Professional Documents
Culture Documents
nl
Op niveau onderbouw
3 havo
Uitwerkingenboek
Ruud Kraaijeveld
Mariëlle Bakker
Jan van de Pol
Marjan van Verseveld
_____ 2
Methodeoverzicht
Op niveau onderbouw is op de volgende manier opgebouwd:
4b 4k 4 gt
3b 3k 3 gt 3h 3v
1 bk 1 kgt 1 th 1 hv
ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor: Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en
Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs.
Voor meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen:
www.thiememeulenhoff.nl
Eerste release
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit
van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912,
dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten
Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.cedar.nl/pro).
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16
Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
3 _____
Inhoud
Aan de gebruiker 4
Antwoorden Basisboek
Blok 1 5
Blok 2 14
Blok 3 23
Blok 4 32
Blok 5 41
Blok 6 49
Antwoorden Zelftoetsen
Blok 1 57
Blok 2 59
Blok 3 61
Blok 4 63
Blok 5 64
Blok 6 65
Antwoorden Herhaling
Blok 1 67
Blok 2 70
Blok 3 73
Blok 4 76
Blok 5 78
Blok 6 81
_____ 4
Aan de gebruiker
In dit uitwerkingenboek vind je de antwoorden op de vragen die in het basisboek en werkboek zijn gesteld. Je kunt je
eigen antwoorden controleren. Het controleren van je antwoorden is een nauwkeurig werkje, waar je voldoende tijd
aan moet besteden.
Als je een fout antwoord alleen maar vervangt door het goede antwoord, leer je niet veel. Je moet ook begrijpen
waarom jouw antwoord niet goed is en het antwoord in het uitwerkingenboek wel. Als jouw antwoorden fout zijn, is
het verstandig om de theorie in het basisboek nog eens door te nemen. Daarna bekijk je de vraag en het antwoord
nog een keer. Soms staat er een uitleg bij het antwoord in het uitwerkingenboek.
De schrijvers
BLOK 5 _____
1 BASISBOEK
1 Lekker lezen ● Merel vertelt dat Eva vaker zomaar met jongens
verdween.
1.1 Over het verhaal ● Kathinka vertelt dat ze met Rico, de gedumpte
vriend van Eva, heeft gebeld over het
Opdracht 1 Lees- en discussievragen vakantieadres.
1 Liz en Merel denken in het begin dat Eva er met ● Agente Rina vertelt over meisjes die eerder in
een vriendje van door is. Kathinka denkt meteen Kroatië zijn verdwenen.
dat er iets ernstigs aan de hand is. Liz en Merel ● De effecten zijn: de bestaande situatie
veranderen van gedachten als iemand opbelt, die duidelijker maken en de spanning verhogen.
zegt te weten waar Eva is en bovendien zegt dat b Ja. De belangrijkste vooruitwijzing zit aan het
de andere meisjes nu aan de beurt zijn. Liz en eind: wat zal er gaan gebeuren in de disco? Zijn
Merel eindigen van kalm en zelfverzekerd in de meisjes daar wel veilig? Wie zullen ze daar
angstig en onzeker. ontmoeten? Zal de politie op tijd ingrijpen?
2 Eva is vroeger al vaker met jongens verdwenen. 10-12
Ze houdt er een nogal ‘gemakkelijke’ en wilde Je eigen antwoorden. Heb je je antwoorden goed
levensstijl op na. toegelicht?
3 Het telefoontje van de ontvoerder naar de
meisjes is de aanleiding. Opdracht 2 Opdrachten voor het fictiedossier
Voorbeelden van vragen: Waar is Eva? Wat is de 1-5 Je hebt een van de opdrachten gemaakt.
ontvoerder van Eva met haar van plan? Welke rol Controleer goed of je je aan de opdracht hebt
spelen Daniël en Damir bij de verdwijning van gehouden en alle punten hebt verwerkt. Heb je
Eva? Krijgt de ontvoerder van Eva de andere ongeveer driehonderd woorden gebruikt?
meisjes ook te pakken? Lukt het om de
ontvoerder in discotheek Miami op te pakken?
Je eigen antwoorden op de vragen. 2 Over lezen
5 Rico, de gedumpte vriend van Eva; de man in de
wijnboot; Daniël en Damir, de Kroatische jongens 2.1 Over Elle van den Bogaart
uit de disco.
6 In het begin weet je evenveel, want je weet ook Opdracht 3
niet waar Eva is. Na het fragment waarin Eva 1-2 Je eigen antwoorden. Deze informatie is te
ergens ligt vastgebonden, weet je meer dan de vinden op de sites: www.leesplein.nl,
meisjes. Het effect is verhoging van de spanning. www.ellevandenbogaart.nl en
Daarna weet je weer evenveel als de meisjes, www.scholieren.com.
want je weet niet wie de beller is en degene die 3 a Informatie over het leven van de schrijfster, een
de meisjes naar de disco lokt. beknopte inhoud van haar boeken, een fragment
7 Het vermoeden ontstaat dat Eva gevangen wordt uit haar boeken en reacties op een aantal
gehouden om later aan rijke Marokkanen te jeugdromans.
worden verkocht. Dat gebeurt doordat de b Ja, de informatie is subjectief en eenzijdig, want
politieagente vertelt dat in Kroatië al eerder de schrijfster maakt reclame voor haar eigen
meisjes zijn verdwenen in dit netwerk. werk. Negatieve reacties en recensies zul je er
8 Dat zou kunnen. De aandacht richt zich meer en niet aantreffen, terwijl die wel bestaan.
meer op Daniël en Damir, maar misschien is toch 4 De gele scooter heeft de Debutantenprijs van de
Rico of de man uit de wijnboot of nog iemand Jonge Jury gekregen.
anders de dader.
9 a Voorbeelden van terugwijzingen: 2.2 Smaak en mening
● Merel vertelt hoe Eva zich in de disco vermaakte
Opdracht 4
met Daniël en Damir.
1 Je eigen beoordelingswoorden. Heb je je keuze
● Merel vertelt dat Eva in de disco wilde blijven,
ook goed toegelicht?
niet mee wilde naar het vakantiehuisje.
2 a-h Je eigen antwoorden. Heb je je mening goed
● Eva denkt terug aan de disco, toen ze met
beargumenteerd?
Daniël samen was.
3 Je eigen werk bij de recensie van het door jou
● Liz vertelt over de man uit de wijnboot.
gekozen jeugdboek..
_____ 6 BLOK
1 BASISBOEK
2.3 Proza, poëzie en toneel 2 Je eigen voorbeelden (vijf) van beeldspraak.
Opdracht 5 Opdracht 8
1 Bij proza is de bladzijde helemaal volgeschreven. 1 een paleisje; vergelijking (zonder als); de kamer
De tekst is verdeeld in alinea’s en hoofdstukken. is heel erg mooi geworden
Bij poëzie is er veel wit op de bladzijde. De regels 2 hartslag; personificatie; rustig en slaperig worden
zijn niet vol gemaakt en vaak ongelijk van lengte. van iemands hartslag
2 Eerste verschil: een roman is omvangrijker dan 3 niet op haar mondje gevallen; metafoor; ze kan
een novelle. goed vertellen wat ze wil
Tweede verschil: in een roman komen meer 4 lucht; vergelijking (met als); je ziet de tijd niet,
personages voor dan in een novelle. maar hij is er wel
Derde verschil: in een roman zijn de personages 5 Dordrecht; metonymia (verband: plaats-
uitvoeriger en diepgaander beschreven dan in bewoners); de bewoners van Dordrecht zijn
een novelle. treurig na de gewelddadige rellen
Vierde verschil: in een roman zitten vaak meer 6 met de noorderzon vertrokken; metafoor; hij is
verhaallijnen, in een novelle maar één. ongemerkt vertrokken (met achterlating van
schulden)
2.4 Beeldspraak 7 Van Gogh; metonymia (verband: maker-
voorwerp); het schilderij van Van Gogh zal veel
Opdracht 6 geld opbrengen
1 zoete broodjes bakken: overdreven aardig doen,
8 het hele station; metonymia (verband: plaats-
omdat hij het goed wil maken aanwezigen); alle mensen in het stadion zijn
2 in de roos geschoten: de juiste keuze gemaakt woedend op de scheidsrechter
3 man en paard noemen: niets meer verzwijgen, 9 uit de brand helpen; metafoor; helpen met het
alles precies vertellen oplossen van het probleem
4 waar wringt de schoen?: wat is je probleem? 10 kopje; metonymia (verband: voorwerp-inhoud);
5 aan de tand voelen: ondervragen, onderzoeken
wil je nog een kopje (koffie of thee) drinken?
wat hij weet
Opdracht 9
Opdracht 7 Je eigen gekozen voorbeelden van beeldspraak.
1 ● Vinger, bijvoorbeeld: een vinger in de pap Heb je de betekenissen toegevoegd?
hebben (invloed hebben, meebeslissen), geen
vinger uitsteken (niet doen om iemand te
helpen), een vinger aan de pols houden (het in
3 Grammatica
de gaten houden).
● Huis, bijvoorbeeld: het huis is te klein (dan is
3.1 Zinsontleding – Herhaling
niets en niemand meer veilig), zo raak je nog
verder van huis (zo worden de moeilijkheden Opdracht 10
alleen nog maar groter), dat staat als een huis 1 wwg = hebben aangeboden
(dat is heel solide, heel stevig). nwg = –
● Been, bijvoorbeeld: met het verkeerde been uit ond = De jongens
bed gestapt zijn (een slecht humeur hebben), lv = hun excuses
geen been hebben om op te staan (geen enkel mv = de klagende buurtbewoners
argument hebben om te bewijzen dat je gelijk bwb = –
hebt), de benen nemen (ervandoor gaan). bvb = klagende bij buurtbewoners, hun bij
● Wind, bijvoorbeeld: de wind van voren krijgen excuses
(een uitbrander, zware kritiek krijgen), voor de 2 wwg = stonden te wachten
wind gaan (alles zit mee), de wind in de zeilen nwg = –
hebben (het gaat voorspoedig). ond = de reizigers
● Mond, bijvoorbeeld: met de mond vol tanden lv = –
staan (niet weten wat je nog moet zeggen), mv = –
iemand de mond snoeren (iemand het zwijgen bwb = Op perron 2, op de internationale trein
opleggen), iemand naar de mond praten (met bvb = 2 bij perron, internationale bij trein
iemand meepraten om hem te vleien).
7 _____
Antwoorden blok 1
1 BASISBOEK
8 wwg = overladen 3.5 Woordsoortbenoeming – Het
nwg = – koppelwerkwoord (uitbreiding)
ond = Veel grootouders
vzv = met allerlei cadeaus9 wwg = heeft Opdracht 17
gekregen 1 lijkt = kww
nwg = – 2 komt … voor = kww
ond = De overvaller 3 zal = hww
schijnen = zww
vzv = –
10 wwg = – 4 blijkt = hww
nwg = is verantwoordelijk Zijn = kww
ond = Welke docent 5 blijft = zww
vzv = voor de organisatie van het eindfeest 6 is = hww
gebleven = kww
3.3 Zinsontleding – De bijstelling 7 schijnen = hww
eten = zww
Opdracht 14 8 lijkt = zww
1 a Op www.jeugdjournaal, de website van het
jeugdjournaal, 3.6 Woordsoortbenoeming –
b het inschrijfgeld, tien euro per persoon, Het betrekkelijk voornaamwoord
c Joep Huizen, de neef van mijn vader, (uitbreiding)
2-4 Je eigen werk.
Opdracht 18
Opdracht 15 1 Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Wat je beweert,
– wil ik niet geloven.
2 Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Wie wil wat ik
3.4 Woordsoortbenoeming – Herhaling gehoord heb ook weten?
3 Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Wie komt
Opdracht 16 morgenavond naar onze voorstelling kijken?
1 verbeterde = bnw 4 Je eigen werk.
werden = kww
langer = bnw Opdracht 19
2 kwaliteit = znw 1 wat = vr.vnw
dragen = zww die = betr.vnw
vaker = bw 2 wat = onb.vnw
3 Dat = aanw.vnw 3 Wat = betr.vnw m.i.a.
dat = betr.vnw 4 Wie = betr.vnw m.i.a.
Nederlandse = bnw 5 wat = betr.vnw
4 je = wederkerend vnw
je = bez.vnw
beter = bnw 4 Spelling
je = pers.vnw
5 jullie = pers.vnw 4.1 De spelling van de drie
hoe = bw werkwoordsvormen
altijd = bw
hun = bez.vnw Opdracht 20
6 baldadige = bnw 1 De uitleg is fout. Toelichting: Het onderwerp is
elkaar = wederkerig vnw niet je, maar je vriendin (= zij/ze). Dit is de derde
dat = aanw.vnw persoon enkelvoud en dan schrijf je stam + t.
traditie = znw 2 Verbeterd is een voltooid deelwoord, want er
staat: is verbeterd. Je hoort in de verleden tijd: -
de. Dan schrijf je het voltooid deelwoord ook met
een -d.
3 De uitleg is goed.
9 _____
Antwoorden blok 1
Opdracht 21 Opdracht 25
1 afgesloten 1 vaardigheid om zaken te doorzien
3 bronzen opdracht, taak
4 eigenlijk verwijderen
5 gedachteloos 2 plicht om de familie-eer te zuiveren door de
6 de geschrobde keukenvloer overtreder van de regels te vermoorden
7 hopeloos 3 belangrijk, wezenlijk
10 rotanmeubels 4 noodlottige
13 vergoede 5 door klieren afgescheiden stof die de groei
14 verraderlijk bevordert
15 welvarendste scheikundige
16 verrukkelijk orgaan dat vocht afscheidt
6 het volledig vastlopen van het verkeer
4.3 Het gebruik van hoofdletters en 7 langdurende
kleine letters repetitive strain injury, gewrichtsaandoening
(bijvoorbeeld muisarm) bij mensen die
Opdracht 22 voortdurend dezelfde bewegingen moeten maken
1 Peter J. de Vries 8 overgevoelig
2 De Lange 9 ongemotiveerde (ziekelijke) angst voor contact
3 Koster-van de Pol met mensen
4 Tweede Kamergebouw, ’s-Gravenhage 10 dwingende, waar je niet omheen kunt
5 ’s Avonds, Patricks moeder, ‘Goede tijden,
slechte tijden’
6 Renaultgarage, Franse 6 Lees vaardig
7 Japanse, Amstelhotel
8 De Telegraaf, Hartstichting 6.1 Tekstdoelen, tekstsoorten,
9 – tekstvormen
10 Noormannen, West-Europese
Opdracht 26
4.4. Sneldictee 1 B
Uitleg: De tekst geeft informatie over de
Opdracht 23 bestrijding van de malariamug door een bepaalde
– schimmel.
2 Objectief, want de mening van de schrijver blijft
achterwege.
_____ 10 BLOK
1 BASISBOEK
3 C 2 ● Onder de fout gespelde werkwoorden en
Uitleg: De schrijfster geeft nadrukkelijk haar meervoudsvormen staat een streep.
mening weer en geeft daarnaast informatie. ● De fout opgebouwde zinnen zijn schuin gedrukt.
4 Subjectief, want de mening van de schrijfster ● De verkeerd gekozen verwijswoorden zijn vet
komt nadrukkelijk naar voren. gedrukt.
5 B
Uitleg: De tekst spoort de lezer aan niet te lang Nederland komt tegenwoordig in aanraking met
en te veel te zonnen; daarnaast wordt informatie een groot probleem. Het begint alarmerende
gegeven. vormen aan te nemen. Ze eten anders dan
6 Objectief, want de tekst beschrijft controleerbare vroeger en bewegen minder. In Nederland zijn
feiten. veel mensen te dik. Dat geld voor volwassenen
en kinderen. Er zitten te veel suikers in de
6.2 Inleidingen van teksten producten en verzadigden vetten. Hierna kun je
lezen wat overgewicht is, hoe het ontstaat en wat
Opdracht 27 eraan te doen is. Overgewicht is het hebben van
1 C te veel reserves van vet in je lichaam. Als je
2 C reserves te veel zijn, dan wordt je dik. Het
3 B hebben van overgewicht is ongezond, omdat je
lichaam daar verscheidene ziektes aan kan
6.3 Eindopdracht overhouden. Bij kinderen is overgewicht
tegenwoordig veel sneller aanwezig. Het zijn
Opdracht 28
allemaal zitkinderen. Veel kinderen worden
1 Je eigen woorden met betekenissen. Heb je de
tegenwoordig naar school met de auto gebracht
manier waarop je de betekenis gevonden hebt
of ze neemt het openbaar vervoer. Per dag heb
beschreven?
je minimaal een half uur lichaamsbeweging
2 Ja, want uit de titel blijkt niet wat het onderwerp
nodig. Als je dat niet hebt, verbrandt je niet
van de tekst is.
genoeg caloriën en word je dik. Hoe meer
3 D
kinderen bewegen, hoe meer energie hij nodig
4 a C
heeft en hoe meer hij kan eten zonder dik te
b D
worden. Welke maatregels kun je nemen tegen
5 ‘Weliswaar heeft de wetgever … niet bij de
overgewicht? Ouders moeten samen met hun
rechter klagen.’ (r. 20-23)
kind ergens op de fiets gaan, zoals naar school
6 B
of naar de sportvereniging. Door het bewegen
7 C
krijgt het kind meer energie waardoor die meer
8 B
kan eten zonder dat het gelijk gevolgen heeft op
9 C
het gewicht van het kind. Om overgewicht te
10 C
voorkomen zal er meer gelet moeten worden op
11 D
de eetgewoonten van kinderen en in plaats van
12 B
computeren en televisiekijken meer bewegen.
13 D
Mijn conclusie is dus dat kinderen meer moeten
14 D
bewegen. Ouders moeten hun kinderen daarbij
Uitleg: De schrijver geeft eerst veel informatie
helpen. Lees ook de andere kant voor informatie
over de aanwezigheid van straling en de gevaren
over een leuke actie tegen overgewicht.
ervan en betoogt daarna dat de straling een
3 a Nederland
gevaar vormt voor de volksgezondheid.
b Bijvoorbeeld:
15 A
Hierna (r. 4): In deze tekst.
Het hebben van overgewicht (r. 6): Overgewicht
op (het gewicht van het kind) (r. 15): voor (het
7 Schrijf vaardig
gewicht van het kind)
Opdracht 29
1 –
11 _____
Antwoorden blok 1
1 BASISBOEK
Opdracht 32
Antwoorden blok 1
Opdracht 36 10 Gedicht
1 ze hebben → die heeft
2 pas je je aan de natuur → pas je je aan de natuur 10.1 Rijmschema’s
aan
3 Waarom (= reden) → Waardoor (= oorzaak) Opdracht 38
4 Hun → Zij 1 Je eigen antwoord.
5 vooral uit het buitenland → en vooral aan 2 Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Boekenwurm of
werknemers die uit het buitenland komen Verstandig beest.
6 het → hij/deze/die 3 Toestaan.
Uitleg: vis is geen het-woord, maar een de- 4 Vergelijking zonder als.
woord. 5 Het is slecht voor je ogen en je verleest je
7 die → dat verstand.
Uitleg: reisbureau is geen de-woord, maar het- 6 Het is goed voor je.
woord. 7 Ga maar na wat allerlei pedagogen en andere
8 onderaardse weglaten deskundigen van wie de beroepsnaam eindigt op
Uitleg: Het is dubbelop, want een aardbeving -oog (zoals bijvoorbeeld psycholoog), erover
gebeurt altijd onder de grond. hebben gezegd.
9 waaraan → aan wie 8 In regel 14 staat de mening van allerlei
10 bovendien kun je er ook nog wat van leren → pedagogen over lezen.
bovendien kun je er wat van leren 9 Vergelijking zonder als.
Uitleg: Het is dubbelop, want bovendien is het 10 Mannelijk of staand rijm (geweest - geneest;
zelfde als ook. meest - verleest; bevreesd - geest - beest) en
11 maar komt geregeld voor → maar die (= een vrouwelijk of slepend rijm (gedogen - betogen;
ergerlijke vorm van kleine criminaliteit) komt ogen - gebogen; mogen - afgewogen - gogen).
geregeld voor / maar het (= het zakkenrollen … 11 De schrijver gebruikt zowel bij het mannelijk als
markten) komt geregeld voor bij het vrouwelijk rijm slechts één rijmklank.
12 beklaagt zich op zijn website dat → beklaagt zich 12 Omarmend rijm (abba, baab, abba, ba).
op zijn website erover dat 13 Bij regel 9.
14 Het is grappig bedoeld met een serieuze
9.2 Hoe leer je taal? ondertoon.
15 Je eigen antwoord. Heb je je antwoord
Opdracht 37 toegelicht?
1 a ananas
b basterdsuiker
c brood met sesamzaad 11 Miniproject: Generatorkloof
d jonge kaas
e pindakaas Opdracht 39
f radijsjes 1-3 Je hebt een script geschreven voor peuters of
g omelet kleuters. Heb je grappige kindertaal in het script
h Hemelvaartsdag verwerkt?
i botsauto
j magnetron Opdracht 40
k waxinelichtjes Je eigen spannende correspondentie in
2 Bijvoorbeeld: Omweer (onweer), jongerentaal.
ademhalingstekens (aanhalingstekens), episch
Opdracht 41
centrum (epicentrum), elektrische tijd
1-2 Je eigen puzzel.
(elektriciteit), gordon blue (cordon bleu),
advocado (avocado). Opdracht 42
Je eigen gedicht. Heb je de taal van je
grootouders erin verwerkt?
Opdracht 43
Je eigen werk.
_____ 14 BLOK
2 BASISBOEK
1 Lekker lezen slaven. Het verhaal is gebaseerd op hoe het er
werkelijk aan toeging.
