Professional Documents
Culture Documents
jongeren.
Klas: 6vb
1
INHOUDSOPGAVE
2
SLAAPPROBLEMEN ONDER JONGEREN
Voor je humeur is slaapgebrek trouwens ook niet bevordelijk, zo merkte wereldrecordhouder niet-slapen Randy
Gardner. Hij hield het 11 dagen vol, maar werd wel enorm chagrijnig. Ook ging hij na een paar dagen
hallucineren. Zo ver zullen de meesten het niet laten komen, maar als je je afvraagt of je wel voldoende slaapt,
geeft deze test een indicatie.
Heb je te weinig geslapen? Lig daar vooral niet meteen wakker van. Na een nachtje woelen, kun je nog prima
functioneren. Bovendien slaap je vaak meer dan je denkt.
Als je echt meerdere nachten te kort bent gekomen, is het slim om overdag een powernap te doen. Daarna
onthoud je dingen beter. Voor kleine kinderen is een middagdutje doen sowieso goed: hun leervermogen gaat
erop vooruit. Soms doet je brein trouwens ‘stiekem’ een minidutje. Waarschijnlijk om energie te besparen.
Ons bioritme – dus of we slapen of waken – wordt geregeld door de biologische klok in de kern van onze
hersenen. Onder invloed van deze klok wordt de productie van het slaaphormoon melatonine geremd of juist
niet. Dit gebeurt onder invloed van licht, maar de klok staat niet bij iedereen gelijk.
Ochtendmensen zijn in de meerderheid, maar er zijn ook avondmensen. Sommige onderzoekers onderscheiden
zelfs 4 chronotypes. Door je levensstijl aan te passen aan je persoonlijke biologische klok, word je fitter en
gezonder.
1
Slapen - Psychologie Magazine. (z.d.-b). Psychologie Magazine.
https://www.psychologiemagazine.nl/thema/slapen/
3
Slaapproblemen
Bijna iedereen heeft wel eens een periode waarin slapen minder goed lukt. Sommige persoonlijkheidstypes wat
meer dan andere. Dit hoeft geen probleem te zijn. Natuurlijk, overdag ben je slaperig en is het lastiger om je te
concentreren of om dingen te onthouden.
Maar zo gauw je weer goed slaapt, verdwijnen deze klachten. Chronisch slecht slapen kan echter vervelendere
gevolgen hebben. Je kunt niet meer goed functioneren, je afweer verslechtert en in het ergste geval heb
je meer kans op angst en depressie of zelfs obesitas, hart- en vaatziekten en dementie.
Nachtelijk gewoel kan allerlei oorzaken hebben. Zo is vlak voor het slapengaan op je tablet of telefoon kijken
een veelvoorkomende boosdoener: het blauwe licht verstoort de aanmaak van het hormoon melatonine. Rood
licht lijkt juist het tegenovergestelde effect te hebben, maar dat heb je misschien niet bij de hand.
Dat alcohol een goed slaapmutjes zou zijn, klopt overigens niet, in tegendeel zelfs. Daarnaast kan het verkeerd
uit pakken als je altijd op vaste tijden naar bed gaat – ook als je helemaal niet moe bent. Meestal lig je dan juist
uren te woelen.
Slaaptips
Wie chronisch te weinig slaapt, kan daar behoorlijk wanhopig van worden. Gelukkig zijn er veel maatregelen die
goed helpen. Ze dragen bij tot een goede slaaphygiëne, zoals dat officieel heet. Misschien wel het belangrijkste
advies is te proberen je minder op je slapeloosheid te focussen.
• Zorg dat je slaapkamer rustig, koel en donker is en haal alle afleiding weg. Dus geen televisie,
telefoons, tablets of computers die van je slaapkamer een ‘actieve kamer’ maken.
• Geef je nachtrust prioriteit. Snurkt of woelt je bedgenoot? Ga dan apart slapen of regel goede
oordopjes.
• Wanneer je goed moe bent, slaap je beter. Zorg dus voor flink wat activiteit overdag en ga naar buiten,
zodat je in natuurlijk daglicht komt.
• Kun je de slaap niet vatten? Ga ga dan na 20 tot 30 minuten uit bed en doe iets ontspannends, zoals
lezen of muziek luisteren. Als je voelt dat je ogen dichtvallen, kruip je weer onder de wol.
• Neem geen slaappillen, want die zijn verslavend en werken op termijn juist averechts. Ook zelf gaan
experimenteren met melatonine is niet aan te raden, want daarvoor luistert het te nauw.
4
BRON 1 SAMENVATTING
Slapen is een essentiële levensbehoefte. Volwassenen hebben meestal zeven tot acht uur
slaap per nacht nodig, hoewel sommigen met minder of meer toekomen. Slaaptekort kan
leiden tot cognitieve achteruitgang, humeurproblemen en lichamelijke
gezondheidsproblemen. Ons slaapgedrag wordt beïnvloed door onze biologische klok, die
varieert van persoon tot persoon. Chronisch slaaptekort kan ernstige gevolgen hebben,
waaronder een verzwakt immuunsysteem, angst, depressie, obesitas, en neurologische
aandoeningen. Slaapstoornissen kunnen door verschillende factoren worden veroorzaakt,
zoals overmatig gebruik van elektronische apparaten voor het slapengaan en een
onregelmatig slaapritme. Om de slaapkwaliteit te verbeteren, is het belangrijk om aandacht
te besteden aan slaaphygiëne, zoals het creëren van een rustige, koele en donkere
slaapomgeving, regelmatige lichaamsbeweging overdag, en ontspannende activiteiten bij
slapeloosheid in plaats van het gebruik van slaappillen.
