gaat?
5 Een oeroud verhaal waarin de raadsels van de 5 Hij gaat niet, maar zijn broer wel.
natuur, leven en dood worden verklaard door ze
toe te schrijven aan het optreden van hogere
machten, zoals goden. 3 Spelling
6 Een oud, niet-godsdienstig, verhaal met een kern
van waarheid, waaraan veel fantasie is Opdracht 6
toegevoegd. 1 geboortebeperking
7 Er wordt een woord gebruikt waarvan de 6 lachebek
betekenis al aanwezig is in een ander woord van 8 secondeteken (“-teken)
de zin. Bijvoorbeeld: Witte sneeuw, groen gras. 9 verkeerszuil
8 Er wordt twee keer hetzelfde gezegd met andere 10 zonnescherm
woorden. Bijvoorbeeld: Schots en scheef, enkel
Opdracht 7
en alleen.
2 amateurwielrenner
3 ANWB-kantoor
4 diploma-uitreiking
2 Grammatica 5 hang-en-sluitwerk
7 horecaondernemer
Opdracht 2
10 koel- en vriesinstallaties
1 B
11 het man-zijn
2 A
13 milieu-inspecteur
3 A
15 Tweede Kamerlid
4 B
16 woon-werkverkeer
Opdracht 3
Opdracht 8
1 A Waarom mag je van je moeder niet bij ons
1 dromedaris
blijven?
2 cappuccino
2 B Veel jonge werknemers met een jaarcontract
3 diskjockeys
blijven onzeker over hun toekomst.
4 doe-het-zelfcentrum
3 A Met deze actie wil de politie meer inbraken
5 couveusebaby’s
voorkomen.
6 dieselmotor
4 B Het koperen voorwerp blijkt geen oude munt
te zijn. Opdracht 9
Je eigen werk.
Opdracht 4
1 Elke vijftigste klant hoefde zijn boodschappen
niet te betalen.
bepaald / onbepaald
71 _____

Antwoorden blok 2

4 Taalschat 14 C
Uitleg: De psychologen trekken een conclusie uit
Opdracht 10 het voorafgaande blijkens de woorden ‘zo
1 het medisch circuit concluderen de twee psychologen’.
2 fundamenteel 15 B
3 instantie Uitleg: De schrijfster laat haar eigen mening
4 incidenteel achterwege.
5 incubatietijd 16 C
17 D
Opdracht 11
1 kijkt niet verder dan zijn neus lang is
2 een frisse neus te halen
3 deed alsof zijn neus bloedde
6 Schrijf vaardig
4 onder de neus wrijven Opdracht 13
5 het neusje van de zalm 1 Ook zij zijn het ermee eens dat de jeugd steeds
luier worden.
Verbetering:
5 Lees vaardig Ook zij zijn het ermee eens dat de jeugd steeds
luier wordt.
Opdracht 12
Of:
1 Je eigen woorden en betekenis erbij.
Ook zij zijn het ermee eens dat de jeugd steeds
2 Ze: de mensen die wel actie ondernemen
luier worden.
Ze: Twee Amerikaanse psychologen
Verbetering:
hun: vrouwelijke heldendaden
Ook zij zijn het ermee eens dat de jongeren
3 De tekst gaat over helden die gewone,
steeds luier worden.
alledaagse, mensen zijn. Het zijn geen
2 Je kunt de slingers vanavond nog niet ophangen
hulpverleners.
want ik moet hem nog opzoeken.
4 C
Verbetering:
Uitleg: Bij alinea 3 begint de tekst uit te leggen
Je kunt de slingers vanavond nog niet ophangen,
wat helden zijn en welke kenmerken en
want ik moet ze nog opzoeken.
eigenschappen zij bezitten.
3 Als een kind vriendjes heeft die scheldwoorden
5 In alinea 3 en 4.
gebruiken nemen ze die woorden over.
6 In alinea 5 en 6.
Verbetering:
7 D
Als een kind vriendjes heeft die scheldwoorden
Uitleg: Er wordt een vergelijking gemaakt tussen
gebruiken, neemt het die woorden over.
het Amerikaanse en Nederlandse heldenfonds.
4 De overheid heeft weer andere problemen die ze
8 B
moeten oplossen.
Uitleg: Beide alinea’s gaan over de voorwaarden
Verbetering:
(criteria) waaraan mensen moeten voldoen willen
De overheid heeft weer andere problemen die ze
zij een held genoemd kunnen worden.
moet oplossen.
9 A
5 De posters werden opgehangen en kregen door
Uitleg: In alinea 6 wordt het laatstgenoemde
de leerlingen een cijfer.
kenmerk uit alinea 5 verder toegelicht.
Verbetering:
10 B
De posters werden opgehangen en kregen van
Uitleg: Beide alinea’s gaan over de kenmerken
de leerlingen een cijfer.
van helden.
11 B Opdracht 14
Uitleg: Alinea 7 gaat over een ander soorten 1 De buurtbewoners sturen de jongelui van het
helden dan de twee voorafgaande alinea’s. sportveld.
12 B 2 De dief heeft de ring gestolen.
Uitleg: In de twee alinea’s wordt een opsomming 3 In verband met de wintertijd zet ik morgen de
gegeven van andere soorten helden. klok achteruit.
13 D
Uitleg: In deze alinea’s worden verschillende
soorten helden besproken.
_____ 72 BLOK

