Professional Documents
Culture Documents
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
ANALYSE 3
leerweg 6/8
VERLOOP
VAN FUNCTIES
Philip Bogaert
Filip Geeurickx
Roger Van Nieuwenhuyze
Erik Willockx
5•6
advies
prof. dr. Hendrik Van Maldeghem
cartoons :
Dave Vanroye
f ″( x ) +
dan bereikt f Schooljaar
een relatief minimum in a .
2023 - 2024
maximum f (x ) minimum
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
f ′( x ) ↗ max ↘
stelling van Rolle
bol
Als een functie f continu is in [ a , b ], afleidbaar is in ]a , b [ en f ( a ) = f ( b ), dan bestaat er minstens
f (x )
c ∈ ]a , b [ zodat f ′( c ) = 0. buigpunt
hol
Definities
middelwaardestelling van Lagrange
hol & bol
Als een functie f continu is in [ a , b ], en afleidbaar is in ]a , b [ , dan bestaat er minstens
y één punt
3 Afgeleiden De grafiek van f is hol in [ a , b ] De grafiek van f is bol in [ya
f (b ) − f (a )
c ∈ ]a , b [ zodat f (c ) = 1 1 f ( a +Δx)
⟺
b −a
gemiddelde verandering van een functie
f ′ is stijgend in [ a , b ] Definities vind je f ′ is dalend in [ a , b ]
• De gemiddelde verandering van een functie f over een interval op een rode achtergrond.
s
[a , a + Δx ] wordt gegeven door het differentiequotiënt
buigpunt
2
∆y regel
∆ f van
(x ) defl’Hôpital
(a + ∆x ) − f (a ) een buigpunt in
De grafiek van f heeftEigenschappen a je
vind
= =
∆x Als ∆xlim f (x ) = lim∆xg (x ) = 0 of lim f (x ) = lim g (x ) = ±∞ a
⟺
x →a x →a x →a x →a P
op een groene achtergrond.
f ( a)
f ′ bereikt een extremum
• Het is de frichtingscoëfficiënt in
s=a en er is een raaklijn aan de grafiek van f in het puntΔx
(a , f (
en g afleidbaar zijnvanin Bde snijlijn
\{a } met
a gPQ.
(x ) = 0 3
• Dit is een benadering van de ogenblikkelijke verandering.
Hier vind je geschiedenis
f (xwordt
Deze benadering ) steeds beter als 2 P).
Δx → 0 (als Q →
eigenschappen
lim bestaat van de wiskunde en O a
x →a g (x )
de herkomst vant.o.v. een georthonorm
begrippen.
x a
1 Als voor elke x ∈ [a ,b ] f continu is en f (x ) > 0, assenstelsel geldt
f (x ) fhol
(x ) <
dan geldt:
dan islim
de grafiek=van
x →a g (x )
limf in [ a , b ].
x →a gbol
(x ) 4 f ″( x )
+f (a ) = tan α
2 Als f continu is in a en f ″ van teken verandert in a Aan het einde van elke met α = (x ,t )
afgeleide van een functie in een punt
en er bestaat een raaklijn aan de grafiek van f in f ′( x je
paragraaf vind ) ↗
• Stel a is een inwendig
het puntpunt a )), dom f ( a ∈ B(a, ε) ⊂ dom f ). Als het
(a , f (van een differentiequotiënt
samenvatting. een eindige lim
buigpun
∪
heeft in a , dandan
noemen we dat getal de afgeleide van
heeft de grafiek van f een buigpunt in a. f in a . f ( x ) hol (a , f (a )
3 df
f (a + ∆x ) − f (a )
We noteren : f (a ) = Guillaume=François
lim Antoine, markies ∈R (1) (1661 – 1704)
de l’Hôpital
d x x =a ∆x →0 ∆x
Markies de l’Hôpital werd in 1661 geboren in een adellijke familie. Hij ambieerde eer
• Het is de richtingscoëfficiënt van
loopbaan, de raaklijn
maar P( a , f ( a )) aan
door zijninbijziendheid was de
datgrafiek van fen
onmogelijk . stapte hij over naar de
De vergelijking
• De afgeleide Opvan def buigraaklijn
vijftienjarige
van een functie puntin
in eenleeftijd heteen
aloste
is punt
hijmaat (avoor
al Peen f ( a de
)) isogenblikkelijke
,probleem : op, aangereiktverandering
door Blaise Pascal.
van f voE
y – f ( a ) = f ′( a ) · ( x – a )
hoorde hij al bij de club wiskundigen van Parijs, waar hij in 1691 de zes jaar jongere
Opmerkingen : (1667 – 1748) leerde kennen.
In een tabel, die het verloop van f ( x ) aangeeft, gebruiken we de volgende symbolen :
1 Markies de L’Hôpital
Andere ′(a1696
notatie voor fIn ): schreef hij het eerste boek over differentiaalrekening ‘Analyse des infiniment
0 ∞
veel
Stel : awerk van xBernoulli
f ′(=
+ ∆x x ) =⇒ ∆x +omvat.
= x −Inadat+boek had hij het – over de onbepaalde vormen 0 en ∞
– onder andere
omgedoopt zou worden tot de regel van de l’Hôpital. Na zijn dood werd bekend dat de l’Hôpital aan de
∆x → 0 =⇒ x → a
f ″( xeen
maandelijks +
) fiks bedrag betaalde–om hem op de + hoogte te houden
– van de laatste wiskundige ontwik
4 wiskundige problemen⤴f (x
in ) −
zijn f (a )
plaats op te lossen. ⤷ ⤵pictogrammen
6 ) Samenvatting
(1) wordt : f (a ) = lim (2)
⤵
f (x ) x →a x −a
hol stijgend bol stijgend hol dalend bol dalend TE ONTHOUDEN
2 Als de afgeleide f ′( a ) bestaat, zeggen we dat de functie f afleidbaar of differentieerbaar is in a .
–
Het woord ‘afleiden’ betekent in het Engels : ‘to differentiate’.
Je kent de definitie van een hyperbolische functie
BETEKENIS
3 Omdat a een inwendig punt van het domein moet zijn, bestaat er dus geen afgeleide in de randpun
GESCHIEDENIS
het domein. e x + e −x
cosh x = De functies met voorschrift :
2 REKENMACHINE
Vergelijking van de raaklijn t in het punt P(a , f (a )) aan de grafiek van f wordt bepaald door : y – f (a ) = f ′(a
e x − e −x f ( x ) = cosh x ICT
sinh x =
afgeleide functie 2
f ( x ) = sinh x
De afgeleide functie e −xeen functie f is de functie f ′ die elke x waarin f afleidbaar is, afbeeldt op de a
e x −van
tanh x = x f ( x ) = tanh x
van f in x . e + e −x
e x + e −x
Verband tussen afleidbaarheid f ( x ) = coth x
en continuïteit.
coth x = x −x
Schooljaar 2023 - 2024
b SchetsStella
de grafiek van de gevonden functie en ga na of alle voorwaarden vervuld zijn.
Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
7
1
2 Bereken lim(2x − 3) 3x −6
x →2 a Bepaal een veeltermfunctie van de vierde graad in x :
– waarvan het voorschrift deelbaar is door x – 2 en door x + 2 ;
– die voor x = –1 de extreme waarde – 27 aanneemt ;
z +4
Stel : 2x − 4 = z =⇒ x = – wiens grafiek in het punt met abscis 1 een raaklijn heeft die evenwijdig is met de rech
2
a ↔ 2y – 16x + 3 = 0
Als x → 2 dan gaat z → 0
b Schets de grafiek van deze veeltermfunctie en ga na of alle voorwaarden vervuld zijn.
V OOR W8OO R D
−6x 1 1
1 lim(2x − 3) 3x −6 = lim(1 + 2x − 4) 3x −6
+ x →2 x →2*
x a Men beschouwt de functief f met f ( x ) = 2x 3 – m x + m – 2. Bereken m zodat de grafiek
2
x −6 = lim(1 + z ) raakt (er zijn 2 oplossingen).
3z
1 z →0
1+ b Teken voor de gevonden waarden van m de grafiek van f en ga na of de grafiek aan de x
x 2
1 3
5
= lim(1 + z ) z
z →0 5
Bij sommige oefeningen
= e3
2
9 a Bereken de coördinaten van de snijpunten van de grafiek van f met f ( x ) = ( x – 1)36· ( x +
vind je een sterretje.
Deze oefeningen zijn
iets moeilijker.
=
3
e2
die de twee buigpunten van de grafiek verbindt.
⤵
ale toets voor: LN . Druk LN 3 en x ) f p met behulp+∞van
gevonden waarden van p de grafiekf (van | ICT en ga
| na of de gestelde v
1 0
hoe de TI-84 je kan helpen. 6 f (x ) =–∞x 4 − 2x 2 + 2 +∞
4
9 Beeld
7 f (x ) = (x + 2)(x − 2)3
n (met grondtal 10) en neperiaanse 8
11
Uit 8 volgt dat bld4xf 2=+R.a x − 3
a Bepaal a en b zodat de functie f met f (x ) =
In het digitale boek 8 a
3 x2 +bx + 3 8
haar extreme waarden bereikt
nx 10 Grafiek 2
en in de handleiding vind je b Schets de grafiek van de gevonden functie.
y
10 extra schermen die dikwijls 9 (1, 0); (−1, −16); ( 5, 8( 5 − 1)); (− 5, 8(− 5 − 1))
manipuleerbaar zijn. 1, 5
log x · 2, 302585093 10 a 6
−0, 5
36 −1
igenschappen van de natuurlijke logaritmen, kunnen we alle exponentiële
−1, 5
ISBN: 978 90 4860 386 2 Foto’s: Shutterstock, fotostock die Keure en auteurs Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door
middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande
Bestelnr.: 94 505 0120
an de Schotse wiskundige Napier (1550 –1617). DeCopyright
benaming ‘natuurlijke
by die Keure Brugge logaritme’ schriftelijke toestemming van de uitgever.
KB: D/2014/0147/250 No part ofMerk op dat
this book may de grafiek geperforeerd
be reproduced in any form by is in het
print, punt O ( 0, 0).
photoprint,
uitse wiskundige Nicolaus Mercator (1620 –1687).
NUR: 126 Verantwoordelijke uitgever: N.V. die Keure, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
Kleine Pathoekeweg 3 - 8000 Brugge - België -
RPR 0405 108 325
51
Druk: die Keure Herdruk 2021/1718
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
In Analyse 3 bestuderen we eerst het verloop functies moeten we meer weten over stijgen en
van algebraïsche functies (veelterm-, rationale dalen, extreme waarden, holle en bolle gedeelten,
en irrationale functies) en leren we een functie- buigpunten en asymptoten.
voorschrift opstellen vanuit de grafiek van een Zo kunnen we beter analyseren in welk interval we
functie. Daarna onderzoeken we het verloop van de grafiek moeten tekenen of laten construeren door
exponentiële, logaritmische, hyperbolische, gonio- een grafische rekenmachine of door een computer.
metrische en cyclometrische functies. Om een Hierbij maken we gebruik van de differentiaalreke-
duidelijk beeld te krijgen van de grafiek van deze ning, waarmee we in Analyse 2 al kennismaakten.