Dit artikel benadrukt terecht het belang van slaap als een eerste levensbehoefte, en ik kan
me hier volledig mee identificeren. De auteur wijst op de verontrustende gevolgen van
slaapgebrek, variërend van cognitieve achteruitgang en slecht humeur tot zelfs
gezondheidsrisico's zoals obesitas, hart- en vaatziekten en dementie. Deze aspecten van
slapeloosheid worden goed uiteengezet en dienen als een overtuigende aanmoediging
voor het aanpakken van slaapproblemen.
De tips voor het verbeteren van slaapkwaliteit die worden gepresenteerd, zoals het creëren
van een rustige slaapomgeving, prioriteit geven aan slaap, en vermijden van slaappillen,
zijn zinvol en nuttig. Het advies om minder te focussen op slapeloosheid is belangrijk,
omdat stress en angst over slaapgebrek vaak bijdragen aan het probleem.
5
BRON 2: GEZONDHEIDSPLEIN, SLAAPLOOSHEID 2
Wat is slapeloosheid?
Slapeloosheid (insomnie) is een slaapstoornis, waarbij je slecht kan slapen en dus geen normale slaap hebt,
gepaard gaande met functioneringsklachten overdag. Je spreekt over normale slaap als je vijf tot tien uur
slaapt. Gemiddeld heb je ongeveer vijftien minuten nodig om in slaap te vallen. Twee tot drie keer per nacht
wakker worden is normaal, tenzij het lang duurt om weer in slaap te vallen.
Er zijn drie vormen van slapeloosheid. Je kunt moeilijk in slaap vallen, je wordt vaak wakker en/of je wordt te
vroeg wakker. Deze drie vormen kunnen ook tegelijkertijd plaatsvinden.
In Nederland heeft ten minste 7% van de mensen last van slapeloosheid. Bij chronische slapeloosheid doen de
klachten zich drie of meer nachten per week voor en houden langer dan drie maanden aan.
• Slecht inslapen.
2
Levarne. (z.d.). Slapeloosheid - oorzaken & symptomen | Gezondheidsplein.
https://www.gezondheidsplein.nl/aandoeningen/slapeloosheid/item31866
6
• ’s Nachts vaak wakker worden (licht slapen/niet goed doorslapen).
• Vroeg wakker worden.
• Onvoldoende verkwikkende slaap.
Wanneer je last hebt van slaapproblemen, kun je overdag last hebben van de volgende klachten:
• Vermoeidheid.
• Concentratieproblemen.
• Geheugenproblemen.
• Lusteloosheid.
• Prikkelbaarheid.
• Een suf gevoel hebben.
7
BRON 2 SAMENVATTING
Slapeloosheid, ook wel bekend als insomnie, is een slaapstoornis waarbij mensen
problemen hebben met slapen en overdag functioneringsklachten ervaren. Normale slaap
omvat vijf tot tien uur slaap per nacht, met gemiddeld vijftien minuten om in slaap te vallen
en twee tot drie keer wakker worden 's nachts, tenzij het lang duurt om weer in slaap te
vallen. Slapeloosheid kent drie hoofdvormen: moeite met inslapen, vaak wakker worden en
te vroeg wakker worden, soms tegelijkertijd optredend. Ongeveer 7% van de Nederlandse
bevolking heeft last van slapeloosheid, waarvan chronische slapeloosheid wordt
gedefinieerd als klachten die drie of meer nachten per week voorkomen en langer dan drie
maanden aanhouden.
Symptomen van slapeloosheid zijn onder meer moeilijk in slaap vallen, vaak 's nachts
wakker worden, te vroeg wakker worden en onvoldoende verkwikkende slaap. Deze
symptomen leiden overdag tot vermoeidheid, concentratieproblemen,
geheugenproblemen, lusteloosheid, prikkelbaarheid en een algemeen suf gevoel.
Het artikel over slapeloosheid biedt een nuttige basisinformatie over deze veelvoorkomende
slaapstoornis. Het identificeert duidelijk de verschillende aspecten van slapeloosheid, inclusief de
definitie, de prevalentie ervan in Nederland, mogelijke oorzaken en symptomen. Het geeft ook inzicht
in hoe slapeloosheid zich bij kinderen kan manifesteren en welke symptomen overdag kunnen
optreden. Wat ik waardeer aan dit artikel is dat het erkent dat slapeloosheid een serieus probleem is
dat gevolgen heeft voor de dagelijkse functie en de kwaliteit van leven. Het benadrukt ook dat er
verschillende vormen van slapeloosheid zijn, wat belangrijk is om te begrijpen, omdat dit de aanpak
en behandeling kan beïnvloeden.