2 HERHALING
7 Over taalgebruik
Opdracht 15
1 dan
2 Blijkbaar
3 met de hulp van
4 te wijten aan
5 lig
6 kan
7 rede

Opdracht 16
1 Volgens de brandweer kan het mogelijk zijn dat
de kortsluiting is ontstaan in de meterkast. –
foutieve tautologie
2 Toen de bewoner naar beneden kwam om
poolshoogte te nemen, ging de inbreker er hals
over kop vandoor. – foutief pleonasme
3 De vrachtwagen die de container vervoerde
helde naar één kant over. – foutief pleonasme
4 Het geld kan een jaar lang niet worden
opgenomen, maar daar staat echter een hogere
rente tegenover. – foutieve tautologie
5 ‘Ben je in staat het nummerbord van de auto voor
ons te kunnen lezen?’ vroeg de examinator. –
foutieve tautologie
6 De aanwezige bezoekers werden getrakteerd op
koffie met gebak. – foutief pleonasme
7 De bejaarde man sjokte langzaam naar de
voordeur om te zien wie er had
aangebeld. – foutief pleonasme
BLOK 73 _____

3 HERHALING
1 Over lezen 4 De eerste dag van de vakantie ga ik uitslapen en
daarna ga ik mijn boek uitlezen.
Opdracht 1 Dit is een gelijkwaardig / ongelijkwaardig
1 Round characters zijn volledig uitgewerkte samengestelde zin.
figuren met meerdere eigenschappen. Flat
characters zijn niet uitgewerkt en hebben maar Opdracht 5
een of twee typerende eigenschappen. 1 is = kww
2 Medespelers spelen een rol in de zinloos = bnw
gebeurtenissen. Figuranten zijn alleen maar 2 dat = ondersch.vw
vulling voor het verhaal en hebben bijna geen eerste = bep.rangtelw
tekst.
3 - door wat ze denken en voelen;
- door wat ze doen en zeggen; 3 Spelling
- door wat anderen over hen zeggen of denken.
4 Een vroom, godsdienstig verhaal over Christus, Opdracht 6
Maria of een heilig figuur. 1 gedeletet – vdw, gewist – vdw
5 Volkssprookjes zijn ouder dan cultuursprookjes. 2 verwachtte – pv vt, gefinisht – vdw
Van volkssprookjes kennen we de schrijver niet, 3 verteerd – vdw, verteert – pv tt
van cultuursprookjes wel. 4 vermindert – pv tt, loont – pv tt
6 Een woord of een groep woorden staat 5 voorspeld – vdw, afgelast – vdw
geïsoleerd vooraan in de zin. Bijvoorbeeld: Dat 6 biedt – pv tt, bevorderd – vdw
huis, dat vind ik echt heel lelijk. 7 ingeënt – vdw, verspreidt – pv tt
7 De zinnen beginnen en verlopen op dezelfde 8 fronste – pv vt, meldden – pv vt
manier.
Opdracht 7
1 aquariums, aquaria
2 biografen
2 Grammatica 3 bureaus
4 calorieën
Opdracht 2
5 catalogussen, catalogi
1 Als je twijfelt,
6 druiven
2 Voordat je informatie zoekt,
7 filosofen
3 Toen/Terwijl ik op het internet surfte,
8 historici
Opdracht 3 9 logés
1 A 10 lolly’s
2 B 11 menu’s
3 B 12 monniken
4 A 13 notities
14 timmermannen, timmerlui, timmerlieden
Opdracht 4
1 Ik kom het eerste uur niet naar school, want ik Opdracht 8
moet naar de orthodontist. 2 geïnterviewd
Dit is een gelijkwaardig / ongelijkwaardig 4 heteroseksualiteit
samengestelde zin. 5 hoge drukkosten
2 Vraag jij de conciërge of we vrijdagmiddag de 6 twintig eurobiljet
school mogen versieren?
Opdracht 9
Dit is een gelijkwaardig / ongelijkwaardig
1 a aartsvijand
samengestelde zin.
b cappuccino
3 Denk je dat we lang op de luchthaven moeten
2 Je eigen werk.
wachten?
Dit is een gelijkwaardig / ongelijkwaardig
samengestelde zin.
_____ 74 BLOK

