Professional Documents
Culture Documents
0 IT ECHT
8E • 1s
Paragraaf 1 Waar het in dit boek over gaat 5
Paragraaf 2 Antwoorden op levensvragen 8
Paragraaf 3 Nadenken over levensvragen 12
EG0 23
é
o @e
@ @ @ @4
@ e eo
4 HOOFDSTUK l
Paragraaf 1 Waar het in dit boek over gaat
lnleiding
Wat leer je in dit boek en in deze lessen? In deze lessen gaat het over wat echt belangrijk is in het leven. Wat
mensen echt belangrijk vinden, heeft te ma ken met vragen over geluk en ongeluk. En natuurlijk met vragen
als: 'Waarom leef ik eigenlijk?' en 'Wat is de zin van het bestaan?'
Op deze belangrijke vragen geven mensen verschillende antwoorden. Ook in jouw klas worden zu lke vragen
verschillend beantwoord. Het is verstandig om goed te luisteren naar de meningen van je klasgenoten. Je
hoeft het daarbij niet eens te zijn met wat anderen zeggen maar je kunt er wel iets van leren. Een goed ge-
sprek helpt je om je eigen mening te vormen.
Maar natuurlijk kun je ook in dit boek lezen over hoe mensen denken over die belangrijke vragen. Van al de
verschillende antwoorden die men sen geven, kun je een beetje Wijs Worden.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Mensen verschillen van mening over waar het echt om draait in het leven.
Wat vind jij echt belangrijk? Bekijk de onderstaande mogelijkheden en kruis aan wat jij heel belangrijk,
niet zo belangrijk of onbelangrijk vindt. Mis je iets dat je heel belangrijk vindt? Vul dat dan in bij 13.
Heel belangrijk Niet zo belangrijk Onbelangrijk
,. Mooie kleren
·.
2. Vrienden(innen) '. 1
3. Muziek
4. God
6. Mijn familie
7. Soaps op tv
g. Sport
11. Gezondheid
12. Garnen
13.
............................................................................
Deze opdracht gaat a Ileen over wat je bij opdracht 1 hebt ingevuld in de kolom 'heel belangrijk'.
Wat je het allerbelangrijkste vindt, plaats je bovenaan enzovoort.
HOOFDSTUK l 5
Gewone vragen en levensvragen
Naden ken doe je voortdurend en over van alles en nog wat. Zo kun je naden ken over de vraag wat je van-
avond zult doen: spreek je met iemand af of kijk je thuis tv? Ga je stra ks na school meteen naar huis of niet?
En ook op school worden allerlei vragen gesteld. Al deze vragen verdelen we nu in twee soorten: gewone vra-
gen en levensvragen. We doen dit omdat je dan stra ks beter begrijpt waar dit boek en deze lessen over gaan:
namelijk over levensvragen.
tLLLLLLLLlLLLLLLLLLLLLLLLLLLL
BRON 2 Levensvragen
Bij levensvragen wordt niet gevraagd naar Omdat het bij levensvragen om meningen gaat,
feiten maar naar meningen. Menin gen over wat is niet zomaar één antwoord hetjuiste. Mensen
heel belangrijk is in het leven. verschillen im mers van mening over wat
belangrijk is in het leven.
Een levensvraag heeft dus twee ken merken: Antwoorden op levensvragen beginnen vaak
1. er wordt gevraagd naar meningen met 'Ik vin d ..' of 'Mijn mening is...'. Bij een
2. die menin gen gaan over wat in het menselijk gewone vraag als 'Hoeveel is vier plus vier?' geef
leven uiteindelijk van belang is. je als antwoord: 'Vier plus vier is acht'. Bij zo'n
gewone vraag zeg je niet: 'Ik vind dat vier en vier
-
, Enke le voorbeelden van levensvragen: sa men acht zijn', of: 'Mijn mening is dat vier en
- Denk je dat je later gelukkig zult worden? vier sa men acht zijn'.
Denk je dater leven is na de dood? In plaats van 'levensvragen' mag je ook spreken
6 HOOFDSTUKl
Gebruik bij de opdrachten 3 tot en met 6 de bronnen 1 en 2.
............................................................................
Vul het onderstaande schema in:
Vragen
».
. „
evensvragen zmyn vragen
1.
2.
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Welke vragen zijn gewone vragen en welke levensvragen?