8
BRON 3: NIEUWSBLAD, TIPS VOOR ALS JE VERMOEID BENT 3
Van ‘dedramatiseren’ tot veel licht: met deze tips overleef je toch je
werkdag wanneer je vermoeid bent
Een slechte nacht kan iedereen overkomen. Geen ramp als je de dag nadien niets gepland hebt en het rustig
aan kan doen. Maar als je alsnog een drukke planning hebt, kan het als een opgave voelen om de dag door te
geraken. Wij vroegen daarom twee slaapexperts naar hun beste tips om ook na een slechte nacht de dag met
glans te doorstaan. Wanneer je een gebroken nacht achter de rug hebt, kan je dat op twee manieren opvatten.
Of je schiet in paniek en begint de dag negatief, of je probeert de dingen te relativeren. Volgens Dr. Inge
Declercq, neurologe en slaapexpert, is dat alvast de eerste stap. “De meeste mensen zonder slaapproblemen
hebben wel wat reserve. Dat je dus eens één nacht slecht slaapt, is geen ramp. Probeer dus te dedramatiseren,
want stress maakt de situatie alleen maar erger”, aldus Dr. Declercq.
Ontbijt wijs
Dedramatiseren dus. En jezelf vervolgens een lekker kopje koffie inschenken. “Koffie kan zeker helpen, maar
probeer wel om maximaal drie tassen te drinken en om na 14 uur elke vorm van cafeïne te vermijden”, raadt
psycholoog en slaapspecialist Annelies Smolders aan. “Anders wordt je nachtrust opnieuw verstoord en loop je
het risico om een tweede slechte nacht tegemoet te gaan.” Ook wat je bij die eerste tas koffie eet, is van
belang. Door je verstoorde nachtrust maakt je lichaam te weinig leptine aan en te veel greline. Resultaat: je hebt
zin in gesuikerd, vettig eten en je lichaam weet niet wanneer het moet stoppen met eten. Volgens Smolders is
het net belangrijk om suikers en koolhydraten waar mogelijk te vermijden. “Een ontbijt met spek en ei maar
zonder brood, is bijvoorbeeld een goed idee.” Dr. Inge Declercq raadt daarentegen aan om te ontbijten met
trage suikers zoals granen en havermout, en een bron van goed verteerbare eiwitten. Denk bijvoorbeeld aan
havermoutpap met veel vers fruit erbij.
Licht en bewegen
Annelies Smolders is een grote voorstander van (dag)licht opzoeken. In de donkere maanden kan een
lichttherapiebril volgens haar wonderen doen.“Zo’n bril geeft je het equivalent van 10.000 lux en is verrijkt met
blauw licht waardoor een halfuurtje volstaat om je dagelijkse dosis licht te krijgen. En licht is nog altijd één van
de beste vijanden van slaap.” Wie geen lichttherapiebril heeft, kan uiteraard ook een wandeling maken in open
lucht. Voor het beste effect doe je dat zo snel mogelijk na het opstaan. Niet aan te raden volgens dr. Inge
Declercq is intensief sporten wanneer je slecht hebt geslapen. “Wandelen, fietsen of zwemmen kan perfect en is
zelfs goed, maar slaapgebrek zorgt ervoor dat je lichaam in een soort inflammatoire toestand terechtkomt en
dus moeilijker kan herstellen van intense sportsessies.”Wie tijdens de middag tijd heeft voor een dutje en daar
de nood toe voelt, beperkt zich best tot 20 minuten en ook na 15 uur slaap je best niet meer om je volgende
nacht niet negatief te beïnvloeden. Annelies Smolders raadt het ook enkel aan voor mensen die van zichzelf
goed slapen; slechte slapers bewaren hun slaap best voor ’s nachts.
3
Van Puymbroeck, C. (2023, 4 september). Van ‘dedramatiseren’ tot veel licht: met deze tips overleef je toch je
werkdag wanneer je vermoeid bent. Het Nieuwsblad.
https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20230901_95084115?&articlehash=xmfsLmu0M2gd2iBguE0PrpGmfaVaOc
R3N0xc0zhMyjyciWcd3J3MlcmVBNhsfqEqP3HTlXy9rbgR%2FxPhOZ9WS1E%2BRBvwBBCQj3iOXYFhwoDoLRe5b3
8oe7qyt9bsb01TQ%2B%2BT82Dc2caJn%2FLbmi1GHd3Ak3ejPVOjDEdAmeqmgQgWw7WwomqZPpmDWvaOxfu
HdSkwd4duC5P9XJFjG7mMQwqX%2B0w%2Bmf5xIDX%2F5Fc7NBj6uWp4iIRPl35nhlbghJAka999suuDeDe7U6jca
PAjhJ%2FmeWNppLj2AX9mnMI2zWQeTvyKWZEQ9zFYeuFCTD5kQsKIqiUY3d4DT5NQntrG%2Fg%3D%3D
9
Je volgende nacht voorbereiden
Naast veel water drinken gedurende de dag en het aantal snelle suikers beperken, is ook je avondmaaltijd
belangrijk om te zorgen dat je de volgende nacht in ieder geval goed slaapt. “Zorg ervoor dat je tenminste
twee uur voor je gaat slapen gedaan hebt met eten”, aldus dr. Declercq. “Als je je tijdens die maaltijd
concentreert op goede eiwitten (peulvruchten, vette vis, gevogelte, mozzarella, yoghurt etc.) en trage
koolhydraten is de kans ook groter dat je makkelijk inslaapt.” Wie van nature geen nachtuil is, kan volgens haar
ook proberen om wat vroeger in bed te kruipen. Ga je altijd erg laat slapen, dan is het wellicht een beter idee
om de dagen nadien een halfuurtje langer te slapen in de ochtend. “Op die manier haal je je slaaptekort
opnieuw in. Dutjes zorgen er namelijk voor dat je de dag doorkomt als je te slaperig bent, maar extra slaap
gedurende de nacht werk je slaapschuld weg.”