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
I NHOUD
1 Verloop van 3 Hyperbolische functies
algebraïsche functies 1 Definities > 80
1 Herhaling > 8 2 Eigenschappen > 81
2 Algemene werkwijze > 15 3 Hyperbolische cosinusfunctie > 83
3 Verloop van een veeltermfunctie > 16 4 Toepassing > 85
4 Verloop van een rationale functie > 18 5 Omgekeerde van de hyperbolische
5 Opstellen van functievoorschriften > 21 cosinusfunctie > 86
6 Verloop van een irrationale functie > 25 6 Samenvatting > 88
7 Samenvatting > 32 7 Oefeningen > 89
8 Onderzoek van een algebraïsche functie
met GeoGebra > 33
9 Oefeningen > 35 4 Verloop van goniometrische
en cyclometrische functies
1 Goniometrische functies > 94
2 Verloop van exponentiële 2 Verloop van een goniometrische functie > 98
en logaritmische functies 3 Toepassing : harmonische en
1 Herhaling > 44 gedempte trilling > 100
2 Afgeleide van exponentiële en 4 Cyclometrische functies > 103
logaritmische functies – getal e > 46 5 Verloop van een cyclometrische functie > 104
3 Natuurlijke logaritmen > 51 6 Verloop van een goniometrische functie
4 Afgeleide van exponentiële functies > 52 met GeoGebra > 106
5 Functies waarvoor geldt dat de afgeleide recht 7 Samenvatting > 108
evenredig is met de functiewaarde > 53 8 Oefeningen > 109
6 Afgeleide van logaritmische functies > 54
7 Toepassingen > 57
8 Volledig verloop van een exponentiële en 5 Differentiaal van een functie
een logaritmische functie > 60 1 Definitie > 114
9 Verloop van een logaritmische functie 2 Verband tussen dy en Δy > 115
met GeoGebra > 65 3 Differentialen van hogere orde > 116
10 Samenvatting > 67 4 Rekenregels > 116
11 Oefeningen > 68 5 Toepassingen > 117
6 Samenvatting > 118
7 Oefeningen > 119
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Een astroïde is geen asteroïde. Je verkrijgt deze zodat ze elkaar blijven raken. De baan die de
mooie figuur door volgende stappen (bv. met verfkwast heeft afgelegd, bepaalt een astroïde,
behulp van ICT) te doorlopen. een woord dat afgeleid is van het Griekse woord
Teken een cirkel met straal 4. Teken een inwen- voor ‘ster’.
dig rakende cirkel met straal 1. In het raakpunt Met welk symbool van het klassieke kaartspel
van beide cirkels plaats je een verfkwastje, heb je hier te maken ?
die je laat vasthangen aan de kleine cirkel.
Laat nu de kleine cirkel bewegen in de grote
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Verloop van
algebraïsche functies
1 Herhaling > 8
1
2 Algemene werkwijze > 15
7 Samenvatting > 32
9 Oefeningen > 35
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
1 ) Herhaling
1 Limieten
in a ∈ R in +∞ of in –∞
Veeltermfunctie Bereken de functiewaarde van Bereken de limiet van
de veeltermfunctie voor x = a . de hoogstegraadsterm.
Rationale • Is a ∈ dom f , dan is Bereken de limiet van het quotiënt
functie f met lim f (x ) = f (a ) van de hoogstegraadstermen in
x →a
T (x ) T ( x ) en N ( x ).
f (x ) = • Is T ( a ) ≠ 0 en N ( a ) = 0, dan is
N (x )
lim f (x ) = +∞ of − ∞
x →a
sin x tan x
lim = 1 ; lim =1 ;
x →0 x x →0 x
sin(mx ) tan(mx )
lim = 1 ; lim =1
m x →0 mx m x →0 mx
Bgsin x
lim =1
x →0 x
8
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
2 Asymptoten
Verticale • De rechte l ↔ x = c ( ∈ R) is een verticale asymptoot van
asymptoot de kromme k ↔ y = f ( x )
y lim f (x ) = ±∞ of lim f (x ) = ±∞
x →c x →c
< >
y = f (x )
• Eigenschap : De grafiek van een rationale functie heeft
een HA met vergelijking y = c als in het voorschrift van
x
O de functie gr( T) ⩽ gr( N) .
Schuine • De rechte l ↔ y = m x + q ( m ∈ R0 en q ∈ R) is
asymptoot een schuine asymptoot van de kromme k ↔ y = f ( x )
definitie
lim [ f (x ) − (m x + q )] = 0 of lim [ f (x ) − (m x + q )] = 0
x →+∞ x →−∞
• De rechte l ↔ y = m x + q ( m ∈ R0 en q ∈ R) is
een schuine asymptoot van de kromme k ↔ y = f ( x )
y
y = f (x )
formules van Cauchy
f (x )
m = lim en q = lim [ f (x ) − m x ]
y = mx + q x →±∞ x x →±∞
9
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
y
D (sin x )
3 Afgeleiden y =f x
( )
f ( a +Δx) Q
gemiddelde verandering van een functie
• De gemiddelde verandering van een functie f over een interval t
s
[a , a + Δx ] wordt gegeven door het differentiequotiënt Δy
∆y
∆x
=
∆ f (x ) f (a + ∆x ) − f (a )
∆x
=
∆x
f ( a) P a D (cos x
Δx
• Het is de richtingscoëfficiënt van de snijlijn s = rechte PQ.
• Dit is een benadering van de ogenblikkelijke verandering.
x
Deze benadering wordt steeds beter als Δx → 0 (als Q → P). a + Δx
O a
t.o.v. een georthonormeerd
assenstelsel geldt :
D (tan
f (a ) = tan α
• Stel a is een inwendig punt van dom f ( a ∈ B(a, ε) ⊂ dom f ). Als het differentiequotiënt een eindige limiet
heeft in a , dan noemen we dat getal de afgeleide van f in a .
df f (a + ∆x ) − f (a )
We noteren : f (a ) = = lim ∈R (1)
dx x =a ∆x →0 ∆x
D (B
x →a x −a
2 Als de afgeleide f ′( a ) bestaat, zeggen we dat de functie f afleidbaar of differentieerbaar is in a .
Het woord ‘afleiden’ betekent in het Engels : ‘to differentiate’.
3 Omdat a een inwendig punt van het domein moet zijn, bestaat er dus geen afgeleide in de randpunten van
het domein.
Vergelijking van de raaklijn t in het punt P(a , f (a )) aan de grafiek van f wordt bepaald door: y – f (a ) = f ′(a ) · (x – a )
afgeleide functie
De afgeleide functie van een functie f is de functie f ′ die elke x waarin f afleidbaar is, afbeeldt op de afgeleide
van f in x .
D(
Verband tussen afleidbaarheid en continuïteit.
Als f afleidbaar is in a , dan is f continu in a .
Het omgekeerde geldt niet.
niet-afleidbare functies
Er zijn verschillende redenen waarom een functie f niet afleidbaar is in een inwendig punt a van het domein.
• f is niet continu in a .
D
• f is continu in a , maar de linker- en rechterafgeleide van f in a zijn niet gelijk. In het punt P ( a , f ( a ))
zijn er twee raaklijnen aan de grafiek van f .
• f is continu in a , maar er is een verticale raaklijn in P ( a , f ( a )) aan de grafiek van f .
10
c o s f (x )·
sin f (x ) ] =
Schooljaar 2023 - 2024
D[ Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
= cos x
4 Rekenregels voor afgeleiden
· D [ f (x )]
= − s i n f (x )
D [cos f (x
) ]
x
x ) = − sin
D(sin x ) = cos x D[sin f (x )] = cos f (x ) · D[ f (x )]
n x ) = cos2 x
cos2 x cos2 f (x )
−1 −D[ f (x )]
D(cot x ) = D[cot f (x )] =
f (x )]
2
sin x sin2 f (x )
1 D[ f (x )]
f (x )
D(Bgsin x ) = D[Bgsin f (x )] =
−1
1−x2 1 − [ f (x )]2
−1 −D[ f (x )]
ot x ) = sin2 x D(Bgcos x ) =
1−x2
D[Bgcos f (x )] =
1 − [ f (x )]2
D [ f (x )]
1 D[ f (x )]
D(Bgtan x ) = D[Bgtan f (x )] =
1+x2 1 + [ f (x )]2
2
1 D(Bgcot x ) =
−1
1+x2
D[Bgcot f (x )] =
−D[ f (x )]
1 + [ f (x )]2 1 − [f ( x ) ]
g s in x ) =
B 1−x
)=D f +Dg Dc = 0
D(f + g
D(f − g
)=D f −Dg Dx = 1 −D [ f (x )]
·Dg + g
·Df
s f (x ) ] =
D [Bgc o 1 − [ f (x )]
=f
−1
D x n = n · x n−1
D(f · g ) (n ∈ Q0 )
1 −1
=c ·Df
c os x ) =
D (c · f ) D
x
=
x2
( Bg
·Dg
2
g ·Df − f
D g 1
f =
− x g2 1
D x=
D [ f (x )]
2 x
−D f
1 =
D f f2 D 3 x = 1
= 2
f x ) ] x ) ]
3
) 3 x2
(m ∈ Q 0
( f
D [Bgtan 1+[ (
−1 D f
1
m
Df
m =mf
(x )
y d u met u = f
dy = d ·
) = + x2
D (Bgtan x
du dx
1 dx
→ kettin
gregel
−D [ f (x )
g c o t f (x )] = 1 + [ f (x )]
−1 D [B 11
x) = 2
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
A Stijgen en dalen
Als f continu is in [ a , b ] en f ′( x ) > 0 voor elke x ∈ ]a , b [ ,
dan is f stijgend in [ a , b ]. f ′( x ) + –
Als f continu is in [ a , b ] en f ′( x ) < 0 voor elke x ∈ ]a , b [ ,
f (x ) ↗ ↘
dan is f dalend in [ a , b ].
extrema
f bereikt een relatief maximum in a ∈ dom f f bereikt een absoluut maximum in a ∈ dom f
minimum minimum
stelling
x a x a
f ′( x ) + – f ′( x ) – +
max min
f (x ) ↗ || ↘ f (x ) ↘ || ↗
f (a ) f (a )
O a x O a x
y P = keerpunt y t
f is continu in a
⟹ t // y
lim f (x ) = ±∞
x →a
t P = keerpunt
O a x O a x
y y
P = knikpunt P
t1 t2 t1 t2
f is continu in a P = knikpunt
⟹ er zijn twee verschillende
linkerafgeleide = rechterafgeleide
raaklijnen t 1 en t 2
O a x O a x
12
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
f ′( x ) 0 0
Als f continu is in B a , f (a ) = 0 en f (a ) > 0
< f ″( x ) + –
dan bereikt f een relatief minimum in a .
maximum f (x ) minimum maximum
f ′( x ) ↗ max ↘
bol
f (x ) buigpunt
hol
Definities
hol & bol
De grafiek van f is hol in [ a , b ] De grafiek van f is bol in [ a , b ]
⟺
⟺
f ′ is stijgend in [ a , b ] f ′ is dalend in [ a , b ]
buigpunt
De grafiek van f heeft een buigpunt in a
⟺
f ′ bereikt een extremum in a en er is een raaklijn aan de grafiek van f in het punt ( a , f ( a ))
eigenschappen
x a
1 Als voor elke x ∈ [a ,b ] f continu is en f (x ) > 0,
hol <
dan is de grafiek van f bol in [ a , b ].
f ″( x ) + –
2 Als f continu is in a en f ″ van teken verandert in a
en er bestaat een raaklijn aan de grafiek van f in f ′( x ) ↗ ↘
het punt ( a , f ( a )), dan heeft de grafiek van f buigpunt
∪ ∩
een buigpunt in a . f (x ) hol bol
(a , f (a ))
In een tabel, die het verloop van f ( x ) aangeeft, gebruiken we de volgende symbolen :
f ′( x ) + + – –
f ″( x ) + – + –
⤴ ⤷ ⤵
⤵
f (x )
hol stijgend bol stijgend hol dalend bol dalend
13
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
f (x )
lim bestaat
x →a g (x )
f (x ) f (x )
dan geldt: lim = lim
x →a g (x ) x →a g (x )
14
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
2 ) Algemene werkwijze
Om het verloop van een functie f te bestuderen, doen we het volgende onderzoek :
1 Domein
We bepalen dom f om te weten welke x -waarden een beeld hebben.
2 Continuïteit
We onderzoeken in welke punten van dom f de functie continu is.
4 Symmetrie
We onderzoeken of de functie eventueel even of oneven is.