3 HERHALING
4 Taalschat 8 B
Uitleg: In alinea 8 wordt nog een andere oorzaak
Opdracht 10 genoemd voor het feit dat meisjes eerder talen
1 parade kiezen.
2 imponerende 9 D
3 incassobureau Uitleg: De schrijver bewijst met zijn verwijzing
4 geïmplanteerde naar andere landen dat het uitstellen van de
5 apotheose keuze ertoe leidt dat meer meisjes exacte vakken
6 Zoölogen kiezen.
7 Budgetbewaking 10 C
8 compromis Uitleg: De schrijver neemt het standpunt in dat de
toenemende feminisering van het onderwijs goed
Opdracht 11
is voor meisjes en slecht is voor jongens.
1 Bijvoorbeeld:
11 A
Dammen leert vader later echt wel. – 18 letters
Uitleg: Bügel geeft aan dat voor de stelling in de
Door meer vee dalen de prijzen weer. – 16 letters
vorige alinea geen bewijs bestaat.
2 Je eigen werk.
12 B
Uitleg: Jolles bestrijdt het standpunt van Bügel.
13 D
5 Lees vaardig Uitleg: Jolles noemt voorbeelden die zijn
standpunt ondersteunen.
Opdracht 12
14 B
1 B
Uitleg: De schrijver constateert dat vrouwen
Uitleg: Alinea 2 geeft een verklaring voor de
maatschappelijk nog niet in hogere posities
betere schoolprestaties van meisjes, zoals
doordringen.
genoemd in alinea 1.
2 D
Uitleg: Alinea 3 noemt nog een verklaring voor
het feit dat meisjes het beter doen dan jongens.
6 Schrijf vaardig
3 C
Opdracht 13
Uitleg: De eerste zin van alinea 4 ‘Misschien wel
1 B
… dan jongens’ is een overgangszin. Het woord
2 A
daarom is een verwijzend woord.
4 A Opdracht 14
Uitleg: De schrijver noemt een veronderstelling 1 We moeten wel doorgaan met oud papier te
voor het feit dat meisjes verder komen in het blijven inzamelen.
onderwijs. Verbetering;
5 D We moeten wel doorgaan met oud papier in te
Uitleg: De schrijver noemt een veronderstelling zamelen.
voor het feit dat meisjes beter presteren, namelijk 2 Na dit schooljaar wil ik graag op vakantie en ben
dat ze ‘makkelijker’ vakken kiezen, zoals talen. ik nu alvast informatie aan het verzamelen.
6 C Verbetering:
Uitleg: In alinea 5 wordt gesteld dat meisjes liever Na dit schooljaar wil ik graag op vakantie en ik
voor talen kiezen dan voor exacte vakken. Alinea ben nu alvast informatie aan het verzamelen.
6 begint met het signaalwoord maar. Er volgt 3 Ik ben daarentegen toch niet van plan jouw
hierna een tegenstelling, namelijk dat meisjes voorstel te bespreken.
helemaal niet te dom zijn voor onderwijs in Verbetering:
exacte vakken. Ik ben toch niet van plan jouw voorstel te
7 B bespreken.
Uitleg: De schrijver werpt tegen dat meisjes te
dom zouden zijn voor exacte vakken.
75 _____