1.1 Over het verhaal 12-14
Je eigen antwoord. Heb je je antwoord goed
Opdracht 1 Lees- en discussievragen toegelicht?
1 In 1700 aan de Afrikaanse kust (het huidige
Ghana) en op het schip naar West-Indië. Opdracht 2 Opdrachten voor het leesdossier
2 In het eerste gedeelte door de ogen van Willem, 1-5 Je hebt een van de opdrachten gemaakt.
daarna door de ogen van Kofi. Gevolg is dat je Controleer goed of je je aan de opdracht hebt
deze personages van binnenuit leert kennen: je gehouden en alle punten hebt verwerkt. Heb je
weet wat ze denken en voelen. Hierdoor kun je het juiste aantal woorden gebruikt?
met hen meeleven.
3 Dit is vooral heel duidelijk bij Willem, maar de
andere Nederlanders denken er net zo over. 2 Over lezen
Willem ziet negers als halve wilden, als mensen
die op de aarde zijn om de witten te dienen, als 2.1 Over Lydia Rood
een minderwaardige soort. Zijn vader vertelt hem
dat God in de Bijbel de witte mensen boven de Opdracht 3
zwarte mensen heeft gesteld. 1 Op de website www.lydiarood.nl. Hier vind je
4 a Op een verhaal in de Bijbel, waarin Cham en informatie over haar leven en haar boeken,
al zijn nakomelingen, zwarte mensen, de interviews, kranten- en tijdschriftartikelen, een
knechten zijn van de witte mens. In dat verhaal column, tips voor zelf schrijven.
is de zoon van Cham (wiens naam in het 2 In: – Lezen over Lydia Rood / Marlene Lunter
Hebreeuws ‘bruin’ betekent) en al zijn (Biblion Uitgeverij)
nakomelingen door God vervloekt, omdat Cham – Drie op een rij / Martine Letterie, Hannie
zijn vader Noach heeft bespot. Deze letterlijke Humme en Ruud Kraaijeveld (Ellessy)
uitleg en interpretatie van dit Bijbelverhaal werd – Lexicon van de jeugdliteratuur (Martinus
vroeger vooral door conservatief-orthodoxe Nijhoff)
christenen aangehangen. – Het ABC van de jeugdliteratuur (Martinus
b Nee, deze interpretatie van het Bijbelverhaal Nijhoff)
over Cham is tegenwoordig niet meer – Encyclopedie van de jeugdliteratuur
gebruikelijk. (Fontein/Wolters Noordhoff)
5 Hij is slaaf van een Afrikaans stamhoofd en die Deze bronnen zijn te raadplegen in de bibliotheek
verkoopt hem aan de Nederlanders. / mediatheek.
6 Om te laten zien wie de eigenaar is. Iedere Bruikbaarheid voor een werkstuk: je eigen
eigenaar heeft een eigen brandmerkteken. antwoord. Lezen over Lydia Rood en Lexicon van
7 In het verhaal staat naar een van de plantages in de jeugdliteratuur zijn goed bruikbaar.
de West. Hiermee wordt bedoeld: naar West- 3 Voor: – Maanzaad de Vlag-en-Wimpelprijs van
Indië, het huidige Suriname. Daar zijn slaven de Griffeljury (1990).
nodig voor het werk op de plantages. – Een mond vol dons de Zilveren griffel (1994).
8 Verschrikkelijk. De mensen liggen twee aan twee – Anansi’s web (herdrukt als Dans om het zwarte
vastgeketend in nauwe ruimtes en worden één goud) een eervolle vermelding van de Zoenjury
keer per dag gelucht, waarbij ze ook aan een en de Jenny Smelik-prijs (2001).
ketting vastzitten. Bovendien worden de – Sprong in de leegte een eervolle vermelding
vrouwelijke slaven ’s nachts overweldigd door van de Zoenjury (2006).
zeelui. Vrouwen die hierna zwanger worden, 4 Je eigen antwoord. Heb je je antwoord goed
worden overboord gegooid. toegelicht?
9 Je informatie geven over de slavernij, over de 5 De informatie kun je vinden op
ideeën van de handelaren en over de manier www.scholieren.com/uittreksels . Je hebt twee
waarop de slaven werden behandeld en boektitels genoteerd en tenminste twee positieve
vervoerd. en twee kritische reacties van beide boeken
10 Je eigen antwoord en uitleg daarbij. opgeschreven.
11 Ja, wat de schrijfster vertelt over de ideeën van
de handelaren en over de behandeling van de
15 _____
Antwoorden blok 2
2 BASISBOEK
Opdracht 7 bwb = uit je adressenbestand
Je eigen voorbeelden. Bijvoorbeeld: vast en bijst = –
zeker, bont en blauw, blij en verheugd, huis en bvb = alle bij e-mailadressen, van je oude
haard, (in) vuur en vlam, (recht van) lijf en leden, vrienden bij e-mailadressen, je bij vrienden, oude
(met) huid en haar. bij vrienden, je bij adresbestand
Zin 4: wwg = is gecontroleerd
ond = Het gebit van de patiënt
3 Grammatica lv = –
mv = –
3.1 De bedrijvende en de lijdende vzv = –
vorm bwb = tijdens het consult, door de tandarts
bijst = –
Opdracht 8 bvb = van de patiënt bij gebit
1 a De dieven = ond Zin 5: wwg = vond
mijn laptop = lv ond = De rechercheur
b Mijn laptop = ond lv = bloedspetters
door de dieven = bwb mv = –
2 In zin 1a is het een onderwerp en in zin 1b vzv = –
samen met door een bijwoordelijke bepaling. bwb = op de muur van de keuken
3 In zin 1a. bijst = –
4 – bvb = van de keuken bij muur
5 a bedrijvende vorm Zin 6: wwg = is gemaakt
b lijdende vorm ond = Dit werkstuk
lv = –
Opdracht 9
mv = –
1 lijdende vorm
vzv = –
2 bedrijvende vorm
bwb = door vier leerlingen uit mijn klas
3 bedrijvende vorm
bijst = –
4 lijdende vorm
bvb = vier bij leerlingen, uit mijn klas bij
5 bedrijvende vorm
leerlingen, mijn bij klas.
6 lijdende vorm
2 –
Opdracht 10 3 Zin 1: De hovenier maaide het gras van onze
1 Zin 1: wwg = werd gemaaid tuin.
ond = Het gras van onze tuin Zin 4: De tandarts heeft tijdens het consult het
lv = – gebit van de patiënt gecontroleerd.
mv = – Zin 6: Vier leerlingen uit mijn klas hebben dit
vzv = – werkstuk gemaakt.
bwb = door de hovenier 4-6 Je eigen werk.
bijst = –
Opdracht 11
bvb = van onze tuin bij gras, onze bij tuin
1 bedrijvende vorm, ovt
Zin 2: wwg = heeft gemaakt
De krater van de Vesuvius werd in de
ond = Timo
meivakantie door de twee broers bezocht.
lv = een mooie tekening
2 lijdende vorm, ovt
mv = –
Esmeralda las het spannende boek in één keer
vzv = –
uit.
bwb = tijdens de tekenles
3 bedrijvende vorm, ovt
bijst = –
De kortste weg naar het strand werd de
bvb = mooie bij tekening
buschauffeur door de verdwaalde toeristen
Zin 3: wwg = wis
gevraagd.
ond = je
4 lijdende vorm, ovt
lv = alle e-mailadressen van je oude vrienden
De vriendelijke ober serveerde de pizza zo snel
mv = –
mogelijk.
vzv = –
17 _____
Antwoorden blok 2
2 BASISBOEK
4 Spelling 6 incubatietijd – tijd tussen de besmetting en het
uitbreken van een ziekte
4.1 Tussenletter(s) in samenstellingen 7 instantie – afdeling of organisatie van de
overheid die bepaalde zaken behandelt
Opdracht 18 8 medisch circuit – de wereld van de
3 dronkenlap gezondheidszorg (dokters, ziekenhuizen
6 getuigenverklaring enzovoort)
10 kattenkwaad 9 particuliere initiatieven – het beginnen van iets
14 reuzenhagedis door burgers of ondernemers (niet door de
16 ruggensteun overheid)
18 staatsschuld 10 recent – kort geleden
19 verkeerssignaal 11 rendement – opbrengst (aan warmte)
20 zonnewijzer 12 second opinion – advies van een tweede
deskundige
4.2 Het liggend streepje (koppelteken);
weglatingsstreepje 5.2 Spreekwoorden en uitdrukkingen
met het woord neus
Opdracht 19
1 50 kilometerbord Opdracht 22
2 A4-papier 1 hij doet alsof zijn neus bloedt
4 aspirant-lid 2 de neuzen tellen
5 bank-of girorekening 3 een frisse neus halen
8 couveuseafdeling 4 een wassen neus
10 havo 3-klas 5 niet verder kijken dan zijn neus lang is
11 het vrouw-zijn 6 zijn neus overal insteken
14 kant-en-klaarmaaltijd 7 wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht
15 knip- en plakwerk 8 zijn neus stoten
16 mevrouw De Boer-van Kesteren 9 dat gaat (aan) zijn neus voorbij
17 milieu-invloed 10 iemand bij de neus nemen
18 minister-president 11 iemand iets door de neus boren
21 Nieuw-Zeelander 12 iets langs zijn neus weg zeggen
22 pincode 13 iemand met de neus op de feiten drukken
26 Sint-Bavokerk 14 met zijn neus in de boter vallen
15 het neusje van de zalm
4.3 Sneldictee 16 uit zijn neus eten
17 je neus uitkomen
Opdracht 20
18 het ligt voor je neus
–
19 iemand iets onder de neus wrijven
20 op zijn neus kijken
21 ja, me neus
5 Taalschat
Opdracht 23
5.1 Woorden rond de teksten Bijvoorbeeld:
1 alle neuzen dezelfde kant op laten wijzen: ervoor
Opdracht 21
zorgen dat men het eens is
1 compagnie – handelsvereniging
2 iets voor iemands neus weghalen, wegpikken:
koloniën – veroverde vreemde gebieden om
hem net te vlug af zijn
handel mee te drijven enzovoort
3 iemand de pin op de neus zetten: iemand flink
2 compenseren – weer goed maken
onder druk zetten
3 diabetes – suikerziekte (waarbij te veel glucose in
4 geen knip voor de neus waard zijn: niets waard
het bloed aanwezig is)
zijn, nergens voor deugen
complicaties – bijverschijnselen die een ziekte
5 wie het onderste uit de kan wil halen, krijgt het lid
erger maken
op de neus: wie te veel wil, krijgt vaak niets of
4 incidenteel – maar af en toe
komt bedrogen uit
5 fundamentele – zeer diep aanwezige
19 _____
Antwoorden blok 2
2 BASISBOEK
16 Nee, pas in 1863 werd de slavernij in Nederland ● De zin die in de lijdende vorm staat is: dat er
feitelijk afschaft. De tekst geeft geen verklaring meer toezicht op de internetsites door speciale
voor het feit dat er bijna vijftig jaar zit tussen het instellingen wordt gehouden.
tekenen van het verdrag en de daadwerkelijke ● Het signaalwoord maar moet je vervangen door
afschaffing. want, omdat er sprake is van een uitspraak-
17 B redenverband.
7 Schrijf vaardig
Herschreven tekst:
7.1 Schrijven op niveau
1 Via het internet kun je snel informatie
Opdracht 27 uitwisselen of inwinnen. Dat is voor de meeste
1-2 – mensen een groot voordeel. Je hoeft niet
3 Hierna staan per alinea de fouten. Daarna volgt helemaal naar de bibliotheek te gaan om daar
de herschreven tekst. een boek te zoeken en dat door te bladeren om
Alinea 1 het antwoord op je vraag te vinden. Ook jij kunt
● Het overbodige woord is bijvoorbeeld. via het internet snel informatie uitwisselen.
Bijvoorbeeld en op een andere manier geven Dat doe je via e-mail, een forum of op een
aan dat er meer manieren zijn. Je laat andere manier. Als je via de post een brief
bijvoorbeeld weg. naar iemand stuurt, komt de brief een paar
● Het verkeerd gebruikte werkwoord is winnen. Dit dagen later aan. E-mailen gaat veel sneller.
moet inwinnen zijn. 2 Veel mensen kopen en verkopen spullen
● Het fout gebruikte verwijswoord is die. Het via het internet. Ook downloaden ze veel
verwijswoord verwijst naar boek. Dit is een programma’s, foto’s en andere bestanden. Dit
● het-woord. Die moet je veranderen in dat. doen ze zonder toestemming. Als iemand iets
● De zin in de lijdende vorm is: Als een brief door downloadt, heeft de ontvanger bijvoorbeeld
jou via de post naar iemand wordt gestuurd. gratis een spel dat een ander heeft gemaakt.
Alinea 2 3 Een nadeel van het internet is, dat je nooit
● Alle zinnen staan in de lijdende vorm. zeker weet of de informatie op het internet uit
● Overbodige woorden: illegaal en zonder betrouwbare bronnen komt. De informatie die in
toestemming betekenen hetzelfde. Gratis en sommige bronnen staat, kan dus fout zijn. Het
zonder te betalen betekenen ook hetzelfde. kan voorkomen (of: het komt misschien voor) dat
● Het fout gebruikte verwijswoord is wat. Het mensen informatie misbruiken. Een ander nadeel
verwijswoord verwijst naar spel. Dit is een is dat iemand via bestanden virussen in je
● het-woord. Wat je veranderen in dat. computer kan brengen.
Alinea 3 4 Het internet heeft dus voor- en nadelen. Je
● De congruentiefouten zijn: ‘de informatie op het moet ervoor zorgen dat je geen misbruik maakt
internet uit vertrouwelijke bronnen komen’ en van het internet, want dan benadeel je anderen.
‘De informatie die in sommige bronnen staan’. Het is nodig dat speciale instellingen meer
● Het verkeerd gebruikte woord is vertrouwelijke. toezicht op de internetsites houden.
Dit moet betrouwbare zijn.
● In de derde zin staat een overbodig woord. De 7.2 Het invullen van een formulier
woorden kan en misschien betekenen hetzelfde.
Het woord misschien kun je weglaten. Opdracht 28
● De lijdende zin is: dat informatie door mensen –
wordt misbruikt.
Alinea 4
● Het weglatingsstreepje moet achter voor staan:
voor- en nadelen.
● Het voorzetsel voor moet je in de tweede zin
invoegen. De zin wordt dan: Je moet ervoor
zorgen.
21 _____
Antwoorden blok 2
2 BASISBOEK
14 De leraar heeft het antwoord niet goed gerekend, 11 Miniproject: De kracht van
maar dat is volgens zijn collega echter niet het voorbeeld
terecht. (Of: De leraar heeft het antwoord niet
goed gerekend; maar dat is volgens zijn collega 11.1 Voorbeeldenboek
echter niet terecht.) – foutieve tautologie
Opdracht 37
1 Je hebt tekstfragmenten verzameld die diverse
10 Gedicht schrijffouten en passieve zinnen bevatten.
2 Je hebt zoveel mogelijk formulieren (originele
Opdracht 36 exemplaren) verzameld die jongeren invullen.
1 Je eigen antwoord.
2 Je eigen antwoord, bijvoorbeeld: Kleine wereld of Opdracht 38
Groot als goden. Je eigen werk.
3 Figuurlijk. We worden niet letterlijk groter, maar
komen in de loop van de tijd steeds meer te
Opdracht 39
weten, kunnen steeds meer. Het gaat hier
Je eigen werk.
niet om de individuele mens, maar om de
mensheid, die tot steeds meer in staat is.
Opdracht 40
4 Door onze reizen kunnen we tegenwoordig Je eigen werk.
overal vrij snel komen. Verre streken brengen we
dichterbij. De wereld wordt dus kleiner.
De beeldspraak is een metafoor, want alleen het
beeld is over.
5 Vergelijking met als: Mensen zijn zo groot
geworden als goden.
6 De beeldspraak is een metafoor. Er wordt mee
bedoeld dat we greep hebben op de tijd en de
ruimte.
7 De beeldspraak is een metafoor. Er wordt mee
bedoeld dat we niet meer beperkt worden door
de plek waar we zijn, maar dat we overzicht
hebben, alles begrijpen en beheersen.
8 Een metafoor.
9 We zijn in staat om onze dromen waar te maken.
Wat eerst onbegrijpelijk en duister was, maken
we begrijpelijk en helder. Wat eerst niet mogelijk
was, maken we nu wel mogelijk.
10 Dit gedicht maakt duidelijk dat de mens in de
loop van de geschiedenis steeds machtiger is
geworden, dat de mens steeds meer greep krijgt
op tijd en ruimte, dat we steeds meer dingen
begrijpen (ook zaken die vroeger duister waren)
en dat we al onze wensen en wensdromen
inmiddels kunnen vervullen.
11 Je eigen antwoord met toelichting.
BLOK 23 _____
3 BASISBOEK
1 Lekker lezen 7 Er wordt betrekkelijk veel tijd in weinig woorden
verteld, maar doordat er veel tijdsprongen zijn,
1.1 Over het verhaal worden de gebeurtenissen toch gedetailleerd en
niet in grote lijnen beschreven.
Opdracht 1 Lees- en discussievragen 8 De schrijver gebruikt vooral showing, waardoor
1 In drie opzichten. Medea heeft haar vader de lezer heel dicht op de personages en de
verraden door Jason te helpen de ramsvacht te gebeurtenissen zit. Er zijn veel dialogen en
veroveren. Pelias heeft Jason verraden door zijn weinig beschrijvingen. De lezer heeft hierdoor het
belofte over de troonopvolging niet na te komen. gevoel nauw bij het verhaal betrokken te zijn.
Jason heeft Medea verraden door toe te staan 9 De terugverwijzing waarin wordt verteld dat
dat zij uit het paleis wordt verwijderd en door met Medea, net als haar moeder, bijzondere gaven
Glauke te gaan trouwen. heeft (het ‘Tweede Gezicht’ wil zeggen:
2 a Eerst zijn Jason en Medea dolverliefd op elkaar. paranormale gaven). Ze wordt opgeleid als
Langzamerhand komt bij Jason voor de liefde kenner van kruiden die over leven en dood
voor Medea in de plaats: zijn wil en ambitie om beslissen en als magiër. Die terugverwijzing is
macht te krijgen, koning te worden. Daar offert belangrijk, omdat ze met die gaven Jason helpt
hij die liefde aan op. Tot op het moment dat de ramsvacht te veroveren, maar die kennis zorgt
bekend wordt dat Jason met Glauke gaat er ook voor dat ze op het paleis van Kreoon als
trouwen, blijft Medea Jason trouw en accepteert een gevaarlijke en machtige vrouw wordt
ze wat er met haar gebeurt. Op het moment dat beschouwd die moet verdwijnen. Aan het eind
Jason toegeeft met Glauke te gaan trouwen, is lijkt het erop dat Medea haar gaven gebruikt om
alles voor Medea voorbij. wraak te nemen. Misschien besluit ze ook wel
b Jason verandert in wezen weinig. Vanaf het zichzelf om het leven te brengen.
begin hunkert hij naar macht en het 10 Een open einde. Het is niet duidelijk hoe het
koningschap. Daarvoor had hij de gevaarlijke afloopt met Jason en wat Medea precies van
tocht naar Kolchis ondernomen. De liefde voor plan is. Wel laat het eind vermoedens ontstaan
Medea verandert wel: eerst is hij gek op haar, over wat Medea gaat doen: ze zal iemand doden,
maar die gevoelens worden steeds verder maar wie dat is, blijft onzeker.
verdrongen door zijn hunkering naar macht. 11 Je eigen mening en uitleg daarbij.
Medea verandert pas helemaal op het eind. Ze 12 Het verhaal is eerder een sage dan een mythe,
blijft Jason trouw, ze blijft in hun liefde geloven want goden en halfgoden spelen geen hoofdrol.
tot het moment dat hij, door het idee van macht Het verhaal gaat vooral over macht en liefde, niet
verblind, met Glauke gaat trouwen. over de raadsels van het leven of de natuur. De
3 Jason wil ten koste van alles koning worden en hoofdpersoon Medea heeft trekjes van een heks
macht krijgen. Dat blijkt uit wat hij doet en zegt: en tovenaar.
hij verovert de ramsvacht, hij laat toe dat Medea 13-14
uit het paleis wordt verbannen en hij besluit met Je eigen mening en argumentatie.
Glauke te gaan trouwen.
4 De tegenstelling tussen verstand en gevoel. Opdracht 2 Opdrachten voor het fictiedossier
Jason volgt zijn verstand. Medea gaat uit van 1-5 Je hebt een van de opdrachten gemaakt.
haar gevoel en wil dat Jason zijn gevoel ook Controleer goed of je je aan de opdracht hebt
meer laat spreken. gehouden en alle punten hebt verwerkt. Heb je
5 Je eigen antwoord. ongeveer driehonderd woorden gebruikt?
6 Medea wordt door koning Kreoon en vooral door
Astanax beschouwd als een vreemdelinge met
gevaarlijke vaardigheden. Medea komt volgens 2 Over lezen
hen uit een onbeschaafd land, gelooft in andere
goden, is te onafhankelijk en slim en vormt met 2.1 Over Ed Franck
haar kruiden en magische gaven een gevaar.
Vooral Astanax voelt dat Medea zijn eigen macht Opdracht 3
weleens in gevaar zou kunnen brengen. Als zij 1 a-c Je eigen antwoord. Heb je je antwoord
verdwijnt, houdt hij zijn macht als adviseur, eerst toegelicht?
van Kreoon en later van Jason. 2 De site www.kjoek.nl. Je eigen beoordeling en
argumenten.
