You are on page 1of 3

Handig Tellen

Opgave 1.
Een bedrijf voorziet zijn artikelen van een code door gebruik te maken van de letters A, B, E, G, K, M,
O en S en de cijfers 0 tot en met 9. Elke code bestaat uit 3 letters en twee cijfers.
Hoeveel codes zijn mogelijk als:
a) elke letter en elk cijfer meer dan één keer gebruikt mag worden?
b) elke letter en elk cijfer maar één keer gebruikt mag worden?
c) als de eerste letter een E moet zijn?
Opgave 2.
Een kentekenplaat bestaat uit 3 letters en 3 cijfers.
a) Hoeveel verschillende kentekenplaten kunnen er bestaan?
b) Hoeveel verschillende kentekenplaten zijn er als het eerste letter een P moet zijn voor een
personenauto?
c) Hoeveel verschillende kentekenplaten zijn er als het eerste letter een P moet zijn en elk cijfer
maar 1 keer mag voorkomen?

Opgave 3.
Het safeloket van de school, waar alle belangrijke stukken worden bewaard, is voorzien van een code
bestaande uit vijf cijfers. Om deze codes te vormen kun je kiezen uit de cijfers; 0,1,2,3,4,5,6,7,8 en 9.
Hoeveel mogelijke codes zijn er als je.
a) Elk cijfer een keer mag gebruiken?
b) Elk cijfer een keer mag gebruiken en de codes op een even getal eindigen?

Opgave 4.
In een vaas zitten vijf blauwe, drie rode en zes groene knikkers. Charles pakt vier knikkers uit de vaas.
Hoeveel mogelijkheden zijn er om:

a) Twee blauwe en één groene te pakken.


b) Hoogstens twee rode te pakken.
c) Minder dan drie groene te pakken.
d) Meer dan twee rode pakken.
e) Minstens vier groene pakken.

Opgave 5.
In een sociaal-culturele vereniging zitten negen leden. Er zijn 4 gepensioneerden, 3 veertigplussers en 2
jongeren in deze vereniging. Er moet een werkcommissie van vijf leden worden samengesteld.
a) Hoeveel commissies zijn er in totaal mogelijk?
b) Hoeveel commissies zijn mogelijk met daarin twee gepensioneerden, twee veertigplussers en één
jongere?
Opgave 6.

Skip gooit met 3 dobbelstenen


Hoeveel mogelijkheden zijn er als:
a) Om in totaal precies 6 ogen te gooien?
b) Om minstens 16 ogen te gooien?

Opgave 7.

Ana en Elsa spelen samen een spelletje met twee dobbelstenen. Hierbij worden de twee dobbelstenen
gegooid en de ogen steeds opgeteld.
a. Maak een rooster van deze uitkomsten.
Hoeveel mogelijkheden zijn er als de dobbelstenen:
b. hoogstens negen als uitkomst hebben?
c. Minder dan zeven als uitkomst hebben?
d. Niet meer dan vier als uitkomst hebben?

Opgave 8.

Het bestuur van negen personen kiest uit hun midden eerst de voorzitter, dan de secretaris en ten slotte
de penningmeester. Het aantal manieren om deze functies te verdelen is?

Opgave 9.

Bij de bushalte zitten twaalf mensen te wachten. Vier hebben een blauwe trui, vijf een zwarte trui en
drie hebben een gele trui. Na een tijd komt een bus en ze gaan netjes in de rij staan op in te stappen.
Hoeveel mogelijkheden zijn er als de eerste 4 mensen een zwarte trui aanhebben?

Opgave 10.

Van een klas doen 5 heren en 14 dames mee aan een repetitie. Er zijn vijf zitplaatsen in de eerste rij.
a) Hoeveel verschillende vijftallen kunnen zitten in de eerste rij?
b) Op hoeveel verschillende manieren kunnen 5 dames zitten in de eerste rij?

Opgave 11.

Op de boekenplank van Josh staan er 6 Nederlandse, 5 Engelse en 3 Spaanse boeken.


a) Josh leest van deze boeken eerst 2 Nederlandse boeken, dan een Engels en ten slotte een
Spaanse boek. Hoeveel viertallen zijn mogelijk?
b) Hoeveel mogelijke tweetallen zijn er voor Josh als hij 2 boeken leest: eerst een Nederlands en
daarna een Engels of Spaans?
Opgave 12
In een fietsenhok is plaats voor 10 fietsen. 6 jongens en 6 meisjes willen hun fiets zetten in het hok.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er dat van deze mensen 10 hun fiets wel kunnen plaatsen?
b) Op hoeveel manieren kunnen alleen meisjes hun fiets in het fietsenhok plaatsen?

Opgave 13

In een kamer zijn er 10 sporters, 4 zwemmers, 4 volleyballers en 2 hardlopers. Er worden 5 sporters


selecteert om naar een buitenlands toernooi te gaan.
Hoeveel mogelijkheden zijn er als:
a) 2 zwemmers, 2 volleyballers en 1 hardloper geselecteerd worden?
b) alle volleyballers geselecteerd worden?
c) er tenminste 2 zwemmers geselecteerd worden?

Opgave 14
De kentekenplaat van auto’s bestaat uit 2 letters en 4 cijfers.
a) Hoeveel mogelijke kentekenplaten zijn er?
b) Hoeveel mogelijke kentekenplaten zijn er als het eerste letter een P is?
c) Hoeveel mogelijke kentekenplaten zijn er als alle letters en alle cijfers maar één keer gebruikt
mogen worden?

Opgave 15
Drie heren en vijf dames gaan naar de polikliniek. In de wachtkamer zitten ze allemaal naast elkaar op
een rij.
a. Op hoeveel manieren kunnen zij naast elkaar zitten?
b. Eén voor één gaan ze naar de dokterskamer. Eerst een dame, als laatst een heer en voor de rest
doet het er niet toe. Op hoeveel manieren kan dat?

Opgave 16
In een fruitmand zitten 4 appels, 5 manja’s en 10 kersen. Jair pakt 4 vruchten uit de mand. Hoeveel
mogelijkheden zijn er om:
a. Één appel, twee kersen en één manja te pakken?
b. Alleen maar kersen te pakken?
c. Geen appels te pakken?
d. Minstens drie manja’s te pakken?

Opgave 17
Saista gooit met twee dobbelstenen. De ene is een gewone dobbelsteen, op de andere staan de ogen 1,
2, 3, 4 en 5. De ogen van beide dobbelstenen worden steeds opgeteld.
a) Hoeveel mogelijkheden zijn er als de dobbelstenen hoogstens drie als uitkomst hebben?
b) Hoeveel mogelijkheden zijn er als de dobbelstenen minstens zes als uitkomst hebben?
c) Hoeveel mogelijkheden zijn er als de dobbelstenen meer dan vier als uitkomst hebben?

You might also like