(on)even functie
f is even ⟺ ∀x ∈ dom f : f ( –x ) = f ( x )
De grafiek van f is symmetrisch t.o.v. de y -as.
f is oneven ⟺ ∀x ∈ dom f : f ( –x ) = –f ( x )
De grafiek van f is symmetrisch t.o.v. de oorsprong O.
5 Asymptoten
We stellen de vergelijkingen op van eventuele verticale (VA), horizontale (HA) of schuine asymptoten (SA)
en onderzoeken de ligging van de grafiek t.o.v. deze asymptoten.
6 Eerste afgeleide
We berekenen f ′( x ) en onderzoeken het tekenverloop. Zo bepalen we het stijgen en dalen van de functie f
en zo vinden we de eventuele extrema van f .
7 Tweede afgeleide
We berekenen f ″( x ) en onderzoeken het tekenverloop. Zo bepalen we de holle en bolle zijde van de grafiek
en de eventuele buigpunten. In de buigpunten kunnen we ook de buigraaklijn bepalen.
8 Samenvattende tabel
We brengen de gevonden informatie over in een overzichtelijke tabel. Hierin nemen we onder andere op :
tekenverloop van f ′( x ) en van f ″( x ), stijgen en dalen van f, extrema, buigpunten …
9 Beeld
Hier bepalen we bld f om te weten voor welke y -waarden er een x -waarde bestaat zodat y = f ( x ).
10 Grafiek
Steunend op alle voorgaande onderzoeken construeren we de grafiek, met behulp van een visgraatdiagram.
Opmerking :
Als we de grafiek tekenen m.b.v. wiskundesoftware, dan moet het eindresultaat uiteraard ook overeenstem-
men met alle gevonden resultaten over symmetrie, stijgen en dalen enz.
15
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
1 Domein
dom f = R
2 Continuïteit
f is een continue functie want elke veeltermfunctie is continu in R.
x = 0 ⟹ f ( 0) = 6
x3 + x2 – 8x + 6 = 0 (1) snijpunt met de y -as : ( 0, 6)
1 1 –8 6
1 1 2 –6
1 2 –6 0
(1) ⇐⇒ (x − 1) · (x 2 + 2x − 6) = 0
x = 1 of x 2 + 2x − 6 = 0
D = 4 + 24 = 28
−2 + 2 7 −2 − 2 7
x = 1 of x = = 7−1 of x= =− 7−1
2 2
snijpunten met de x -as: (1, 0); ( 7 − 1, 0); (− 7 − 1, 0)
tekenverloop van f ( x )
x –∞ − 7−1 1 7−1 +∞
– 0 + 0 – 0 +
f (x ) grafiek onder grafiek snijdt grafiek boven grafiek snijdt grafiek onder grafiek snijdt grafiek boven
de x-as de x-as de x-as de x-as de x-as de x-as de x-as
4 Symmetrie
f ( x ) = x 3 + x 2 – 8x + 6
f ( –x ) = –x 3 + x 2 + 8x + 6
f ( –x ) ≠ f ( x )
f ( –x ) ≠ –f ( x )
f is dus noch even noch oneven.
5 Asymptoten
VA : geen (dom f = R)
HA : lim f (x ) = lim x 3 = +∞
x →+∞ x →+∞
lim f (x ) = lim x 3 = −∞
x →−∞ x →−∞
16
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
4 1
x –∞ –2 +∞ x –∞ − +∞
3 3
f ′( x ) + 0 – 0 + f ″( x ) – 0 +
f (x ) ↗ max ↘ min ↗ f (x ) ∩ buigpunt ∪
8 Samenvattende tabel
1 4
x –∞ –2 − +∞
3 3
f ′( x ) + 0 – – – 0 +
f ″( x ) – – – 0 + + +
236
18 27 −14
–∞ || ⤵ ⤷ 27 ⤴ +∞
f (x ) buigpunt
⤵
maximum
1 236
− , minimum
3 27
1 236
Vergelijking van de buigraaklijn t in het punt P − , is :
3 27
−1 1 2 25
rico(t ) = f =3· − −8=−
3 9 3 3
236 25 1
t ↔y − =− x+
27 3 3
t ↔ 27y − 236 = −225x − 75
t ↔ 225x + 27y − 161 = 0
y
9 Beeld
15
Uit punt 8 volgt dat bld f = R.
10 Grafiek
10
Bijkomende vraag :
Bewijs dat het buigpunt P P
• f (x ) = x 3 + x 2 − 8x + 6
een middelpunt van 5
symmetrie is voor
de grafiek van f . 0 x
Bewijs : −5 −4 −3 −2 −1 0 1 2 3 4 5
−1 236
P , −5
3 27 is een
buigraaklijn
symmetriemiddelpunt t
van de grafiek van f .
1 1 1 236
⇐⇒ ∀h ∈ R : f − +h + f − −h =
2 3 3 27
Inderdaad :
3 2 3 2
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
f − +h + f − −h = − +h + − +h −8 − +h +6+ − −h + − −h −8 − −h +6
2 3 3 2 3 3 3 3 3 3
236
=
27
17
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
1 Domein
x 2 – 4 = 0 ⟺ x = 2 of x = –2
dom f = R \ {-2, 2}
2 Continuïteit
f is continu in haar domein, dus f is continu in R \ {–2, 2}
tekenverloop van f ( x )
x –∞ –2 0 2 +∞
x3 – – – 0 + + +
x2 – 4 + 0 – – – 0 +
f (x ) – | + 0 – | +
4 Symmetrie
x3
f (x ) =
x2 −4
−x 3
f (−x ) = = − f (x ) ⇒ f is oneven De grafiek van f is dus symmetrisch t.o.v. O.
x2 −4
5 Asymptoten
VA : x = 2 en x = –2 zijn de vergelijkingen van de verticale asymptoten,
x
Merk op dat –2 en 2 polen van de functie zijn. –2 0 2
x3
HA : lim f (x ) = lim = ±∞
x →±∞ x →±∞ x 2 − 4
18
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
SA : De graad van de teller is één meer dan de graad van de noemer. Er is dus een SA.
formules van Cauchy Euclidische deling
f (x ) x3 x3 x2 – 4
m = lim = lim 3 =1
x →±∞ x x →±∞ x − 4x
–( x 3 – 4x ) x
x3 4x
q = lim [ f (x ) − m x ] = lim −x
x →±∞ x →±∞ x 2 − 4 x3 4x
=⇒ =x + 2
4x x −4
2 x −4
= lim =0
x →±∞ x2 −4
Besluit : y = x is de vergelijking van de SA
y
y=x
x
O
Ligging van de grafiek van f t.o.v. SA :
4x
Tekenonderzoek van f (x ) − x = 2
x −4
x –∞ –2 0 2 +∞
4x – 0 +
| + – |
x2 −4 onder SA snijdt SA boven SA
6 Eerste afgeleide
x3 (x 2 − 4)3x 2 − x 3 (2x ) 3x 4 − 12x 2 − 2x 4 x 2 (x 2 − 12)
f (x ) = D = = =
x2 −4 (x 2 − 4)2 (x 2 − 4)2 (x 2 − 4)2
f (x ) = 0 ⇐⇒ x 2 = 0 of x 2 − 12 = 0 f g ·D f − f ·Dg
D =
g g2
x = 0 of x = 2 3 of x = −2 3
f ′( x ) is niet gedefinieerd in –2 en 2.
x –∞ −2 3 –2 0 2 2 3 +∞
f ′( x ) + 0 – | – 0 – | – 0 +
f (x ) ↗ max ↘ | ↘ 0 ↘ | ↘ min ↗
7 Tweede afgeleide
x 2 (x 2 − 12) x 4 − 12x 2
f (x ) = D =D 2
(x − 4)
2 2 (x − 4)2
(x − 4) · (4x − 24x ) − (x 4 − 12x 2 ) · 2 · (x 2 − 4) · 2x
2 2 3
=
(x 2 − 4)4
4x (x − 4)(x − 6) − 4x (x 4 − 12x 2 )
2 2
=
(x 2 − 4)3
4x · [x 4 − 6x 2 − 4x 2 + 24 − x 4 + 12x 2 ]
=
(x 2 − 4)3
2
8x (x + 12)
=
(x 2 − 4)3
f (x ) = 0 ⇐⇒ x = 0 of x 2 + 12 = 0 (geen oplossing) x –∞ –2 0 2 +∞
f ″( x ) – | + 0 – | +
x = 0 buig-
f (x ) ∩ ∪ punt ∩ ∪
f ′′( x ) is niet gedefinieerd in –2 en 2.
19
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
8 Samenvattende tabel
x –∞ −2 3 –2 0 2 2 3 +∞
f ′( x ) + 0 – | – 0 – | – 0 +
f ″( x ) – – – | + 0 – | + + +
0
−3 3 +∞ +∞ 3 3
f (x ) –∞ ⤵ ⤷ buigpunt ⤵ ⤷ ⤴ +∞
⤵
–∞ –∞
maximum (0, 0) minimum
9 Beeld
Uit punt 8 volgt dat bld f = R
10 Grafiek
y
15
x3
f (x ) =
x2 −4
10
y =x
5
0 x
−8 −6 −4 −2 0 2 4 6 8
−5
−10
x = −2 x =2
−15
20
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
Voorbeeld 1 :
Bepaal het voorschrift van een derdegraadsfunctie f die aan de volgende voorwaarden voldoet :
• f bereikt een relatief maximum voor x = –2
2
• de grafiek van f heeft een buigpunt P voor x = −
3
2 16
• de richtingscoëfficiënt van de buigraaklijn in P − , . . . is −
3 3
• –3 is een nulwaarde van f
Oplossing :
De gevraagde functie heeft als voorschrift : f ( x ) = a x 3 + b x 2 + c x + d .
1 Afgeleiden van f
f (x ) = a x 3 + b x 2 + c x + d
f (x ) = D(a x 3 + b x 2 + c x + d ) = 3a x 2 + 2b x + c
f ”(x ) = D(3a x 2 + 2b x + c ) = 6a x + 2b
2 Nodige voorwaarden
• f bereikt een relatief maximum voor x = – 2
f (−2) = 0
of 12a − 4b + c = 0 (1)
2
• de grafiek van f heeft een buigpunt voor x = −
3
2
f” − = 0
3
of − 4a + 2b = 0 (2)
2 16
• de richtingscoëfficiënt van de buigraaklijn in P − , . . . is −
3 3
2 16
f − = −
3 3
12 4 16
of a − b +c = −
9 3 3 (3)
21
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
f (−3) = 0
of − 27a + 9b − 3c + d = 0 (4)
3 Oplossing van het stelsel gevormd door (1), (2), (3) en (4)
12a − 4b + c = 0 a =1
−4a + 2b = 0
b = 2
12 4 16 ⇐⇒
a − b +c =−
c = −4
9 3 3
−27a + 9b − 3c + d = 0 d = −3
2
x –∞ –2 +∞
3
f ′( x ) + 0 – 0 +
f (x ) ↗ max ↘ min ↗
f bereikt dus een relatief maximum voor x = –2
f ″( x ) = 6x + 4
2
x –∞ − +∞
3
f ″( x ) – 0 +
f (x ) ∩ ∪
2 7
De grafiek van f heeft dus een buigpunt P − ,
3 27
5 Besluit
De gevraagde derdegraadsfunctie f
heeft als voorschrift
f ( x ) = x 3 + 2x 2 – 4x – 3.