Zet telkens een kruisje in de juiste kolom. Gewone vraag Levensvraag
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Welke zinnen kloppen wel en welke niet? Klopt wel Klopt niet
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
a. Bedenk zelf een levensvraag.
b. Wijs de twee ken merken van een levensvraag aan in de levensvraag die je bija. hebt opgeschreven.
1.
2.
HOOFDSTUK l 7
Paragraaf 2 Antwoorden op levensvragen
Tot nu toe hebben we nagedacht over vragen die je kunt stellen. Maar op vragen verwacht je ook antwoorden.
Daarover gaat paragraaf 2.
LLI
BRON 3 Levensbeschouwing
Levensvragen zijn vragen over wat het
allerbelangrijkste is in het leven. Zu Ike vragen
gaan over de zin en betekenis van alles wat
bestaat. Over die vragen blijf je naden ken,
waarschijn7ijk wel je he le leven. Je zult ook
antwoorden bedenken op die vragen en een
mening vormen.
Zo kun je vin den dat plezier ma ken, belangrijker
is dan je best doen op school.Je kunt gel oven
dat God bestaat maar je kunt ook van mening
zijn dater geen god bestaat. Je kunt van mening
zijn dat ieder mens zijn eigen problemen moet
oplossen maar je kunt ook vinden dat mensen
elkaar moeten helpen. Je kunt wel of niet
denken dater leven is na de dood. Enzovoort.
Daarmee zijn we bij het begrip
'levensbeschouwing'. Je levensbeschouwing
bestaat uit de levensvragen die je stelt
en de antwoorden die je daarop geeft. Je
levensbeschouwing is jouw mening over alles
wat bestaat en over wat jij belangrijk vindt voor
jezelf.
trrrrrrrTTTTTTTTfffmTffTTT
e·es»··o····os·e···»o»e·osee»osee·e·ese·"lf
Waarin verschillen de zinnen die in blauw staan van de zinnen die in groen staan?
- De levensbeschouwing van iemand is het geheel van antwoorden op zijn of haar levensvragen.
- Een levensbeschouwing: dat zijn de antwoorden op gewone vragen die mensen in het leven stellen.
Meningen over hoe jongens en meisjes met elkaar moeten omgaan, behoren tot iemands
levensbeschouwing.
- Als iemand de opvatting heeft dater geen god bestaat, heeft dat niets met levensbeschouwing te
maken.
............................................................................
Bij opdracht 6a heb je een levensvraag opgeschreven.
Geef nu op deze levensvraag twee verschillende antwoorden.
Antwoord 1
Antwoord 2
8 HOOFDSTUK 1
............................................................................
'Wat is de zin van het leven?' is een vaak geste Ide levensvraag.
Hieronder staan zes antwoorden. Met welke antwoorden ben jewel en niet eens?
Wei Niet
1. Het lèven is voor mij de tijd tussen twee grote niksen: er was niets vóór mijn geboorte
en er zal niets zijn na mijn dood. Van de tijd die ik heb om te leven, wil ik genieten.
2. Mijn familie en vrienden ma ken voor mij het leven de moeite waard.
3. God heeft een bedoeling met alles wat bestaat. Wij moeten de wereld tot iets goeds
makén, dat is voor mij de zin van het leven.
4. In het bestaan hier op a arde stelt God men sen op de proef. Als we die proef goed
doorstaan zullen we beloond worden in het eeuwig leven nadat we gestorven zijn.
5. Mensen moeten niet a Ileen goed zijn voor elkaar maar ook voor dieren en eigenlijk
voor de hele natuur. Daarbij dienen we ook rekening te houden met de men sen die na
ons zullen leven. Op die manier maak je echt iets van je leven, vind ik.
6. Alles in de natuur ontstaat, groe it, gaat dood en wordt opnieuw geboren. lk denk dat
ook dieren en mensen steeds opnieuw geboren worden. lk voe I dat ik een stukje van
een groot ge heel ben, daarin zit voor mij de zin van het leven.
--
a. lk ben het eens/een beetje eens met tekst(en) nummer(s)
want
want
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Tekening
HOOFDSTUK 1 9
.................
We weten nu dat jouw levensvragen en jouw
antwoorden daarop,jouw levensbeschouwing
heeft over wat echt belangrijk is in het leven.
ledereen heeft dus een levensbeschouwing
1·
• vorm en. Maar niemand denkt en voe It precies al ben je jezelf lang niet altijd bewust wat die
zoals jij. En ook niemand stelt precies dezelfde precies inhoudt. Wat jewel of niet doet, laat
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Esther kijkt op tv naar alles wat met schoonheid en uiterlijk te ma ken heeft. Daarnaast bezoekt zij iedere
dag even haar opa en orna-water ook gebeurt. Naar een kerk of moskee gaat zij niet, daar heeft zij niks
mee.