10
BRON 3 SAMENVATTING
Wanneer je na een slechte nacht toch een drukke dag voor de boeg hebt, zijn er
verschillende tips om de dag goed door te komen:
Het drinken van veel water gedurende de dag wordt ook aangeraden. Deze tips kunnen
helpen om de effecten van een slechte nachtrust te minimaliseren en de dag met succes
door te komen.
Dit artikel biedt waardevolle inzichten en praktische tips voor het omgaan met
vermoeidheid na een slechte nachtrust. De benadering om de situatie te 'dedramatiseren',
zoals voorgesteld door Dr. Inge Declercq, is zeker verstandig. Stress kan de situatie alleen
maar erger maken, en het is geruststellend om te weten dat een enkele slechte nacht geen
ramp is. Over het algemeen biedt dit artikel waardevolle en praktische adviezen voor het
omgaan met vermoeidheid na een slechte nacht, en het benadrukt het belang van een
gebalanceerde aanpak om een goede nachtrust te waarborgen.
11
BRON 4: NOS, LAAT SCHOOL LATER BEGINNEN 4
4
NOS. (2020, 14 februari). Niet half 9, maar half 10: “Laat middelbare scholieren later beginnen”. NOS.
https://nos.nl/op3/artikel/2323023-niet-half-9-maar-half-10-laat-middelbare-scholieren-later-beginnen
12
Ochtend- en avondmensen
Behalve de begintijd, zien deskundigen nog meer verbeterpunten in het 'traditionele' schoolrooster. Zoals vaker
beginnen met een gymles, liefst buiten in de zon, of met een andere les waarbij je niet wordt overladen door
moeilijke lesstof. Zoals een film kijken bij geschiedenis. Toetsen en ingewikkelde materie kunnen het beste aan
het begin van de middag komen. "Op dat moment zijn er geen verschillen meer tussen ochtend- en
avondmensen. Zij presteren dan ongeveer even goed", legt Kantermann uit. Wat van deskundigen ook op de
schop mag: de pauze. "We gaan er nog steeds van uit dat iedereen daar op hetzelfde moment aan toe is. Laat
leerlingen dit zelf bepalen. Als je lekker bezig bent, kun je beter eerst nog iets afmaken en dan pas pauze
nemen", vindt Harold Bekkering, hoogleraar sociaal-cognitieve neurowetenschappen. Scholieren meer zelf laten
bepalen vinden de meeste experts sowieso belangrijk. Stel ook geen vaste eindtijd in, zegt hoogleraar
cognitieve psychologie Stefan van der Stigchel. "Nu denken scholen nog heel erg in hoeveel uren per week ze
les moeten geven. Dat moet flexibeler zijn: laat leerlingen naar huis gaan wanneer ze willen, zolang ze hun
opdrachten maar af hebben."
BRON 4 SAMENVATTING
Dit artikel werpt een interessant licht op het idee om middelbare scholen later te laten
beginnen, met als doel de slaap en het welzijn van scholieren te verbeteren. Het advies van
slaapexperts, neurowetenschappers en chronobiologen lijkt goed gefundeerd en verdient
serieuze overweging. Het argument dat jongeren een veranderend bioritme ervaren, wat
leidt tot later inslapen, en dat ze desondanks vroeg moeten opstaan voor school, is
overtuigend. De link tussen slaaptekort en verminderde schoolprestaties is goed
gedocumenteerd, en het aanpassen van de schooltijden lijkt een haalbare oplossing om
deze kwestie aan te pakken.
13
BRON 5: BETTER HEALTH: TEENAGERS AND SLEEP 5
Sleep research suggests that a teenager needs between eight and 10 hours of sleep every night. This is more
than the amount a child or an adult needs. Yet most adolescents only get about 6.5 – 7.5 hours sleep per night,
and some get less.
Regularly not getting enough sleep leads to chronic sleep deprivation. This can have dramatic effects on a
teenager’s life, impacting their mental wellbeing, increasing their risk of depression, anxiety and low self-
esteem. It can also affect academic performance at school.