22
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
Voorbeeld 2 :
ax
Gegeven : Een rationale functie f met f (x ) = met a ,b ∈ R
x2 +b
Gevraagd :
Voor welke waarde(n) van a en b bereikt f een relatief extremum als x = –2 en heeft de buigraaklijn in
P 2 3, . . . aan de grafiek van f als vergelijking 8y + x − 6 3 = 0
Oplossing :
1 Afgeleiden van f
ax
f (x ) =
x2 +b
(x 2 + b ) · D(a x ) − (a x ) · D(x 2 + b )
f x ) =
(x 2 + b )2
a (x 2 + b ) − a x · 2x
=
(x 2 + b )2
a (b − x 2 )
=
(x 2 + b )2
(x 2 + b )2 · (−2a x ) − a (b − x 2 ) · 2 · (x 2 + b ) · 2x
f (x ) =
(x 2 + b )4
(x 2 + b ) · (−2a x ) − a (b − x 2 ) · 2 · 2x
=
(x 2 + b )3
−2a x 3 − 2a b x − 4a b x + 4a x 3
=
(x 2 + b )3
2a x 3 − 6a b x
=
(x 2 + b )3
2a x (x 2 − 3b )
=
(x 2 + b )3
2 Nodige voorwaarden
• f bereikt een relatief extremum als x = –2
f (−2) = 0
a (b − 4)
of = 0
(4 + b )2
Hieruit volgt dat b = 4 (1) want a ≠ 0 (als a = 0, dan is f immers constant).
23
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
• De vergelijking van de buigraaklijn in P 2 3, . . . is 8y + x − 6 3 = 0.
⟹
1
de richtingscoëfficiënt van de buigraaklijn is −
8
1
f 2 3 = −
8
a (4 − 12) 1
of = −
(12 + 4)2 8
4 Voldoende voorwaarden
• Voorwaarde (2) is duidelijk voldoende.
• We onderzoeken nu of de voorwaarde (1) ook voldoende is.
4(4 − x 2 )
f (x ) =
(x 2 + 4)2
x –∞ –2 2 +∞
f ′( x ) – 0 + 0 –
f (x ) ↘ min ↗ max ↘
−16(4 − 12)
Controle met behulp van de tweede afgeleide : f (−2) = >0
(4 + 4)3
Taak :
Toon aan dat de grafiek van f een buigpunt heeft als x = 2 3 .
5 Besluit
De gevraagde rationale
functie f heeft als voorschrift y
4x
f (x ) = 2
x +4 2
8y + x − 6 3 = 0
De grafiek van f noemt men
1
een serpentine.
0 x
6 Controle met ICT −5 −4 −3 −2 −1 0 1 2 3 4 5
−1
4x
f (x ) =
x2 +4
−2
24
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
1 Domein
x
BV 0
x −4
x –∞ 0 4 +∞
x
+ 0 – | +
x −4 dom f = ] − ∞, 0] ∪ ]4, +∞[
2 Continuïteit
dom f =
f is continu in haar domein, dus f is continu in ] − ∞, 0] ∪ ]4, +∞[
f (x ) = 0 x = 0
x = 0 f (x ) = 0
tekenverloop van f ( x )
x –∞ 0 4 +∞
+ 0 +
f (x ) grafiek boven grafiek snijdt | grafiek boven
de x-as de x-as de x-as
4 Symmetrie
x −x x
f (x ) = en f (−x ) = =
x −4 −x − 4 x +4
f (−x ) = f (x ) en f (−x ) = − f (x )
f is dus noch even noch oneven.
5 Asymptoten
VA : x =4
want lim f (x ) = +∞ y
x →4
>
x=4
25
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
x x
HA : lim = lim = 1=1
x →+∞ x −4 x →+∞ x −4
x x
lim = lim = 1=1
x →−∞ x −4 x →−∞ x − 4
Ligging van de grafiek van f t.o.v. de HA. We onderzoeken het tekenverloop van :
x x
−1 +1
x x −4 x −4 4
f (x ) − 1 = −1= =
x −4 x x
+1 (x − 4) +1
x −4 x −4
y
x –∞ 0 4 +∞
– + y=1
f (x ) – 1 –1 |
onder HA boven HA O x
6 Eerste afgeleide
x 1 x 1 (x − 4) · 1 − x · 1 −2 −2
f (x ) = D = ·D = · = =
x −4 x x −4 x (x − 4) 2 x x (x − 4)3
2 2 · (x − 4)2
x −4 x −4 x −4
f ′( x ) is gedefinieerd als x < 0 of x > 4.
f ′ heeft geen nulwaarden
x –∞ 0 4 +∞
f ′( x ) – | | –
f (x ) ↘ ↘
7 Tweede afgeleide
−2 1
f (x ) = D = −2 · D[x (x − 4)3 ]− 2
x (x − 4)3
3
= [x (x − 4)3 ]− 2 · D[x (x − 4)3 ]
3
= [x (x − 4)3 ]− 2 · [(x − 4)3 + 3x (x − 4)2 ]
(x − 4)2 · (x − 4 + 3x )
=
x 3 (x − 4)9
4(x − 1)
=
x 3 (x − 4)5
x –∞ 0 4 +∞
f ′′( x ) – | | +
f (x ) ∩ ∪
26
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
8 Samenvattende tabel
x –∞ 0 4 +∞
f ′( x ) – | | –
f ′′( x ) – | | +
f (x ) 1 ⤵ 0 +∞ ⤷ 1
9 Beeld
bld f = R+ \ {1}
10 Grafiek
y
4
x
f (x ) =
x −4
2
y =1
0 x
−6 −4 −2 0 2 4 6
−2
x =4
−4
3
Voorbeeld 2 : Beschouw de irrationale functie f met f (x) = 3x 2 + x 3
1 Domein
dom f = R
2 Continuïteit
f is continu in R.
3x 2 + x 3 = 0 f (x ) = 0
x 2 (3 + x ) = 0
x = 0 of x = −3
(0, 0) en (–3, 0) zijn de snijpunten met de x -as (0, 0) is het snijpunt met de y -as
27
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
tekenverloop van f ( x )
x –∞ –3 0 +∞
– + +
grafiek grafiek grafiek
f (x ) onder
0 boven
0 boven
de x -as de x -as de x -as
4 Symmetrie
3 3
f (x ) = 3x 2 + x 3 en f (−x ) = 3x 2 − x 3
f (−x ) = f (x ) en f (−x ) = − f (x ) f is dus noch even, noch oneven.
5 Asymptoten
VA : Er zijn geen verticale asymptoten.
3
HA : lim 3x 2 + x 3 = ±∞ Er zijn geen horizontale asymptoten.
x →±∞
3
3x 2 + x 3 3 3
SA : m = lim = lim +1=1
x →±∞ x x →±∞ x
3
q = lim 3x 2 + x 3 − x
x →±∞
3x 2 + x 3 − x 3 3x 2
= lim = lim 2
x →±∞ 3 x →±∞
3
(3x 2 + x 3 )2 + x 3x 2 + x 3 + x 2 3 3
x2 + 1 + 1
3 3
+1 +
3 x x
= =1
1+1+1
y
y = x + 1 is dus de vergelijking van de schuine asymptoot.
y=x+1
We onderzoeken nu de ligging van de grafiek t.o.v. de SA.
Snijpunten van de grafiek met de SA.
3
3x 2 + x 3 = x + 1 x
3x
2
x
+ 3
x
= 3
3x
+ 2
+ 3x + 1
−1
x = Bij ingewikkelde vormen neem je
3
proefgetallen om het teken te bepalen.
−1 2
De grafiek snijdt de SA in het punt , Voor x → +∞ neem je bv. 100,
3 3
voor x → –∞ bijvoorbeeld –100
We doen nu een tekenonderzoek van f (x ) − (x + 1)
−1
x –∞ –100 100 +∞
3
3
+ 0 –
3x 2 + x 3 − (x + 1) grafiek ligt grafiek grafiek ligt
boven de SA snijdt SA onder de SA
6 Eerste afgeleide
1 x 2 + 2x x 2 + 2x x +2
f (x ) = D
3
3x 2 + x 3 = · (6x + 3x 2 ) = = =
3 2 3
3 (3x + x ) 2 3 2
(3x + x ) 3 2 3 4
x (3 + x ) 2 3
x (3 + x )2
f ′( x ) is gedefinieerd als x ∈ R \ {0, –3}
f ′ heeft –2 als nulwaarde.
x –∞ –3 –2 0 +∞
f ′( x ) + | + 0 – | +
f (x ) ↗ ↗ max ↘ min ↗
28
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
7 Tweede afgeleide
[(3 + x )2 + x · 2(3 + x )]
3
x (3 + x )2 − (x + 2) ·
x +2 3 3 x 2 (3 + x )4
f (x ) = D =
3
x (3 + x )2 3
x 2 (3 + x )4
3 3 x 3 (3 + x )6 − (x + 2)(3 + x )(3 + x + 2x )
=
3 3 x 4 (3 + x )8
3x (3 + x )2 − 3(x + 2)(x + 3)(x + 1) 3(x + 3)[x (x + 3) − (x + 2)(x + 1)]
= =
3x (3 + x )2 · 3 x (3 + x )2 3x (3 + x )2 · 3 x (3 + x )2
x 2 + 3x − x 2 − 3x − 2 −2
= =
3
x (3 + x ) x (3 + x ) 2 x (3 + x ) 3 x (3 + x )2
f ′′( x ) + | – | –
f (x ) ∪ buigpunt ∩ ∩
8 Samenvattende tabel
x –∞ –3 –2 0 +∞
f ′( x ) + | + 0 – | +
f ″( x ) + | – – – | –
0
0 3
4 ||
f (x ) –∞ ⤴ buigpunt ⤵ +∞
⤵
⤵
minimum
(–3, 0) maximum
keerpunt(0, 0)
De functie is niet differentieerbaar in –3 en 0. Ze is wel continu in deze punten zodat uit lim f (x ) = ±∞
x →0
en lim f (x ) = +∞ volgt dat de raaklijnen in ( 0, 0) en ( –3, 0) evenwijdig aan de y -as zijn.
>
<
x →−3
9 Beeld y
x = −3
bld f = R
4
3
f (x ) = 3x 2 + x 3
10 Grafiek
0 x
−6 −4 −2 0 2 4 6
−2
−4
y =x +1
29
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
1 Domein
BV : 3x 2 – x 3 ⩾ 0 ⟺ x 2 · ( 3 –x ) ⩾ 0 x –∞ 0 3 +∞
3x 2 – x 3 + 0 + 0 –
dom f 1 = ]–∞, 3].
2 Continuïteit
De functie is continu in ]–∞, 3].
x –∞ 0 3 +∞
f 1 (x ) + 0 + 0
↓ ↓ ↓ ↓
grafiek boven grafiek snijdt grafiek boven grafiek snijdt
de x -as de x -as de x -as de x -as
4 Symmetrie
f 1 (x ) = 3x 2 − x 3
f 1 (−x ) = 3 · (−x )2 − (−x )3 = 3x 2 + x 3 =⇒ f 1 (−x ) = f 1 (x ) en f 1 (−x ) = − f 1 (x )
5 Asymptoten
VA : geen
HA : geen, want lim 3x 2 − x 3 = +∞ en lim 3x 2 − x 3 bestaat niet (zie dom f )
x →−∞ x →+∞
3x 2 − x 3
SA : geen, want lim = lim (− 3 − x ) = −∞
x →−∞ x x →−∞
3x 2 − x 3
en lim bestaat niet (zie dom f 1)
x →+∞ x
30
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
6 Eerste afgeleide
D(3x 2 − x 3 ) 6x − 3x 2 3x (2 − x )
f 1 (x ) = D 3x 2 − x 3 = = = (1)
2 x (3 − x )
2 2· | x | · 3 − x 2· |x | 3−x
3(2 − x ) 3(2 − x )
Dan is | x | = x en f 1 (x ) = Dan is | x | = −x en f 1 (x ) = −
2 3−x 2 3−x
Hieruit volgt: lim f 1 (x ) = 3 Hieruit volgt: lim f 1 (x ) = − 3
x →0 x →0
> <
x –∞ 0 2 3 +∞
f ′1 ( x ) – −− 33| | 33 + 0 – |
f ′1 ( x ) ↘ min ↗ max ↘
• Voor x = 0 is f 1′( x ) niet gedefinieerd. In het punt 0 is de linkerafgeleide − 3 en de rechterafgeleide 3 . In
de oorsprong heeft de grafiek twee raaklijnen t en t ′ met respectievelijk vergelijking y = − 3 · x en y = 3 · x .