_____ 24 BLOK
3 BASISBOEK
3 Franck heeft onder meer de volgende prijzen Astanax leer je vooral kennen door wat hij zegt
gekregen: en doet.
● voor Geen wonder dat moeder met de Het gevolg is dat je Jason en Medea heel goed
goudvissen praat: de Boekenwelp (1990); leert kennen, Astanax veel minder.
● voor Zomer zeventien: Prijs van de Vlaamse 9 Jason: ambitieus, vasthoudend, maar ook laf,
gemeenschap (1992); onzeker, bang en moeilijk in de omgang.
● voor Het huis van eb en vloed: de Boekenwelp Medea: vindt gevoel belangrijk, zachtaardig, slim,
(1999); verstandig, komt uiteindelijk voor zichzelf op,
● voor Mijn zus draagt een heuvel op haar rug: de ongelukkig.
Boekenwelp (2001); Astanax: onbetrouwbaar, sluw, gemeen,
● voor Abélard en Héloïse: de Boekenleeuw achterbaks, ambitieus.
(2003). 10 Je eigen mening. Deze is gebaseerd op
overeenkomsten en verschillen in normen en
2.2 Personages waarden tussen jou en de genoemde
personages.
Opdracht 4
1 Er zijn twee hoofdpersonen: Jason en Medea. Je 2.3 Verhaalsoorten – Sprookje en
leert ze allebei van binnenuit kennen en het legende
verhaal draait om de belevenissen van hen
beiden. Opdracht 5
2 De bijfiguren zijn: koning Aietes, koning Pelias, 1-8 Je hebt drie van de acht opdrachten uitgevoerd.
koning Kreoon en adviseur Astanax. Minstens één ervan is een legende. Controleer
3 Koning Aietes: arrogant, gemeen, zelfverzekerd. goed of je alle vragen beantwoord en
Rol: tegenstander. beargumenteerd hebt.
Koning Pelias: onbetrouwbaar en gemeen. Rol:
tegenstander. 2.4 Stijlfiguren – Vooropplaatsing,
Koning Kreoon: vasthoudend, achterbaks. Rol: opsomming, climax, anticlimax,
tegenstander. parallellisme
Astanax: sluw, onbetrouwbaar, gemeen. Rol:
Opdracht 6
tegenstander.
1 pais en vree: tautologie
4 Ja, je komt erachter dat zij meer en
2 bier, wijn, garnalen en ijstaart: opsomming
uiteenlopende eigenschappen bezitten en dat ze
3 rustig lopen, rennen, vliegen: opsomming met
in de loop van het verhaal veranderen.
climax
5 Nee, het zijn flat characters, want je leert ze bijna
4 witte schimmel: pleonasme
niet goed kennen. Ze bezitten maar enkele
5 De zinnen beginnen en verlopen op dezelfde
typerende eigenschappen.
manier: parallellisme. De vier zinnen kunnen ook
6 Jason wil koning worden. Om dit doel te bereiken
gezien worden als een opsomming met een
zet hij alles op het spel, ook de liefde van Medea.
anticlimax aan het eind van de laatste zin.
Medea wil gelukkig worden met Jason en geeft
6 Dat oude kerkje: vooropplaatsing
veel toe om dat te bereiken. Maar dat hij met een
7 vast en zeker: tautologie
ander zal gaan trouwen, gaat haar te ver.
8 gedwongen – moeten: tautologie
Astanax wil de macht houden. Hij denkt dat hij
Jason de baas kan. Over Medea twijfelt Astanax
en haar wil hij dan ook uit het paleis en uit het
leven van Jason laten verdwijnen.
7 Koning Kreoon en Astanax brengen Jason in een
situatie waarin hij Medea moet laten vallen als hij
koning wil worden. Jason kiest voor de macht en
tegen Medea.
8 Jason en Medea leer je kennen door wat ze
denken en voelen, door wat ze doen en zeggen
en door wat anderen over hen zeggen en
denken.
25 _____
Antwoorden blok 3
3 BASISBOEK
Dan = bw 6 haviken
Welke = vr.vnw 7 jury’s
correct = bnw 8 kangoeroes
uit = vz 9 loverboys
10 luiwammesen
Opdracht 14 11 orchideeën
Je eigen antwoorden. 12 plateaus
Voorbeeldzinnen: 13 poriën
1 De aardige jongen is teleurgesteld, omdat hij nu 14 portefeuilles
niet met Simon samenwerkt. 15 radiators, radiatoren
2 Jens mailt met Alper, maar hij beantwoordt de 16 repetities
mailtjes niet. 17 shampoos
18 video’s
Opdracht 15
19 virussen
1-8 Je eigen bouwplan.
20 vitamines, vitaminen
21 zeemannen, zeelieden, zeelui
22 zones
4 Spelling
Opdracht 18
4.1 De spelling van de drie 1 alcoholici
werkwoordsvormen 2 antroposofen
3 perspectieven
Opdracht 16
4 fotografen
1 Beschilderd is een voltooid deelwoord; de
5 catalogussen, catalogi
persoonsvorm is had. Je zegt: beschilderde, dus
6 centrums, centra
schrijf je het voltooid deelwoord ook met een -d.
7 coaches
2 De uitleg is goed.
8 octaven
3 Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm
9 diabetici
staat, schrijf je de ik-vorm. Dat is hier dus: Word.
10 dolfinariums, dolfinaria
Het onderwerp bij aanbiedt is ‘die’. Deze
11 jubileums, jubilea
persoonsvorm is wel goed gespeld.
12 kluizen
4 Het werkwoord mixen kun je vergelijken met
13 laarzen
boksen. Het voltooid deelwoord hiervan is:
14 podiums, podia
gebokst. Daarom schrijf je ook: gemixt.
15 saldo’s, saldi
5 Je moet bij ’t kofschip naar de stam kijken: lev.
16 seismografen
De v staat niet in ’t kofschip en daarom schrijf je
17 technici
een -d.
18 tendensen
6 De uitleg is goed.
19 filosofen
7 Je kunt de spelling niet goed horen en dan
20 kruisen, kruizen
gebruik je ’t kofschip. De z van glanzen staat hier
21 statieven
niet in en daarom is het glansde.
22 territoria, territoriums
8 Verbeterd is een voltooid deelwoord en is is de
persoonsvorm. In de verleden tijd hoor je -de en
4.3 Drieledige samenstellingen
daarom schrijf je het voltooid deelwoord ook met
een -d. Opdracht 19
1 derdewereldland
4.2 Veelvoorkomende én bijzondere 2 eenmansactie
meervoudsvormen 3 legeflessenbon
4 gebruiktefietsenwinkel
Opdracht 17
5 bruinebonensoep
1 accu’s
7 heteluchtverwarming
2 cafés
9 hogedrukpan
3 calorieën
10 langeafstandsvlucht
4 dommeriken
5 genieën
27 _____
Antwoorden blok 3
3 BASISBOEK
5 D neemt, (7) ze schamen zich of (8) ze zijn
Uitleg: De schrijver weerlegt met argumenten het gemakzuchtig (alinea 4). (9) Mensen willen niet
standpunt dat in alinea 4 is beschreven. meer volledig afhankelijk zijn van het medische
6 B circuit, (10) ze willen de grip op hun eigen
Uitleg: Uit het signaalwoord echter in de eerste welzijn vergroten en (11) zelftests kunnen de
zin van alinea 5 blijkt het tegenstellend verband. fundamentele angst wegnemen dat je iets
7 C mankeert zonder het zelf nog te weten (alinea
Uitleg: De schrijver brengt iets naar voren dat 5).
staat tegenover het beweerde in de 4 a Alinea 6 tot en met 9.
voorafgaande alinea. b In totaal vier gevaren:
8 A (1) De kwaliteit van de tests is twijfelachtig
Uitleg: De schrijver geeft aan dat er niet helemaal (alinea 6). (2) Een test kan iemand ten onrechte
juist met de verzamelde gegevens is geruststellen (alinea 7 en eind alinea 9). (3) Een
omgesprongen en dat de FAO dit cijfermateriaal ziekte kan zich openbaren na het doen van de
zelf al nuanceert. zelftest als die in de incubatietijd wordt
9 D afgenomen (alinea 8). (4)Mensen kunnen zich
Uitleg: In deze alinea’s somt de schrijver onnodig ongerust maken over de uitslag (alinea
argumenten op waarmee hij de stelling in de film 9).
en op de website bestrijdt. 5 a Alinea 11 en 12.
10 Conclusie. De schrijver trekt uit zijn voorafgaande b Twee argumenten:
argumenten een conclusie. (1) De dokter kan de uitslag van de test
11 De twee argumenten: beoordelen aan de hand van de persoonlijke
(1) De veeteelt legt beslag op 78 procent van alle situatie van de patiënt (alinea 11).
landbouwgrond op de wereld en we offeren (2) De dokter kan een patiënt begeleiden bij de
hierdoor schandalig veel grond op voor het eten uitslag van een test, vooral als die ongunstig is
van vlees. (alinea 12).
(2) De veeteelt levert – door de mest (waarin 6 a Alinea 13 en 14.
methaan en lachgas zit) en door de ontbossing b Enerzijds de opvatting dat de
(voor weilanden waar de dieren op gaan grazen) eerstelijnsgezondheidszorg door zelftests
waardoor meer CO2 in de atmosfeer komt – een wordt ontlast (er gaan minder mensen naar
zeer grote bijdrage aan de uitstoot van de huisarts), anderzijds de opvatting dat er
broeikasgassen; hierdoor warmt de aarde juist meer mensen ten onrechte naar de
gevaarlijk snel en te veel op. huisarts gaan omdat ze denken dat er iets
12 waar mis.
Uitleg: De schrijver noemt telkens argument uit 7 D
de film en gaat dit vervolgens uitvoerig en Uitleg: In die alinea’s wordt een verklaring
nauwkeurig weerleggen. gegeven voor de toenemende populariteit van de
13 B zelftests.
Uitleg: De schrijver neemt een standpunt in en 8 B
onderbouwt dit met argumenten. Uitleg: In die alinea’s worden de bezwaren tegen
14 Subjectief, want de schrijver geeft zijn de zelftests achtereenvolgens opgenoemd.
persoonlijke mening. 9 A
Uitleg: Er wordt een argument gegeven bij de
6.3 Eindopdracht stelling dat thuisdokteren omstreden is.
10 B
Opdracht 25 Uitleg: Hier wordt het standpunt ingenomen dat
1 C het onverstandig is de dokter buiten beeld te
2 Alinea 1 en 2. laten (en dit standpunt wordt vervolgens in
3 a Alinea 3, 4 en 5. dezelfde alinea toegelicht met argumenten).
b Negen van de in totaal elf verklaringen noemen: 11 A
(1) Zelftests kosten niet veel, (2) het gaat Uitleg: Het signaalwoord Verder verbindt deze
simpel, (3) het is snel en (4) discreet (alinea 3). twee alinea’s, die opsommend zijn verbonden.
(5) Mensen hebben geen zin om naar de dokter
te gaan, (6) ze zijn bang dat die hen niet serieus
29 _____
Antwoorden blok 3
3 BASISBOEK
8 Spreken, kijken en luisteren 9.2 Taalfouten – Woorden op de
verkeerde plaats
8.1 Luisteraars bij de les houden
Opdracht 34
Opdracht 29 1 Ruim twee derde van de bevolking verwacht dat
1-6 Je eigen spreektekst. Controleer of je spreektekst in de toekomst de criminaliteit en de terroristische
voldoet aan: goedlopende zinnen, (2) samen- dreiging zullen toenemen.
vattende zinnen, een centraal thema (twee keer 2 Je krijgt de indruk dat de provincie uiteindelijk
noemen) en een tijdsduur van 2 minuten. toch maatregelen zal nemen, als zo veel mogelijk
burgers via de klachtenlijn almaar blijven klagen
8.2 Presentatieschema, hand-out en over de geluidsoverlast door het verkeer op de
aantekeningen snelweg langs de wijk.
3 Gisteren ben ik tussen de middag naar het
Opdracht 30 nieuwe zwembad geweest en ik ga daar morgen
Bijvoorbeeld: ook weer heen
□ Inleiding 4 De zwemmer werd met
□ Mening van docenten onderkoelingsverschijnselen door de bemanning
□ Eerste voordeel van de reddingsboot uit het water gehaald.
□ Tweede voordeel 5 De wagen schoot met een vaart van tachtig
□ Eerste nadeel kilometer per uur uit de bocht en kwam tot
□ Tweede nadeel stilstand in een weiland.
□ Slot 6 Niet alle kermisattracties zijn al opgebouwd: de
□ Vragen autoscooter en het spookhuis ontbreken nog.
7 De trainer raadde de spelers aan in het vervolg
Opdracht 31
niet te protesteren tegen beslissingen van de
Je eigen voordracht.
scheidsrechter.
Opdracht 32 8 Annet is van plan volgende week zondag haar
– achttiende verjaardag te vieren door een groot
tuinfeest te geven.
9 De lerares Nederlands heeft de lastige leerling
gewaarschuwd dat hij uit de les wordt verwijderd,
9 Over taalgebruik
als hij zich weer misdraagt door grove taal te
gebruiken.
9.1 Taalfouten – Dubbele ontkenning
10 Niet iedereen is zo goed in het omgaan met de
Opdracht 33 computer als jij.
1 De hekken moeten mensen ervan weerhouden
stenen, fietsen of andere voorwerpen vanaf het 9.3 Taalfouten – Moeilijk woord/
viaduct naar beneden te gooien. moeilijke uitdrukking, vakterm,
2 Het net rond de aalbessenstruik moet vreemd woord, archaïsme, plat of
verhinderen dat vogels de bessen opeten. grof woord, vaag woord,
3 Tante Marion klaagt dat ze nooit bloemen van modewoord
haar man krijgt.
Opdracht 35
4 Net zomin als haar oudste zus zal Helène erin
1 ‘of zo’ weglaten – weinigzeggende woorden
slagen de medicijnenstudie uiteindelijk af te
2 klerezooi → bende – plat woord
maken.
3 policy → gedragslijn, beleid – moeilijk woord
5 Het is een waardeloos product, dat je nooit moet
4 ‘weet je’ weglaten – overbodige (mode)woorden
kopen.
5 doch → maar – archaïsme
6 De afrastering moet beletten dat de kinderen in
6 vet cool → erg goed – modewoorden
de sloot terechtkomen.
7 … dus … dus → ‘dus’ minstens één keer
weglaten – weinigzeggend woord
8 helemaal goed → goed – ‘helemaal’ is een
weinigzeggend woord
31 _____
Antwoorden blok 3
9 Die Rebecca is zo dom, dat wil je niet weten … 2 Nee, want een sage is niet-godsdienstig en een
→ Die Rebecca is echt dom … – ‘dat wil je niet legende juist wel.
weten’ weglaten – modewoorden 3 Een broodjeaapverhaal zou je een moderne sage
10 al dente → beetgaar – vakterm kunnen noemen, omdat het een niet-godsdienstig
11 welke → die – archaïsme vermakelijk verhaal is met een kern van
12 ‘maar liefst’ weglaten – weinigzeggende woorden waarheid.
13 dingen → gerechten – vaag woord 4 Ja, want ‘Er was eens …’ is een typisch begin
14 backpackers → rugzaktoeristen – vreemd van een sprookje en Jezus kan de hoofdpersoon
(Engels) woord waarvoor al een goed woord van een legende zijn.
bestaat 5 Het zijn godsdienstige verhalen.
6 Je eigen samenvattingen. Gebruik voor de
samenvatting van een mythe en sage eventueel
10 Gedicht je antwoorden bij opdracht 5 van blok 2. Let erop
dat je ongeveer vijftig woorden gebruikt.
Opdracht 36 7 Beatrijs.
1 Je eigen reactie.
2 Je eigen titel, bijvoorbeeld: De kracht van de Opdracht 38
liefde of Dodelijk verliefd. Bijvoorbeeld:
3 Het woord alles in regel 2 wordt in regel 3 nog 1 Kenmerken sprookje:
eens toegelicht met ‘je huis en je hele boel’. ● veel fantasie;
4 Vergelijking met als. ● vaak eng en spannend;
5 Metafoor. Er wordt mee bedoeld dat het gevoel ● het goede overwint het kwaad;
van verliefdheid erg hevig is. ● naast mensen spelen ook fantasiefiguren mee,
6 Regel 10 is een toelichting, uitbreiding van het zoals sprekende dieren;
woord rivier in regel 9. ● het begint vaak met ‘Er was eens …’ en eindigt
7 Metafoor. Niets kan het gevoel van verliefdheid met ‘Ze leefden nog lang en gelukkig’;
onderdrukken of laten verdwijnen. ● tijd en plaats zijn onduidelijk;
8 Met regel 12. ● doel: vermaak, soms moralistisch;
9 Vergelijkingen met als. ● personages hebben vaak geen naam, maar zijn
10 Vooropplaatsing: sterk als de dood. ‘de heks’ of ‘de prins’.
11 Vergelijkingen met als. 2 Kenmerken legende:
Mening over beeldspraak: eigen mening van de ● godsdienstig;
leerling. Op z’n minst kun je dit een verrassende ● een heilig figuur of voorwerp speelt een
beeldspraak noemen. belangrijke rol;
12 Ja, in regel 13 en 14 is sprake van gelijk ● vaak over Jezus of Maria;
zinsverloop. ● het verhaal gaat vaak over een wonder;
13 Ja, het einde is een climax: de hevigheid liefde ● thema religieus;
wordt in steeds sterkere woorden beschreven. ● tijd en plaats vaak duidelijk;
14 Ja, dit gedicht zou het standpunt van Medea ● lijkt waar gebeurd;
kunnen weergeven. Ze houdt zielsveel van ● doel: mensen in contact brengen met geloof.
Jason, is bereid alles voor hem op te geven tot 3 De opvallendste verschillen zijn: de legende is
aan het moment waarop hij haar verstoot. godsdienstig en lijkt waar gebeurd, het sprookje
15 Je eigen antwoord. Heb je je antwoord gaat over fantasiefiguren en de tijd en plaats zijn
toegelicht? onduidelijk.
Opdracht 39
1-3 Je eigen legendarisch sprookje. Je hebt de
11 Miniproject: Een kenmerken van een legende en sprookje
legendarisch sprookje evenredig verdeeld. Controleer of de personages
voldoen aan de gestelde eisen, je alle stijlfiguren
Opdracht 37
verwerkt hebt, je het juiste aantal woorden
1 Dat kan alleen een cultuursprookje zijn, want een
gebruikt hebt en of het sprookje een leuke titel
volkssprookje is een oeroud verhaal waarvan de
heeft.
bedenker onbekend is.
_____ 32 BLOK
4 BASISBOEK
1 Lekker lezen
Opdracht 2 Opdrachten voor het fictiedossier
1-5 Je hebt een van de opdrachten gemaakt.
1.1 Over het verhaal
Controleer goed of je je aan de opdracht hebt
Opdracht 1 Lees- en discussievragen gehouden en alle punten hebt verwerkt. Heb je
1 Hij heeft daar lesgegeven aan meisjes en heeft ongeveer driehonderd woorden gebruikt? Bij 4:
antiradicalismeactiviteiten ontplooid, waarvoor hij Mocht de website www.26000gezichten.nl niet
door de taliban is opgepakt en gemarteld. meer in de lucht zijn, dan is de informatie nog wel
2 Het gezin kan terug, omdat de taliban in te vinden op de Nederlandse versie van
Afghanistan niet meer aan de macht zijn. Het is Wikipedia (http://nl.wikipedia.org), met een link
daar nu dus veilig. naar het beeldmateriaal.
3 Hij is helemaal niet veilig. Opstandige
talibangroeperingen zullen proberen hem te
arresteren en wat er daarna met hem gebeurt, 2 Over lezen
kan niemand voorzien. Hij is zijn leven dus niet
zeker. 2.1 Over Edward van de Vendel
4 Door de ogen van Hamayun. Hierdoor leer je
hem heel goed kennen. Je komt achter zijn Opdracht 3
diepste gevoelens. 1 a Je eigen mening met uitleg daarbij.
5 Hamayun. Alleen van hem wordt het innerlijk b Het meest gelezen is op dit moment De dagen
beschreven, weet je wat hij denkt en voelt. van de bluegrassliefde.
6 Hier is vooral showing gebruikt. Het gevolg is dat 2 Op www.edwardvandevendel.com. Hier vind je
je heel precies en gedetailleerd meemaakt wat er korte informatie over zijn boeken, een interview,
gebeurt. Je zit dicht op de personages en nieuws, gedichten, leestips.
gebeurtenissen.
7 Er wordt betrekkelijk weinig tijd beschreven en 2.2 Perspectief en vertelsituaties
bovendien worden niet ter zake doende
Opdracht 4
gebeurtenissen door middel van tijdsprongen
1 De ik-vertelsituatie.
weggelaten. Hierdoor wordt er gedetailleerd
2 Bij Hamayun.
verteld.
3 Je leert Hamayun heel goed kennen. Je kunt
8 Een tamelijk hardvochtig beeld. Als het maar
uitstekend met hem meeleven. Je komt alleen te
enigszins mogelijk is, worden vluchtelingen
weten wat hij denkt en voelt.
teruggestuurd. Je eigen mening met uitleg
4 De alwetende vertelsituatie. Er is een verteller die
daarbij.
in de hoofden van alle personages kan kijken: hij
9 Je eigen mening met argumentatie. Het is een
beschrijft het innerlijk van Jason, Medea en
realistisch beeld, want zo gaat het er in
Astanax. Hij kan ook alle gebeurtenissen
werkelijkheid aan toe. Bovendien is dit verhaal
overzien. Zo beschrijft hij hoe Astanax het
gebaseerd op het verhaal van een uit
gerucht verspreidt dat Medea verantwoordelijk
Afghanistan gevluchte jongen.
zou zijn voor de ellende die Korinthe teistert.