• hormonal time shift – puberty hormones shift the teenager’s body clock forward by about one or two
hours, making them sleepier one to two hours later. Yet, while the teenager falls asleep later, early
school starts don’t allow them to sleep in. This nightly ‘sleep debt’ leads to chronic sleep deprivation
• using screen based devices – smart phones and other devices used around bed time reduce sleep
time. Teens who put down their smart-phones an hour before bed gain an extra 21 minutes sleep
a night, (that's one hour and 45 minutes over the school week) according to a study by Vic Health and
the Sleep Health Foundation
• hectic after-school schedule – homework, sport, part-time work and social commitments can cut into
a teenager’s sleeping time
• leisure activities – the lure of stimulating entertainment such as television, the internet and computer
gaming can keep a teenager out of bed.
• light exposure – light cues the brain to stay awake. In the evening, lights from televisions, mobile
phones and computers can prevent adequate production of melatonin, the brain chemical
(neurotransmitter) responsible for sleep
• vicious circle – insufficient sleep causes a teenager’s brain to become more active. An over-aroused
brain is less able to fall asleep.
• social attitudes – in Western culture, keeping active is valued more than sleep
• sleep disorder – sleep disorders, such as restless legs syndrome or sleep apnoea, can affect how much
sleep a teenager gets.
• concentration difficulties
• mentally ‘drifting off’ in class
• shortened attention span
• memory impairment
• poor decision making
• lack of enthusiasm
• moodiness and aggression
• depression
5
Department of Health & Human Services. (2023.). Teenagers and sleep. Better Health Channel.
https://www.betterhealth.vic.gov.au/health/healthyliving/teenagers-and-sleep
14
• risk-taking behaviour
• slower physical reflexes
• clumsiness, which may result in physical injuries
• reduced sporting performance
• reduced academic performance
• increased number of ‘sick days’ from school because of tiredness
• truancy.
• Choose a relaxing bedtime routine; for example, have a bath and a hot milky drink before bed, or use
meditation or mindfulness activities. Gentle yoga may also help.
• Avoid screens such as computers, TV or smart phones, loud music, homework or any other activity that
gets your mind racing for at least an hour before bedtime.
• Avoid stimulants in the evening like coffee, tea, soft drinks and energy drinks.
• Keep your bedroom dark at night. Your brain’s sleep–wake cycle is largely set by light received through
the eyes. Try to avoid watching television or using smart phones right before bed. In the morning,
expose your eyes to lots of light to help wake up your brain.
• Do the same bedtime routine every night for at least four weeks to make your brain associate this
routine with going to sleep.
• Start your bedtime routine a little earlier than usual (for example, 10 minutes) after four weeks. Do this
for one week.
• Add an extra 10 minutes every week until you have reached your desired bedtime.
• Get active during the day so you are more physically tired at night.
• Set up a comfortable sleep environment.
• Set up a regular wake-up time.
• Avoid staying up late on the weekends. Late nights will undo your hard work.
• Remember that even 30 minutes of extra sleep each night on a regular basis makes a big difference.
However, it may take about six weeks of getting extra sleep before you feel the benefits.
15
Teenage sleep deprivation – other issues to consider
If lack of sleep is still a problem despite your best efforts, suggestions include:
• Assess your sleep hygiene. For example, factors that may be interfering with your quality of sleep
include a noisy bedroom, a lumpy mattress or the habit of lying awake and worrying.
• Consider learning a relaxation technique to help you wind down in readiness for sleep.
• Avoid having any food or drink that contains caffeine after dinnertime. This includes coffee, tea, cola
drinks and chocolate.
• Avoid recreational drugs (including alcohol, tobacco and cannabis) as they can cause you to have
broken and poor quality sleep.
• See your GP if self-help techniques don’t increase your nightly sleep quota.
• Your GP
• Sleep disorder clinic
16
BRON 5 SAMENVATTING
Slaaponderzoek wijst uit dat tieners tussen de acht en tien uur slaap per nacht nodig
hebben, wat meer is dan wat kinderen of volwassenen nodig hebben. Toch krijgen de
meeste adolescenten slechts 6,5 tot 7,5 uur slaap per nacht, en sommigen nog minder.
Chronisch slaaptekort kan dramatische effecten hebben op het leven van tieners,
waaronder impact op hun mentaal welzijn, verhoogd risico op depressie, angst en een laag
zelfbeeld. Het kan ook hun academische prestaties beïnvloeden. Oorzaken van slaaptekort
bij tieners zijn onder andere hormonale veranderingen door de puberteit, schermtijd voor
het slapengaan, een druk naschools schema, verleiding van stimulerende activiteiten zoals
televisie en gamen, blootstelling aan licht in de avond, en slaapstoornissen.
Het effect van chronisch slaaptekort bij tieners kan zich uiten in concentratieproblemen,
verminderde aandachtsspanne, geheugenproblemen, slechte besluitvorming, gebrek aan
enthousiasme, stemmingswisselingen, depressie, risicovol gedrag, vertraagde fysieke
reflexen, onhandigheid, verminderde sportieve prestaties, verminderde academische
prestaties en meer 'ziekteverzuim' vanwege vermoeidheid.
