Professional Documents
Culture Documents
J. Vermeer
College 14
1
Faculteit EWI
Technische Universiteit Delft
§4.3 Herinner
Laat A een n × n matrix zijn.
1. v ∈ Rn is eigenvector van A als v 6= 0 en Av = λv.
2. Dan heet λ een eigenwaarde van A.
3. Stelling λ eigenwaarde van A ⇔ det(A − λI) = 0.
4. pA (λ) = det(A − λI): het karakteristiek polynoom van A.
Als pA (λ) = (λ − λ1 )k1 (λ − λ2 )k2 · · · , dan heet λi
eigenwaarde met algebraïsche multipliciteit ki :
am(λ = λ1 ) = k1 .
5. Eigenruimte: Eλ = Nul(A − λI) = alle v met Av = λv.
6. dim(Eλ1 ) = m heet de meetkundige multipliciteit van λ:
mm(λ = λ1 ) = m1 .
7. Er geldt: 1 ≤ mm(λ = λ1 ) ≤ am(λ = λ1 ). ✷
College 14 2
Faculteit EWI
§4.4 Gelijkvormige matrices
Laat A en B n × n matrices zijn.
Definitie De matrices A en B heten gelijkvormig, als er een
matrix P bestaat met A = P BP −1 .
De volgende stelling is wat flauw, verschijnt wel op het tentamen,
en je moet ervoor kunnen redeneren vanuit de definitie.
Stelling Laat A, B, C n × n matrices zijn. Dan geldt:
1. A gelijkvormig A
2. Als A gelijkvormig B dan B gelijkvormig A.
3. Als A gelijkvormig B en B gelijkvormig C dan A
gelijkvormig C .
College 14 3
Faculteit EWI
§4.4 Gelijkvormige matrices(2)
De volgende stelling laat zien dat gelijkvormige matrices veel
gemeen hebben.
Stelling Laat A en B gelijkvormige matrices zijn. Dan geldt:
1. det(A) = det(B).
2. pA (λ) = pB (λ).
3. A en B hebben dezelfde eigenwaarden met dezelfde
multipliciteiten (meetkundig en algebraïsch).
College 14 4
Faculteit EWI
Diagonaliseerbare matrices
Definitie: Laat A een n × n matrix zijn. De matrix A heet
diagonaliseerbaar als A gelijkvormig is met een diagonaalmatrix.
Equivalent: er bestaat een diagonaalmatrix D en een
inverteerbare matrix P zodat A = P DP −1 .
De schrijfwijze A = P DP −1 , met gegeven D en P , heet een
diagonalisering van A.
Basisvragen:
1. Hoe na te gaan of een gegeven matrix A diagonaliseerbaar
is?
2. Als A diagonaliseerbaar is, hoe een diagonalisering te
bepalen?
College 14 5
Faculteit EWI
Het diagonaliseren van een matrix I
Stelling: Laat A een n × n matrices zijn, D een diagonaal matrix
en P = [p1 . . . pn ]. Equivalent zijn:
1. AP = P D
2. Api = di,i pi , voor i = 1, . . . , n.
Conclusie: Laat A = P DP −1 een diagonalisering zijn van A
dan is pi een eigenvector van A bij de eigenwaarde λi = di,i .
Voorbeelden Probeer de matrices A, B, C, D te diagonaliseren.
Stelling: Laat A een n × n matrix zijn. Equivalent zijn:
1. De matrix A is diagonaliseerbaar.
2. Er bestaan n lineair onafhankelijke eigenvectoren.
College 14 6
Faculteit EWI
Het diagonaliseren van een matrix II
Stelling. Laat A een n × n matrix zijn met n verschillende
eigenwaarden. Dan geldt: A is diagonaliseerbaar.
Stelling: Laat A een n × n matrix zijn. Equivalent zijn:
1. De matrix A is diagonaliseerbaar.
2. Er geldt:
(a) Al de nulpunten van pA (λ) zijn reëel.
(b) Voor iedere eigenwaarde λ0 geldt:
m.m.(λ = λ0 ) = a.m.(λ = λ0 ).
X
3. m.m.(λ) = n (sommatie over de reële eigenwaarden).
λ
Definitie: Als m.m.(λ = λ0 ) < a.m.(λ = λ0 ) dan heet A defect
in de eigenwaarde λ0 . ✷
College 14 7
Faculteit EWI
Toepassen diagonaliseren
Stelling: Laat A een diagonaliseerbare matrix zijn.
Als A = P DP −1 dan geldt:
An = P Dn P −1
Conclusie Omdat D n voor een diagonaalmatrix gemakkelijk te
bepalen is, is An ook te bepalen.
Voorbeelden Bepaal A10 . ✷
College 14 8
Faculteit EWI