10 Je eigen antwoord.
5 De meervoudige vertelsituatie. Je ziet een deel
11 a Het is fictie, omdat er het nodige aan de
van de gebeurtenissen door de ogen van Willem
werkelijkheid is veranderd.
en een ander deel door de ogen van Kofi. In die
b Het is geen autobiografie, want daarin vertelt de
situaties is gebruikgemaakt van de personale
schrijver precies wat er in zijn leven is gebeurd
vertelsituatie: hun belevenissen worden in de hij-
en dat is in dit geval maar ten dele waar. Je kunt
vorm verteld.
dit verhaal wel een autobiografisch verhaal
6 Het perspectief ligt zowel bij Willem als bij Kofi.
noemen: een verhaal waarin veel elementen uit
Het gevolg is dat je beide figuren heel goed leert
het eigen leven van een van de auteurs zitten,
kennen. Je kunt goed met hen meeleven.
maar wel op een andere manier gerangschikt en
met allerlei toevoegingen.
12-14
Je eigen antwoord met uitleg daarbij.
33 _____
Antwoorden blok 4
7 De meervoudige vertelsituatie. Het grootste deel zijn gebleven, maar dienen te aanvaarden dat
van het verhaal wordt verteld door een alwetende God berouwvolle afgeweken personen wil
verteller die vrij afstandelijk beschrijft wat er vergeven.
gebeurt. Maar er is één fragment waarin het 4 Je eigen gekozen parabel. Heb je het verhaal
perspectief bij Eva ligt. Daar wordt personaal kort samengevat en aangegeven wat de moraal
verteld. is?
8 Het eerste gevolg is dat je enerzijds goed weet
wat Eva denkt en voelt en anderzijds meemaakt 2.4 Stijlfiguren – Tegenstelling,
hoe de reacties op de verdwijning van Eva zijn. overdrijving, retorische vraag
Het tweede gevolg: je weet als lezer (iets) meer
dan de personages die op zoek zijn naar Eva en Opdracht 6
je weet ook meer dan Eva (namelijk dat er 1 mooiste plekje van Nederland: overdrijving
meisjes zijn verdwenen naar Marokko en dat dit 2 een eeuwigheid: overdrijving
misschien ook Eva boven het hoofd hangt). 3 hele zin: retorische vraag
4 altijd en eeuwig: tautologie
5 roze frambozen: pleonasme
2.3 Verhaalsoorten – Fabel en 6 geen seconde stilzitten: overdrijving
parabel 7 hele zin: retorische vraag
8 droog – regen: tegenstelling; nu – straks:
Opdracht 5 tegenstelling
1-2 Je eigen gekozen fabels. Heb je aangegeven wat
de moraal is? 3 Grammatica
Op www.beleven.org/verhalen staan talrijke
fabels van Aesopus (waaronder De wolf en de 3.1 Weet je het nog?
hond, De leeuw en de muis) en Jean de la
Fontaine (waaronder De raaf en de vos, De Opdracht 7
leeuw en de rat) en ook veel fabels uit allerlei 1 samengesteld
culturen. Charlene … gymmen / (want) ze … gekneusd
3 In de parabel van de Barmhartige Samaritaan, nevenschikking
die voorkomt in het evangelie van Lucas 10:25- 2 samengesteld
37, weigeren eerst twee hooggeplaatste Joden (Omdat) ik … kwam / mocht … binnen
(een priester en een leviet) een slachtoffer van onderschikking
een geweldsmisdrijf te helpen, maar later blijkt 3 enkelvoudig
een Samaritaan (een destijds door de Joden 4 samengesteld
geminacht volk) wel hulpvaardig. Wat met deze Pedro … kopen / (omdat) hij … hebben
gelijkenis wordt overgebracht is dat telt wat onderschikking
iemand doet, niet wat hij is. En niet alleen de 5 samengesteld
letter van de wet, ook de geest van de wet moet Mijn … Canada / (maar) ze … vliegen
worden nageleefd, is de stelling. nevenschikking
De parabel van de Verloren Zoon is te vinden in 6 enkelvoudig
Lucas 15:11-32. Het verhaal gaat over een vader 7 samengesteld
met twee zoons. De jongste zoon eist zijn erfdeel Veel … gevoelens / (als) ze … horen
op, verkwist het en keert berouwvol terug. Hij onderschikking
wordt door de vader feestelijk ontvangen. Dit 8 samengesteld
maakt de oudste zoon jaloers. Híj is immers altijd Je … opeten / (want) je … eten
trouw geweest. De vader wijst de oudste zoon nevenschikking
evenwel terecht: het is goed om de terugkeer van
de ‘verloren’ zoon te vieren, want hij is weer 3.2 Hoofd- en bijzinnen
‘gevonden’. In het verhaal staat de jongste zoon
Opdracht 8
model voor de mensen die van het rechte pad
1 hoofdzin: Weet jij
zijn afgeweken. De vader verbeeldt de
bijzin: (dat) een sms’je vanuit het buitenland
barmhartige reactie van God voor wie berouw
duurder is?
van zijn zonden heeft. De oudste zoon staat
model voor diegenen die wel op het rechte pad
_____ 34 BLOK
4 BASISBOEK
2 hoofdzin: Kevin moest naar het ziekenhuis, 3 een bijvoeglijke bepaling
bijzin: (omdat) hij door meerdere bijen was 4 bijvoeglijke bijzin
gestoken. 5 –
3 hoofdzin: hoef ik van deze pizza geen hap.
bijzin: (hoewel) ik graag pizza eet, Opdracht 12
4 hoofdzin: Hulpverleners moeten hun medische 1 bijv.bep: De televisie van mijn ouders is gisteren
kennis bijhouden, kapot gegaan.
bijzin: (daarom) moeten ze elk jaar op een bijv.bijzin: De televisie die in de slaapkamer
herhalingscursus. staat, is gisteren kapot gegaan.
5 hoofdzin: zal de politieagent jou een bekeuring 2 bijv.bep: Kocht jij je fototoestel bij die winkel in de
geven. Steenstraat?
bijzin: (Als) de bijrijder zonder helm bij jou op de bijv.bijzin: Kocht jij je fototoestel bij die winkel die
scooter zit, onlangs in de Steenstraat is geopend?
6 hoofdzin: stuurt ze hem drie sms’jes op een dag. 3 bijv.bep: De reis van Karim bleek een succes te
bijzin: (Omdat) Loes haar vriend mist, zijn.
7 hoofdzin: begon het helaas te regenen. bijv.bijzin: De reis die Karim met zijn vrienden
bijzin: (Toen) de toeristen een boottocht wilden maakte, bleek een succes te zijn.
maken,
8 hoofdzin: Je moet de Zelftoets maken, Opdracht 13
bijzin: (voordat) je de herhalings- of 1-4 Je eigen werk.
verdiepingsstof maakt.
Opdracht 14
9 hoofdzin: Elmar heeft donderdag zijn huiswerk
1 samengestelde zin
voor maandag al gemaakt,
hoofdzin: Vakantiegangers … zijn
bijzin: (zodat) hij in het weekend met de scouting
bijvoeglijke bijzin: die … reizen
naar de Ardennen kan.
2 enkelvoudige zin
10 hoofdzin: Heb je je mening over de tekst van dit
3 samengestelde zin
lied veranderd,
hoofdzin: In … zeker
bijzin: (nadat) ik mijn commentaar erop heb
bijzin: of … doorgaat
gegeven?
4 samengestelde zin
Opdracht 9 bijzin: wie … weet
1 Wie … uitvoert hoofdzin: zal … helpen
2 wat … meemaakte 5 samengestelde zin
3 wat … is hoofdzin: Mag … gegeven
4 Wie … kent bijvoeglijke bijzin: dat … gegeven
5 wat … had 6 samengestelde zin
hoofdzin: Voor … onvoldoende
Opdracht 10 hoofdzin: (maar) voor … zeven
1 of … invallen. Vervangen door: dat. 7 enkelvoudige zin
2 Wie … bedenken. Vervangen door: 8 samengestelde zin
Hij/Zij/Peter/Die jongen, enzovoort. bijzin: Omdat … vond
3 Als … onthouden. Vervangen door: Dan. hoofdzin: draaide … slot
4 (aan) wie … vindt. Vervangen door: hem/haar/die 9 samengestelde zin
leuke jongen/dat leuke meisje. hoofdzin: De … vertraging
5 zodat … komen. Vervangen door: daarom. bijvoeglijke bijzin: met … zat
6 Dat … gaan. Vervangen door: Dat. 10 samengestelde zin
hoofdzin: Barry … melden
3.3 De bijvoeglijke bijzin hoofdzin: (want) ze … school
11 samengestelde zin
Opdracht 11 bijzin: Aan … knippen
1 – hoofdzin: heb … zien
2 In het onderstreepte deel van zin b komen een 12 samengestelde zin
onderwerp (dat) en een persoonsvorm (aanheeft) hoofdzin: Denk jij
voor en in het onderstreepte deel van zin a niet. bijzin: dat … is
35 _____
Antwoorden blok 4
Opdracht 15 Opdracht 18
1 die = betr.vnw –
zijn = kww
hun = bez.vnw
2 tenzij = ondersch.vw 5 Taalschat
erg = bw
blijkt = hww 5.1 Woorden rond de teksten
3 of = ondersch.vw
alles = onb.vnw Opdracht 19
4 Na = vz 1 verwaande, hooghartige
alle = onb.htelw tegenovergesteld
zodat = ondersch.vw 2 angst als men zich in een gesloten ruimte
eerste = bep.rtelw bevindt, engtevrees
5 dat = ondersch.vw 3 een slechte naam bezorgen
dat = betr.vnw 4 waar met kernenergie (atoomsplitsing) wordt
waar = bnw gewerkt
is = kww 5 zo gunstig mogelijk
6 Wat = betr.vnw m.i.a. 6 mogelijke
wilde = hww 7 onderzoek van de menselijke samenleving met
niemand = onb.vnw alle verschijnselen daarbinnen
mijn = bez.vnw 8 heel klein (dat alleen opvalt als je er echt op let)
7 Wat = vr.vnw 9 vreemdelingenhater
jullie = pers.vnw
of = nevensch.vw 5.2 Culinaire zaken
8 Omdat = ondersch.vw
Opdracht 20
zijn = bez.vnw
ansjovis: sterk gezouten visje
voor = vz
balsamico: azijnsoort
zich = wederkerend vnw
bavarois: schuimige roompudding
wat = onb.vnw
bearnaisesaus: eiersaus op boterbasis
beaujolais: jonge wijn uit de streek Beaujolais
bouillabaisse: sterk gekruide vissoep
4 Spelling brochette: vleesspies
carpaccio: gerecht van zeer dun gesneden rauw
4.1 Woorden als alle(n) en beide(n),
vlees of rauwe vis
de apostrof, het trema
chateaubriand: biefstuk van ossenhaas
Opdracht 16 cordon bleu: gepaneerd kalfsvlees met ham en
1 Daniëls, financiële kaas
2 Frits’ hobby’tje, mozaïek, Israëlische crêpe suzette: flensje geflambeerd met likeur
3 cafeetje, ’s-Gravenhage, jus d’orange crouton: stukje in vet gebakken brood
4 Geërgerd, gekopieerde entrecote: lapje rundvlees met een randje vet
5 tweeëntwintigjarige, coördinator, vacuümverpakte fruits de mer: zeevruchten (schaal- en
6 skiërs, ski’s, begroeiing schelpdieren uit zee)
7 diskjockeys, ME’er gamba: grote garnaal
8 ’s zomers, barbecueën, calorieën gelardeerd: met dunne reepjes spek
9 Eindhovens Dagblad getrancheerd: in plakken gesneden
10 Sommigen haricots verts: sperzieboontjes
hors-d’oeuvre: koud voorgerecht
4.2 De spelling van de drie medaillon: rond lapje vlees
werkwoordsvormen medium: half doorbakken
mousserend: bruisend
Opdracht 17 mozzarella: zachte witte kaas
– praline: bonbon
_____ 36 BLOK
4 BASISBOEK
profiterole: hartig of zoet gevulde soes 7 In alinea 4 stelt de schrijver dat nieuwkomers
quiche: hartige taart vaak ondernemers worden. In alinea 5 brengt de
rioja: bepaalde Spaanse wijn schrijver naar voren dat nieuwkomers zich hier
rucola: slasoort met dunne getande blaadjes vaak maar tijdelijk vestigen. Wie ondernemer
spoom: met champagne overgoten sorbet, als wordt, blijft hier echter meestal voor langere tijd.
tussengerecht 8 Opsommend, want de schrijver somt de
tagliatelle: lintvormige pastasoort argumenten op van de tegenstanders van
tapenade: dikke saus van olijven en olijfolie met immigratie.
onder andere kappertjes 9 Zowel in alinea 4 en 5 als in alinea 6 en 7
tiramisu: zoet Italiaans nagerecht bespreekt de schrijver argumenten van
tournedos: biefstuk van de haas tegenstanders van immigratie en vervolgens
bestrijdt hij die argumenten.
10 Een conclusie trekken.
6 Lees vaardig
6.2 Opbouwmodellen van teksten
6.1 Argumenteren
Opdracht 22
Opdracht 21 1 Stelling-en-argumentopbouw.
1 De huidige anti-immigratiepolitiek is niet 2 Stelling-en-argumentopbouw.
verstandig (voor de ontwikkeling van Europa) en 3 Verschijnsel-en-verklaringopbouw (eerste
inhumaan (tegenover mensen van buiten Europa gedeelte van de tekst, alinea 1 t/m 5) en voor-en-
die het slechter hebben). nadelenopbouw (tweede gedeelte van de tekst,
2 a Om humanitaire redenen zouden we moeten alinea 6 tot eind).
toestaan dat anderen profiteren van de 4 Verschijnsel-en-besprekingopbouw.
verworvenheden in Europa.
b Een moreel argument, een argument gebaseerd 6.3 Eindopdracht
op persoonlijke overtuiging.
Opdracht 23
3 a Migratie naar Europa ondersteunt de economie
1 a-b Hij vindt het verheugend dat jonge allochtonen
van de arme landen waaruit de migranten
steeds meer op Nederlandse jongeren gaan
afkomstig zijn.
lijken. In alinea 3 en 4 beschrijft hij die
b Ten eerste: Als migranten het eigen land
verheugende uitkomsten.
verlaten, wordt door hun uittocht de
Hij vindt het onthutsend dat allochtone en
arbeidskracht schaarser en stijgen de lonen voor
autochtone jongeren de laatste jaren in cultureel
de achterblijvers.
en sociaal opzicht steeds meer uit elkaar zijn
Ten tweede: Migranten maken veel geld over
gegroeid. Hij beschrijft dit in alinea 7 en 8.
naar familie in het thuisland en dat stimuleert de
2 D
economie en de welvaart daar.
Uitleg: Van Dam neemt het verschijnen van het
c Op feiten, uitkomsten van onderzoek en
boek De lat steeds hoger als uitgangspunt voor
ervaring.
deze tekst.
4 Door middel van het signaalwoord bovendien.
3 B
5 a Nieuwkomers pikken de banen in van de eigen
Uitleg: In deze alinea’s beschrijft Van Dam de
bevolking.
uitkomsten van het onderzoek in De lat steeds
b Hij geeft aan dat de economie niet bestaat uit
hoger.
een bepaalde, vaste hoeveelheid werk en dat
4 C
nieuwkomers werk creëren door geld uit te
Uitleg: Van Dam besluit met ‘Kortom: …’ en trekt
geven en ondernemingen te starten.
dan een conclusie uit wat hij in het voorafgaande
c Feiten, onderzoeksuitkomsten en ervaring.
heeft gezegd.
6 a Migranten komen hier om te profiteren van de
5 D
verzorgingsstaat.
Uitleg: Hij zegt dat er honderden, zelfs duizenden
b De meeste migranten blijven hier maar kort om
onderzoeken bestaan waarin het door hem
geld te verdienen en gaan daarna terug naar
beschreven patroon naar voren komt.
hun thuisland.
c Een argument gebaseerd op ervaring en
vermoedens.
37 _____
Antwoorden blok 4
6 D 7 Schrijf vaardig
Uitleg: In de eerste zin van alinea 5 spreekt Van
Dam over deze uitkomsten. Hij maakt op die 7.1 Schrijven op niveau
manier een overgang tussen deze en de vorige
alinea. Opdracht 24
7 A 1 Ik wist niet dat er in Amerika een militaire school
Uitleg: In alinea 6 licht hij verder toe of werkt hij was voor jongeren die al vaker met de politie in
verder uit wat hij in alinea 5 heeft gezegd. aanraking zijn gekomen. Ik ben wel voor deze
8 niet waar methode, want in dat kamp hebben ze geen
Uitleg: De argumenten zijn niet contact met de buitenwereld. Andere mensen
ervaringsgestuurd, maar gebaseerd op kunnen dan geen invloed op die jongeren
onderzoek van Entzinger. hebben, waardoor ze snel hun gedrag zullen
9 A verbeteren.
Uitleg: Van Dam constateert dat er een probleem 2 Misschien worden jongeren wel agressiever als
is: autochtone jongeren worden steeds ze in strafkampen worden gestopt. Ze worden
nationalistischer en allochtone jongeren komen in door de opsluiting depressief en krijgen
sociaal en cultureel opzicht steeds verder van misschien woede-uitbarstingen die voor blijvende
autochtone jongeren af te staan. agressie zorgen.
10 C Hierdoor kunnen ze later het criminele pad
Uitleg: Alinea 9 geeft aan hoe het probleem dat in opgaan.
alinea 8 is beschreven, aangepakt zou kunnen 3 Veel ouders willen voorkomen dat de rechter hun
worden: wat wel en wat niet werkt. kind naar dit kamp stuurt. Ze zullen als reden
11 D geven dat voor een goede opvoeding ook ouders
Uitleg: In alinea 10 worden concrete voorbeelden nodig zijn.
bij de uitspraken in alinea 9 gegeven van wat je 4 Ik vind het geen goed idee dat dit kamp in
wel of niet zou moeten doen. Nederland voor hangjongeren of jongeren zonder
12 C diploma wordt ingevoerd. Zij hebben niets
Uitleg: Van Dam trekt een conclusie uit de strafbaars gedaan.
voorafgaande alinea’s en adviseert (beveelt aan) 5 Het is wel wat streng, maar die onopvoedbare
de verschillen tussen allochtonen en autochtonen kinderen veranderen wel als ze elkaar in
niet te benadrukken; dat werkt averechts. moeilijke situaties moeten helpen. Voor kinderen
13 Het meest geschikt: goede onderwijskansen en die problemen en herrie in een gemeente
discriminatie aanpakken. veroorzaken, is het goed dat ze wat discipline
Het minst geschikt: niet steeds de religieuze en leren.
culturele verschillen benadrukken. 6 Ik vind het niet goed dat zo’n strafkamp vooral is
14 C bedoeld voor hangjongeren die de wet niet
Uitleg: De schrijver geeft een mening die hij overtreden. Een beetje hangen is toch geen
ondersteunt met argumenten die gebaseerd zijn reden om ze op te sluiten en te drillen, zodat ze
op onderzoek. Daarnaast roept hij op de meer discipline hebben en een diploma halen? In
verschillen met allochtonen niet te benadrukken een strafkamp is onderwijs niet belangrijk. Het is
en dat is een activerend element. belangrijker dat de jongeren weer op het rechte
15 B pad komen. Dat betekent dus dat ze daar minder
Uitleg: De schrijver constateert een probleem onderwijs krijgen dan op een gewone school,
(grotere kloof autochtonen – allochtonen) en stelt maar ze leren wel samenwerken. Ze leren ook
een oplossing voor. welke normen en waarden er zijn en ze krijgen
16 B discipline. Maar veel van deze jongeren hebben
juist gewoon onderwijs nodig, zodat ze kunnen
gaan werken om in leven te blijven.
_____ 38 BLOK
4 BASISBOEK
7.2 Het schrijven van een ingezonden 5 Een probleemoplossende discussie, omdat er
stuk een gezamenlijk besluit wordt genomen.
Opdracht 26 Opdracht 32
1-8 Je eigen werk. 1 noteren / opschrijven
2 weegt veel / is zwaar
3 volgens mij / naar mijn mening
8 Spreken, kijken en luisteren 4 klasgenoten / medescholieren
5 kost veel / is duur
8.1 Brainstormen 6 misstanden / wantoestanden
7 behoort tot de … / is een van de …
Opdracht 27 8 zoiets / iets dergelijks.
1-4 Je eigen brainstormschema. Heb je een 9 omleiding / wegomlegging
vraagstelling geformuleerd? 10 stilgelegd / stopgezet
Antwoorden blok 4
3 ● Het Kamerlid laat zich voor het karretje van de 9 Wat is dat nou? Ober!
ondernemers spannen. – Hij laat zich door de 10 Kan ik misschien ook wat cola bij mijn ijs krijgen?
ondernemers gebruiken. Ach, zo? Het spijt me.
● ‘Het paard achter de wagen spannen’ betekent: 11 Ja, dat zal wel! Ik ben allergisch voor flauwe
een zaak helemaal verkeerd aanpakken. grappen!!
4 ● Je ziet je droom als een zeepbel uiteenspatten. Dan zit meneer zeker vaak onder de huiduitslag?
– Plotseling blijft er van je droom niets over.