Als Esther zegt: 'Ik heb helemaal geen levensbeschouwing' wat zou je dan tegen haar kunnen zeggen?
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
a. Wat is een persoonlijke levensbeschouwing?
10 HOOFDSTUK 1
............................................................................
Noteer tel kens welke gemeenschappelijke levensbeschouwing wordt bedoeld.
Je kunt kiezen uit: christendom, islam, jodendom, hindoeisme, boeddhisme en humanisme.
±3//Hit+Hilt- ~=-
111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111~
=
~=-
- -
Deze mensen geloven meestal niet in God, à Deze mensen benadrukken dat lijden en
~ stellen de menselijke waardigh1J
centraal en streven naar een
i~ @~
2y
=-
z verdriet bij het leven horen. Boeddha is
hun grate voorbeeld.
z=
-#=k
5 4._¿.¢$ g
4
'
5--= II;
-
"-N-
44Hi+ii#HWHHHWHHHHIi
-i j- ( 'PY "g
-
Deze mensen benadrukken de grootheid Deze godsdienst ligt aan de wortels van het
en al macht van God. De Koran is hun christendom en de islam.
belangrijkste boek.
:f:jllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll::
-,., .•
z= Deze godsdienst gaat terug op Jezus van aj Deze levensbeschouwing kamt met name in
=
Nazaret. g
à
India voor. Aanhangers geloven in de weder- I
geboorte van alles wat leeft. I
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Geven alle christenen (of alle moslims, of alle huma nisten) dezelfde antwoorden op levensvragen?
Waarom wel/niet?
HOOFDSTUK 1 11
Paragraaf 3 Nadenken over levensvragen
e--------
16 • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Je kunt altijd en overa I (thuis, op school) na denken over levensvragen.
In twee gevallen dringen levensvragen zieh echt aan je op (vul in):
1.
} Levensvragen
2.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ... . . . .
In het woord 'verwand eren' zit 'wonder'. Wat heeft 'wonder' te ma ken met 'verwonderen'?
12 HOOFDSTUK 1
............................................................................
Hieronder staan enkele afbeeldingen. Welke afbeelding prikkeltje om na te denken over een levensvraag?
b¢ ¢ ¢ ¢ ¢ ¢ ¢ ¢ ¢ ¢ ¢ ¢ @¢ et %¢@
Misschien ben je ook wel eens aan het denken gezet door een boeiende film of door een songtekst.
Doe daarvan hieronder verslag. Je kunt hier ook een eigen afbeelding plakken.
Geef in alle gevallen aan om welke levensvraag het volgens jou gaat.
-3 IHIIIIIIHIIIIIHIHIIIIIHIHIHIIHIIIIIIIIIIIIIHIIHIHIE--
==-
-
=
=
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllT
HOOFDSTUK 1 13
„3¢ .'lt_--~
• ..~,· _,.·
....... \
•• • ".a -·· ..
l
. #
·y
•
1\ t¢
. ..2 l
' U
E d0
+' o +'
o .e
un U Vl
e -"' e
-~
::::l
< z d)
O 5
BRON 7 Filosofie
Door een ingrijpende gebeurtenis als een en over levensbeschouwing, ofwel: we
sterfgeval, stellen mensen levensvragen. Maar filosoferen.
ook door verwondering over dingen die tot nu Het woord 'filosofie' bestand al in het oude
toe heel gewoon le ken kun je levensvragen Griekenland, dus al voor het begin van onze
stellen en aan het denken gezet worden. jaartelling. Het woord 'filo-sofie' komt uit het
Het naden ken over levensvragen en je Grieks en bestaat uit twee delen. 'Filo' betekent:
levensbeschouwing is een speciaal soort 'ik houd van' en 'sofie' ('sophia') betekent
naden ken. Er bestaat daarom ook een speciaal 'wijsheid'. Het woo rd 'filosofie' betekent dus:
woord voor:filosofie. ik houd van wijsheid. Als je na denkt over
In deze lessen denken we na over levensvragen levensvragen, word je wijs!
1,
Jezelf verwonderen
} Levensvragen 4 hier over naden ken = filosoferen
............................................................................
Lees Bron 7 en zoek de kortste omschrijving van het woord 'filosofie'. Noteer die omschrijving hieronder.