Antwoorden blok 3

4 De aanwezige toeschouwers moesten een half


uur langer op het begin van de wedstrijd
wachten.
Verbetering:
De toeschouwers moesten een half uur langer op
het begin van de wedstrijd wachten.
5 Het eerste boek voor mijn lijst heb ik gelezen en
lijkt het mij ook voor jou erg geschikt.
Verbetering:
Het eerste boek voor mijn lijst heb ik gelezen en
het lijkt mij ook voor jou erg geschikt.
6 In uw balkonbak kunt u bijvoorbeeld violen,
margrieten, lobelia’s, enzovoort planten.
Verbetering:
In uw balkonbak kunt u bijvoorbeeld violen,
margrieten en lobelia’s planten.

7 Over taalgebruik
Opdracht 15
1 Net zomin als jij ga ik niet naar het
eindexamenfeest.
2 De politieman wilde beletten dat de aangehouden
motorrijder ervandoor niet vandoor ging.
3 Denk niet dat je kunt eten wat je wilt, als je
regelmatig in beweging bent en veel aan sport
doet.
4 Bijna alle leerlingen in onze klas komen uit
Amstelveen.
5 De weerman verwacht de komende dagen
regenachtig weer en harde wind.

Opdracht 16
1 rugzaktoeristen
2 ‘of zo’ weglaten
3 bezwaren
4 maar

Opdracht 17
1 zin 3
2 zin 4

Opdracht 18
a 1 middenberm, bermbeplanting
2 luchtsluis, sluiswachter; luchtbrug, brugwachter
3 weerkaart, kaartverkoop
4 brandalarm, alarmcentrale
5 parkeerschijf, schijfruimte
6 waterkoker, kokerrok
7 zandkasteel, kasteelroman
8 terreinwagen, wagenspoor
9 glasbak, bakboord
10 examenangst, angstaanval
b Je eigen werk.
_____ 76 BLOK

4 HERHALING
1 Over lezen 10 De vrouw werd wantrouwig toen ze haar
bankrekening op het formulier moest invullen.
Opdracht 1 De nummers 2, 6 en 9 heb je omcirkeld.
1 Het standpunt van waaruit je als lezer alles ziet.
2 De ik-vertelsituatie, de personale vertelsituatie, Opdracht 4
de alwetende vertelsituatie en de meervoudige 1 hoeveelste = onb.rangtelw.
vertelsituatie. duurder = bnw
3 De personale vertelsituatie. 2 Wat = betr.vnw. m.i.a.
4 De alwetende vertelsituatie. en = nevensch.vw.
5 Een kort, eenvoudig verhaal met een wijze les, erg = bw
waarin dieren spreken en handelen als mensen
6 Een overdrijving: iets wordt groter of sterker
gemaakt dan in werkelijkheid. Bijvoorbeeld: Hij 3 Spelling
kan geen seconde stilzitten.
7 Nee, het is een echte vraag. Een retorische Opdracht 5
vraag is geen vraag, maar een mededeling in de 3 Enkele
vorm van een vraag. 4 eurootje
6 Harry Mulisch’ romans
7 hygiënisch
9 lolly’tje
2 Grammatica
12 Noordhollands Dagblad
Opdracht 2 14 poriën
1 Wie al een toegangskaart heeft, hoeft niet in de 15 PvdA’er
rij te staan. 17 ‘s-Gravenhage
zinsdeel: Hij 20 Sophies tennisschoenen
2 Het bericht is bestemd voor wie het horen wil. 21 sproei-installatie
zinsdeel: hem 24 twee d’s
3 Dat je oma uit het ziekenhuis is ontslagen, is een 25 verdraaiing
goed bericht.
Opdracht 6
zinsdeel: Dat
1 verwijderd – vdw, gerecycled – vdw
4 Gisteren vertelde hij mij dat hij zijn werkstuk niet
2 verdedigd – vdw, verhoogt –pv tt
op tijd afkrijgt.
3 gebeurt – pv tt, gewenst – vdw
zinsdeel: dat
4 stuurt – pv tt, wordt – pv tt
Opdracht 3 5 gezuiverd – vdw, geloosd – vdw
1 Het zwembad gaat 15 mei open, tenzij de 6 forensde – pv vt, gecarpoold – vdw
temperatuur lager is dan 15 graden. 7 verrichtte – pv vt, verleent – pv tt
2 Op het liftbriefje dat ik van de teamleider heb 8 gesport – vdw, gehockeyd – vdw, gerugbyd –
gekregen, staat geen datum. vdw
3 Je moet je vlieger met deze wind goed
Opdracht 7
vasthouden, want je bent hem zo kwijt.
1 pitbullteriër
4 Weet jij wat het verschil is tussen deze twee
2 oud-burgemeester
producten?
3 passagiersaccommodatie
5 Zodra het geld is overgemaakt, zullen wij u uw
4 insectenpoeder
bestelling toesturen.
5 montessorischool
6 De boeken die Charlene leest, zijn mij veel te dik.
6 minipizzaatje
7 In een onlangs gepubliceerd krantenbericht
meldde de gemeente de datum voor de
herinrichting van de winkelstraat.
8 Veel klanten van deze bank zijn door de fraude in
de financiële problemen geraakt.
9 Wie geïnteresseerd is in cultuur kiest de vakken
die hier aandacht aan besteden.
77 _____