● ‘Als een kaartenhuis’ in elkaar storten heeft
dezelfde betekenis. 10 Gedicht
5 ● Als jullie met vakantie zijn, houden we in het
oogje in het zeil. – opletten Opdracht 37
● ‘Iets in het oog houden’ betekent hetzelfde. 1 Je eigen reactie.
6 ● Het kan me allemaal echt geen barst schelen! 2 De eerste, zesde en zevende.
– Het maakt me helemaal niets uit. 3 In de strofen 2, 3, 4 en 5 wordt telkens met een
● ‘Het zal me worst zijn’ betekent hetzelfde. ander beeld hetzelfde gezegd als in strofe 1. Het
7 ● Ze zaten met de handen in het haar, toen de is dan ook een opsomming.
stroom uitviel. – Ze wisten zich geen raad. 4 De strofen 2, 3, 4 en 5 hebben allemaal hetzelfde
● ‘Met handen en voeten gebonden zijn’ betekent: zinsverloop. Ze beginnen met ‘zoals’, noemen
niet in staat zijn om iets te doen. dan iets groots en vervolgens iets kleins waaruit
8 ● De man kijkt alsof hij water ziet branden. – Hij is het grote voorkomt.
stomverbaasd. 5 De vergelijking met (zo)als.
(Deze verhaspeling heeft niet te maken met een 6 Ja, strofe 2, 3, 4 en 5 vormen een opsomming.
andere uitdrukking die erop lijkt.) 7 Vooropplaatsing. ‘jezelf een vraag stellen’ is
vooropgeplaatst, waardoor daarop de nadruk
9.3 Taal en dialect komt te liggen.
8 Op de tegenstelling ‘kleine woorden’ – ‘grote
Opdracht 34 daden’.
1-2 Je eigen antwoord. 9 Het gedicht maakt een verrassende wending. Tot
3 Nederlands, Frans en Duits op dat moment blijft het verzet nog
4 Het Afrikaans is ontstaan uit het Nederlands (van onuitgesproken. Door die vraag aan een ander te
de zeventiende eeuw). stellen, roep je een ander ter verantwoording en
dat is het werkelijke begin van verzet.
Opdracht 35
10 Het gedicht wil duidelijk maken dat grote daden,
–
zoals verzet, klein beginnen en dat dit kleine
Opdracht 36 begin wel degelijk tot iets leidt.
Let op: Je zou de tekst uit de Nederlandstalige 11 Je eigen antwoord met toelichting.
versie van dit stripverhaal kunnen overnemen, 12 Dit gedicht past bij het thema van het verhaal aan
maar die heeft enkele typisch Vlaamse het begin van dit blok, want de personages
kenmerken! verzetten zich tegen uitzetting uit Nederland. Ook
ruimer gezien is er een thematisch verband, want
1 Wat een hitte! Ober, een cola alstublieft! veel mensen stellen de vraag waarom
Met ijs, meneer? vluchtelingen die werkelijk gevaar lopen in het
2 Nee, met potaarde! land van herkomst niet in Nederland zouden
Wat zegt u? mogen blijven.
3 Ja, natuurlijk met ijs! Wat dacht je dan?!
Hahaha, erg grappig, meneer …
4 Haha, die had ik mooi te pakken!
11 Miniproject: De Tegenpartij
5 Hihi, wacht maar, mannetje! Je zult wat beleven!
Opdracht 38
6 Ik zal gepast betalen! Ik heb genoeg kleingeld bij
1-4 Jullie eigen brainstormsessie. Hebben jullie aan
me!
de tijdsduur van een minuut gehouden? Is het
Pas maar op dat u niet per ongeluk een fooi
gekozen nieuwsfeit interessant voor jongeren?
geeft, meneer.
7 Aaaah! Niets is zo fris als een ijskoude cola!
8 Au!!
_____ 40 BLOK
4 BASISBOEK
Opdracht 39
1-5 Jullie eigen brainstormsessie van debatstellingen
en discussie over de geschiktheid daarvan voor
een debat. Je hebt de beste debatstelling zo
geformuleerd dat helder is wat jij ervan vindt en
waarom.
Opdracht 40
1-4 Je eigen werk.
BLOK 41 _____
5 BASISBOEK
1 Lekker lezen Senta: resoluut, besluitvaardig, doortastend,
roekeloos (omdat ze zo hard rijdt).
1.1 Over het verhaal Mick Kreuger: gewelddadig, gevaarlijk, in staat
iemand te vermoorden, geestelijk gestoord.
Opdracht 1 Lees- en discussievragen 11 Het verhaal begint meteen midden in de
1 Als ze het opsporingsbericht op de televisie ziet gebeurtenissen (in medias res) en heeft een
en hoort. Dan blijkt dat hij een ontsnapte tbs’er is open einde.
die bovendien even tevoren iemand heeft 12 Het verhaal staat in de chronologische volgorde,
doodgeslagen. maar op het moment dat de gebeurtenissen
2 a Tbs betekent: ter beschikking gesteld aan de overspringen naar Senta gaan we iets terug in de
regering. Iemand die een misdrijf heeft gepleegd tijd. Dat gebeurt ook als we na het Senta-
en daarvoor wordt veroordeeld, kan naast (of als fragment terugkeren naar Lisa.
vervanging van) een gevangenisstraf tbs krijgen. 13 Ontstaan van het probleem: de man dringt
Dat gebeurt als de rechter bang is dat de dader binnen.
in herhaling zal treden als hij niet behandeld Steeds meer moeilijkheden: de man bedreigt en
wordt. Een tbs’er wordt behandeld in een tbs- verwondt Lisa als ze probeert te ontsnappen.
kliniek door een psychiater. Het doel is de Dieptepunt: de vrouw die hulp zou kunnen
geestelijk zieke weer gezond te maken zodat hij verlenen, krijgt een ongeluk.
terug kan in de maatschappij. 14-15
b Nee. Het is na een poosje wel duidelijk dat hij Je eigen mening en beargumentatie.
niet weg wil gaan, maar wat hij verder van plan
is, blijft onduidelijk. Opdracht 2 Opdrachten voor het fictiedossier
3 Afwisselend door de ogen van Lisa en Senta. 1-5 Je hebt een van de opdrachten gemaakt.
4 Meervoudige personale vertelsituatie. Aan het Controleer goed of je je aan de opdracht hebt
innerlijk van zowel Lisa als van Senta wordt veel gehouden en alle punten hebt verwerkt. Heb je
aandacht besteed. Je weet wat zij denken en ongeveer driehonderd woorden gebruikt?
voelen en je kunt goed met hen meeleven.
5 Voornamelijk showing. Het effect is dat je zeer
nauw bij de gebeurtenissen betrokken bent. Je 2 Over lezen
maakt ze als het ware mee, terwijl ze gebeuren.
6 De verteltijd en de vertelde tijd lopen bijna gelijk. 2.1 Over Simone van der Vlugt
Het gevolg is: direct meemaken wat er gebeurt.
7 Dit verhaal is spannend doordat Lisa in een Opdracht 3
gevaarlijke situatie terechtkomt en je net zomin 1 a Een korte eerste indruk van het boek, stukjes uit
als zij weet wat de man van plan is. Zal hij haar recensies, soms fragmenten en soms
en/of haar kind kwaad doen? Die vraag blijft achtergrondinformatie bij een boek. De
open. informatie is niet zo heel betrouwbaar, want
De wisseling van het perspectief (Lisa – Senta) kritische of negatieve recensies ontbreken.
verhoogt ook de spanning. Aan het eind is b Over Het laatste offer.
duidelijk sprake van een cliffhanger (het verhaal c De bastaard van Brussel en Schijndood. Er is
afbreken op een spannend moment). geen verschil tussen de edities, behalve in
Verder draagt de mist bij aan de spanning. omslag. Dit zijn geen thrillers, maar historische
8 a Eerste voorbeeld: Als Senta bij het dijkhuisje boeken. Ze zijn eerst als jeugdboek verschenen.
aankomt, weet je als lezer meer dan Senta. Je 2 Op www.literairethrillers.nl. De gegeven
weet wat zich daarbinnen ongeveer afspeelt. informatie: recensies, fragment en reacties van
Tweede voorbeeld: Als Senta is vertrokken, lezers. De informatie is niet heel betrouwbaar,
denkt Lisa dat er nu snel hulp zal komen. Maar want deze is heel eenzijdig: alleen positieve
als lezer weet je dat Senta verongelukt is. uitspraken over de boeken zijn hier te vinden.
b Dat de lezer meer weet dan de personages 3 a-c Je eigen antwoord en uitleg daarbij.
veroorzaakt spanning. d De informatie is niet zo heel betrouwbaar, want
9 Je eigen antwoord. Heb je je antwoord de kwaliteit wisselt sterk. Wel is het zo dat er
toegelicht? zowel positieve als negatieve meningen over
10 Lisa: bang, onzeker, zenuwachtig. een boek worden gegeven. Sommige
besprekingen zijn heel betrouwbaar en
_____ 42 BLOK
5 BASISBOEK
kwalitatief goed. Dat is te zien aan het aantal 2.3 Thema en motief
sterretjes. Soms is er van een boek een
bespreking opgenomen door een docent(e). Die Opdracht 5
is over het algemeen professioneel en steekt uit 1 Gijzeling of vrijheidsberoving.
boven de besprekingen van de leerlingen. 2 Angst, onzekerheid, geweld en agressie, hoop
(op hulp).
2.2 Spanning 3 Op zoek naar geluk of vrijheid.
4 Onzekerheid, afwijzende en hardvochtige
Opdracht 4 houding van de overheid, machteloosheid,
1 a Wie is de indringer en wat wil hij? illegaliteit, verraad.
b Deels. Op de vraag wie hij is, komt een
antwoord. Op de vraag wat hij wil, niet. 2.4 Literatuur en lectuur
c Hoe is Senta eraan toe en zal zij voor hulp
kunnen zorgen? Opdracht 6
d Nee. –
2 Je moet vier van de volgende vijf trucs noemen.
Ten eerste: de hoofdpersoon wordt in een 2.5 Stijlfiguren – Understatement en
gevaarlijke situatie geplaatst. Een gevaarlijke eufemisme
man dringt binnen en bedreigt Lisa
Opdracht 7
Ten tweede: vertraging. Nadat Senta heeft
1 laten inslapen: eufemisme
aangebeld, duurt het vrij lang voordat ze de
2 wis en waarachtig: tautologie
situatie doorheeft.
3 tactische terugtocht: eufemisme
Ten derde: uitstel. Nadat de bel in huis heeft
4 een aardig deuntje spelen: understatement
geklonken, springt het verhaal over naar Senta.
5 gele zonnebloemen: pleonasme
Ten vierde: onverwachte wending. Senta lijkt
6 geen onaardig stukje werk: understatement
hulp te gaan halen, maar verongelukt.
7 de hele club op zijn kop: overdrijving (hyperbool)
Ten vijfde: informatievoorsprong. Nadat Senta op
8 niet in overeenstemming met de waarheid:
het toneel is verschenen, weet de lezer meer dan
eufemisme
Senta en Lisa.
3 a Hoe loopt het af met Lisa en haar dochtertje?
Wat is de man van plan?
b Je eigen antwoord.
3 Grammatica
Voorbeelden: Wat gaat er gebeuren als de bel
3.1 Weet je het nog?
klinkt? Begrijpt Senta wat de situatie is? Ontdekt
de man Senta en zal hij haar achterna gaan? Opdracht 8
Lukt het Senta om hulp te halen? 1 samengestelde zin
4 De korte spanningsboog gaat over het opduiken hoofdzin: Je … gebruikt
van Senta. Die begint op het moment dat ze bijv.bijzin: die … gebruikt
aanbelt. Die spanningsboog wordt niet afgerond, 2 samengestelde zin
want het is niet duidelijk hoe ze eraan toe is hoofdzin: Laura … verdrietig
nadat ze verongelukt. Binnen de spanningsboog hoofdzin: (want) haar … vakantie
rond Senta zitten ook weer kleine 3 samengestelde zin
spanningsboogjes: zal de indringer Senta hoofdzin: Ik … gegeven
opmerken? (nee), zal Senta weg kunnen komen bijv.bijzin: die … optilde
(ja), zal Senta verongelukken in de mist (ja). 4 samengestelde zin.
5 Ja, want er wordt veel aandacht besteed aan de hoofdzin: Vind … vervelend
gedachten en gevoelens van Lisa. Haar angst, bijzin: dat … nagesynchroniseerd
onzekerheid en (aan het eind) hoop op redding 5 enkelvoudige zin
krijgen veel nadruk. 6 samengestelde zin
hoofdzin: Gistermiddag … bezocht
hoofdzin: (maar) het … bezichtigen
43 _____
Antwoorden blok 5
Opdracht 10
1 beknopte bijzin: na de voorrondes gewonnen te Opdracht 13
hebben 1 Foutief beknopte bijzin: Na een kwartier gewacht
volledige bijzin: …, nadat ze de voorrondes had te hebben
gewonnen Verbetering: Nadat we een kwartier hadden
2 beknopte bijzin: Blaffend gewacht,
volledige bijzin: Terwijl het blafte, 2 Foutief beknopte bijzin: Het weer in ogenschouw
3 beknopte bijzin: verkeerd begrepen te worden nemend
volledige bijzin: …,dat hij verkeerd wordt Verbetering: Als we het weer in ogenschouw
begrepen nemen,
4 beknopte bijzin: Volop genietend 3 Foutief beknopte bijzin: Alvorens de auto te
volledige bijzin: Terwijl hij volop genoot, starten
5 beknopte bijzin: Na in de zon gelegen te hebben Verbetering: Voordat je de auto start,
volledige bijzin: Nadat hij in de zon had gelegen, 4 Foutief beknopte bijzin: Zwetend en puffend
6 beknopte bijzin: Iedereen meegeteld Verbetering: Terwijl ze zweetten en puften,
volledige bijzin: Als we iedereen meetellen, 5 Foutief beknopte bijzin: Mijn tas pakkend
Verbetering: Toen ik mijn tas pakte,
Opdracht 11
6 Foutief beknopte bijzin: Op de plaats van
1 bijzin: (Nadat) … gewinkeld
bestemming aangekomen
beknopte bijzin: Na de hele middag te hebben
Verbetering: Toen hij op de plaats van
gewinkeld
bestemming aankwam,
2 bijzin: (Terwijl) … schreeuwde
7 Foutief beknopte bijzin: Enthousiast zwaaiend
beknopte bijzin: Angstig schreeuwend
Verbetering: Terwijl we enthousiast zwaaiden,
3 bijzin: (Nadat) … stilgestaan
8 De zin is goed.
beknopte bijzin: Na tien minuten te hebben
9 Foutief beknopte bijzin: Na een zonnebril gekocht
stilgestaan
te hebben
4 bijzin: dat … doen
Verbetering: Nadat ik een zonnebril had gekocht,
beknopte bijzin: volgende week zijn theorie-
10 De zin is goed.
examen te kunnen doen
11 Foutief beknopte bijzin: Na het nieuws van acht
5 bijzin: (Toen) … namen
uur te hebben gekeken
beknopte bijzin: Afscheid nemend
Verbetering: Nadat we het nieuws van acht uur
6 bijzin: (Voordat) … boeken
hadden gekeken,
beknopte bijzin: Alvorens de vakantie te boeken
12 Foutief beknopte bijzin: De cola inschenkend
Verbetering: Toen de ober de cola inschonk,
3.3 Verkeerd aansluitende beknopte
bijzinnen
3.4 Samentrekking
Opdracht 12
Opdracht 14
1 a Beknopte bijzin: Na de muziek te hebben
1 Mijn broer Freddy handbalt graag en is de beste
gedownload
aanvaller.
Bijzin: Nadat ik de muziek had gedownload,
2 We gaan de hele middag in Rotterdam winkelen
b Beknopte bijzin: Zwijgend.
of een museum bezoeken.
Bijzin: Terwijl de leerlingen zwegen,
_____ 44 BLOK
5 BASISBOEK
3 De leraar heeft het huiswerk tijdens de les wat = vr.vnw
besproken, maar is de opdracht over het ons = pers.vnw
voorzetselvoorwerp vergeten. 6 Veel = onb.htelw
verkiezing = znw
3.5 Foutieve samentrekking hun = bez.vnw
uitgebracht = zww
Opdracht 15 7 extra = bnw
1 De spelcomputer was afgeprijsd en die heb ik dat = betr.vnw
toen maar gekocht. dit = aanw.vnw
2 De assistente had het vanmorgen er druk en had blijkt = hww
mijn boodschap niet aan de dokter doorgegeven. verloren = bnw
3 Ik zal voor jou koffie zetten en voor mijn moeder omdat = ondersch.vw
de vuilnisbak aan de weg zetten. weer = bw
4 Barry is door het hoofd van de afdeling ontslagen 8 Denk = zww
en hem is geen reden daarvoor gegeven. dat = ondersch.vw
5 Het meisje is erg verlegen en is niet tot deze = aanw.vnw
klassenvertegenwoordigster gekozen.
6 De zin is goed.
7 Mijn oma wordt morgen vijftig en wordt door 4 Spelling
iedereen nieuwsgierig gemaakt naar de
verrassing voor haar. 4.1 De spelling van de drie
8 De brandweermannen hebben de brand gelukkig werkwoordsvormen –
geblust en hun heb ik daarom een bedankje De gebiedende wijs
gestuurd.
9 De gearresteerde jongen was volgens de rechter Opdracht 17
onschuldig en was onjuist behandeld. 1 Meld – gebiedende wijs
10 De verhuiswagen was door de verhuizers 2 De werkwoordsvorm houd is goed gespeld. –
volgeladen en was inmiddels op weg naar ons gebiedende wijs
nieuwe huis. 3 beantwoord – gebiedende wijs
11 Mijn mentor stelde ik een vraag maar hij 4 juichte, betwijfeld
beantwoordde deze niet. 5 oplevert
12 De verontwaardigde klant werd een gratis 6 behandelt, behandeld
drankje gegeven en hij verliet daarna tevreden 7 vergadert
het café. 8 gerugbyd
9 gesignaleerd, gecrasht
3.6 Woordsoortbenoeming – 10 De werkwoordsvorm is goed gespeld.
Herhaling 11 De werkwoordsvorm Word is goed gespeld. –
gebiedende wijs
Opdracht 16 12 inlogde, ingetypt
1 Wat = betr.vnw m.i.a.
13 peinsde
over = vz
Italië = znw 4.2 Klinkers met een uitspraakteken,
waar = bnw klemtoontekens (accenttekens)
2 Waarom = bw
plotseling = bw Opdracht 18
bezwaar = znw 1 après-ski: ontspanning na het skiën
3 je = wederkerend vnw 2 à la carte: volgens de menukaart
of = ondersch.vw 3 blasé: zo verwend dat je nergens meer van kunt
is = kww genieten
4 met = vz 4 carrière: loopbaan
verwachten = bnw 5 Het woord is goed gespeld. Betekenis: deel van
geen = onb.vnw een trein.
5 Iedereen = onb.vnw 6 crèche: kinderdagverblijf
zich = wederkerend vnw 7 decolleté: laag uitgesneden hals van een jurk
45 _____
Antwoorden blok 5
8 enquête: onderzoek door aan een heleboel 7 rijk en (daardoor) machtig iemand
mensen dezelfde vragen te stellen 8 voornaam persoon
9 filet americain: fijngemalen rauw rundvlees met 9 erg met zichzelf ingenomen
ei, kruiden enzovoort 10 een verkorte handtekening zetten
10 première: eerste opvoering van een voorstelling 11 kaartje dat toegang geeft voor alle voorstellingen;
11 Het woord is goed gespeld. Betekenis: brokjes rand van dun karton om een ingelijste foto of
vlees met gekruide saus. prent heen
12 Het woord is goed gespeld. Betekenis: 12 specialist die afwijkingen aan gebit en kaak
bijeenkomst van mensen die elkaar lang niet corrigeert
hebben gezien. 13 strafinrichting, gevangenis
14 iemand met onuitvoerbare droombeelden en
Opdracht 19 hervormingsplannen
1 móét, écht 15 sticker (als teken dat je betaald hebt),
2 een en ander herkenningsteken (van een bedrijf)
3 eenmalige
4 een, níét
5 één
6 Lees vaardig
Uitleg: Hier zijn klemtoontekens duidelijker.
6 wél
6.1 Samenvatten
7 vóór
8 eendagsvlieg Opdracht 23
In een goede samenvatting moeten de volgende
4.3 Sneldictee informatie-elementen zijn opgenomen:
● vliegangst is een biologisch gestuurde reactie
Opdracht 20
van lichaam en geest op een schijnbaar
–
levensbedreigende situatie / een extreme,
fysieke vecht- of vluchtreactie;
● vliegangst komt voor bij een op de drie
5 Taalschat volwassenen / bij een derde deel van de
volwassenen;
5.1 Woordveld ● de belangrijkste oorzaak van vliegangst: vliegen
is (vliegtuigen zijn) verbonden geraakt met
Opdracht 21
negatieve emoties;
1 moderniseren, eigentijds maken
● twee terreinen waarop vliegangst negatieve
2 ontleden (uit elkaar halen) om inzicht te krijgen
gevolgen kan hebben: op persoonlijk/sociaal
3 een persoonlijk karakter geven of hebben
terrein en op maatschappelijk
4 afzonderen, zodat er weinig of geen contact is
terrein/beroepsterrein;
met de omgeving
● vliegangst kan worden aangepakt door de lijder
5 de gesproken taal van een film opnieuw
aan vliegangst en de professionele hulpverlener;
opnemen in een andere taal
● drie manieren vóór het vliegen:
6 verbinden met zuurstof, roesten
1 (oorzaak opsporen en) oorzaak en
7 voorspellen
vliegangst ontkoppelen,
8 de duur verlengen
2 zorgen voor ontspanning van de
9 ernstig geestelijk schokken
spieren,
3 voldoende tijd nemen.