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Vul de volgende woorden in: levensvragen stellen, verwonderen, filosoferen.
Als dingen die je eerst heel gewoon vond nu ineens heel bijzonder voor je zijn, noemen we dat
14 HOOFDSTUK 1
Filosoferen: een voorbeeld
Filosoferen kun je over van alles en nog wat als het maar om levensvragen gaat: vragen bij de dood van opa,
vragen bij een boeiende film of songtekst, vragen bij de natuur die ieder jaar weer tot leven komt.
Zo dadelijk volgt een voorbeeld uit het dagelijks leven: je wilt kleren gaan kopen. Op het eerste gezicht een
vrij normale zaak: shoppen heeft immers toch niks met filosofie te maken? En dat klopt ook... tenminste als
je geen vragen stelt. Dan is het gewoon winkelen. Maar als je wel vragen stelt bij 'dat gewone winkeleP€
zelf durft na te denken, ook over jezelf, komen de levensvragen van zelf. En dan kun je gaan filosoferen. Let
maar op!
, DEZE
IND IK TE
JE Pok IS
HELEMAAL
KAAL-
IK DEZE LO GEWASSEN, JE
LJ, HOEF Ik GE LOOPT
UUE POK, D ZOMETEEN
PEN WUE DIE EE VoR Gk!
RE KEEP
.
Misschien krijg je de blouse en nog een nieuwe broek ook, maar
misschien ook niet. Je eet met je moeder nog een ijsje en gaat
weer naar huis. Dat was het dan. Enzo gaat het misschien de vol-
gende keer weer. Maar over deze normale gebeurtenis kun je ook
gaan naden ken en allerlei vragen stellen. Vragen die te ma ken
8) MIJ IN DE KLAS VINDT NIEMAN@R ."bben met wat voor jou en anderen werkelijk
DAT JE VOR GEK OPT MET ZO'N belangrijk is. Op die vragen kun je proberen
8POEY, DUS DIE KAN IK BEST NOG E antwoorden te geven, dat is niet altijd
EEN TIJDJE DRA&EN.- gemakkelijk.
15
HOOF DSTUK I
............................................................................
Hie rond er sta an vier groepen vragen. Lees ze eerst door en kies er minstens twee uit.
6
'I,.,.
a. Wanneer ben je oud en wijs genoeg om je eigen
kleren te kopen? Hoe stel je dat vast?
b. Is dat voor iedereen hetzelfde?
c. Denk je dat je genoeg verstand hebt van wat
3
goede kleding is, ofwat geschikte kleding is?
d. Hoe weetje daten van wie weet je dat? En kan
die persoon dat wel echt zeker weten?
e. Slotvraag: Wanneer kun je echt iets zeker weten?
I
;
1
3
a. Waarom vinci jij bepaalde kleren mooi? ==
b. Wat maakt kleren tot 'mooie kleren'?
=;
=
c. Hoe komt het dat wat de een mooi vindt, een !=
ander soms lelijk vindt? in+jiff#It!t
d. Hoe komt het dat we kleding die mensen 100 jaar geleden mooi vonden,
nu vaak niet meer mooi vinden?
Slotvraag: Wat is eigenlijk 'mooi'?
16 HOOFDSTUK 1
Tips bij het beantwoorden:
- Geef je antwoord niet te snel maar denk eerst goed na.
Vraag jezelf steeds af:'Klopt mijn antwoord eigenlijk wel?'
- Je antwoord mag best een beetje tegenstrijdig zijn bijvoorbeeld: Soms denk ik dat dít belangrijk is,
maar een andere keer vind ik toch dát belangrijk. Of: Ik zie hier voordelen aan maar ook een nadeel.
a.
b.
c.
d.
e. Slotvraag
a.
b.
c.
d.
e. Slotvraag
a:
b.
c.
d.
e. Slotvraag
a.
b.
c.
d.
e. Slotvraag
HOOFDSTUK 1 17
Paragraaf 4 Het nut van nadenken over je levensbeschouwing
Diep naden ken over wat in je leven echt belangrijk is, is heel inspannend en soms kan het misschien zelfs een
beetje duizelen in je hoofd. Maar als het goed is, krijg je er ook iets voor te rug.
............................................................................
Door diep na denken kun je ook dingen over jezelf ontdekken. Zo kun je er achter komen dat je soms
dingen verkeerd aanpakt.
a. Wat ontdekte Sofie door goed na te denken over zichzelf?
Ze ontdekte dat
1.
2.