Antwoorden blok 4

4 Taalschat 2 De man die ons vanavond zal trainen, is de


trainer van het A-team.
Opdracht 8 3 Alleen die leerlingen hebben de film over de
1 sociologisch onderzoek (van ‘arbeid’) klimaatveranderingen gezien.
2 subtiel 4 Mijn zusjes, die allebei blond zijn, lijken niet op
3 nucleair mij.
4 contraproductief 5 Niet iedereen is uitgenodigd voor de reünie.
5 potentiële 6 De bezoekers die het laatst arriveerden, liet de
portier eerst binnen.
7 De autoverkoper denkt dat sommige auto’s in de
5 Lees vaardig toekomst goedkoper worden.
8 Alle relschoppers die met stenen hadden
Opdracht 9 gegooid, moesten gisteren voor de rechter
1 C verschijnen.
Uitleg: Het uitgangspunt is de uitslag van een
enquête onder tienduizend jongeren.
2 Hoe jonger, vaker en meer een scholier drinkt,
7 Over taalgebruik
hoe groter de kans dat hij of zij als volwassene
aan alcohol verslaafd raakt. Opdracht 11
3 Op korte termijn komen er veel 1 wegomlegging; omleiding
gezondheidsproblemen aan en op langere 2 teamgenoten; medespelers
termijn koerst Nederland af op een enorme 3 is duur; kost veel
epidemie van alcoholverslaving. 4 behoort tot; is een van de
4 a Eerste argument: tweederde van de
vijftienjarigen koopt zelf zijn drank, met name in Opdracht 12
de supermarkt, ondanks dat dit verboden is. 1 Haar droom spatte als een zeepbel uiteen.
Tweede argument: in cafés wordt gewoon 2 Wij houden wel een oogje in het zeil.
alcohol geschonken aan jongeren die zichtbaar 3 Dat varkentje zullen we wel even wassen.
dronken zijn, terwijl dat verboden is. 4 Het kan me allemaal geen barst (niets) schelen.
b B
Opdracht 13
5 In de supermarkt en in het café.
1 A
6 Bijna alle kinderen die niet mogen drinken van
2 Toenemend gebruik van verkeersmiddelen;
hun ouders, drinken ook daadwerkelijk niet.
verplicht onderwijs; toename van de media.
7 A
3 22 miljoen
Uitleg: In beide alinea’s gaat het over de
4 ‘Hihi, wacht maar, mannetje! Je zult wat beleven.’
gevolgen van alcoholgebruik.
8 Kinderen die thuis opgroeien in een sfeer van
drank en drankmisbruik, lopen flink risico om zelf
ook aan de drank te raken.
9 Die kunnen ontspannend en ontremmend
werken.
10 A
11 B
Uitleg: Het zijn vooral feitelijke en
ervaringsgestuurde argumenten.
12 Probleem-en-oplossingsopbouw.