5.2 Woorden uit de media
● drie manieren tijdens de vlucht:
Opdracht 22 1 zorgen voor ontspanning van de
1 geschikte, passende spieren,
2 betrekking hebben op de verkiezingen 2 zorgen voor afleiding,
3 begeleiding om te beschermen of om eer te 3 vervangen van negatieve gedachten en
betonen emoties door positieve.
4 ergernis omdat je iets niet krijgt of kunt
5 over voorwaarden onderhandelen, schipperen
6 strijdbaar
_____ 46 BLOK
5 BASISBOEK
6.2 Eindopdracht (3) Mijn vriendin en ik zijn in uw winkel geweest.
(4) Daar hadden wij enkele vervelende
Opdracht 24 ervaringen die wij onder uw aandacht willen
1 a Alinea 1 en 2. brengen.
b Alinea 3 tot en met 8. (5) Terwijl we ons al aan de harde muziek in uw
c Alinea 9. winkel stoorden, waren er ook nog eens geen
d In drie inhoudelijk samenhangende delen: alinea lege pashokjes. (6) Veel vrouwen hebben een
3 en 4; alinea 5, 6 en 7; alinea 8. hekel aan die gigantische rijen voor de pashokjes
2 C en lopen gewoon weg zonder iets te kopen.
3 Over het feit dat er geen discussie is over de
uitholling van de privacy. (7) Toen ik in uw winkel was, had ik dus een
4 Burgers denken dat die aantasting nodig is voor leuke broek gevonden. Ik moest helaas heel lang
de bestrijding van terrorisme, criminaliteit en wachten, voordat ik deze kon passen. (8) Ik heb
fraude en zeggen dat ze niets te verbergen ook een klacht over het aantal kassa’s. (9-10)
hebben. Toen ik eindelijk mijn keuze gemaakt had in de
5 C drukte, moesten wij ook nog eens vreselijk lang
6 Nee, het is de mening van ‘de’ burger. De wachten voordat we aan de beurt waren bij de
schrijver is het hier helemaal niet mee eens, zo kassa. (11) Als je als twaalfde in de rij staat, is
blijkt uit de alinea’s die hierna volgen. het fijn als een medewerkster nog een kassa
7 B opent. (12) Er waren drie medewerkers, die een
8 C tweede kassa konden openen, maar ze vouwden
9 C truien op.
10 D
11 D (13) Ook zou u de muziek niet zo hard moeten
12 Nee, dat is niet goed. aanzetten. (14) Uit een onderzoek is gebleken,
13 niet waar dat harde muziek tot de grootste ergernissen
14 C behoort. (15) Als mijn vriendin iets zei, kon ik
15 A haar vanwege de harde muziek geen een keer
16 B verstaan.
17 a nee
b ja (16) Ik ben erg teleurgesteld en hoop dat u mijn
c nee brief serieus neemt en oplossingen verzint voor
d ja de problemen in de winkel.
e nee
f ja Vriendelijke groet,
Antwoorden blok 5
Opdracht 34
9 Over taalgebruik
1-2 Je eigen antwoorden.
5 BASISBOEK
confronteren met de kosten zullen de nadelen 11 Miniproject: Flodderjournaal
voor lief genomen worden.
Opdracht 37 Voorbereiding en overleg (groep)
Door al deze maatregelen in te voeren zul je tot 1-5 Jullie eigen voorbereiding van het
het besef komen dat niemand meer kan zeggen: ‘Flodderjournaal’.
ik ben niet degene die de auto moet laten staan,
Opdracht 38 Schrijven (individueel)
maar de andere weggebruikers. In wezen is
1-2 Je eigen slechtgeschreven item met storend
iedereen even schuldig aan het fileprobleem en
taalgebruik, ellenlange zinnen en tongbrekers.
kan dus ook iedereen ervoor zorgen dat het
vermindert. Dat is zeker het geval als de Opdracht 39 Presenteren en overleg (groep)
overheid en de werkgevers aan de oplossing 1-4 Je eigen werk.
meewerken. Het wil niet zeggen dat iedereen
nooit meer de auto mag gebruiken, maar je moet
wel goed overwegen wanneer je de auto wel
en niet gebruikt.
10 Gedicht
Opdracht 36
1 Je eigen antwoord.
2 Vergelijking zonder als: het leven is een slordige
tuinman.
3 Metafoor: licht en donker. Er wordt mee bedoeld:
de fijne en verdrietige dingen van het leven.
4 Metafoor: boom. Alleen het beeld is over. Met
‘boom’ wordt het leven bedoeld. Het leven is als
een boom waaraan alles groeit: mooie en
verdrietige momenten.
5 Vergelijking met van: een bloem van vrolijkheid.
Soms heeft men een gevoel van vrolijkheid en
dat gevoel is als een bloem die zich opent.
6 Soms gebeurt er in het leven iets fijns en vrolijks.
7 Ja. Het gebruikte beeld ‘waaier’ is niet gebaseerd
op een overeenkomst, maar op een ander
verband, namelijk deel – geheel: de waaier is een
deel van de bloem.
8 Vergelijking zonder verbindingswoord: het
verdriet – een doffe appel.
9 Ja, het leven (iets abstracts) wordt voorgesteld
als een mens (een slordige tuinman). Verder
wordt ‘boom’ in regel 6 als iets menselijks
voorgesteld, want hij krijgt namelijk de menselijke
eigenschap ‘onverschillig’.
10 Een sombere kijk: soms gebeuren er plezierige
dingen (regel 10-11), maar vaker is het leven
verdrietig (regel 11-13).
11 Je eigen antwoord en uitleg daarbij.
BLOK 49 _____
6 BASISBOEK
1 Lekker lezen je ziet de gebeurtenissen door de ogen van
Anton en je leert alleen van hem de gedachten
1.1 Over het verhaal en gevoelens kennen.
9 Vooral showing. Het effect: je ziet de
Opdracht 1 Lees- en discussievragen gebeurtenissen van dichtbij, je bent er direct bij
1 Een verrader, een NSB’er, die werkt voor de betrokken en je beleeft de spannende
Duitsers. Hij is hoofdinspecteur van politie en gebeurtenissen mee terwijl ze plaatsvinden.
staat bekend als de grootste moordenaar en 10 Je eigen mening en beoordelingswoorden hierbij.
verrader van Haarlem en omstreken.
2 Door mensen van het verzet. Opdracht 2 Opdrachten voor het fictiedossier
3 Op het moment dat de buren, de Kortewegs, het 1-5 Je hebt een van de opdrachten gemaakt.
lijk voor de deur van de Steenwijks neerleggen. Controleer goed of je je aan de opdracht hebt
4 Hij is bang dat de Duitsers wraak zullen nemen. gehouden en alle punten hebt verwerkt. Heb je
Dat hebben ze al eerder gedaan op de ongeveer vierhonderd woorden gebruikt?
Leidsevaart. Moeder denkt daar anders over: zij
hebben niets met de moordaanslag te maken en
zullen dus niets te vrezen hebben van de 2 Over lezen
Duitsers.
5 Het thema: angst voor wraak (van de Duitsers). 2.1 Over Harry Mulisch
Motieven: het verraad van de buren (die het lijk
verplaatsen), de daadkracht van Peter (die het Opdracht 3
lijk weg wil halen), het verzet van de moeder 1 Diverse mogelijkheden, zoals
(tegen Peters actie), geloof in de goede afloop www.harrymulisch.nl en www.literatuurplein.nl.
(van de moeder). Op die sites is zeer veel uiteenlopende informatie
6 Ten eerste: De hoofdpersonen komen in een te vinden: over zijn leven, over zijn boeken,
gevaarlijke situatie terecht. Na het verplaatsen algemene achtergrondinformatie, interviews en
van het lijk door de Kortewegs lopen de recensies van zijn boeken.
Steenwijks gevaar. De Duitsers zullen mogelijk 2-4 Je eigen antwoord en uitleg daarbij.
represailles nemen.
Ten tweede: Het verhaal bevat een onverwachte 2.2 Ruimte
wending. Nadat Ploeg is neergeschoten voor het
Opdracht 4
huis van de Kortewegs, leggen zij het lijk voor het
1 In en om het huis van de Steenwijks.
huis van de Steenwijks.
Functies: de omgeving concreet maken en sfeer
Ten derde: Het verhaal bevat een open plek. Aan
oproepen. Ook ondersteunen de ruimtes het
het eind is het niet duidelijk wat er met Peter gaat
thema: in de huiskamer heerst geborgenheid en
gebeuren en het is ook niet duidelijk wat de
vertrouwdheid tegenover de vijandige, gevaarlijke
Duitsers met de familie zullen gaan doen. Het
en dreigende buitenwereld van de bezetter. De
verhaal eindigt met een cliffhanger.
ruimtebeschrijvingen zijn niet zo heel uitvoerig,
Ten vierde: Het verhaal bevat vertragende
maar wel precies.
elementen. Vanaf het moment dat de schoten
Het effect: je kunt je heel goed een voorstelling
vallen, duurt het een tijdje voor duidelijk is wie is
van het huis en de directe omgeving maken.
neergeschoten. Ook tussen het moment dat ze
2 In en om het huis van Lisa.
Ploeg herkennen en het optreden van de buren,
Functies: de omgeving concreet maken, sfeer
zit flink wat vertraging. Ten slotte zit er vertraging
oproepen en het thema ondersteunen (de
tussen het moment waarop Peter het lijk wil
vertrouwdheid van het eigen huis is plotseling
verplaatsen en het hem lukt naar buiten te
omgeslagen in dreiging en angst).
komen.
3 In een asielzoekerscentrum, in een verhoorkamer
7 De nadruk ligt op de actiespanning. Het verhaal
van de IND, op het schoolplein, op het
wordt spannend door wat er gebeurt: het
onderduikadres bij broer Bashir.
neerschieten van Ploeg, het verplaatsen van het
Functies: de omgeving concreet maken, sfeer
lijk en Peters pogingen het lijk weg te slepen.
oproepen (negatieve, afwijzende sfeer in
8 De eerste en tweede zin wordt verteld door een
verhoorkamer, onzekerheid in eigen kamer na te
alwetende verteller. In de rest van het fragment is
zijn uitgeprocedeerd, onzekerheid en angst op
een personale vertelsituatie gebruikt. Het gevolg:
_____ 50 BLOK
6 BASISBOEK
onderduikadres), het thema ondersteunen bwb = vanavond, in het donker, bij elkaar
(vluchtelingen wonen in asielzoekerscentrum, bijst = –
worden verhoord in verhoorkamer, worden met bvb = –
geweld uit hun kamer in asielzoekerscentrum 3 wwg = zijn aangetast
gehaald, duiken onder bij broer) en de bouw van nwg = –
het verhaal ondersteunen (de vluchtelingen ond = de oude gebouwen
moeten gedwongen van de ene plek naar de lv = –
andere verkassen). mv = –
De ruimtebeschrijvingen zijn nogal karig. Je moet vzv = –
hierdoor als lezer zelf veel invullen. bwb = in Rome en andere steden, door de
luchtverontreiniging
2.3 Toneel bijst = –
bvb = andere bij steden, oude bij gebouwen
Opdracht 5 4 wwg = –
1-3 Je eigen werk. nwg = is geïnteresseerd
ond = Mijn vader
2.4 Cabaret lv = –
mv = –
Opdracht 6
vzv = in documenten over de Tweede
Jullie eigen verslag van een cabaretvoorstelling.
Wereldoorlog
bwb = al jaren
2.5 Stijlfiguren – Ironie en sarcasme
bijst = –
Opdracht 7 bvb = Mijn bij vader, over de Tweede
1 ironie Wereldoorlog bij documenten
2 geen seconde: overdrijving 5 wwg = liet zien
3 Morgen: vooropplaatsing nwg = –
4 sarcasme ond = de gids, een deskundige,
5 retorische vraag lv = schitterende muurschilderingen
6 climax mv = ons
7 witte schuimkoppen: pleonasme vzv = –
8 geheimzinnig en mysterieus: tautologie bwb = In de grot, tijdens de rondleiding
bijst = een deskundige
bvb = schitterende bij muurschilderingen
6 wwg = –
3 Grammatica
nwg = blijken erg blij te zijn
ond = De Nederlandse archeologen
3.1 Zinsontleding – Herhaling
lv = –
Opdracht 8 mv = –
1 wwg = moesten vragen vzv = met de vondst van de ijzeren werktuigen
nwg = – bwb = –
ond = de wandelaars bijst = –
lv = de juiste route bvb = Nederlandse bij archeologen, van de
mv = een taxichauffeur ijzeren werktuigen bij vondst, ijzeren bij
vzv = – werktuigen
bwb = Op het schiereiland, halverwege hun tocht 7 wwg = compenseren
bijst = – nwg = –
bvb = hun bij tocht, juiste bij route ond = Internetgebruikers
2 wwg = moeten blijven lopen lv = het ontbreken van non-verbale communicatie
nwg = – mv = –
ond = Jullie vzv = met symbolen en een speciaal taalgebruik
lv = – bwb = –
mv = – bijst = –
vzv = –
51 _____
Antwoorden blok 6
6 BASISBOEK
willen = hww Opdracht 14
genieten = zww 1-4 Je eigen antwoorden.
van = vz
enkele = onb.htelw
uren = znw 4 Spelling
zon = znw
en = nevensch.vw 4.1 Lastige verkleinwoorden
zeewater = znw
dat = betr.vnw Opdracht 15
meestal = bw 3 campinkje
ongeveer = bw 4 cd’tje
achttien = bep.htelw 5 chocolaatje
graden = znw 6 dinertje
is = kww 7 jongetje
2 In = vz 9 lolly’tje
de = lw 10 sateetje
oudheid = znw 12 vitamientje
was = kww
de = lw 4.2 Cijfers, letters en tekens
kust = znw
Opdracht 16
zeer = bw
1 negen van de twaalf
onaantrekkelijk = bnw
2 21 april 1944
omdat = ondersch.vw
3 veertien euro / 14 euro
het = lw
4 acht
strand = znw
5 drieënhalf uur
de = lw
6 Beukenlaan 14
grens = znw
7 achtendertig
was = kww
8 vijf procent / 5 procent
tussen = vz
9 paragraaf 11
bekend = bnw
10 tachtig kilometer per uur/ 80 kilometer per uur
en = nevensch.vw
onbekend = bnw
4.3 Sneldictee
land = znw
Opdracht 17
Opdracht 13
–
1-5 Je eigen zinnen.
Voorbeeldzinnen:
1 vr.vnw: Wat heb je vandaag allemaal gedaan?
betr.vnw: Het feest bij Jacco gaat niet door, wat
5 Taalschat
ik jammer vind.
onb.vnw: Ga je wat voor Vaderdag kopen? 5.1 Woorden rond de teksten
2 aanw.vnw: Wil je dat spel voor me meenemen?
Opdracht 18
betr.vnw: Het bewijs dat de politie gisteren heeft
1 explosieve
gevonden, is een belangrijke aanwijzing voor de
2 prototype
dader.
3 zielenheil
ondersch.vw: Hij heeft de leraar verteld, dat hij
4 diversiteit (2x)
zijn werkstuk niet op tijd afheeft.
5 intrinsieke, nihil
3 Denise wilde niets vertellen over haar relatie met
6 impuls
een van de medespelers, omdat ze privé en werk
7 koesteren
gescheiden wil houden.
8 juk, neurose
4 Helaas heeft Merel zich in mij vergist.
9 exploratie
5 Mijn oma is oud geworden.
10 sociale status (2x)
53 _____
Antwoorden blok 6
6 BASISBOEK
12 B 7 Schrijf vaardig
13 A
14 B 7.1 Schrijven op niveau
Opdracht 24
1-15
Je eigen werk.
Opdracht 25
1-3 Je eigen werk.
55 _____
Antwoorden blok 6
6 BASISBOEK
● azon (r. 10) – horizon (r. 12): mannelijk of
staand rijm.
● Beginrijm (alliteratie):
● stad – staan (r. 1)
● zwaar – zuchten – zon (r. 2);
● huizen – huizen (r. 3);
● stad – stad – stenen (r. 5);
● blokken – blokken – benen (r. 7);
● lopen – land (r. 11-12).
10 Gekruist rijm (abab enzovoort)
11 De ik-persoon wil tijdens de zomerhitte de stad
uit, op zoek naar het groen van de natuur.
12 Je eigen antwoord en uitleg daarbij.
11 Miniproject: Humor na de
aanslag
Opdracht 31
1-3 Je eigen werk.
Opdracht 32
1-4 Je eigen werk.
Opdracht 33
1-4 Je eigen werk.
BLOK 57 _____
1 ZELFTOETSEN
1 Over lezen 6 a B
De zoon van mevrouw Van Schie-ten Brink heet
1 a B Ronald van Schie.
Uitleg: Er wordt wel degelijk een argument b A
gegeven: ‘want het zet me aan het denken’. De Nierstichting vraagt in De Telegraaf om
b A collectanten in Rotterdam-Centrum.
Uitleg: De drie hoofdgenres zijn proza, poëzie c B
en toneel. In de kerstvakantie leende Rineke uit de
c B bibliotheek in Zuid-Scharwoude het boek Het
Uitleg: Het is een genre, behorend tot het dagboek van Anne Frank.
hoofdgenre proza.
d B 7 B
Uitleg: Het is een subgenre van toneel. D
e B Verbetering:
Uitleg: Het is een vergelijking met van; het beeld A aluminiumproductie
en verbeelde worden allebei genoemd: kast en C bevloeiingssysteem
huis.
f A
Uitleg: beker is het beeld voor iets te drinken en 4 Taalschat
de relatie is voorwerp-inhoud)
g A 8 a B
Uitleg: hem de mond snoeren is een beeld voor b B
iemand het zwijgen opleggen; alleen het beeld is c A
over. d C
e B
2 Grammatica
5 Lees vaardig
2 a A
b A 9 a B
c B Uitleg: De tekst is geschreven naar aanleiding
d A van overvallen op pizzakoeriers.
e B b C
f B Uitleg: De schrijver geeft informatie over het
g B overvallen van de pizzakoeriers en de gevonden
oplossing ervoor.
3 a betr.vnw c D
b vr.vnw Uitleg: De schrijver geeft informatie.
d C
Uitleg: De tekst beschrijft een nieuwsfeit.
3 Spelling e B
Uitleg: De schrijver geeft objectieve informatie
4 a B en laat zijn mening achterwege.
b A f A
c B Uitleg: In alinea 2 en 3 wordt de oplossing van
het probleem en het resultaat beschreven en
5 C alinea 4 vormt een uitbreidende toevoeging.
D g D
Verbetering:
A afgekrabde
B verspreide
E tandeloos
_____ 58 BLOK
1 ZELFTOETSEN
6 Schrijf vaardig
10 a B
b B
c B
d B
e A
7 Over taalgebruik
11 a B
Het goede woord is: verhoord.
b B
Het goede woord is: waardoor.
c A
14 a waxinelichtje
b basterdsuiker
BLOK 59 _____
2 ZELFTOETSEN
1 Over lezen 4 Taalschat
1 a B 8 a A
Uitleg: De verteltijd is de tijd die nodig is om een b B
verhaal te vertellen. c B
b B d B
Uitleg: Bij showing worden de gebeurtenissen
gedetailleerd verteld. 9 a (een) wassen (neus)
c A b (zijn neus) stoten
Uitleg: Een flashback doorbreekt de chronologie c voor je (neus)
van een verhaal. d (met zijn neus in) de boter (vallen)
d A
Uitleg: Hier wordt een hoeveelheid tijd in een
paar woorden samengevat. 5 Lees vaardig
e A
Uitleg: De goden zouden volgens die verhalen 10 a B
hiervoor verantwoordelijk zijn. Uitleg: In de tweede zin worden voorbeelden
f B gegeven van de verschillende leeftijden van
Uitleg: ‘vast en zeker’ is een tautologie. dieren.
g B b C
Uitleg: ‘citeert letterlijk’ is een pleonasme. Uitleg: In alinea 2 wordt uitgelegd hoe het komt
dat dieren niet even oud worden.
c A
2 Grammatica Uitleg: Alinea 2 geeft aan hoe het komt dat
dieren niet even oud worden.
2 a A d B
b A Uitleg: Ook de stofwisseling heeft invloed.
e B
3 a B Uitleg: Er wordt na alinea 2 nog een diersoort
b A genoemd die niet zo oud wordt.
f C
4 a A blijkt te zijn verzonnen Uitleg: In tegenstelling tot veel andere vogels
b B leek moeilijk wordt een papegaai wel oud.
g D
5 laatste = onb.rangtelw. Uitleg: Dit stuk is een gevolgtrekking. Een
dat = aanw.vnw. schildpad is niet zo groot, maar hij wordt toch
ben = hww oud, dus hij vormt een uitzondering.
h A
3 Spelling
6 Schrijf vaardig
6 A 11 a A
C b B
D c B
d A
7 C e A
E f A
G
H
_____ 60 BLOK
2 ZELFTOETSEN
7 Over taalgebruik
12 a goed
b de hulp
c wijten
d tenzij
14 a A
b B
BLOK 61 _____
3 ZELFTOETSEN
1 Over lezen 7 A
C
1 a A D
Uitleg: Zij zijn bijna altijd uitgewerkt. H
b A Verbetering:
Uitleg: Zij bezitten vaak slechts één B shampoos
kenmerkende eigenschap. E diabetici
c B F seismografen
Uitleg: Medespelers zijn geen figuranten. G aquaria
d B
Uitleg: Het zijn aparte soorten sprookjes met 8 C
eigen kenmerken. D
e B F
Uitleg: Bij parallellisme is geen sprake van een
opsomming.
f A 4 Taalschat
Uitleg: Bij het gelijke zinsverloop worden vaak
woorden herhaald. 9 a B
g B b A
Uitleg: Dat meisje staat niet geïsoleerd voorop in c C
de zin; dit is de normale zinsvolgorde. d C
e A
2 Grammatica
5 Lees vaardig
2 a A
b B 10 a B
c A Uitleg: Er wordt geconstateerd dat het olympisch
vuur niets te maken heeft met de Olympische
3 a B Spelen uit de Griekse Oudheid.
b A b A
c B Uitleg: Aan het begin van alinea 2 staat het
signaalwoord maar.