Om slaaptekort bij tieners te voorkomen, kunnen ouders de bedtijd met hun tiener
bespreken en manieren bedenken om meer slaap te krijgen, zoals regelmatige
slaapschema's, beperking van schermtijd voor het slapengaan, en voldoende
ontspannende activiteiten in de avond. Het is ook belangrijk om een comfortabele
slaapomgeving te creëren en op tijd op te staan. Als slaapproblemen aanhouden, kan
medische hulp worden ingeroepen.
Dit artikel benadrukt het belang van voldoende slaap voor tieners en de gevolgen van
chronisch slaapgebrek. Mijn mening over dit artikel is positief, omdat het een belangrijke
kwestie aan de kaak stelt die vaak over het hoofd wordt gezien in de samenleving.
Het artikel legt uit dat tieners tussen de 8 en 10 uur slaap per nacht nodig hebben, wat
meer is dan kinderen of volwassenen. Het wijst op de vele oorzaken van slaapgebrek bij
tieners, waaronder hormonale veranderingen tijdens de puberteit, gebruik van
schermapparaten voor het slapengaan, drukke naschoolse schema's en sociale activiteiten,
en de blootstelling aan kunstlicht in de avond. Het beschrijft ook de nadelige gevolgen van
slaapgebrek, waaronder concentratieproblemen, geheugenproblemen,
stemmingswisselingen, depressie en risicovol gedrag.
17
BRON 6: DE DRUGLIJN, WAT DOEN SLAAP EN
KALMERINGSMIDDELEN 6
Er bestaan veel soorten benzo’s, met verschillende sterkte en werkingsduur. Het is soms moeilijk om een
onderscheid te maken tussen de slaapverwekkende en kalmerende eigenschappen van slaap- en
kalmeringsmiddelen.
Of zo’n middel slaapverwekkend of kalmerend werkt, hangt af van de dosis, hoelang het medicijn
werkt en hoelang iemand het middel al slikt:
- Bij het eerste gebruik verminderen de klachten. De slaap verbetert en gevoelens van angst,
onrust, onvrede of stress verminderen. Men wordt wel wat suffer en onverschilliger en kan zich
minder goed concentreren.
- Bij dagelijks gebruik van slaapmiddelen nemen de effecten al na twee weken af. Men moet
dan een hogere dosis nemen voor hetzelfde effect. Dagelijks een slaappil nemen is dus af te
raden. Dagelijks gebruik van kalmeringsmiddelen doet de effecten verminderen na acht
weken.
- Bij langdurig gebruik slaan de voordelen om in nadelen. Men kan dan last krijgen
van vervelende bijverschijnselen.
6
Wat doen slaap- en kalmeringsmiddelen? - de druglijn. (2023, 21 september). De Druglijn.
https://www.druglijn.be/drugs/slaap-en-kalmeringsmiddelen/effecten/
18
Risico’s van slaapmiddelen
Elk medicijn kan bijwerkingen hebben, zowel bij kortstondig als bij langdurig gebruik. De bijwerkingen
kunnen individueel verschillen, naargelang de gevoeligheid en gezondheid van wie het medicijn gebruikt.
Medicijnen slikt men best pas na advies van een huisarts. Ook aandachtig de bijsluiter lezen is de boodschap.
Op korte termijn
• Slaap- en kalmeringsmiddelen doen de concentratie en reactiesnelheid dalen. De sufheid verhoogt
de kans op verkeers- en andere ongevallen. Bij oudere mensen komen ook vaker valpartijen voor.
• Ook een neerslachtig gevoel en verhoogde angst kunnen voorkomen.
• Te veel slaap- en kalmeringsmiddelen tegelijk slikken kan voor een overdosis zorgen, wat kan leiden
tot bewustzijnsverlies, coma of zelfs ademhalingsstilstand.
• Slaap- of kalmeringsmiddelen combineren met alcohol is gevaarlijk. Het gaat in beide gevallen om
verdovende middelen. Toch is het resultaat niet even simpel als 1 + 1 = 2. Het verdovende
effect wordt veel groter dan dat.
Op lange termijn
Bij langdurig en regelmatig gebruik van benzodiazepines hoopt zich steeds meer werkzame stof in het lichaam
op en kan men almaar vaker last krijgen van vervelende bijverschijnselen:
• Fysieke verschijnselen zoals hoofdpijn, geheugenverlies, vermoeidheid, wazig zien, een suf of leeg
gevoel, slappe en vermoeide spieren, duizeligheid en somberheid komen vaak voor. Ook de zin in seks
kan afnemen.
• Bij langdurig gebruik komen er ook gaten in het geheugen.
• Men kan steeds minder stress opvangen. Ook alert enoplettend reageren gaat steeds moeilijker.
• Iemands persoonlijkheid kan echt veranderen: ook positieve gevoelens raken verdoofd en het leven
lijkt vlak en kleurloos. Men wordt onverschillig en heeft nergens nog belangstelling voor. Dat maakt het
ook moeilijker om de oorspronkelijke klachten aan te pakken. Zelfs het besluit nemen om te stoppen
met pillen slikken, kan zwaar vallen.
• Bij ouderen en bij kinderen kunnen er tegenovergestelde reacties opduiken: slaap- en
kalmeringsmiddelen kunnen hen net onrustig maken. Dat geldt ook voor wie van nature gemakkelijk
angstig of agressief wordt.
