KLOK MONOPOLY

Materiaal:

Het speelbord van Monopoly

Iedere speler heeft 1 pion en de 32 huisjes in dezelfde kleur nodig

1 dobbelsteen

De klok kaartjes in de verschillende kleuren (deze leg je per kleur op de vakjes

op het speelbord)

15 Schatkistkaarten (leg deze kaarten op het vakje op het speelbord)

30 Extrakaarten (leg deze kaarten op het vakje op het speelbord) –

Je neemt dus maar de helft van de paarse kaartjes uit de doos!

Spelregels:

1. Je speelt dit spel met vier spelers

2. De speler die als laatste nog in een dierentuin is geweest, mag beginnen.

3. Je gooit met de dobbelsteen en gaat op het juiste vakje staan.

Staat er nog geen huisje op? Maak de oefening. Is de oefening juist (kijk
op de achterkant), dan mag je het kaartje houden en zet je een huisje op dat vakje.
Het is nu van jou.

Staat er al een huisje van iemand anders op? Neem een EXTRA kaart van
de stapel en los op.

 Is het juist? Leg de extra kaart op het ‘kans’ – vakje in het midden van het
speelbord. Deze stapel wordt leeggemaakt door de gelukzak die op het
‘kans’ vakje terechtkomt!

 Heb je een foutje gemaakt? Dan geef je de kaart aan de speler van wie het
vakje is. Dit is een extra punt voor die speler!
 Heb je een volledige rij in dezelfde kleur of heb je de vier

stations ? Prima, je krijgt per kleur op het einde vijf extra punten.

Kom je op een schatkist –vakje? Neem een kaart van de schatkist en lees
goed wat je moet doen!

Kom je op de gevangenis? Geen zorgen, je bent gewoon op bezoek. Je

moet niets doen, gewoon de volgende speler laten spelen.

Kom je op de agent? Ga meteen naar de gevangenis. Je moet

straks ook nog 1 beurt overslaan!

Kom je op de parking? Je moet niets doen, het is aan de volgende

speler!

Kom je op dit vakje? Gelukzak! Alle kaartjes op de kans-stapel zijn voor jou en
tellen mee als een punt op het einde van het spel.

4. Je speelt het spel verder tot alle EXTRA kaarten op zijn.

5. De winnaar is de speler die de meeste kaartjes verzameld heeft! Vergeet geen 5 extra
punten te tellen voor de speler die alle kaartjes van dezelfde kleur heeft verzameld.

BELANGRIJK:
 Er wordt niet, nooit, nimmer met kaartjes geruild!

 Je moet het altijd zeggen wanneer je op iemand anders zijn vakje terecht komt. Eerlijk
duurt het langst!

 Je krijgt niets wanneer je voorbij START komt. Jammer, maar helaas!

 Hoe laat Hoe laat
Hoe schrijf je Hoe schrijf je
Hoe laat is het? is het?
vijf uur in de vier uur in de
is het?
namiddag? namiddag?
22 : 00
A. 17 :00 A. 16 :00
B. 05 :00 B. 04 :00

Hoe laat Hoe laat

Hoe schrijf je Hoe schrijf je
Hoe laat is het? is het?
zes uur ‘s zeven uur
is het?
avonds? ’s avonds?
04 : 00
A. 18 :00 A. 07 :00
B. 06 :00 B. 19 :00

Hoe laat Hoe laat

Hoe schrijf je Hoe schrijf je
Hoe laat is het? is het?
zeven uur ’s acht uur
is het?
morgens? ‘s morgens?
23 : 00
A. 07 :00 A. 08 :00
B. 19 :00 B. 20 :00


Hoe laat Hoe laat
Hoe schrijf je Hoe schrijf je
Hoe laat is het? is het?
tien uur in de twee uur ‘s
is het?
voormiddag? nachts?
17 : 00
A. 22 :00 A. 02 :00
B. 10 :00 B. 14 :00
Hoe schrijf je Hoe laat
Hoe laat is het? ga naar ga naar de
twaalf uur ‘s
is het? START GEVANGENIS
middags?
02 : 00
A. 12 :00
B. 00 :00

Hoe laat
Hoe schrijf je
Hoe laat is het?
drie uur ‘s je mag geef 1
is het?
nachts? 1 KAART van KAART aan
00 : 00 een andere de speler
A. 03 :00 speler kiezen links van je
B. 15 :00

Hoe laat
Hoe schrijf je
Hoe laat is het?
een uur ‘s geef 1
is het? je krijgt van
middags? KAART aan
IEDEREEN
06 : 00 1 kaart
de speler
A. 13 :00 rechts van je
B. 01 :00