4 B c B
Uitleg: Het is tegenstellend.
5 a heeft = hww d C
b hem = pers.vnw Uitleg: Die verwijst in de overgangszin ‘Die werd
c nadat = ondersch.vw … in Amsterdam’ naar ‘een olympische vlam’ in
de voorafgaande alinea.
e A
3 Spelling Uitleg: In alinea 3 wordt een toelichting gegeven
bij alinea 2.
6 a A f B
b B Uitleg: Herhaling van het aansteken van de
c B vlam. Het is geen letterlijke herhaling, maar een
herhaling met andere woorden: ‘Die werd voor
het eerst ontstoken’ en ‘het aansteken van een
vlam’.
_____ 62 BLOK
3 ZELFTOETSEN
g C
Uitleg: Er wordt vastgesteld dat met het
aansteken van de vlam in 1928 een traditie is
ontstaan die later zou uitgroeien tot een
wereldwijde fakkeltochtestafette.
h B
Uitleg: Herhaling van fakkeltocht. Het is geen
letterlijke herhaling, maar een herhaling met iets
andere woorden: ‘fakkeltochtestafette’ en
‘fakkeltocht’.
i D
Uitleg: In alinea 5 wordt een verklaring gegeven
voor het ontstaan van de wereldwijde
olympische fakkeltocht.
j B
Uitleg: Dat gebeurde pas in 1936 bij de Spelen
in Berlijn.
6 Schrijf vaardig
11 a A
b B
c A
d B
e A
f B
7 Over taalgebruik
12 a B nooit geen
b B dat bezoekers geen metalen
voorwerpen
14 a bende, rommel
b Daarom
c gedragslijn, beleid
15 A
BLOK 63 _____
4 ZELFTOETSEN
1 Over lezen 4 Taalschat
1 a B 6 a B
Uitleg: We kijken mee met een hij- of zij- b B
persoon. c A
b A d B
c B e C
Uitleg: De meervoudige vertelsituatie kan ook
een personale vertelsituatie zijn.
d B 5 Lees vaardig
Uitleg: In een fabel spelen dieren de hoofdrol.
e A 7 a A
f B b B
Uitleg: Een antithese is een tegenstelling; de zin Uitleg: Hij is juist overtuigd van het nut van Halt;
is een hyperbool. dit staat in alinea 2.
g B c B
Uitleg: Een hyperbool is een overdrijving, geen Uitleg: Hij gebruikt in alinea 2 drie argumenten.
vergelijking. d A
e B
Uitleg: Het is een argument gebaseerd op
2 Grammatica ervaringen of vermoedens.
f A
2 a A g A
b B h B
c A Uitleg: Het is een ervaringsgestuurd argument.
d B i B
e B Uitleg: De tekst heeft de stelling-en-argument-
f A opbouw.
g B
5 ZELFTOETSEN
1 Over lezen 4 Taalschat
1 a B 8 a C
Uitleg: Een open plek is iets wat voor de lezer b C
verborgen wordt gehouden; een thema is de c B
diepere bedoeling van de tekst. d C
b A e A
Uitleg: Een verhaal kan verdeeld zijn in
meerdere korte spanningsbogen.
c A 5 Lees vaardig
d B
Uitleg: De diepere bedoeling van de hele tekst is 9 a A
het thema. Uitleg: Het is een hoofdzaak.
e A b B
f B Uitleg: Dit is geen hoofdzaak, maar een detail.
Uitleg: Dit is een understatement: iets op een c B
afgezwakte manier zeggen. Het is ‘wel een Uitleg: Dit is geen hoofdzaak, maar een
aardige prestatie’. voorbeeld.
g B d A
Uitleg: Dit is een eufemisme: iets op een Uitleg: Het is een hoofdzaak.
verzachte manier zeggen. Hier wordt bedoeld: e B
‘Ik geloof dat je gelogen hebt’. Uitleg: Dit is geen hoofdzaak, maar een detail.
f A
Uitleg: Het is een hoofdzaak.
2 Grammatica g A
Uitleg: Het is een hoofdzaak.
2 a A h B
b B Uitleg: Dit is geen hoofdzaak, maar een detail.
c A
3 a A 6 Schrijf vaardig
b B
10 a A
4 a B b A
b A c A
d B
5 Wat = betr.vnw. m.i.a. e B
veel = onb.hoofdtelw. f B
6 ZELFTOETSEN
1 Over lezen 4 Taalschat
1 a A 8 a B
b A b B
c A c B
Uitleg: Er is bij toneel geen verteller; de d B
gedachten moeten blijken uit wat de personages
zeggen. 9 a in (hart en) nieren
d B b (een) gebroken (hart hebben)
Uitleg: Een komedie heeft een vrolijke inhoud. c (zijn hart) vasthouden
e B d (uit) het oog, (uit het hart)
Uitleg: Er kan niet zomaar even van decor en tijd
worden gewisseld.
f A 5 Lees vaardig
Uitleg: Ironie is milde spot, sarcasme is bijtende
spot. 10 a B
g B b D
Uitleg: Er is geen sprake van scherpe spot. c B
Uitleg: Alleen alinea 2 gaat daarover.
d B
2 Grammatica Uitleg: Alleen alinea 6 gaat daarover.
e C
2 a bwb Uitleg: In alinea 2 gaat het over de
b ond verschijnselen, in 3 en 4 over de besmetting.
c vzv f B
Uitleg: In alinea 4 wordt verder ingegaan op de
3 a A besmetting, namelijk hoe die ontstaat.
b B g C
c B Uitleg: Er wordt een reden genoemd waarom het
d B lijkt of pubers het virus vaker oplopen; het
e B signaalwoord Daarom wijst op redengevend
verband.
4 Wie = vr.vnw h B
dat = aanw.vnw Uitleg: Er staat: ‘Dat hoeft echter niet te
betekenen dat diegene ook daadwerkelijk ziek
wordt. Het merendeel merkt namelijk niets van
3 Spelling het virus.’ (r. 19-22)
i A
5 A Uitleg: De bewering is dat sporten tijdens de
E ziekte niet altijd goed is. Er zijn twee
Verbetering: argumenten voor. Ten eerste kan sporten te
B hobby’tje veel uitputten. Ten tweede kan de milt
C sms’je beschadigd raken.
D comiteetje j B
Uitleg: De schrijfster geeft informatie over de
6 a B ziekte, de verschijnselen, de besmetting en de
b B behandeling.
c B
7 B
Verbetering: zwemmerseczeem, yoghurtdieet
_____ 66 BLOK
6 ZELFTOETSEN
6 Schrijf vaardig
11 a A
b A
c B
d B
e B
f A
7 Over taalgebruik
12 a B
b A
c A
d B
BLOK 67 _____
1 HERHALING
1 Over lezen Opdracht 5
1 Wat je hebt gezien, wil de politie graag weten.
Opdracht 1 2 Ik weet echt niet wat je voor me verbergt.
1 Je hebt je eigen mening gegeven over een film of 3 Wie jou gebeld heeft, weet ik niet.
televisieserie. Je hebt je mening gegeven aan de 4 Je brief is nog niet aangekomen, wat ik niet leuk
hand van vier beoordelingswoorden. Voor elk vind.
beoordelingswoord heb je een argument
gegeven.
2 Proza, poëzie en toneel. 3 Spelling
3 Bijvoorbeeld: Sprookjes, oorlogsromans,
liefdesverhalen en detectives. Opdracht 6
4 Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: 1 ingetapet – vdw, gekneusd – vdw
Letterlijk: In het water drijft een reddingsboei. 2 mistte – pv vt, gezorgd – vdw
Figuurlijk: Het water staat het tot aan de lippen. 3 beweert – pv tt, doorverteld – vdw
Of: Water bij de wijn doen. 4 beloofd – vdw, wachten – inf
5 a Metafoor, want alleen het beeld is over. 5 vind – pv tt, aangemeld – vdw
b Je eigen antwoord. 6 gerenoveerd – vdw, begrensd – vdw
6 a Metonymia, want Den Haag is het beeld voor 7 hoefden – pv vt, betaald – vdw
bewoners; het verband is plaats - bewoners. 8 behandeld – vdw, afgeblaft – vdw
b Je eigen antwoord.
Opdracht 7
7 a Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Een beer
1 uitlekken – lekte uit – (is) uitgelekt
van een vent. Of: Een boom van een kerel.
2 inchecken – checkte in – (heeft) ingecheckt
b Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Hij is zo sterk
3 boksen – bokste – (heeft) gebokst
als een paard. Of: Zij gedraagt zich als een
4 relaxen – relaxte – (heeft) gerelaxt
verwend kind.
5 inloggen – logde in – (heeft) ingelogd
8 Metafoor, want alleen het beeld is over.
6 joggen – jogde – (heeft) gejogd
7 ruziën – ruziede – (heeft) geruzied
8 rugbyen – rugbyde –(heeft) gerugbyd
2 Grammatica 9 roetsjen – roetsjte – (is) geroetsjt
10 switchen – switchte – (is) geswitcht
Opdracht 2
11 pushen – pushte – (heeft) gepusht
1 Kees twijfelt aan de kwaliteit van deze dvd-
12 coachen – coachte (heeft) gecoacht
speler.
13 bebossen – beboste – (heeft) bebost
2 Met een flessenschraper kun je het laatste restje
14 crossen – croste – (heeft) gecrost
vla uit de fles verwijderen.
3 De familie van een in Afrika besmette vrouw Opdracht 8
hoopte op een nieuw medicijn. 1 beatlehaar
4 Michael is erg tevreden met de rapportcijfers op 3 een Bijbeltekst
zijn overgangsrapport. 4 de dichtstbijzijnde brievenbus
5 Waarom ben je zo geïnteresseerd in mijn 7 gezouten vleeswaren
persoonlijke leven? 11 de Kerstman
12 kosteloos
Opdracht 3
13 mevrouw De Wit-van der Lem
1 lv
14 de Spaanse regering
2 bijst.
15 nieuwjaarsreceptie
Opdracht 4 17 Sint-Nicolaaskerk
1 Zo’n percentage zittenblijvers zal toch niet elk 18 op tweede paasdag
jaar voorkomen? 19 de te verwachten opkomst
2 De familie Jacobsen is een week langer in 20 de uitvergrote klassenfoto
Griekenland gebleven. 22 vurenhouten meubels
3 In het noorden van het land bleek de zon wel te
schijnen.
4 De reden voor de slechte resultaten blijkt
onbekend te zijn.
_____ 68 BLOK
1 HERHALING
Opdracht 9 - de trage verbetering van de brandstof-efficiency
1 applaudisseren van vliegtuigen.
2 aluminiumproductie 12 ‘Als er werk wordt gemaakt van de vermindering
3 aartshuichelaar van uitlaatgasuitstoot, zal ook van de toeristische
4 bodembegroeiing sector een evenredige bijdrage worden verlangd.’
5 busabonnement (r. 79-83)
6 65+-kaart 13 A
Uitleg: De andere alternatieven worden wel in de
tekst besproken, maar daar gaat niet de hele
4 Taalschat tekst over; dit geldt wel voor A.
14 C
Opdracht 10 Uitleg: De schrijver probeert de lezer er met
1 evaluatieformulieren argumenten van te overtuigen dat
2 geëxposeerde klimaatverandering invloed heeft op het toerisme,
3 professionaliteit namelijk op de gekozen bestemmingen.
4 provocerende 15 B
5 analytisch vermogen
Uitleg: De schrijver geeft ook veel informatie over
6 verkeersinfarct klimaatverandering en de gevolgen hiervoor voor
7 eerwraak het toerisme.
16 D
Uitleg: De schrijver brengt zijn mening over het
5 Lees vaardig onderwerp naar voren en ondersteunt die met
feiten; andere meningen komen niet naar voren.
Opdracht 11
17 C
1 Je eigen woorden en betekenis erbij.
Uitleg: De schrijver doet een uitspraak over de
2 Het: Het toerisme. (r. 54)
gevolgen van klimaatverandering en milieubeleid
Dat: Vliegvakanties zullen daardoor minder
voor het toerisme in de toekomst.
aantrekkelijk worden. (r. 85-86)
3 Ja, want in alinea 5 staat dat het toerisme invloed
heeft op het klimaat. De uitlaatgasuitstoot heeft
namelijk invloed op de opwarming van het
6 Schrijf vaardig
klimaat door het broeikaseffect van die gassen.
Opdracht 12
4 D 1 De jongeren moeten salaris krijgen naar de
Uitleg: De zinnen van de eerste alinea hangen hoeveelheid werk dat ze verrichten.
allemaal samen en hebben een inleidende Verbetering: De jongeren moeten salaris krijgen
karakter; bij de tweede alinea begint het
naar de hoeveelheid werk die ze verrichten.
middenstuk. 2 Deze brief heb ik geschreven door aanleiding van
5 A het voorval.
Uitleg: De schrijver noemt verschillende aspecten Verbetering: Deze brief heb ik geschreven naar
ten aanzien van de samenhang van klimaat en aanleiding van het voorval.
toerisme. 3 Met deze tekst wil ik jullie overtuigen dat je tot je
6 De eerste zin: ‘Toeristen laten zich heel vaak
zestiende alcoholvrij moet blijven.
leiden door het klimaat.’ (r. 14-15) Verbetering: Met deze tekst wil ik jullie ervan
7 A overtuigen dat je tot je zestiende alcoholvrij moet
Uitleg: De andere alternatieven beschrijven maar blijven.
een deel van de inhoud van deze alinea. 4 De leraar waaraan ik mijn werkstuk wilde geven,
8 In alinea 2 en 3. wilde het niet aanpakken.
9 In alinea 5.
Verbetering: De leraar aan wie ik mijn werkstuk
10 - de sneeuwgrens in de Alpen schuift omhoog; wilde geven, wilde het niet aanpakken.
- hittegolven komen vaker voor; 5 Wat wil je bij je frites eten een kroket een frikadel
- het aantal overstromingen stijgt. een loempia of een bamibal.
11 - de snelle groei van het toerisme; Verbetering: Wat wil je bij je frites eten: een
- het toenemend gebruik van het vliegtuig; kroket, een frikadel, een loempia of een bamibal?
69 _____
Antwoorden blok 1
7 Over taalgebruik
Opdracht 13
1 munitie
2 laagste
3 hem
4 dat
Opdracht 14
1 De zoetkracht van één zoetje is gelijk aan die
van/de zoetkracht van 4 gram suiker.
2 Nathalies moeder ergert zich eraan dat haar
dochter zolang op bed blijft liggen.
3 Sinterklaas is een voornaam persoon en daarom
rijdt hij niet op een bruin paard maar op een witte
schimmel.
Opdracht 15
1 noodweer
2 nederlaag
3 centimeter
4 orchidee
5 eekhoorn
6 garnaal
7 ingewikkeld
8 diefstal
9 hengelaar
10 aspirine
Opdracht 16
Je eigen werk.
_____ 70 BLOK
2 HERHALING
1 Over lezen hoofdtelwoord / rangtelwoord
2 Sommige klasgenoten werken elke avond.
Opdracht 1 bepaald / onbepaald
1 Verteltijd is de tijd die nodig is om een verhaal te hoofdtelwoord / rangtelwoord
vertellen. Vertelde tijd is de hoeveelheid tijd die in 3 Wil jij ook een derde van deze heerlijke taart?
een verhaal verloopt tussen begin en eind. bepaald / onbepaald
2 Showing is gedetailleerd vertellen; telling is hoofdtelwoord / rangtelwoord
beschrijvend, afstandelijk vertellen. 4 Heb jij veel antwoorden goed?
3 Een hoeveelheid tijd in enkele woorden bepaald / onbepaald
samenvatten, bijvoorbeeld: ‘In de loop van de hoofdtelwoord / rangtelwoord
week kwamen er verschillende tips bij de politie
binnen.’ Opdracht 5
4 Bij een terugblik wordt het verhaal onderbroken 1 Denk je dat het morgen droog zal zijn?
en keren we terug naar een eerder tijdstip. Bij 2 Als het regent, ga ik toch naar het popfestival.
een terugverwijzing wordt het verhaal niet 3 Ik moet wel, want ik heb veel geld voor de
onderbroken: het is een korte herinnering of kaartjes betaald.
gedachte aan vroeger. 4 Weet jij of Maurice ook gaat?
5 Een oeroud verhaal waarin de raadsels van de 5 Hij gaat niet, maar zijn broer wel.
natuur, leven en dood worden verklaard door ze
toe te schrijven aan het optreden van hogere
machten, zoals goden. 3 Spelling
6 Een oud, niet-godsdienstig, verhaal met een kern
van waarheid, waaraan veel fantasie is Opdracht 6
toegevoegd. 1 geboortebeperking
7 Er wordt een woord gebruikt waarvan de 6 lachebek
betekenis al aanwezig is in een ander woord van 8 secondeteken (“-teken)
de zin. Bijvoorbeeld: Witte sneeuw, groen gras. 9 verkeerszuil
8 Er wordt twee keer hetzelfde gezegd met andere 10 zonnescherm
woorden. Bijvoorbeeld: Schots en scheef, enkel
Opdracht 7
en alleen.
2 amateurwielrenner
3 ANWB-kantoor
4 diploma-uitreiking
2 Grammatica 5 hang-en-sluitwerk
7 horecaondernemer
Opdracht 2
10 koel- en vriesinstallaties
1 B
11 het man-zijn
2 A
13 milieu-inspecteur
3 A
15 Tweede Kamerlid
4 B
16 woon-werkverkeer
Opdracht 3
Opdracht 8
1 A Waarom mag je van je moeder niet bij ons
1 dromedaris
blijven?
2 cappuccino
2 B Veel jonge werknemers met een jaarcontract
3 diskjockeys
blijven onzeker over hun toekomst.
4 doe-het-zelfcentrum
3 A Met deze actie wil de politie meer inbraken
5 couveusebaby’s
voorkomen.
6 dieselmotor
4 B Het koperen voorwerp blijkt geen oude munt
te zijn. Opdracht 9
Je eigen werk.
Opdracht 4
1 Elke vijftigste klant hoefde zijn boodschappen
niet te betalen.
bepaald / onbepaald
71 _____
Antwoorden blok 2
4 Taalschat 14 C
Uitleg: De psychologen trekken een conclusie uit
Opdracht 10 het voorafgaande blijkens de woorden ‘zo
1 het medisch circuit concluderen de twee psychologen’.
2 fundamenteel 15 B
3 instantie Uitleg: De schrijfster laat haar eigen mening
4 incidenteel achterwege.
5 incubatietijd 16 C
17 D
Opdracht 11
1 kijkt niet verder dan zijn neus lang is
2 een frisse neus te halen
3 deed alsof zijn neus bloedde
6 Schrijf vaardig
4 onder de neus wrijven Opdracht 13
5 het neusje van de zalm 1 Ook zij zijn het ermee eens dat de jeugd steeds
luier worden.
Verbetering:
5 Lees vaardig Ook zij zijn het ermee eens dat de jeugd steeds
luier wordt.
Opdracht 12
Of:
1 Je eigen woorden en betekenis erbij.
Ook zij zijn het ermee eens dat de jeugd steeds
2 Ze: de mensen die wel actie ondernemen
luier worden.
Ze: Twee Amerikaanse psychologen
Verbetering:
hun: vrouwelijke heldendaden
Ook zij zijn het ermee eens dat de jongeren
3 De tekst gaat over helden die gewone,
steeds luier worden.
alledaagse, mensen zijn. Het zijn geen
2 Je kunt de slingers vanavond nog niet ophangen
hulpverleners.
want ik moet hem nog opzoeken.
4 C
Verbetering:
Uitleg: Bij alinea 3 begint de tekst uit te leggen
Je kunt de slingers vanavond nog niet ophangen,
wat helden zijn en welke kenmerken en
want ik moet ze nog opzoeken.
eigenschappen zij bezitten.
3 Als een kind vriendjes heeft die scheldwoorden
5 In alinea 3 en 4.
gebruiken nemen ze die woorden over.
6 In alinea 5 en 6.
Verbetering:
7 D
Als een kind vriendjes heeft die scheldwoorden
Uitleg: Er wordt een vergelijking gemaakt tussen
gebruiken, neemt het die woorden over.
het Amerikaanse en Nederlandse heldenfonds.
4 De overheid heeft weer andere problemen die ze
8 B
moeten oplossen.
Uitleg: Beide alinea’s gaan over de voorwaarden
Verbetering:
(criteria) waaraan mensen moeten voldoen willen
De overheid heeft weer andere problemen die ze
zij een held genoemd kunnen worden.
moet oplossen.
9 A
5 De posters werden opgehangen en kregen door
Uitleg: In alinea 6 wordt het laatstgenoemde
de leerlingen een cijfer.
kenmerk uit alinea 5 verder toegelicht.
Verbetering:
10 B
De posters werden opgehangen en kregen van
Uitleg: Beide alinea’s gaan over de kenmerken
de leerlingen een cijfer.
van helden.