• Benzodiazepines helpen niet bij depressies, ze kunnen integendeel een depressie verbergen of
veroorzaken.
Verslaving
Al na zes tot acht weken gebruik wordt men afhankelijk van benzodiazepines. Zomaar stoppen wordt dan
moeilijk. Er is zowel sprake van lichamelijke als van geestelijke afhankelijkheid:
- Lichamelijke afhankelijkheid houdt in dat het lichaam went aan een bepaalde dosis slaap- of
kalmeringsmiddelen. Om nog effect te hebben, moet men de dosis na verloop van tijd verhogen. Dit
noemt men ook tolerantie.
19
- De geestelijke afhankelijkheid is zeer groot: wie lange tijd een slaappilletje slikt, denkt gemakkelijk dat
hij of zij niet meer kan slapen zonder. En wie lange tijd kalmeringsmiddelen neemt, voelt zich zonder
medicijn soms zo onzeker dat hij of zij de deur niet meer uit durft.
Afkicken
Na langdurig gebruik stoppen met slaap- en kalmeringsmiddelen is niet gemakkelijk: Vaak komen de
problemen die werden weggedrukt op dat moment in alle hevigheid weer naar boven. Wie na langdurig
gebruik plots stopt, krijgt vaak ook vervelende onthoudingsverschijnselen. Geleidelijk aan afbouwen onder
begeleiding van een arts is dus absoluut noodzakelijk.
20
BRON 6 SAMENVATTING
Op de lange termijn kan regelmatig gebruik van benzodiazepines leiden tot ophoping in
het lichaam, wat resulteert in bijwerkingen zoals hoofdpijn, geheugenverlies, vermoeidheid,
verminderd reactievermogen, veranderingen in persoonlijkheid, afhankelijkheid, en het
verbergen of veroorzaken van depressie.
Benzodiazepines kunnen na slechts zes tot acht weken gebruik leiden tot zowel lichamelijke
als geestelijke afhankelijkheid. Afkicken van deze medicijnen is vaak moeilijk en kan
gepaard gaan met onthoudingsverschijnselen. Geleidelijk afbouwen onder medisch
toezicht is essentieel. Het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen moet altijd
plaatsvinden onder begeleiding en advies van een arts.
Mijn mening over dit artikel is dat het een waardevolle bron van informatie is. Het
benadrukt de risico's en gevaren van slaap- en kalmeringsmiddelen op een begrijpelijke
manier. De beschrijving van zowel de fysieke als de geestelijke afhankelijkheid en de
moeilijkheden bij het stoppen met het gebruik van deze medicijnen, evenals de mogelijke
negatieve effecten op de gezondheid en de kwaliteit van leven, is zeer informatief.
Het is belangrijk dat mensen zich bewust zijn van de potentiële gevaren en
verslavingsrisico's die gepaard gaan met het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen. Dit
kan hen helpen weloverwogen beslissingen te nemen over het gebruik van dergelijke
medicijnen en, indien nodig, hulp te zoeken bij het afbouwen of stoppen van het gebruik.
21
BRON 7: UNIVERSITEIT LEIDEN 7
Chronisch slaaptekort
De gemiddelde student in Nederland gaat om 23:35 uur naar bed en heeft 26 minuten
nodig om in slaap te vallen. Opstaan gebeurt rond 8:17 uur; een student heeft dan 8 uur en
16 minuten geslapen. 65% van de studenten geeft aan te weinig te slapen. Zij zouden
gemiddeld anderhalf uur langer willen slapen. 28% van de respondenten slaapt precies
genoeg en 7% zou korter willen slapen.
Avond- of ochtendmens
Van de respondenten geeft 32% aan een avondmens te zijn en 7% een ochtendmens
(61% geen van beide). De avondtypes gaan later naar bed (00:15 uur) dan gemiddelde
types (23:20 uur) en ochtendmensen (22:35 uur). Avondtypes slapen significant korter (8
uur, 6 minuten) dan gemiddelde types (8 uur, 20 minuten) en ochtendtypes (8 uur, 28
minuten).
7
Nederlandse studenten halen lagere cijfers door slaaptekort. (z.d.). Universiteit Leiden.
https://www.universiteitleiden.nl/nieuws/2016/03/nederlandse-studenten-halen-lagere-cijfers-door-
slaaptekort#:~:text=Opstaan%20gebeurt%20rond%208%3A17,7%25%20zou%20korter%20willen%20slapen
22
Ruim een derde voelt zich niet genoeg uitgerust om goed te kunnen
studeren
De avondmensen hebben vaker moeite om hun ogen open te houden als ze een tijd bij
een college of werkgroep zitten (18% versus 12% en 8%) en hebben vaker geen zin om te
studeren, omdat ze slaperig zijn (36% versus 22% en 13%). De verminderde slaap heeft
duidelijk gevolgen voor de studieresultaten: hun laatste tentamencijfer (6,9) is een stuk
lager dan de gemiddelde types (7,2) en ochtendtypes (7,3).