Ga na dat deze raaklijnen respectievelijk een hoek van –60° en van 60° met de x -as vormen. Het punt 0 is
een knikpunt van de grafiek van f 1.
• Voor x = 3 is f ′1( x ) ook niet gedefinieerd. Omdat lim f 1 (x ) = −∞ is de raaklijn in het punt ( 3, 0) evenwijdig
x →3
<
met de y -as.
7 Tweede afgeleide
Berekenen we f 1″( x ) uit (1), dan vinden we : 3(x − 4)
0 < x < 3: f 1 (x ) =
(ga dit na) 4(3 − x ) · 3 − x
−3(x − 4)
x <0 : f 1 (x ) =
4(3 − x ) · 3 − x
x –∞ 0 3 +∞
f ″1 ( x ) + | – |
f 1( x ) ∪ ∩
Voor x < 0 is de grafiek hol, voor 0 < x < 3 is de grafiek bol. Het punt 0 is echter geen buigpunt omdat
de functie in dat punt niet afleidbaar is en de grafiek in 0 dus geen bepaalde raaklijn bezit. We hebben
het punt 0 een knikpunt genoemd.
8 Samenvattende tabel
x –∞ 0 2 3 +∞
f ′1 ( x ) – −− 33| | 33 + 0 – |
f ″1 ( x ) + | – – – |
0
2
||
f 1 (x ) +∞ ⤷ || ⤵ 0
⤵
minimum
maximum
knikpunt( 0, 0)
31
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
9 Beeld
bld f 1 = R+
10 Grafiek
t y t
2
f 1 (x ) = 3x 2 − x 3
0 x
−4 −3 −2 −1 0 1 2 3 4
−2
f 2 (x ) = − 3x 2 − x 3
−4
7 ) Samenvatting
– Je kan het verloop van een functie bepalen, door achtereenvolgens de volgende zaken te onderzoeken.
• domein
• continuïteit
• snijpunten met de assen en tekenverloop van f ( x )
• symmetrie
• asymptoten
• eerste afgeleide (stijgen en dalen van de functie en bepalen van eventuele extrema)
• tweede afgeleide (holle en bolle zijde van de grafiek en de eventuele buigpunten)
• samenvattende tabel
• beeld
• grafiek
– Je kan het functievoorschrift van een functie f opstellen met behulp van informatie over de grafiek van f.
32
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
1 Domein
We berekenen met de CAS van GeoGebra de wortels van de noemer.
Dom f = R
2 Continuïteit
f is continu in haar domein, dus f is continu in R.
Er is geen symmetrie.
5 Asymptoten
Er zijn geen verticale asymptoten. Ligging van de kromme t.o.v. de horizontale asymptoot:
33
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
8 Beeld van f
bld f = [ –1, 9]
9 Grafiek van f
34
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
9 ) Oefeningen
1 Onderzoek het verloop van de veeltermfuncties met
2
a f (x ) = x 3 − x 2 + 12 e f (x ) = x 4 − 2x 3 + 2x − 1 i f (x ) = − x 3 + 2x 2 + 6x
3
8 5 1 4
b f (x ) = x 3 + 3x 2 + 3x − 7 f f (x ) = x − 8x 3 j f (x ) = 3x − 16x 3 + 18x 2
5 4
1 9
c f (x ) = x 4 − 3x 2 − 4 *g f (x ) = | x (x 2 − 9) | k f (x ) = x 4 − x 2 + x + 3
4 4
1 5
d f (x ) = x 4 − 4x 2 *h f (x ) = | x |3 + 3x l f (x ) = x − x
5
x 2 − 6x + 5 x3 x +1
a f (x ) = e f (x ) = i f (x ) =
x −2 3−x2 x 2 − 2x
4x 2 x3 x3
b f (x ) = f f (x ) = j f (x ) =
x 2 − 2x +2 2 (x + 1)2 x2 −1
4 (x 2 − 2x + 1) x 4 − 2x 2 + 1 x2 +x −2
c f (x ) = g f (x ) = k f (x ) =
x 2 − 2x − 3 x2 x2 −x
x3 x 3 − 3x 2 3
d f (x ) = h f (x ) = l f (x ) = 2 −
↓ x −1 x3 −8 3x + 2
Newton noemde in 1704 de grafiek van
deze functie een ‘drietand’ (trident)
3 Men wil een profiel vervaardigen van de vorm zoals op de tekening. De breedte is 6 cm en de hoogte 4 cm.
De kromme is geen parabool en kan dus niet de grafiek van een kwadratische functie zijn.
Zoek een derdegraadsfunctie die deze kromme als grafiek heeft.
0
x
0 1 2 3 4 5 6
4
*
Bewijs dat de functie f met f (x ) = a x 3 + b x 2 + c x + d (met a ≠ 0) in twee verschillende punten een extreme
waarde bereikt enkel en alleen indien b 2 – 3a c > 0.
Toon aan dat de grafiek van f steeds één buigpunt heeft.
35
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
5 Bepaal een veeltermfunctie van de derde graad die een extreme waarde bereikt voor x = 1 en x = 2 en waarvoor
f ( 0) = 1 en f ( 3) = – 6.
Controleer nadien je antwoord met ICT.
6 a Bepaal het voorschrift van een veeltermfunctie van de vierde graad die voor x = 2 als relatief minimum – 2
2 3 −2
heeft en wiens grafiek P , als buigpunt heeft en die voor x = 1 een raaklijn heeft met richtings
3 9
coëfficient – 3.
8
*
a Men beschouwt de functie f met f ( x ) = 2x 3 – m x + m – 2. Bereken m zodat de grafiek van f aan de x as
raakt (er zijn 2 oplossingen).
b Teken voor de gevonden waarden van m de grafiek van f en ga na of de grafiek aan de x as raakt.
9 a Bereken de coördinaten van de snijpunten van de grafiek van f met f ( x ) = ( x – 1)3 · ( x + 3) met de rechte
die de twee buigpunten van de grafiek verbindt.
10
*
Gegeven : de familie functies f p met f p( x ) = x 3 + 2x 2 + x + p
a Bereken voor welke waarden van p de grafiek van f p een top T( …, 6) heeft.
Teken voor de gevonden waarden van p de grafiek van f p met behulp van ICT en ga na of de gestelde voor
waarde vervuld is.
b Bereken voor welke waarden van p de raaklijn in het punt A( – 3, …) door de oorsprong gaat. Teken voor de
gevonden waarden van p de grafiek van f p met behulp van ICT en ga na of de gestelde voorwaarde vervuld is.
b Toon aan dat een van de buigpunten een symmetriemiddelpunt van de grafiek van f is.
36
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
b Schets voor de gevonden a waarde de grafiek van f en ga na of alle voorwaarden vervuld zijn.
15 Gegeven : f (x ) =
ax2 +bx + c
x2 + px +q
Gevraagd : Bereken a , b , c , p , q als je weet dat de grafiek van f raakt aan de rechte y = 1 in het punt ( 3, 1)
en de rechten met vergelijking x = 1 en y = – 3 de enige asymptoten van de grafiek zijn.
16 f a met f a( x ) met f a (x ) =
8
−4a x − x 2
met a ∈ R+ stelt een familie van irrationale functies voor.
d Onderzoek of twee grafieken voor verschillende waarden van a een snijpunt hebben.
8 3
e Voor welke waarde(n) van a is f a (−1) = ?
9
x2
b f (x ) = x 2 + 2x − 3 g f (x ) = x − 2 +
x2 +9
x 3
c f (x ) = h f (x ) = −x 3 + 3x 2
3−x
3
d f (x ) = 2x + 4x 2 + 1 i f (x ) = x 3 − 3x + 2
3
e f (x ) = 3x + x 2 − 6x j f (x ) = x 3 + 6x 2
18 Onderzoek het verloop van de irrationale functies met behulp van ICT als :
x2 −9 3
x −1
a f (x ) = b f (x ) =
x 2 + 3x x 4 − 4x 2 + 3
37
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
19
*
Onderzoek de krommen met onderstaande vergelijkingen.
x2 y 2
c + =1 vergelijking van een ellips
9 4
x2 y 2
d − =1 vergelijking van een hyperbool
4 9
x 2 (1 − x ) vergelijking van een strofoïde ; deze kromme werd onderzocht door de Engelse
e y2 =
1+x wiskundige Barrow (1636 –1677), leraar van Newton
x3 vergelijking van een cissoïde ; deze kromme werd al bestudeerd door Diocles
f y2 =
2−x (100 na Christus)
2 2 2
g x 3 +y 3 = 83 vergelijking van een regelmatige astroïde
vergelijking van een achtkromme ; deze kromme werd in 1647 onderzocht door
h y 2 = 8x 2 – x 4
de Nederlander Gregorius van St.Vincent (1584 –1667)
20
Het aantal bezoekers dat zich op een zonnige dag in de maand juli in een dierenpark bevindt, zou je kunnen
benaderen door het functievoorschrift :
38
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
22
*
Een gewonde krijgt op de spoedopname via een injectie een bepaalde stootdosis (ongeveer 4 mg/liter) van een
geneesmiddel toegediend.
De concentratie van dit geneesmiddel in het lichaam bereikt na enige tijd een maximum om daarna geleidelijk
weer af te nemen.
Deze concentratie C ( t ) in mg/liter voldoet vrij goed aan het functievoorschrift :
21t
C (t ) = met t in uren.
2t 2 + 3
a Toon aan dat na verloop van tijd de concentratie van het medicijn in het bloed naar nul evolueert. Na hoeveel
uur is deze concentratie kleiner dan 0,5 ?
b Na hoeveel uur is de concentratie in het bloed maximaal ?
c Hoe groot is de snelheid waarmee het geneesmiddel in het bloed wordt opgenomen direct na de injectie ?
d De patiënt moet extra worden geobserveerd gedurende de tijdspanne waarin de concentratie van het medicijn
vermindert aan een tempo van meer dan 0,5 mg/liter. Hoe lang en van wanneer tot wanneer moet de patiënt
extra worden geobserveerd ?
23
*
De zeereus Leotanic vertrekt vanuit Panama voor een zeereis van 5000 km en heeft 24 bemanningsleden aan
boord. De personeelskosten bedragen 10 euro per dag per bemanningslid. De brandstofkost per uur is recht
evenredig met het kwadraat van de snelheid van het schip. De evenredigheidsconstante is 0,1.
39
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
a Als na 25 seconden de straal van de oliedruppel 11 cm bedraagt, bereken dan de waarde van k
van deze oliesoort.
b Schets de grafiek.
e Bepaal een formule die de oppervlakte, bedekt door deze oliedruppel, geeft in functie van de tijd.
f Hoe groot is de bedekte oppervlakte op het tijdstip t = 9 ? Hoe snel neemt de bedekte oppervlakte toe
op dit tijdstip ?
25 Bij een eenjarige subtropische plant constateerde een bioloog een zeker verband tussen de grootte van de blade
ren van de planten en hun ouderdom. Het verband wordt benaderd door de functie S met
S(t ) = 2 3t − t
e In welke maand zijn de bladeren van deze plantensoort het grootst ? Hoe groot zijn de bladeren
van deze plant dan ?
40
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK 1
Leraar: Y. Cornelis • V ERLOOP VAN ALGEBRAÏS CHE F UNCTIE S
Leibniz verliet Leipzig en trok naar Altdorf, waar hij in 1666 promoveerde op een rechtsfilosofische verhandeling.
Men bood hem daar een leerstoel aan, die hij weigerde. Zijn verhandeling trok de aandacht van de keurvorst van Mainz,
die hem in dienst nam. Leibniz kreeg belangrijke diplomatieke en politieke opdrachten in heel Europa.
Zo ontmoette hij in Parijs (1672) de Nederlandse wiskundige, natuurkundige en sterrenkundige Christiaan Huygens.