6 Schrijf vaardig
Opdracht 10
1 Veel vragen over deze baan wil ik u stellen.
Of: Ik wil u veel vragen stellen over deze baan.
_____ 78 BLOK

5 HERHALING
1 Over lezen 3 Spelling
Opdracht 1 Opdracht 5
1 Iets wat voor de lezer verborgen wordt 1 Onthoud – gebiedende wijs, parkeert – pv tt
gehouden. 2 Beantwoord – gebiedende wijs
2 De spanning loopt op, want de lezer wordt 3 Zend in – gebiedende wijs
nieuwsgierig. 4 zuchten – inf
3 Je antwoord bevat drie van de volgende 5 turfde – pv vt, gesmasht – vdw
mogelijkheden: personage in een gevaarlijke 6 wordt – pv tt,
situatie; personage in een gevaarlijke omgeving; 7 ontwikkeld – vdw, verlengd – vdw
vermoedens over de afloop wekken; het verhaal 8 niesde – pv vt, proeste – pv vt
vertragen; het vervolg uitstellen; een
onverwachte wending gebruiken; de lezer een Opdracht 6
informatievoorsprong geven. 1 pyjamaatje
4 De periode tussen het begin en het eind van de 2 parttimeopleiding
spanning. 3 à la carte
5 Het thema geeft de diepere bedoeling van de 4 decolleté
hele tekst aan. Een motief is een verhaalelement 5 een van de aanwezigen
dat steeds terugkeert. Motieven kunnen als 6 après-ski
deelonderwerpen beschouwd worden.
Opdracht 7
6 Lectuur is bedoeld ter ontspanning en de
1 a fuif
schrijver heeft geen artistiek doel. Bij literatuur
b figuratief
heeft een schrijver wel een artistieke bedoeling
c facultatief
en hij wil meer dan de lezer alleen maar
d fonograaf
ontspanning bieden.
e foutief
7 Iets op een verzachtende manier zeggen.
f fictief
Bijvoorbeeld: ‘ongeneeslijk ziek zijn’ voor ‘kanker
g filosoof
hebben’ of ‘heengaan’ voor ‘doodgaan’.
2 bieb, blub, club ,drab, krab, krib, kwab, lab, pub,
rib, schub, tab, tob, web

2 Grammatica
Opdracht 2
4 Taalschat
1 A
Opdracht 8
2 B
1 analyses
3 A
2 vignet
4 B
3 actueel, modern
5 B
4 militant
6 B
5 onheilsprofeet
Opdracht 3 6 Het oxidatieproces
1 B 7 isoleercel
2 A 8 electoraal succes
3 B
4 B
5 B 5 Lees vaardig
6 A
Opdracht 9
Opdracht 4 In de samenvatting heb je de volgende
bouwen = znw informatie-elementen verwerkt:
want = nevensch.vw 1 Bijna iedereen wordt bij het houden van
veel = onb.hoofdtelw. spreekbeurt bevangen door een zekere mate van
deze = aanw.vnw. podiumvrees / Maar weinig mensen kunnen
geheel op hun gemak een publiek toespreken.
79 _____