Misvattingen
Studenten zijn het er bijna allemaal over eens dat het drinken van koffie of andere cafeïne-
houdende dranken na het avondeten een negatieve invloed heeft op de slaap. Maar van
sommige negatieve gewoontes en gedragingen denken veel studenten dat die positief zijn,
en andersom. Zo vindt 52% van de studenten dat intensief sporten vlak voor het slapen
gaan een positieve invloed heeft op de slaap, terwijl dat doorgaans niet zo is. Ook over
alcoholgebruik bestaat een misverstand: 30% denkt dat het een positief effect heeft op de
slaap, terwijl onderzoek het tegenovergestelde heeft aangetoond.
23
BRON 7 SAMENVATTING
In Nederland voelt meer dan een derde van de studenten zich onvoldoende uitgerust
tijdens studieactiviteiten, wat een significant effect heeft op hun studieresultaten.
Studenten met chronisch slaaptekort behalen lagere cijfers, met een gemiddelde daling van
0,8 voor het laatste tentamen in het studiejaar. Een alarmerend feit is dat 65% van de
studenten aangeeft te weinig te slapen en 28% zou graag anderhalf uur langer willen
slapen. Het onderzoek toont ook aan dat regelmatige bedtijden cruciaal zijn voor een
gezond slaapritme. Daarnaast hebben studenten vaak misvattingen over wat positief is voor
hun slaap, zoals de veronderstelling dat intensief sporten voor het slapen goed is, terwijl
dat doorgaans niet het geval is. Dit gebrek aan kennis over gezond slaapgedrag heeft
directe invloed op academische prestaties. Daarom is het essentieel dat mensen de juiste
kennis over slaapgedrag hebben en toepassen om de gevolgen van slaaptekort te
verminderen.
Deze bron toont duidelijk aan dat slaaptekort onder studenten een ernstig probleem is dat
aanzienlijke gevolgen heeft voor hun academische prestaties. De bevindingen
onderstrepen het belang van voldoende slaap voor studenten en wijzen op enkele
interessante patronen in het slaapgedrag van studenten, zoals de verschillen tussen
avondmensen en ochtendmensen. De vermelding van misvattingen over slaapgedrag
onder studenten benadrukt het belang van educatie over gezonde slaapgewoonten.
Het onderzoek lijkt goed uitgevoerd en wordt ondersteund door specifieke gegevens,
zoals de slaapgewoonten en cijfers van studenten. Het benadrukt het belang van
regelmatige bedtijden en het vermijden van schadelijke gewoontes, zoals cafeïne of
intensief sporten voor het slapengaan.
Al met al benadrukt deze bron het belang van het aanpakken van slaaptekort onder
studenten en het bevorderen van bewustzijn over gezond slaapgedrag. Het onderzoek kan
dienen als basis voor beleidsmaatregelen en voorlichtingsprogramma's om de
slaapkwaliteit en prestaties van studenten te verbeteren.
24
ONDERZOEKSVRAAG EN DEELVRAGEN
ONDERZOEKSVRAAG:
DEELVRAGEN:
25
BRON VERMELDING
Department of Health & Human Services. (2023.). Teenagers and sleep. Better Health Channel.
https://www.betterhealth.vic.gov.au/health/healthyliving/teenagers-and-sleep
Levarne. (z.d.). Slapeloosheid - oorzaken & symptomen | Gezondheidsplein.
https://www.gezondheidsplein.nl/aandoeningen/slapeloosheid/item31866
Nederlandse studenten halen lagere cijfers door slaaptekort. (z.d.). Universiteit Leiden.
https://www.universiteitleiden.nl/nieuws/2016/03/nederlandse-studenten-halen-lagere-cijfers-door-
slaaptekort#:~:text=Opstaan%20gebeurt%20rond%208%3A17,7%25%20zou%20korter%20willen%20s
lapen
NOS. (2020, 14 februari). Niet half 9, maar half 10: “Laat middelbare scholieren later beginnen”. NOS.
https://nos.nl/op3/artikel/2323023-niet-half-9-maar-half-10-laat-middelbare-scholieren-later-
beginnen
Van Puymbroeck, C. (2023, 4 september). Van ‘dedramatiseren’ tot veel licht: met deze tips overleef
je toch je werkdag wanneer je vermoeid bent. Het Nieuwsblad.
https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20230901_95084115?&articlehash=xmfsLmu0M2gd2iBguE0Prp
GmfaVaOcR3N0xc0zhMyjyciWcd3J3MlcmVBNhsfqEqP3HTlXy9rbgR%2FxPhOZ9WS1E%2BRBvwBBCQj3
iOXYFhwoDoLRe5b38oe7qyt9bsb01TQ%2B%2BT82Dc2caJn%2FLbmi1GHd3Ak3ejPVOjDEdAmeqmgQg
Ww7WwomqZPpmDWvaOxfuHdSkwd4duC5P9XJFjG7mMQwqX%2B0w%2Bmf5xIDX%2F5Fc7NBj6uW
p4iIRPl35nhlbghJAka999suuDeDe7U6jcaPAjhJ%2FmeWNppLj2AX9mnMI2zWQeTvyKWZEQ9zFYeuFCT
D5kQsKIqiUY3d4DT5NQntrG%2Fg%3D%3D
26