Zij werden vrienden en Huygens gaf Leibniz wiskundeles.
Tijdens een kort verblijf in Londen (1673) toonde hij op een bijeenkomst van de Royal Society zijn uitvinding :
een rekenmachine die niet alleen kon optellen en aftrekken (zoals het toestel van Pascal), maar ook vermenigvuldigen
en delen en zelfs worteltrekken. Hij behaalde er zo’n succes mee dat hij tot buitenlands lid van de Royal Society
werd verkozen en er in contact kwam met Newton.
Aangemoedigd door Huygens zette hij zijn wiskundige onderzoeken voort in Parijs. In 1675 ontwikkelde hij de differentiaal-
en integraalrekening, waarmee hij op wiskundig gebied onsterfelijke naam gemaakt heeft.
Na de dood van de keurvorst van Mainz trad hij in 1676 in dienst van hertog Johan Frederik van Brunswijk. Hij werd
bibliothecaris en raadsman van de hertog in Hannover. Hij bleef bijna heel zijn verdere leven bij de familie Brunswijk.
Leibniz was een universele geest, die niet alleen de wiskundige analyse uitvond, maar ook een grote bijdrage leverde
in veel andere takken van de wetenschap : wijsbegeerte, recht, geschiedenis, theologie, natuurkunde, biologie
en linguïstiek.
41
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Een klassiek raadseltje. Op een vijver groeien de groei vind je op deze vijver. De eerste dag is er
waterlelies zo snel dat het aantal elke dag verdub- één waterlelie op het oppervlak, de volgende dag
belt. Op de 16e dag is de vijver half bedekt met zijn er twee, de dag erna vier en de dag daarna
waterlelies. Wanneer zal de vijver volledig bedekt acht. Logaritmische functies zullen ontstaan
zijn met deze ‘koningin van de waterplanten’? als omgekeerde ‘bewerking’ van de exponentiële
In dit hoofdstuk leer je de afgeleide berekenen en functies.
het verloop maken van exponentiële en logaritmi- En hoeft het nog gezegd ? Op dag 17 is de vijver
sche functies. Een voorbeeld van exponentiële volledig bedekt.
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
1 Herhaling > 44
2
2 Afgeleide van exponentiële en
logaritmische functies – getal e > 46
7 Toepassingen > 57
10 Samenvatting > 67
11 Oefeningen > 68
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
1 ) Herhaling
Het verschil tussen lineaire en exponentiële groei
Bij lineaire groei ontstaat de volgende waarde Bij exponentiële groei ontstaat de volgende waarde
uit de vorige door optelling met een getal. Dit getal uit de vorige door vermenigvuldiging met een getal.
is constant als de tijdsintervallen even groot zijn. Dit getal heet de groeifactor.
Grafiek : Grafiek :
f (x ) = a x + b f (x ) = b · a x
y y
+a .a
+a .a
b b
+1 +1 x +1 +1 x
O O
exponentiële functie
Is a ∈ R+0 \ {1}, dan noemen we de functie f met f ( x ) = a x de exponentiële functie met grondtal of groeifactor a.
y y
• Grafiek: f (x) = a x • Grafiek: f (x) = a x
1 1
x
x
O x1 x2
x1 x2 O
• dom f = R • dom f = R
• bld f = R+0 = ]0, +∞[ • bld f = R+0 = ]0, +∞[
• f is strikt stijgend in R: x 1 < x 2 ⟹ f ( x 1) < f ( x 2) • f is strikt dalend in R: x 1 < x 2 ⟹ f ( x 1) > f ( x 2)
• nulwaarden : geen • nulwaarden : geen
• snijpunt met de y as : (0, 1) • snijpunt met de y as : (0, 1)
• ( 0, 1) ∈ f en ( 1, a ) ∈ f • ( 0, 1) ∈ f en ( 1, a ) ∈ f
• lim a x = 0 : de x as ( y = 0) is een horizontale • lim a x = 0 : de x as ( y = 0) is een horizontale
x →−∞ x →+∞
asymptoot van de grafiek asymptoot van de grafiek
x
• lim a = +∞
x →+∞
• lim a x = +∞
x →−∞
• Waardeverloop: • Waardeverloop:
x –∞ 0 1 +∞ x –∞ 0 1 +∞
f (x ) 0 1 a +∞ f (x ) +∞ 1 a 0
logaritmen
De logaritme met grondtal a ∈ R+0 \ {1} van een strikt positief reëel getal is de exponent van de macht
waartoe we a moeten verheffen om dit getal te krijgen.
44
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: • V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
a
3. log(x · y ) = a log x + a log y
a x
4. log = a log x − a log y
y
a 1
5. log = − a log x
x
a
6. log x n = n · a log x
a
b log x
7. log x = a LET OP :
log b
b 1 er bestaat geen eigenschap
8. log a = a
log b voor a log ( x ± y )
logaritmische functie
Is a ∈ R+0 \ {1} dan noemen we de reële functie f met f ( x ) = a log x de logaritmische functie met grondtal a .
hoofdeigenschap
De logaritmische functie met grondtal a is de inverse functie van de exponentiële functie met grondtal a .
a >1 0<a<1
y y
• Grafiek: y=x • Grafiek: y=x
g (x ) = a x
1 f (x ) = alogx 1
g (x ) = a x
x x
0 1 0 1
f (x ) = alogx
• Waardeverloop: • Waardeverloop:
x 0 1 a +∞ x 0 a 1 +∞
f (x ) –∞ 0 1 +∞ f (x ) +∞ 1 0 –∞
45
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
massa A
(in kg)
100 B
50 y
opp.
(in m2)
f (x ) = 2 x
16
leeftijd
0 1 2 3 4 (in maanden)
14
Bij exponentiële groei is de groeisnelheid niet constant. Hoe steiler de grafiek, hoe groter de groeisnelheid.
In Analyse 2 heb je geleerd dat de helling in een punt van een kromme gemeten kan worden met de richtings
coëfficiënt van de raaklijn in dat punt van de kromme. Daartoe bereken je de afgeleide van de functie in dat punt.
We plotten met behulp van een GRM de grafieken van y 1 = 2x en van y 2, dit is de numerieke afgeleide van y 1.
Het lijkt erop dat de grafiek van y 2 kan ontstaan uit de grafiek van y 1 door een uitrekking t.o.v. de y as
met factor c , dus dat y 2 = c · y 1.
De groeisnelheid lijkt evenredig met de aanwezige hoeveelheid. We gaan dit nu algebraïsch onderzoeken.
46
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: •
V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
f (x + ∆x ) − f (x ) 2 x +∆x − 2 x
D f (x ) = lim =⇒ D 2 x = lim
∆x →0 ∆x ∆x →0 ∆x
definitie
f (x ) = 2 x
afgeleide
2 x · (2∆x − 1)
= lim
∆x →0 ∆x
2∆x − 1
= 2 x · lim
∆x →0 ∆x
2∆x − 1 2∆x − 1
In het bijzonder geldt : f (0) = 20 · lim = lim
∆x →0 ∆x ∆x →0 ∆x
Dus : f ′( x ) = 2x · f ′( 0)
2∆x − 1
Om f ′( x ) te berekenen moeten we dus lim kennen. Met de gewone rekenregels kunnen we deze limiet
∆x →0 ∆x
niet berekenen. Deze limiet bestaat omdat hij gelijk is aan de richtingscoëfficiënt van de raaklijn t aan de grafiek
van f in het punt P( 0, 1). (Zie ‘meetkundige betekenis van de afgeleide in een punt’ blz. 10)
2∆x − 1 2∆x − 1
Dx Dx
∆x ∆x
0,1 0,71773 – 0,1 0,66967
0,01 0,69556 – 0,01 0,69075
0,001 0,69339 – 0,001 0,69291
0,0001 0,69317 – 0,0001 0,69312
0,00001 0,69315 – 0,00001 0,69314
Besluit :
2∆x − 1
Als f ( x ) = 2x dan is f ′( x ) = c · 2x met c = f (0) = lim ≈ 0, 693
∆x →0 ∆x
y y
5 5
4 4
3 3
f (0) · 2x ≈ 0, 693 · 2x
2 2x
1
f (0) ≈ 0, 693
1 1
1
0 x 0 x
−4 −3 −2 −1 0 1 2 3 4 −4 −3 −2 −1 0 x 2 3 4
a x +∆x − a x
Is f ( x ) = a x met a ∈ R+0 \ {1} dan is f (x ) = lim
∆x →0 ∆x
a x · (a ∆x − 1)
= lim
∆x →0 ∆x
a ∆x − 1
= a x · lim
∆x →0 ∆x
In het bijzonder geldt :
a ∆x − 1
f (0) = lim = richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de grafiek van f in het punt P(0, 1).
∆x →0 ∆x
Hiermee is bewezen dat bij elke functie f met f ( x ) = a x een constante c bestaat zodat f ′( x ) = c · a x.
De waarde van de constante c hangt af van de groeifactor a . Bij f ( x ) = 2x vonden we dat f ′( x ) = 0,693 · 2x.
47
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
De volgende tabel geeft voor nog enkele andere waarden van de groeifactor a , de afgeronde waarden van c
in vier decimalen nauwkeurig.
– Alleen voor a = 1 is c = 0.
a ∆x − 1
a c = lim Kan je dat verklaren ?
∆x →0 ∆x
0,5 – 0,6931 – Voor a = 0,5 is c negatief.
1 –0 Waarom ?
1,5 – 0,4055
2 – 0,6931 Het lijkt aannemelijk dat ‘ergens’ tussen de groeifactorwaarden 2,5
2,5 – 0,9163 en 3 de evenredigheidsconstante c gelijk zal zijn aan 1.
3 – 1,0986 Dat is interessant, want dan is de afgeleide functie gelijk aan de
3,5 – 1,2528 functie zelf. De groeifactor (grondtal) waarbij c = 1 noemen we e .
↓ –↓ De letter e is de eerste letter van Euler, die de notatie voor het eerst
10 – 2,3026 gebruikte in 1731.
2,5 0,9163
2,7 0,9933
2,71 0,9969
2,718,0 0,9999
2,72 1,0006
y 1
Dx (1 + ∆x ) ∆x
f (x ) = e x
4
10 –1 2,5937424601
3 f (x ) = e x 10 –2 2,70481382942
10 –3 2,71692393224
2 1 10 –4 2,71814592683
10 –5 2,71826823717
1
f (x ) = e x 10 –6 2,71828046932
10 –7 2,71828169255
0 x
−5 −4 −3 −2 −1 0 x 1 2 3 4 5 10 –8 2,71828181487
10 –10 2,71828182832
−1
10 –12 2,71828182846
We onthouden : e = 2,718281828…
Het voorschrift van de afgeleide functie
van de exponentiële functie f met
f ( x ) = e x is f ′( x ) = e x
of : D ( e x) = e x
Andere notatie : e x = exp( x )
De functie f met f ( x ) = e x is een functie die gelijk is aan haar afgeleide. Een unicum in de wiskunde ! Dit maakt het
getal e zo bijzonder. Dit getal speelt ook een belangrijke rol in allerlei vakgebieden waar wiskunde gebruikt wordt.
48
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: •
V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
1
e = lim (1 + ∆x ) ∆x
∆x →0
Bewijs : x
1 1
Stellen we dat ∆x = , dan moet we bewijzen dat e = lim 1+
x x →±∞ x
(x → ±∞ ⇐⇒ ∆x → 0)
Eerste geval : x ∈ N0
n
1
Stel x = n , dan moeten we bewijzen dat lim 1+ =e met n ∈ N0
n →+∞ n
We passen het binomium van Newton toe :
n
1 1 n · (n − 1) 1 n · (n − 1) · (n − 2) 1 n · (n − 1) · (n − 2) · . . . · 1 1
1+ = 1+n · + · 2+ · 3 + ... + · n
n n 2! n 3! n n! n
1 1 1 1 2 1 1 2 n −1
= 1+1+ · 1− + · 1− · 1− + ... + · 1− · 1− · ... · 1 − (1)
2! n 3! n n n! n n n
Het tweede lid bevat n + 1 positieve termen, waarvan de eerste twee constant zijn. Hieruit volgt dat voor n > 1
1 n
geldt : 1 + > 2 terwijl elke term vanaf de derde term groter wordt als n toeneemt. Vermits ook het aantal
n
1 n
termen stijgt als n toeneemt, is de rij met algemene term u n = 1 + een monotoon stijgende rij.
n
1 2
Als we in (1) elk verschil 1 − , 1 − , . . . vervangen door 1, dan vergroot het rechterlid. We bekomen :
n n
1 1 1 1
1+ < 1+1+ + + ... +
n 2! 3! n!