Hoe laat
Hoe schrijf je
Hoe laat is het? neem 1 neem 2
acht uur ‘s
is het?
avonds? EXTRA EXTRA
21 : 00 KAART KAARTEN
A. 08 :00 en los op en los op
B. 20 :00
 je mag nog je mag nog je mag nog
neem 1 neem 2
eens eens eens
EXTRA EXTRA GOOIEN GOOIEN GOOIEN
KAART KAARTEN
en los op en los op

Hoe laat Hoe laat

Leg Leg Hoe laat is het? is het?
1 EXTRA 1 EXTRA is het?
KAART KAART
op de op de 00 : 00
KANS stapel KANS stapel

Hoe laat Hoe laat Hoe laat Hoe laat Hoe laat
is het? is het? is het? is het? is het?

01 : 00 02 : 00 03 : 00 04 : 00 05 : 00

Hoe laat Hoe laat Hoe laat Hoe laat Hoe laat
is het? is het? is het? is het? is het?

06 : 00 07 : 00 08 : 00 09 : 00 10 : 00
 Hoe laat Hoe laat Hoe laat Hoe laat Hoe laat
is het? is het? is het? is het? is het?

Hoe laat Hoe laat Hoe laat Hoe laat Hoe laat
is het? is het? is het? is het? is het?

Hoe laat Hoe laat Hoe laat Hoe laat Hoe laat
is het? is het? is het? is het? is het?

11 : 00 12 : 00 13 : 00 14 : 00 15 : 00

Hoe laat Hoe laat Hoe laat Hoe laat Hoe laat
is het? is het? is het? is het? is het?

16 : 00 17 : 00 18 : 00 19 : 00 20 : 00
 Hoe schrijf je Hoe schrijf je
Hoe laat Hoe laat Hoe laat
twaalf uur een uur
is het? is het? is het?
’s nachts? ’s nachts?
21 : 00 22 : 00 23 : 00
A. 00 :00 A. 13 :00
B. 12 :00 B. 01 :00

Hoe schrijf je Hoe schrijf je Hoe schrijf je Hoe schrijf je Hoe schrijf je
twee uur drie uur vier uur vijf uur zes uur
’s nachts? ’s nachts? ’s nachts? ’s nachts? ’s ochtends?

A. 02 :00 A. 15 :00 A. 04 :00 A. 17 :00 A. 06 :00

B. 14 :00 B. 03 :00 B. 16 :00 B. 05 :00 B. 18 :00

Hoe schrijf je Hoe schrijf je Hoe schrijf je Hoe schrijf je Hoe schrijf je
zeven uur acht uur negen uur tien uur in de elf uur in de
’s ochtends? ’s ochtends? ’s ochtends? voormiddag? voormiddag?

A. 19 :00 A. 08 :00 A. 21 :00 A. 10 :00 A. 23 :00

B. 07 :00 B. 20 :00 B. 09 :00 B. 22 :00 B. 11 :00

Hoe schrijf je Hoe schrijf je Hoe schrijf je Hoe schrijf je Hoe schrijf je
twaalf uur een uur twee uur drie uur in de vier uur in de
‘s middags? ‘s middags? ‘s middags? namiddag? namiddag?

A. 00 :00 A. 13 :00 A. 02 :00 A. 15 :00 A. 04 :00

B. 12 :00 B. 01 :00 B. 14 :00 B. 03 :00 B. 16 :00
Hoe schrijf je Hoe schrijf je Hoe schrijf je Hoe schrijf je Hoe schrijf je
vijf uur in de zes uur zeven uur acht uur negen uur
namiddag? ’s avonds? ’s avonds? ’s avonds? ’s avonds?

A. 17 :00 A. 06 :00 A. 19 :00 A. 08 :00 A. 21 :00

B. 05 :00 B. 18 :00 B. 06 :00 B. 20 :00 B. 09 :00

Hoe schrijf je Hoe schrijf je

tien uur elf uur Hoeveel
Hoeveel uren Hoeveel
’s avonds? ’s avonds? seconden
gaan er in 1 minuten gaan
gaan er in 1
dag? er in 1 uur?
A. 10 :00 A. 23 :00 minuut?
B. 22 :00 B. 11 :00

KANS SCHATKIST

?
dit zijn de kaartjes voor op je speelbord
EXTRA te plakken, zodat de leerlingen weten
welke kaarten ze waar moeten leggen
en waar ze wat moeten trekken. Het
EXTRA vakje is nieuw, dus daarvoor
moet je ergens nog een plaatsje zoeken
op je speelbord.