Antwoorden blok 5

2 Angst roept van nature allerlei onbewuste Of:


reacties op van het lichaam.Het doel van angst is Mijn voorkeur gaat uit naar een lekker
het lichaam bij gevaar in staat van paraatheid te tomatensoepje.
brengen. 7 Alex is zaterdag naar een concert geweest en nu
3 Een beetje angst maakt je alerter. nog steeds moe.
4 Het bijzondere van podiumvrees is dat het vooral Verbetering:
de angst is om te beginnen. Alex is zaterdag naar een concert geweest en is
5 Uiteindelijk is spreekangst te overwinnen. / nu nog steeds moe.
Iedereen kan leren spreken voor een groep. 8 Wilt u het bedrag dat ik van u tegoed heb in
6 Ten eerste: een goede voorbereiding is vermindering brengen op het bedrag van mijn
essentieel. volgende aankoop?
Ten tweede: je tijdens de presentatie volledig te Verbetering:
blijven concentreren op de taak die je op dat Wilt u het bedrag dat ik van u tegoed heb in
moment uitvoert. / Je moet helemaal in je verhaal mindering brengen op het bedrag van mijn
zitten. volgende aankoop?
7 Wie goed wil spreken in het openbaar, moet veel Of:
oefenen. Wilt u het bedrag van mijn volgende aankoop
verminderen met het bedrag dat ik van u tegoed
heb?
6 Schrijf vaardig 9 De krant lezend viel mijn oog op een artikel over
alcoholmisbruik.
Opdracht 10 Verbetering:
Je hebt de nummers 1, 3 en 4 omcirkeld. Terwijl ik de krant las, viel mijn oog op een artikel
over alcoholmisbruik.
Opdracht 11
10 De vulploegleider heeft mij aangenomen en
1 Na goed onderzoek te hebben verricht is de
direct het contract overhandigd.
conclusie getrokken.
Verbetering:
Verbetering:
De vulploegleider heeft mij aangenomen en mij
Nadat wij goed onderzoek hebben verricht, is
direct het contract overhandigd.
deze conclusie getrokken.
2 Ik hoop dat u mij wilt verexcuseren, want ik moet
nu echt weg.
Verbetering:
7 Over taalgebruik
Ik hoop dat u mij wilt Opdracht 12
excuseren/verontschuldigen, want ik moet nu De schrijver of spreker bedoelt dat je geld door
echt weg. aandelen te kopen sneller toeneemt (dan met
3 Het eten bestellend vloog onze hond achter een sparen). Maar aandelen kunnen net zo goed in
kat aan. waarde dalen. En dan heb je niet hetzelfde geld,
Verbetering: maar minder geld. Daarom kun je de (figuurlijke)
Terwijl wij het eten bestelden, vloog onze hond uitdrukking voor hetzelfde geld hier beter niet
achter een kat aan. gebruiken.
4 De reisleiders moeten voorkomen dat reizigers
geen klachten over de begeleiding indienen. Opdracht 13
Verbetering: 1 gaf het groene licht
De reisleiders moeten voorkomen dat reizigers 2 zich niet blind staren op
klachten over de begeleiding indienen. 3 was een bittere pil
5 Je moet je kamer eens oppimpen. 4 rijzen de haren bij je te berge
Verbetering: 5 een nare bijsmaak
Je moet je kamer eens opknappen/pimpen.
6 Ik heb een voorkeur naar een lekker
tomatensoepje.
Verbetering:
Ik heb een voorkeur voor een lekker
tomatensoepje.
_____ 80 BLOK

5 HERHALING
Opdracht 14
1 a/b Je antwoord bevat twee van de volgende
mogelijkheden:
– Het geeft zekerheid over de juiste uitspraak.
– Correct spreken vinden velen belangrijk, omdat
ze trots zijn op hun taal.
– De spelling hoeft niet aangepast te worden, als
de uitspraak niet verandert.
2 het woord Scheveningen
BLOK 81 _____

6 HERHALING
1 Over lezen 3 Spelling
Opdracht 1 Opdracht 6
1 De omgeving van de gebeurtenissen concreet 1 hellinkje
maken, een bepaalde sfeer oproepen, het thema 3 pony’tje
van het verhaal ondersteunen en verband 5 aspirientje
houden met de bouw van het verhaal. 6 sateetje
2 Ten eerste: de gedachten van de personages 7 A4’tje
kunnen niet worden beschreven. Ten tweede: het
is niet mogelijk veel te wisselen van plaats en tijd. Opdracht 7
3 Je eigen antwoord. 1 Bij de dokter moest ik een half uur wachten.
4 Ironie is milde spot; sarcasme is harde, scherpe 2 Een kroketje kost één euro tien.
spot. Voorbeeld: als iemand de deur heeft 3 Chantal is geboren op 25 april 1994.
geverfd, maar het is niet erg gelukt, is de 4 Mijn broer wordt morgen negentien.
volgende opmerking ironisch bedoeld: ‘Die deur 5 Ik zit in de derde klas van de havo.
ziet er weer als nieuw uit!’ of ‘Ik kan wel zien dat
Opdracht 8
je talent voor schilderen hebt’.
1 te allen tijde
2 stiekemerd
3 sperziebonen
2 Grammatica 4 tagliatelle
5 truckcabines
Opdracht 2
6 zich agressief gedragen
1 over het koude water in de douches = vzv
2 bijzonder kleine afmetingen = lv
3 blijkt een strafbaar feit te zijn = nwg
4 het zusje van Bart = bijstelling 4 Taalschat