Vervangen we in p ! alle factoren die groter zijn dan 2 door 2, dan vergroot het rechterlid opnieuw. We bekomen :
1 1 1 1
1+ < 1+1+ + + . . . + n −1
n 2 22 2
1 1 1 1
of 1+ < 1 + 1 + + 2 + . . . + n −1
n 2 2 2 som van een meetkundige rij
1 1 −qn
1 1− n
met n termen: s n = u 1 ·
1−q
of 1+ < 1+ 2
n 1
1−
2
1 1
of 1+ < 1+2· 1− n
n 2
1 1
of 1+ < 1+2−
n 2n−1
1
Dus: 1 + < 3
n
Besluit :
1 n
De rij met algemene term u n = 1 + is monotoon stijgend en naar boven begrensd. De rij is dus convergent
n
en u n heeft een eindige limiet die we door de letter e voorstellen.
n
1
lim 1+ =e met n ∈ N0
n →+∞ n
49
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Volgens de insluitstelling van de limieten (zie Analyse 2) volgt uit (3) dat :
1 x
lim 1 + =e
x →+∞ x
x
1
lim 1+ =e met x ∈ R
x →±∞ x
1 1
Als we = z stellen, dan volgt hieruit een andere vorm voor de formule : lim (1 + z ) z = e
x z →0
Het getal e
Euler bewees in 1737 dat e een irrationaal getal is. Een irrationaal getal is een getal
dat niet als een breuk te schrijven is. De decimalen van zo’n getal vertonen geen enkele
3
regelmaat. 2 , 5 en p zijn ook irrationale getallen.
50
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: • V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
Voorbeelden :
2x
3 1
1 Bereken lim 1− 2 Bereken lim(2x − 3) 3x −6
x →−∞ x x →2
3 1 z +4
Stel : − = =⇒ x = −3x Stel : 2x − 4 = z =⇒ x =
x x 2
2x −6x 1 1
3 1 lim(2x − 3) 3x −6 = lim(1 + 2x − 4) 3x −6
lim 1− = lim 1+ x →2 x →2
x →−∞ x
x →+∞ x
2
x −6 = lim(1 + z ) 3z
1 z →0
= lim 1+
x →+∞ x 2
1 3
= lim(1 + z ) z
−6 z →0
= e
2
1 = e3
= 6
e
3
= e2
3 ) Natuurlijke logaritmen
Zoals alle exponentiële functies heeft ook f met f ( x ) = e x = exp( x ) een inverse : de logaritmische functie met
grondtal e . Logaritmen met grondtal e worden natuurlijke of neperiaanse logaritmen genoemd.
In de notatie laat men e weg en schrijft men ln in plaats van e log.
Dus e log 3 wordt geschreven als ln 3.
ln x
en log x = of log x = ln x · 0, 4342944819
ln 10
Hieruit volgt :
e ln x = x en ln e y = y
Met behulp van het getal e en de eigenschappen van de natuurlijke logaritmen kunnen we alle exponentiële
functies afleiden.
Logaritme
Het woord ‘logaritme’ is afkomstig van de Schotse wiskundige Napier (1550 –1617). De benaming ‘natuurlijke logaritme’
(logarithmus naturalis) komt van de Duitse wiskundige Nicolaus Mercator (1620 –1687).
51
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
a x = ( e ln a )x = e x · ln a
Daaruit volgt :
D ( a x ) = D ( e x · ln a ) = e x · ln a · D ( x ln a ) = e x · ln a · ln a = a x · ln a
Dus : D ( a x ) = a x · ln a (1)
Op blz. 47 hebben we aangetoond dat de afgeleide van een exponentiële functie evenredig is met de functie zelf.
Uit (1) volgt dat de evenredigheidsfactor c gelijk is aan ln a .
D ( 2x ) = 2x · ln 2 met ln 2 = 0,6931471806 …
Voorbeelden :
2 +1 2 +1 2 +1
D(e −x ) = e −x · D(−x 2 + 1) = −2x · e −x
1
D(3sin x) = 3sin x · ln 3 · D(sin x ) = 3sin x · ln 3 · cos x ·
2 x
3sin x · ln 3 · cos x
=
2 x
overzicht
D (e x ) = e x D [ e f (x )] = e f (x ) · D f ( x )
D ( a x ) = a x · ln a D [ a f (x )] = a f (x ) · ln a · D f ( x )
Gevolg :
Uit het voorgaande blijkt dat de afgeleide van f met f ( x ) = a x bestaat voor alle x ∈ R.
Dus f is continu in R volgens de eigenschap : f is afleidbaar in a ⟹ f is continu in a .
Dus : exponentiële functies f met f ( x ) = a x zijn continu in elk punt van hun domein.
52
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: • V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
1 ⟸ 2 ⟹
f (x ) = b · e k x D f (x ) = k · f (x )
f (x ) = b · De k x
f (x ) e k x · D f (x ) − f (x ) · D e k x
D =
e kx e 2k x
f (x ) = b · k · e k x e k x · k · f (x ) − f (x ) · k · e k x
=
e 2k x
= 0
f (x ) = k · b · e k x f (x )
Dus: = b (constante functie)
e kx
f (x ) = k · f (x ) of: f (x ) = b · e k x met b ∈ R
N ′( t ) = 0,34 · N ( t )
Oplossing :
a N ′( t ) = 0,34 · N ( t ) ⟹ N ( t ) = b · e 0,34t
Verder is N ( 0) = b = 100.
Dus is N ( t ) = 100 · e 0,34t
b Dit is de tijd waarin het aantal bacteriën verdubbelt.
We hebben : 200 = 100 · e 0,34t
2 = e 0,34t
ln 2 = 0, 34 · t
ln 2
t =
0, 34
t ≈ 2, 038
De verdubbelingstijd is dus ongeveer 2 uur.
53
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
y t
4
y =x
P
•
2 t
f (x ) = ln x
g (x ) = e x
•
P
0 x
−6 −4 −2 0 2 4 6
−2
−4
f ( x ) = ln x met x ∈ R+0 ⟺ x = e f (x )
Dx = De f (x )
1 = e f (x ) · D f (x )
1
D f (x ) = f (x )
e
1
D f (x ) = ln x
e
1
D ln x =
x
Aan deze (strikt positieve) afgeleide kun je onmiddellijk zien dat de natuurlijke logaritmische functie f met
f ( x ) = ln x een stijgende functie is.
1
Omdat de afgeleide functie f ′ met f (x ) = een dalende functie is, wordt die stijging steeds minder groot.
x
Het hellingsgetal blijft positief, maar wordt steeds kleiner.
54
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: •
V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
y y
2
1 1
f (x ) = >0
x
f (x ) = ln x (stijgend)
1
0 x
0 1 2 3
0 x
−1 0 1 2 3
Taak : Toon aan dat t.o.v. een georthonormeerd assenstelsel geldt dat de raaklijn aan de grafiek van
f met f ( x ) = ln x in het punt ( 1, 0) evenwijdig is met de eerste bissectrice.
D f (x )
Met de kettingregel vinden we : D ln f (x ) =
f (x )
ln x
1
Omdat f (x ) =a log x = met a ∈ R+ +
0 \{1} en x ∈ R 0 is f (x ) =
ln a x ln a
1
Dus : D (a log x ) =
x · ln a
D f (x )
Met de kettingregel vinden we : D [a log f (x )] =
f (x ) · ln a
Je kan aan deze afgeleide nog eens zien dat er voor de logaritmische functie twee mogelijkheden zijn.
– Als a > 1, dan is ln a > 0 en f ′( x ) > 0 op het domein van de logaritmische functie.
Zo’n logaritmische functie is daarom stijgend en continu.
– Als 0 < a < 1, dan is ln a < 0 en f ′( x ) < 0 op het domein van de logaritmische functie.
Zo’n logaritmische functie is daarom dalend en continu.
1
f ′( x ) = met 0 < a < 1
x · ln a
55
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Voorbeelden :
k 1
1 D[ln(k x )] = =
kx x
n
2 D(ln x n ) = D(n · ln x ) =
x
D cos x − sin x − tan x
3 D[log(cos x )] = = =
cos x · ln 10 cos x · ln 10 ln 10
4 D(ln | x |)
1
• x ∈ R+
0 : |x |= x =⇒ D( ln | x | ) = D( ln x ) =
x
D (−x ) 1
• x ∈ R−
0 : | x | = −x =⇒ D ( ln | x | ) = D ln(−x ) = =
−x x
1
Dus, voor de twee gevallen geldt : D (ln | x |) =
x
Bij het berekenen van afgeleiden maakt het geen verschil uit als we van het argument van een logaritmische
functie al of niet de absolute waarde nemen.
D f (x )
Met de kettingregel vinden we : D (ln | f (x ) |) =
f (x )
5 D (ln | x + x 2 + k |) met k ∈ R
2x
1+
D (x + x 2 + k ) 2 x 2 + k
D (ln | x + x 2 + k |) = =
x + x2 +k x + x2 +k
x 2
+k +x 1
= =
x2 +k · + x
(x 2 +k) x2 +k
1
Bijgevolg : D (ln | x + x 2 + k |) =
2
x +k
een overzicht
1 D f (x )
D (ln x ) = D ln f (x ) =
x f (x )
1 a D f (x )
D (a log x ) = D log f (x ) =
x · ln a f (x ) · ln a
1 D f (x )
D (ln | x |) = D ln | f (x ) | =
x f (x )
1 D f (x )
D (ln | x + x 2 + k |) = D ln | f (x ) + [ f (x )]2 + k | =
2
x +k [ f (x )]2 + k
Uit het voorgaande volgt dat de afgeleide van f met f ( x ) = a log x bestaat voor elke x ∈ R+0.
Dus is f met f ( x ) = a log x continu in R+0 = dom f .
Besluit :
Logaritmische functies f met f ( x ) = a log x zijn continu in elk punt van hun domein.
56
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: •
V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
7 ) Toepassingen
1 De afgeleide van een machtsfunctie
We vonden in het boek Analyse 2 dat de regel : D ( x q ) = q · x q –1 geldt voor rationale waarden van q . We tonen
nu aan dat deze regel ook geldt voor irrationale exponenten en dus algemeen voor reële exponenten.
Is r ∈ R en x ∈ R+
0 dan geldt: D (x r ) = D (e ln x )r
= D (e r ·ln x )
= e r ·ln x · D (r · ln x )
1
= xr ·r ·
x
= r · x r −1
Dus in symbolen : D ( f g ) = f g · ln f · D g + g · f g –1 · D f
Let vooral op de structuur van het rechterlid :
– de eerste term vinden we door f ( x ) te behandelen als een constante en door de formule D [ a f (x )]
toe te passen.
– de tweede term vinden we door g ( x ) te behandelen als een constante en door de formule D [( f ( x ))r ]
toe te passen.
Voorbeelden :
1 D (x x ) = x x · ln x · Dx + x · x x −1 · Dx
formule
= x x · ln x + x · x x −1
= x x · (ln x + 1)
In plaats van de formule te gebruiken, kunnen we ook voor elk afzonderlijk geval de methode van het bewijs
toepassen.