11 B Opdracht 14
Uitleg: Alinea 7 gaat over een ander soorten 1 De buurtbewoners sturen de jongelui van het
helden dan de twee voorafgaande alinea’s. sportveld.
12 B 2 De dief heeft de ring gestolen.
Uitleg: In de twee alinea’s wordt een opsomming 3 In verband met de wintertijd zet ik morgen de
gegeven van andere soorten helden. klok achteruit.
13 D
Uitleg: In deze alinea’s worden verschillende
soorten helden besproken.
_____ 72 BLOK
2 HERHALING
7 Over taalgebruik
Opdracht 15
1 dan
2 Blijkbaar
3 met de hulp van
4 te wijten aan
5 lig
6 kan
7 rede
Opdracht 16
1 Volgens de brandweer kan het mogelijk zijn dat
de kortsluiting is ontstaan in de meterkast. –
foutieve tautologie
2 Toen de bewoner naar beneden kwam om
poolshoogte te nemen, ging de inbreker er hals
over kop vandoor. – foutief pleonasme
3 De vrachtwagen die de container vervoerde
helde naar één kant over. – foutief pleonasme
4 Het geld kan een jaar lang niet worden
opgenomen, maar daar staat echter een hogere
rente tegenover. – foutieve tautologie
5 ‘Ben je in staat het nummerbord van de auto voor
ons te kunnen lezen?’ vroeg de examinator. –
foutieve tautologie
6 De aanwezige bezoekers werden getrakteerd op
koffie met gebak. – foutief pleonasme
7 De bejaarde man sjokte langzaam naar de
voordeur om te zien wie er had
aangebeld. – foutief pleonasme
BLOK 73 _____
3 HERHALING
1 Over lezen 4 De eerste dag van de vakantie ga ik uitslapen en
daarna ga ik mijn boek uitlezen.
Opdracht 1 Dit is een gelijkwaardig / ongelijkwaardig
1 Round characters zijn volledig uitgewerkte samengestelde zin.
figuren met meerdere eigenschappen. Flat
characters zijn niet uitgewerkt en hebben maar Opdracht 5
een of twee typerende eigenschappen. 1 is = kww
2 Medespelers spelen een rol in de zinloos = bnw
gebeurtenissen. Figuranten zijn alleen maar 2 dat = ondersch.vw
vulling voor het verhaal en hebben bijna geen eerste = bep.rangtelw
tekst.
3 - door wat ze denken en voelen;
- door wat ze doen en zeggen; 3 Spelling
- door wat anderen over hen zeggen of denken.
4 Een vroom, godsdienstig verhaal over Christus, Opdracht 6
Maria of een heilig figuur. 1 gedeletet – vdw, gewist – vdw
5 Volkssprookjes zijn ouder dan cultuursprookjes. 2 verwachtte – pv vt, gefinisht – vdw
Van volkssprookjes kennen we de schrijver niet, 3 verteerd – vdw, verteert – pv tt
van cultuursprookjes wel. 4 vermindert – pv tt, loont – pv tt
6 Een woord of een groep woorden staat 5 voorspeld – vdw, afgelast – vdw
geïsoleerd vooraan in de zin. Bijvoorbeeld: Dat 6 biedt – pv tt, bevorderd – vdw
huis, dat vind ik echt heel lelijk. 7 ingeënt – vdw, verspreidt – pv tt
7 De zinnen beginnen en verlopen op dezelfde 8 fronste – pv vt, meldden – pv vt
manier.
Opdracht 7
1 aquariums, aquaria
2 biografen
2 Grammatica 3 bureaus
4 calorieën
Opdracht 2
5 catalogussen, catalogi
1 Als je twijfelt,
6 druiven
2 Voordat je informatie zoekt,
7 filosofen
3 Toen/Terwijl ik op het internet surfte,
8 historici
Opdracht 3 9 logés
1 A 10 lolly’s
2 B 11 menu’s
3 B 12 monniken
4 A 13 notities
14 timmermannen, timmerlui, timmerlieden
Opdracht 4
1 Ik kom het eerste uur niet naar school, want ik Opdracht 8
moet naar de orthodontist. 2 geïnterviewd
Dit is een gelijkwaardig / ongelijkwaardig 4 heteroseksualiteit
samengestelde zin. 5 hoge drukkosten
2 Vraag jij de conciërge of we vrijdagmiddag de 6 twintig eurobiljet
school mogen versieren?
Opdracht 9
Dit is een gelijkwaardig / ongelijkwaardig
1 a aartsvijand
samengestelde zin.
b cappuccino
3 Denk je dat we lang op de luchthaven moeten
2 Je eigen werk.
wachten?
Dit is een gelijkwaardig / ongelijkwaardig
samengestelde zin.
_____ 74 BLOK
3 HERHALING
4 Taalschat 8 B
Uitleg: In alinea 8 wordt nog een andere oorzaak
Opdracht 10 genoemd voor het feit dat meisjes eerder talen
1 parade kiezen.
2 imponerende 9 D
3 incassobureau Uitleg: De schrijver bewijst met zijn verwijzing
4 geïmplanteerde naar andere landen dat het uitstellen van de
5 apotheose keuze ertoe leidt dat meer meisjes exacte vakken
6 Zoölogen kiezen.
7 Budgetbewaking 10 C
8 compromis Uitleg: De schrijver neemt het standpunt in dat de
toenemende feminisering van het onderwijs goed
Opdracht 11
is voor meisjes en slecht is voor jongens.
1 Bijvoorbeeld:
11 A
Dammen leert vader later echt wel. – 18 letters
Uitleg: Bügel geeft aan dat voor de stelling in de
Door meer vee dalen de prijzen weer. – 16 letters
vorige alinea geen bewijs bestaat.
2 Je eigen werk.
12 B
Uitleg: Jolles bestrijdt het standpunt van Bügel.
13 D
5 Lees vaardig Uitleg: Jolles noemt voorbeelden die zijn
standpunt ondersteunen.
Opdracht 12
14 B
1 B
Uitleg: De schrijver constateert dat vrouwen
Uitleg: Alinea 2 geeft een verklaring voor de
maatschappelijk nog niet in hogere posities
betere schoolprestaties van meisjes, zoals
doordringen.
genoemd in alinea 1.
2 D
Uitleg: Alinea 3 noemt nog een verklaring voor
het feit dat meisjes het beter doen dan jongens.
6 Schrijf vaardig
3 C
Opdracht 13
Uitleg: De eerste zin van alinea 4 ‘Misschien wel
1 B
… dan jongens’ is een overgangszin. Het woord
2 A
daarom is een verwijzend woord.
4 A Opdracht 14
Uitleg: De schrijver noemt een veronderstelling 1 We moeten wel doorgaan met oud papier te
voor het feit dat meisjes verder komen in het blijven inzamelen.
onderwijs. Verbetering;
5 D We moeten wel doorgaan met oud papier in te
Uitleg: De schrijver noemt een veronderstelling zamelen.
voor het feit dat meisjes beter presteren, namelijk 2 Na dit schooljaar wil ik graag op vakantie en ben
dat ze ‘makkelijker’ vakken kiezen, zoals talen. ik nu alvast informatie aan het verzamelen.
6 C Verbetering:
Uitleg: In alinea 5 wordt gesteld dat meisjes liever Na dit schooljaar wil ik graag op vakantie en ik
voor talen kiezen dan voor exacte vakken. Alinea ben nu alvast informatie aan het verzamelen.
6 begint met het signaalwoord maar. Er volgt 3 Ik ben daarentegen toch niet van plan jouw
hierna een tegenstelling, namelijk dat meisjes voorstel te bespreken.
helemaal niet te dom zijn voor onderwijs in Verbetering:
exacte vakken. Ik ben toch niet van plan jouw voorstel te
7 B bespreken.
Uitleg: De schrijver werpt tegen dat meisjes te
dom zouden zijn voor exacte vakken.
75 _____
Antwoorden blok 3
7 Over taalgebruik
Opdracht 15
1 Net zomin als jij ga ik niet naar het
eindexamenfeest.
2 De politieman wilde beletten dat de aangehouden
motorrijder ervandoor niet vandoor ging.
3 Denk niet dat je kunt eten wat je wilt, als je
regelmatig in beweging bent en veel aan sport
doet.
4 Bijna alle leerlingen in onze klas komen uit
Amstelveen.
5 De weerman verwacht de komende dagen
regenachtig weer en harde wind.
Opdracht 16
1 rugzaktoeristen
2 ‘of zo’ weglaten
3 bezwaren
4 maar
Opdracht 17
1 zin 3
2 zin 4
Opdracht 18
a 1 middenberm, bermbeplanting
2 luchtsluis, sluiswachter; luchtbrug, brugwachter
3 weerkaart, kaartverkoop
4 brandalarm, alarmcentrale
5 parkeerschijf, schijfruimte
6 waterkoker, kokerrok
7 zandkasteel, kasteelroman
8 terreinwagen, wagenspoor
9 glasbak, bakboord
10 examenangst, angstaanval
b Je eigen werk.
_____ 76 BLOK
4 HERHALING
1 Over lezen 10 De vrouw werd wantrouwig toen ze haar
bankrekening op het formulier moest invullen.
Opdracht 1 De nummers 2, 6 en 9 heb je omcirkeld.
1 Het standpunt van waaruit je als lezer alles ziet.
2 De ik-vertelsituatie, de personale vertelsituatie, Opdracht 4
de alwetende vertelsituatie en de meervoudige 1 hoeveelste = onb.rangtelw.
vertelsituatie. duurder = bnw
3 De personale vertelsituatie. 2 Wat = betr.vnw. m.i.a.
4 De alwetende vertelsituatie. en = nevensch.vw.
5 Een kort, eenvoudig verhaal met een wijze les, erg = bw
waarin dieren spreken en handelen als mensen
6 Een overdrijving: iets wordt groter of sterker
gemaakt dan in werkelijkheid. Bijvoorbeeld: Hij 3 Spelling
kan geen seconde stilzitten.
7 Nee, het is een echte vraag. Een retorische Opdracht 5
vraag is geen vraag, maar een mededeling in de 3 Enkele
vorm van een vraag. 4 eurootje
6 Harry Mulisch’ romans
7 hygiënisch
9 lolly’tje
2 Grammatica
12 Noordhollands Dagblad
Opdracht 2 14 poriën
1 Wie al een toegangskaart heeft, hoeft niet in de 15 PvdA’er
rij te staan. 17 ‘s-Gravenhage
zinsdeel: Hij 20 Sophies tennisschoenen
2 Het bericht is bestemd voor wie het horen wil. 21 sproei-installatie
zinsdeel: hem 24 twee d’s
3 Dat je oma uit het ziekenhuis is ontslagen, is een 25 verdraaiing
goed bericht.
Opdracht 6
zinsdeel: Dat
1 verwijderd – vdw, gerecycled – vdw
4 Gisteren vertelde hij mij dat hij zijn werkstuk niet
2 verdedigd – vdw, verhoogt –pv tt
op tijd afkrijgt.
3 gebeurt – pv tt, gewenst – vdw
zinsdeel: dat
4 stuurt – pv tt, wordt – pv tt
Opdracht 3 5 gezuiverd – vdw, geloosd – vdw
1 Het zwembad gaat 15 mei open, tenzij de 6 forensde – pv vt, gecarpoold – vdw
temperatuur lager is dan 15 graden. 7 verrichtte – pv vt, verleent – pv tt
2 Op het liftbriefje dat ik van de teamleider heb 8 gesport – vdw, gehockeyd – vdw, gerugbyd –
gekregen, staat geen datum. vdw
3 Je moet je vlieger met deze wind goed
Opdracht 7
vasthouden, want je bent hem zo kwijt.
1 pitbullteriër
4 Weet jij wat het verschil is tussen deze twee
2 oud-burgemeester
producten?
3 passagiersaccommodatie
5 Zodra het geld is overgemaakt, zullen wij u uw
4 insectenpoeder
bestelling toesturen.
5 montessorischool
6 De boeken die Charlene leest, zijn mij veel te dik.
6 minipizzaatje
7 In een onlangs gepubliceerd krantenbericht
meldde de gemeente de datum voor de
herinrichting van de winkelstraat.
8 Veel klanten van deze bank zijn door de fraude in
de financiële problemen geraakt.
9 Wie geïnteresseerd is in cultuur kiest de vakken
die hier aandacht aan besteden.
77 _____
Antwoorden blok 4
6 Schrijf vaardig
Opdracht 10
1 Veel vragen over deze baan wil ik u stellen.
Of: Ik wil u veel vragen stellen over deze baan.
_____ 78 BLOK
5 HERHALING
1 Over lezen 3 Spelling
Opdracht 1 Opdracht 5
1 Iets wat voor de lezer verborgen wordt 1 Onthoud – gebiedende wijs, parkeert – pv tt
gehouden. 2 Beantwoord – gebiedende wijs
2 De spanning loopt op, want de lezer wordt 3 Zend in – gebiedende wijs
nieuwsgierig. 4 zuchten – inf
3 Je antwoord bevat drie van de volgende 5 turfde – pv vt, gesmasht – vdw
mogelijkheden: personage in een gevaarlijke 6 wordt – pv tt,
situatie; personage in een gevaarlijke omgeving; 7 ontwikkeld – vdw, verlengd – vdw
vermoedens over de afloop wekken; het verhaal 8 niesde – pv vt, proeste – pv vt
vertragen; het vervolg uitstellen; een
onverwachte wending gebruiken; de lezer een Opdracht 6
informatievoorsprong geven. 1 pyjamaatje
4 De periode tussen het begin en het eind van de 2 parttimeopleiding
spanning. 3 à la carte
5 Het thema geeft de diepere bedoeling van de 4 decolleté
hele tekst aan. Een motief is een verhaalelement 5 een van de aanwezigen
dat steeds terugkeert. Motieven kunnen als 6 après-ski
deelonderwerpen beschouwd worden.
Opdracht 7
6 Lectuur is bedoeld ter ontspanning en de
1 a fuif
schrijver heeft geen artistiek doel. Bij literatuur
b figuratief
heeft een schrijver wel een artistieke bedoeling
c facultatief
en hij wil meer dan de lezer alleen maar
d fonograaf
ontspanning bieden.
e foutief
7 Iets op een verzachtende manier zeggen.
f fictief
Bijvoorbeeld: ‘ongeneeslijk ziek zijn’ voor ‘kanker
g filosoof
hebben’ of ‘heengaan’ voor ‘doodgaan’.
2 bieb, blub, club ,drab, krab, krib, kwab, lab, pub,
rib, schub, tab, tob, web
2 Grammatica
Opdracht 2
4 Taalschat
1 A
Opdracht 8
2 B
1 analyses
3 A
2 vignet
4 B
3 actueel, modern
5 B
4 militant
6 B
5 onheilsprofeet
Opdracht 3 6 Het oxidatieproces
1 B 7 isoleercel
2 A 8 electoraal succes
3 B
4 B
5 B 5 Lees vaardig
6 A
Opdracht 9
Opdracht 4 In de samenvatting heb je de volgende
bouwen = znw informatie-elementen verwerkt:
want = nevensch.vw 1 Bijna iedereen wordt bij het houden van
veel = onb.hoofdtelw. spreekbeurt bevangen door een zekere mate van
deze = aanw.vnw. podiumvrees / Maar weinig mensen kunnen
geheel op hun gemak een publiek toespreken.
79 _____
Antwoorden blok 5
5 HERHALING
Opdracht 14
1 a/b Je antwoord bevat twee van de volgende
mogelijkheden:
– Het geeft zekerheid over de juiste uitspraak.
– Correct spreken vinden velen belangrijk, omdat
ze trots zijn op hun taal.
– De spelling hoeft niet aangepast te worden, als
de uitspraak niet verandert.
2 het woord Scheveningen
BLOK 81 _____
6 HERHALING
1 Over lezen 3 Spelling
Opdracht 1 Opdracht 6
1 De omgeving van de gebeurtenissen concreet 1 hellinkje
maken, een bepaalde sfeer oproepen, het thema 3 pony’tje
van het verhaal ondersteunen en verband 5 aspirientje
houden met de bouw van het verhaal. 6 sateetje
2 Ten eerste: de gedachten van de personages 7 A4’tje
kunnen niet worden beschreven. Ten tweede: het
is niet mogelijk veel te wisselen van plaats en tijd. Opdracht 7
3 Je eigen antwoord. 1 Bij de dokter moest ik een half uur wachten.
4 Ironie is milde spot; sarcasme is harde, scherpe 2 Een kroketje kost één euro tien.
spot. Voorbeeld: als iemand de deur heeft 3 Chantal is geboren op 25 april 1994.
geverfd, maar het is niet erg gelukt, is de 4 Mijn broer wordt morgen negentien.
volgende opmerking ironisch bedoeld: ‘Die deur 5 Ik zit in de derde klas van de havo.
ziet er weer als nieuw uit!’ of ‘Ik kan wel zien dat
Opdracht 8
je talent voor schilderen hebt’.
1 te allen tijde
2 stiekemerd
3 sperziebonen
2 Grammatica 4 tagliatelle
5 truckcabines
Opdracht 2
6 zich agressief gedragen
1 over het koude water in de douches = vzv
2 bijzonder kleine afmetingen = lv
3 blijkt een strafbaar feit te zijn = nwg
4 het zusje van Bart = bijstelling 4 Taalschat
Opdracht 3 Opdracht 9
1 Welke route door het bos we genomen hebben, 1 sociale status
weten we niet meer. 2 impuls
2 Geloven alle mensen dat het klimaat de komende 3 (het) prototype
jaren nog meer verandert? 4 paradoxaal
3 De nieuwslezer die meestal het journaal van acht 5 explosief
uur voorlas, is gisteren ontslagen. 6 het juk
4 Voor wie vanavond niet mee kan, heb ik een
Opdracht 10
andere verrassing.
1 hun hart ophalen
5 Het pad dat door de duinen loopt, is vanwege
2 drukte op het hart
onderhoudswerkzaamheden tijdelijk afgesloten.
3 het hart draaide mij om in het lijf
De nummers 3 en 5 heb je omcirkeld.
4 het hart klopte de zwemmer in de keel
Opdracht 4 5 heeft een stenen hart
1 A
Opdracht 11
2 B
1 a broodmager
3 B
b ellenlang
4 B
c gortdroog
5 A
d kraakhelder
Opdracht 5 e loodzwaar
Als = ondersch.vw f mijlenver
je = pers.vnw g piekfijn
zuinig = bw h spierwit
die = betr.vnw i stekeblind
j vlijmscherp
_____ 82 BLOK
6 HERHALING
2 a dom Ten tweede: berichten gebruiken niet het
b hard normale sms-berichtsysteem, waardoor het ook
c kaal gebruikt kan worden bij overbelaste
d druk (telefoon)lijnen.
e stoned, mager 14 Het middel is: het juiste kanaal op de mobiel
f arm, mager activeren.
g rood Het doel is: alarmberichten kunnen ontvangen.
h doof 15 A
i mager Uitleg: Er wordt een conclusie getrokken uit de
j oud voorafgaande zinnen; de conclusie is te
k lelijk herkennen aan het signaalwoord dus.
l stijf 16 D
3 Je eigen werk. Uitleg: De schrijver geeft informatie over het
nieuwe systeem, namelijk de voordelen, hoe het
werkt en welke problemen er nog zijn.
5 Lees vaardig 17 C
Opdracht 12
1 Dat (r. 4-6): de locatie van elk mobieltje (in 6 Schrijf vaardig
dichtbevolkte gebieden) tot op vijf meter
nauwkeurig kunnen bepalen. Opdracht 13
zij (r.25): de overheid 1 B
het (r. 28): het alarmeren van de burger via het 2 B
mobieltje 3 A
het (r. 53): (het gebruik van) cell broadcast 4 B
Dat (r. 71-72): de telefoon afstemmen op het
ontvangen van alarmberichten Opdracht 14
2 Nee, je krijgt een sms-bericht van de overheid. 1 Die vergissing hadden wij uiteraard moeten
3 De eerste alinea. voorkomen en die zal in de toekomst niet meer
4 Bij alinea 2. voorkomen.
5 Bij alinea 4. 2 De smaak van het eten en het eten zelf spelen
6 Bij alinea 6. een belangrijke rol.
7 C 3 Toegangskaarten voor het zwembad ontvangt u
Uitleg: In alinea 3 worden als toelichting de bij aanvang van uw vakantie van de
voordelen van het systeem genoemd. receptioniste.
8 Opsommend, want in alinea 3 worden de 4 Het doel van deze stage is dat wij in aanraking
voordelen van het systeem na elkaar genoemd. komen met de hulpbehoevenden in de
9 Verder, daarnaast en bovendien. samenleving.
10 Ten eerste: de overheid kan niet alleen alarm 5 Uit een onderzoek is gebleken dat muziek tijdens
slaan, maar ook instructie geven. het wachten een van de grootste ergernissen is.
Ten tweede: de overheid kan de burger op de Uit een onderzoek is gebleken dat muziek tijdens
hoogte houden van het verloop of de het wachten tot de grootste ergernissen behoort.
ontwikkeling van de ramp. 6 Wij verzoeken u tussen 23.00 en 08.00 uur de
Ten derde: de overheid kan gerichte instructies nachtrust van de campinggasten niet te
geven. Dit houdt in dat mensen in de directe verstoren.
omgeving van de ramp andere instructies kunnen
krijgen dan mensen buiten dit gebied.
Ten vierde: met het systeem kunnen ook doven 7 Over taalgebruik
en slechthorenden bereikt worden.
Opdracht 15
11 D
a A d B
12 cell broadcast
b A e A
13 Ten eerste: berichten kunnen met miljoenen
c B f B
tegelijk verzonden worden.