You are on page 1of 6

Student: Anne Braem Stageklas: 2de Aantal kinderen: 15

Uur: van 10u30 uur tot 11U20


Datum: 21/04/2023 Onderwerp: Taal Verrekijker Kijker 6 les 4: Ik kan een zin in twee verdelen.
uur

BEGINSITUATIE DOELGROEP: Wie zijn de kinderen? Welke zijn hun opvoedings- en onderwijsbehoeften?

Groepsgerichte focus
De kinderen hebben al eens kennisgemaakt met de tweeledigheid van zinnen. Tijdens deze les staan we terug stil bij de tweeledigheid van zinnen en
oefenen we dit verder in.

Individugerichte focus Differentiatievorm Concrete differentiatie


In te vullen vanaf GIS3 (AO) of stage einde 2de opleidingsfase
(DAG&WPL)

Sheriff ☒ Tempo Eventueel extra begeleiding of miniklas.


Charles ☐ Werkhouding
☐ Interesse
Niels ☒ Instructie
Leon ☐ Materiaal
☐ Moeilijkheidsgraad
Emma
☐ Groeperingsvorm

Noteer hier voor welke (individuele) kind(eren) je ☐ Tempo Vul hier de concrete differentiatie in.
dit aanbod doet en waarom? (ook al staat het ☐ Werkhouding
ruimer open) ☐ Interesse
☐ Instructie
☐ Materiaal
☐ Moeilijkheidsgraad
☐ Groeperingsvorm

Voorbereiding EBALO – VIVES, campus Kortrijk – pagina 1


BEGINSITUATIE CONTEXT: Wat biedt / vraagt de context van school en omgeving?

FOCUS voor deze les(sen): welke persoonsgebonden en cultuurgebonden ontwikkelveld(en) en ontwikkelthema’s staan centraal?

Taalontwikkeling: taalbeschouwing

DOELENSELECTIE vanuit de beginsituatie doelgroep, context en de focus: Wat streef je na?

Voorbereiding EBALO – VIVES, campus Kortrijk – pagina 2


De leerlingen weten dat een zin uit twee delen bestaat. Ze kunnen de twee delen koppelen aan elkaar.

Voorbereiding EBALO – VIVES, campus Kortrijk – pagina 3


Opbouw en verloop

Tijdsduur & Media Werk- en groeperingsvorm Inhoud + aanpak


Wat zegt / vraagt / doet de leraar.
Wat zegt / vraagt / doet de leering.

5-10 min Spelvorm Inleiding:


Stroken klasleergesprek
Vragen op het bord Ik heb 8 zinnen. Telkens een groene (wie/wat) en een blauwe (wat gezegd/gebeurt) strook. Elke
leerling krijgt 1 strook. Het is de bedoeling dat de leerlingen de partner vinden van hun strook.

‘Op de stroken die jullie hebben gekregen, staat een deel van een zin. Het is jullie taak om op zoek te
gaan naar het tweede deel dat bij jouw stukje zin past. Bij elke groene strook hoort een blauwe strook
en bij elke blauwe strook past een groene strook.

Ik overloop de zinnen die de leerlingen hebben gevormd en stel steeds volgende vragen:
– Wie of wat doet iets?
– Wat wordt erover gezegd of wat gebeurt er?

Over wie of wat het gaat, kleuren we groen. Wat die persoon/het voorwerp doet, kleuren we blauw.
Zo ontdekken we dat onze zinnen uit twee delen bestaan.’

30 min Individueel Midden: Aan de slag


Werkboek miniklasje
Bordboek De leerlingen nemen het werkkatern op pagina 10. Ik overloop samen met de leerlingen de
opdrachten.

‘Hebben jullie alles begrepen?’ Ik leg de opdrachten eventueel een tweede keer uit.

Voorbereiding EBALO – VIVES, campus Kortrijk – pagina 4


De leerlingen lossen de opdrachten per twee op.

Leerlingen die het moeilijker hebben met taal neem ik bij mij. Hiermee start ik een miniklasje op.

Verbeteren: We verbeteren de antwoorden klassikaal.


5 min Spelvorm Slot: Nog eens de inleiding maar met andere zinnen.
Evaluatie

Bordschema, zaalschikking (dit mag ook handgeschreven toegevoegd worden)

Zinnen 1 Bordboek voor uitleg en overlopen van de Klik of tik om tekst in te voeren.
oefeningen.
Tino kijkt tijdens de toets af.
De hond reageert niet op het fluitje.
We spelen op het strand.
Roos maakt een muur rond het zandkasteel.
De juf legt een oefening uit.
Oma bakt lekkere koekjes.
De kat klimt in de boom.
Ik ga straks naar huis.

Zinnen 2

Het ijsje is gesmolten.


De regenjas is waterdicht.
Ik zwem in het zwembad.
Jullie gaan morgen op reis.
Opa draagt een rare bril.
Mama kookt lekker eten.
De juf helpt ons bij het rekenen.
De koe eet graag gras.

Voorbereiding EBALO – VIVES, campus Kortrijk – pagina 5


Bronnen

Handleiding.

Bijlagen

De zinnen, zie bordschema

Voorbereiding EBALO – VIVES, campus Kortrijk – pagina 6

You might also like