Opdracht 3 Opdracht 9
1 Welke route door het bos we genomen hebben, 1 sociale status
weten we niet meer. 2 impuls
2 Geloven alle mensen dat het klimaat de komende 3 (het) prototype
jaren nog meer verandert? 4 paradoxaal
3 De nieuwslezer die meestal het journaal van acht 5 explosief
uur voorlas, is gisteren ontslagen. 6 het juk
4 Voor wie vanavond niet mee kan, heb ik een
Opdracht 10
andere verrassing.
1 hun hart ophalen
5 Het pad dat door de duinen loopt, is vanwege
2 drukte op het hart
onderhoudswerkzaamheden tijdelijk afgesloten.
3 het hart draaide mij om in het lijf
De nummers 3 en 5 heb je omcirkeld.
4 het hart klopte de zwemmer in de keel
Opdracht 4 5 heeft een stenen hart
1 A
Opdracht 11
2 B
1 a broodmager
3 B
b ellenlang
4 B
c gortdroog
5 A
d kraakhelder
Opdracht 5 e loodzwaar
Als = ondersch.vw f mijlenver
je = pers.vnw g piekfijn
zuinig = bw h spierwit
die = betr.vnw i stekeblind
j vlijmscherp
_____ 82 BLOK

6 HERHALING
2 a dom Ten tweede: berichten gebruiken niet het
b hard normale sms-berichtsysteem, waardoor het ook
c kaal gebruikt kan worden bij overbelaste
d druk (telefoon)lijnen.
e stoned, mager 14 Het middel is: het juiste kanaal op de mobiel
f arm, mager activeren.
g rood Het doel is: alarmberichten kunnen ontvangen.
h doof 15 A
i mager Uitleg: Er wordt een conclusie getrokken uit de
j oud voorafgaande zinnen; de conclusie is te
k lelijk herkennen aan het signaalwoord dus.
l stijf 16 D
3 Je eigen werk. Uitleg: De schrijver geeft informatie over het
nieuwe systeem, namelijk de voordelen, hoe het
werkt en welke problemen er nog zijn.
5 Lees vaardig 17 C

Opdracht 12
1 Dat (r. 4-6): de locatie van elk mobieltje (in 6 Schrijf vaardig
dichtbevolkte gebieden) tot op vijf meter
nauwkeurig kunnen bepalen. Opdracht 13
zij (r.25): de overheid 1 B
het (r. 28): het alarmeren van de burger via het 2 B
mobieltje 3 A
het (r. 53): (het gebruik van) cell broadcast 4 B
Dat (r. 71-72): de telefoon afstemmen op het
ontvangen van alarmberichten Opdracht 14
2 Nee, je krijgt een sms-bericht van de overheid. 1 Die vergissing hadden wij uiteraard moeten
3 De eerste alinea. voorkomen en die zal in de toekomst niet meer
4 Bij alinea 2. voorkomen.
5 Bij alinea 4. 2 De smaak van het eten en het eten zelf spelen
6 Bij alinea 6. een belangrijke rol.
7 C 3 Toegangskaarten voor het zwembad ontvangt u
Uitleg: In alinea 3 worden als toelichting de bij aanvang van uw vakantie van de
voordelen van het systeem genoemd. receptioniste.
8 Opsommend, want in alinea 3 worden de 4 Het doel van deze stage is dat wij in aanraking
voordelen van het systeem na elkaar genoemd. komen met de hulpbehoevenden in de
9 Verder, daarnaast en bovendien. samenleving.
10 Ten eerste: de overheid kan niet alleen alarm 5 Uit een onderzoek is gebleken dat muziek tijdens
slaan, maar ook instructie geven. het wachten een van de grootste ergernissen is.
Ten tweede: de overheid kan de burger op de Uit een onderzoek is gebleken dat muziek tijdens
hoogte houden van het verloop of de het wachten tot de grootste ergernissen behoort.
ontwikkeling van de ramp. 6 Wij verzoeken u tussen 23.00 en 08.00 uur de
Ten derde: de overheid kan gerichte instructies nachtrust van de campinggasten niet te
geven. Dit houdt in dat mensen in de directe verstoren.
omgeving van de ramp andere instructies kunnen
krijgen dan mensen buiten dit gebied.
Ten vierde: met het systeem kunnen ook doven 7 Over taalgebruik
en slechthorenden bereikt worden.
Opdracht 15
11 D
a A d B
12 cell broadcast
b A e A
13 Ten eerste: berichten kunnen met miljoenen
c B f B
tegelijk verzonden worden.

You might also like