Je kunt ook zeggen dat wat Sofie ontdekte antwoorden zijn op levensvragen.
b. Op welke levensvragen geeft ze zichzelf een antwoord?
1.
2.
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Als je met een probleem zit en daar ongelukkig mee bent mag je daar dan een ander de schuld van
geven? Oat was een levensvraag die Sofie zichzelf stelde.
Wat vind jij: œ dat mag je altijd, ®' dat mag je nooit, @ dat .mag je soms.
lk vind datje
---------------------------------
want
18 HOOFDSTUK l
Sofie en haar levensvragen
Door goed nadenken ontdekte Sofie dat ze anderen de schuld gaf van haar verlegen zijn. Als je met een
probleem zit en je daar ongelukkig bij voelt, mag je daar dan een an der de schuld van geven? Dat was een
levensvraag die Sofie zichzelf stelde.
Haar antwoord: 'Nee, in ieder geval niet voor het feit dat ik te weinig lef heb; daar moet ik zelf iets aan pro-
beren te doen.'
Ze ontdekte nog iets: ze gedroeg zieh als een jaknikker. 'Maar wil ik eigenlijk wel als jaknikker door het leven
gaan?' vroeg ze zich af. 'Wie of wat ben ik eigenlijk: een jaknikker of een buitenbeentje?' En ook daarmee
stootte Sofie op een levensvraag: wie ben ik eigenlijk?
Haar antwoord: 'Ik wil uniek zijn, geen jaknikker. Ook daar wil ik zelf iets aan gaan doen.'
,-- '
op levensvragen bestaan. Maar doordat je over
, "
belangrijke zaken goed hebt leren nadenken,
. - ..
zul je er toch verstandiger mee omgaan. Goed
naden ken over wat voor jou belangrijk is, kan je
de
dus he I pen om gelukkiger te worden. Philip Taaffe, Unit of Direction No.2 with Jurassic Flint Spinges, 2008
............................................................................
Zo kun je eens even de tijd ne men om goed na te denken over het omgaan met je vriend of vriendin.
Je zou dan bijvoorbeeld een vraag kunnen stellen als: 'Laat de and er mij wel voldoende vrij?' Of:'Laat ik
de ander wel voldoende vrij?'
a. Als jij diep naden kt over het omgaan met vrienden of vriendinnen, welke vragen zou jij dan stellen?
HOOF0STUK l 19
Paragraaf 5 Een goed gesprek over levensvragen: enkele regels
Goed naden ken doe je zelf: jíj bent het die tot een antwoord op een levensvraag moet kamen, jíj moet een
stand punt innemen. Maar bij dat naden ken, kun je heel wat hebben aan de mening van anderen. Een goed
gesprek met anderen kan je helpen om meer duidelijkheid voor jezelf te krijgen.
3 BRON 8 Communicatie
Communicatie is een moeilijk woord voor een ma ken wat men niet goed vindt aan wat een
goed gesprek. Maar wat is een goed gesprek? ander zegt. Zo kun je sa men tot een beter
1. In ze'n gesprek geven degenen die het antwoord komen op een belangrijke vraag.
gesprek voeren aan wat zij vinden en Een goed gesprek is niet hetzelfde als veel
waarom zij iets vinden. De deelnemers geven praten. Bij een goed gesprek hoort ook dat
dus hun mening met argumenten. Van de er naar elkaar wordt geluisterd. Pas dan kun
mening en de argumenten die iemand heeft, je spreken vaneen goed gesprek, ofwel: van
kun je wijzer worden. Zo kan iemand iets communicatie.
zinnigs zeggen waar jij nog niet aan gedacht Goed kunnen communiceren met anderen
hebt. Maar een ander kan misschien ook wat vinden we in onze samenleving heel
van jou leren. belangrijk. Mensen verschillen im mers in hun
2. Degenen die het gesprek voeren, reageren levensbeschouwing: dan is het goed elkaar te
op elkaar. Bijvoorbeeld door elkaar om begrijpen, begrip voor elkaar te hebben, en van
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Wat is het verschil tussen 'veel praten' en 'communiceren'?
Communiceren, ofwel een goed gesprek, is niet eenvoudig. Bij een gesprek kan van alles misgaan zoals je
ongetwijfeld weet. Zo geeft men vaak een mening a Ileen om gelijk te willen heb ben of om de ander te willen
overtuigen. Maar een goed gesprek is geen wedstrijd waarbij er slechts één kan win nen. Bij echte communi-
catie zijn alleen maar winnaars: iedereen kan immers wel iets leren van een ander.
Da a rom is het goed om je te houden aan een aantal regels voor een goed gesprek. ln bron 9 volgen za dadelijk
drie communicatieregels.
20 HOOFDSTUK 1
u,ILL}il-
s '
BRON 9 Regels voor een goed #
I
Vraag elkaar naar argumenten.
Let op deze drie punten:
- goede argumenten moet je niet ver-
warren met veel praten of hard roepen,
- 'Dat vind ik gewoon'is geen argument,
- word niet persoonlijk bijvoorbeeld
door te zeggen: 'Daar heb jij toch geen
verstand van.' +
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
De tekeningen op deze bladzijde laten zien wat je niet moet doen voor een goed gesprek.
Welke fouten worden gemaakt?
Tekening 1
Tekening 2
Tekening 3
Tekening 4
Tekening 5
Tekening 6
HOOFDSTUK 1 21
J . . .. ' II i 1111 II 11111 il I• II I 111111111iUW•llllIIi'111111 IIIIIU i !I 11111111111111111111111111III1111111 I Ill llll!i II 11111 I I 11, 11111~
bevindt misschien anders? Is hij ou der ofju ist ander. Dan vindt echt communicatie plaats!
.J
............................................................................
Wordt in de uitspraken hieronder een ik-standpunt of een jij-standpunt ingenomen?
standpunt Ik kan best begrijpen dat jij vindt dat wij in het westen veel meer aan ontwikkelings-
hulp moeten doen, je hebt immers als kind hongersnood in Afrika meegemaakt.
standpunt Dat zij mensen niet zo snel meer vertrouwt, begrijp ik wel; ze is im mers aleen paar
keer opgelicht.
__-stand punt lk hoor best wat je zegt maar ik ben het niet met je eens. lk snap ook niet waarom je
dat zegt en eigenlijk interesseert me dat ook niet.
__-stand punt Wat je zegt lijkt zo gevoelloos maar komt dat niet omdat je altijd geleerd hebt dat
jongens zogenaamd stoer moeten zijn?
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Leg in eigen woorden uit wat met het ik-standpunt en het jij-standpunt wordt bedoeld.
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Kleur de hokjes voor de uitspraken die juist zijn.
Voor een goed gesprek is het belangrijk dat je:
D a. echt belangstelling hebt voor de mening vaneen ander.
D b. iemand meteen onderbreekt als je het niet met hem/haar eens bent.
D c. iemand nog eens om uitleg vraagt als je hem/haar niet begrijpt.
D d. jouw mening niet geeft omdat anderen daar niets mee te ma ken hebben.
De. ook eens mag zeggen datje nu even geen nieuwe argumenten hebt.
D f. zoveel mogelijk klasgenoten achter je stand punt krijgt.
HOOFDSTU K 1
BEGRIPPEN BD HOOFDSTUK 1
Een reden waarom je iets vindt.
Communiceren
Het voeren vaneen goed gesprek.
Filosofie
Nadenken over levensvragen en over je levensbeschouwing.
Gemeenschappelijke levensbeschouwing
") Een levensbeschouwing die binnen een grotere groep mensen leeft.
Gewone vragen
Vragen waarop een eenduidig antwoord gegeven kan worden; vragen die over feiten
gaan.
lk-standpunt
Het bekijken van de werkelijkheid puur va nuit je eigen positie.
Jij-standpunt
Je kunnen verplaatsen in een an der persoon. Je best doen om va nuit de positie vaneen
ander over onderwerpen na te denken.
Levensbeschouwing
Het geheel van levensvragen en de antwoorden daarop. Ook: naar het leven (alles wat
bestaat) kijken ('schouwen') en daar een mening bij hebben.
Levensvragen
Meningsvragen over wat het allerbelangrijkste is in het leven.
Een gesprek dat niet goed verloopt. Elkaar verkeerd begrijpen. Communicatie die
misloopt.
Persoonlijke levensbeschouwing
De levensbeschouwing vaneen afzonderlijk persoon; levensvragen en antwoorden van
een individueel persoon.
Verwondering
lets wat altijd gewoon leek, ervaar je nu als een klein wonder. Daardoor ben je
overdonderd,je voelt even niet de behoefte om iets te zeggen,je bent er een beetje stil
van.
TEST EZELF
Ga naar de website van
Wijs Worden Basis en maak de
oefentoets bij dit hoofdstuk.
HOOFDSTUK l 23