Voorbeeld :
x
D (x x ) = D (e ln x ) = D (e x ·ln x )
= e x ·lnx · D (x · lnx )
x
= x x · ln x +
x
= x x · (ln x + 1)
2 D (sin x )cos x = (sin x )cos x · ln(sin x ) · D cos x + cos x · (sin x )cos x −1 · D sin x
formule
= (sin x )cos x · ln(sin x ) · (− sin x ) + cos x · (sin x )cos x −1 · cos x
= (sin x )cos x −1 · − sin2 x · ln(sin x ) + cos2 x
57
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
lim a x = 0 lim a x = +∞
x →−∞ x →−∞
lim a x = +∞ lim a x = 0
x →+∞ x →+∞
a
lim log x = +∞ lim a log x = −∞
x →+∞ x →+∞
We beschikken over formules voor de afgeleiden van exponentiële en logaritmische functies. Het wordt dus
mogelijk met de regel van de l’Hôpital limieten te bepalen van functies die nog niet eerder behandeld zijn.
Vaak blijken er dan in de opgave voorlopig onbepaalde vormen van nieuwe types voor te komen, symbolisch
voorgesteld als 1∞, ∞0, 00, …
In dit opzicht mogen we niet uit het oog verliezen dat de regel van de l’Hôpital alleen geldt voor
0 ∞
onbepaaldheden van het type of .
0 ∞
f (x ) f (x )
lim = lim
x →a g (x ) x →a g (x )
x –∞ 0 +∞
Voorbeelden :
ex + 1 +
ex −1 H ex → 1 2x – 0 +
1 lim = lim
x →0 x 2 ( 00 ) x →0 2x → ex
0 – +
2x
|
ex
Na tekenonderzoek van in een omgeving van 0 vinden we :
2x
ex ex
lim = +∞ en lim = −∞
x →0 2x x →0 2x
> <
x
2 lim eerste geval: 0 < a < 1 tweede geval: a > 1
x →+∞ a log x
x H 1 x H
lim =
+∞ lim lim =
+∞ lim (x · ln a )
x →+∞ a log x x →+∞ 1 x →+∞ a log x x →+∞
−∞ +∞
x ln a
= lim (x · ln a ) = +∞ (want ln a > 0)
x →+∞
= −∞ (want ln a < 0)
1
ln x
lim x
H
3 lim(x · ln x ) = lim =
−∞
x →0 x →0 1 x →0 −1
> > +∞ >
x x2
= lim (−x )
x →0
>
= 0
58
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: •
V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
1 1
ln x x 1
ln x H 1
Maar: lim = lim
+∞ =0
x →+∞ x x →+∞ x
+∞
1
Bijgevolg: lim x x = e0 = 1
x →+∞
2x
3 3 2x
5 lim 1− = lim e ln(1− x )
x →−∞ x x →−∞
3
= lim e 2x ·ln(1− x )
x →−∞
lim [2x ·ln(1− x3 )]
= e x →−∞
3
ln 1 −
3 x
lim 2x · ln 1 − = lim
x →−∞ x x →−∞ 1
2x
3
D 1−
x
3
1−
=
H
lim x
( 00 ) x →−∞ −1
2x 2
3
x2
3
1−
= lim x
x →−∞ −1
2x 2
−6
= lim
x →−∞ 3
1−
x
= −6
2x
3 1 Merk op dat we deze oefening ook anders kunnen oplossen
Bijgevolg : lim 1− = e −6 =
x →−∞ x e6 met behulp van de definitie van het getal e (zie blz. 49).
cot x
6 lim[(1 − sin x )]cot x = lim e ln(1−sin x )
x →0 x →0
lim[cot x ·ln(1−sin x )]
= e x →0
ln(1 − sin x )
lim[cot x · ln(1 − sin x )] = lim
x →0 x →0 tan x
− cos x
H 1 − sin x
= lim
( 00 ) x →0 1
cos2 x
− cos3 x
= lim = −1
x →0 1 − sin x
1
Bijgevolg : lim(1 − sin x )cot x = e −1 =
x →0 e
59
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
x –∞ +∞
+
f (x ) ↓
grafiek boven de x -as
3 Symmetrie
1 −(−x )2 1 −x 2
f (−x ) = · e 2 = · e 2 = f (x )
2π 2π
De functie is dus even en de y -as is een symmetrieas van de grafiek van f .
4 Asymptoten
1 −x 2
VA : geen, want er bestaat geen a zodat lim ·e 2 = +∞
x →a 2π
1 −x 2 1 1
HA : lim ·e 2 = · lim x 2 = 0
x →±∞ 2π 2π x →±∞
e2
+∞
De x -as is dus een horizontale asymptoot. De grafiek zal volledig boven de horizontale asymptoot
gelegen zijn, omdat ∀ x ∈ R : f ( x ) > 0
SA : geen
5 Eerste afgeleide x –∞ 0 +∞
−x 2
1 −x 2 1 −x 2 x ·e 2
f (x ) = D ·e 2 = · e 2 · (−x ) = − f ′( x ) + 0 –
2π 2π 2π
f (x ) = 0 ⇐⇒ x = 0 f (x ) ↗ max ↘
6 Tweede afgeleide
−x 2
−x · e 2 1 −x 2 −x 2
f (x ) = D
= − · x · De 2 + e 2 · Dx
2π 2π
1 −x 2 −x 2
= − · x · e 2 · (−x ) + e 2
2π
−x 2
x –∞ –1 1 +∞
e 2
= − · (−x 2 + 1)
2π f ″( x ) + 0 – 0 –
−x 2
(x 2 − 1) · e 2
buig- buig-
= f (x ) ∪ punt
∩ punt
∪
2π
f ″( x ) = 0 ⟺ x2 – 1 = 0 ⟺ x = –1 of x =1
7 Continuïteit
Uit punt 5 volgt dat f overal afleidbaar is, dus is f continu in R.
60
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: •V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
8 Samenvattende tabel
x –∞ –1 0 1 +∞
f ′( x ) + + + 0 – – –
f ″( x ) + 0 – – – 0 +
1 1
e−2 e−2
1
⤴ 2π 2π ⤷
f (x ) 2π ⤵
⤵
buigpunt buigpunt
0 0
1 || 1
−1, maximum 1,
2πe 2πe
1
e−2 1 −1 −1 2
t→y − = f (1) · (x − 1) ⇐⇒ y− = · (x − 1) ⇐⇒ y= ·x +
2π 2πe 2πe 2πe 2πe
9 Beeld
1
Uit 8 volgt dat bld f = 0,
2π
10 Grafiek
y
0, 4
t t
0, 3
0, 2
1 x2
f (x ) = · e − 2 0, 1
2π
0 x
−3 −2 −1 0 1 2 3
De grafiek van f noemt men de klokkromme van Gauss. Ze komt voor bij een zogenaamde ‘normale verde-
ling’ van grootheden.
61
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
1
Voorbeeld 2 : Beschouw de functie f met f ( x ) = x · ln e +
x
1 Domein
1 ex +1
BV : e+ > 0 ⇐⇒ >0 (1)
x x
ex +1 −1
We maken een tekenverloop van : x –∞ 0 +∞
x e
1 ex +1
Hieruit volgt : (1) ⇐⇒ x ∈ −∞, − ∪ ]0, +∞[
e
x
+ 0 – | +
1
dom f = −∞, − ∪ ]0, +∞[
e
3 Symmetrie
1
f (−x ) = (−x ) · ln e −
x
Toon aan dat het domein van f ( –x ) niet gelijk is aan het domein van f ( x ).
De functie is noch even, noch oneven.
4 Asymptoten
1 −1
VA : lim x · ln e + = · (−∞) = +∞
x → −1
e
x e
<
1 −1
1 ·
1 x2
ln e + e+
1 x H x
lim x · ln e + = lim = lim
+∞ =0
x →0 x x →0 1 x →0 −1
> > +∞ >
x x 2
−1
De grafiek heeft dus één verticale asymptoot, nl. x =
e
1
HA : lim x · ln e + = −∞
x →−∞ x
1
lim x · ln e + = +∞
x →+∞ x
62
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: • V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
SA : We onderzoeken of de grafiek van f schuine asymptoten heeft met behulp van de formules van Cauchy
(zie blz. 9).
1
x · ln e +
f (x ) x
m = lim = lim =1
x →±∞ x x →±∞ x
1
q = lim [ f (x ) − m x ] = lim x · ln e + −x
x →±∞ x →±∞ x
1
ln e + −1
x
= lim
x →±∞ 1
x
1 −1
·
1 x2
e+ 1
H
= lim x =
( 00 ) x →±∞ −1 e
x2
1
De grafiek van f heeft dus een schuine asymptoot met vergelijking y = x +
e
1 + –
f (x ) − x −
e grafiek | | grafiek
boven SA onder SA
5 Eerste afgeleide
1
f (x ) = D x · ln e +
x
1 −1
− –∞ 0 +∞
1 x 2 x
= ln e + +x · e
x 1
e+
x f ′( x ) + | | +
1 1
= ln e +
x
−
ex +1
f (x ) ↗ | | ↗
6 Tweede afgeleide
1 1
f (x ) = D ln e + −
x e x +1
1
− e
= x2 +
1 (e x + 1)2
e+
x
1 e
= − + −1
x (e x + 1) (e x + 1)2 x –∞ 0 +∞
e
−(e x + 1) + e x
=
x (e x + 1)2 f ′( x ) + | | –
−1
=
x (e x + 1)2
f (x ) ∪ | | ∩
7 Continuïteit
1
Uit punt 5 volgt dat f afleidbaar is voor elke x ∈ −∞, − ∪ ]0, +∞[
e
1
Dus : f is continu in −∞, − ∪ ]0, +∞[
e
63
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
8 Samenvattende tabel
−1
x –∞ 0 +∞
e
f ′( x ) + | | +
f ″( x ) + | | –
⤵
f (x )
–∞
+∞
| |0
+∞
9 Beeld
Uit 8 volgt dat bld f = R.
10 Grafiek
y
1, 5
1
1
f (x ) = x · ln e +
x 0, 5
0 x
•
−1.5 −1 −0.5 0 0.5 1 1.5
−0, 5
−1
−1, 5
64
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: • V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
1 Domein
1 + x 2 > 0, dus dom f = R
3 Symmetrie
4 Asymptoten
Er zijn geen asymptoten.
5 Eerste afgeleide
65
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
6 Tweede afgeleide
7 Beeld van f
bld f = [ 0, +∞[
8 Grafiek van f
66
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: •
V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
10 ) Samenvatting
– Met behulp van het getal e (getal van Euler) en de eigenschappen van de natuurlijke logaritmen kan je alle
exponentiële en logaritmische functies afleiden.
1 x 1
• e = lim 1 + of e = lim (1 + z ) z
x →±∞ x z →0
1 1 D f (x) D f (x )
D (ln x ) =D (ln x ) = D ln f (x )D =ln f (x ) =
x x f (x ) f (x )
1 1 a a D f
(x ) D f (x )
D (a log x )D=(a log x ) = D log f (x D ) log
= f (x ) =
x · ln a x · ln a f (x ) · ln a f (x ) · ln a
1 1 D f (x) D f (x )
D (ln | x |) D=(ln | x |) = D ln | f (xD) | ln=| f (x ) | =
x x f (x ) f (x )
1 1 D f (x ) D f (x )
D (ln | x +D (ln x 2 |+x k+|) =x 2
+ k |) = D ln | f (x )D+ln |[f (x ))]+2 + k[ f| (x=)]
2 +k | =
x2 +k x2 +k [ f (x )]2 + k[ f (x )]2 + k
D ( f g ) = f g · ln f · D g + g · f g –1 · D f
– Je kan limieten van exponentiële en logaritmische functies bepalen met behulp van de standaardlimieten
en (of ) de regel van de l’Hôpital.
•
a >1 0<a <1
lim a x = 0 lim a x = +∞
x →−∞ x →−∞
lim a x = +∞ lim a x = 0
x →+∞ x →+∞
a
lim log x = +∞ lim a log x = −∞
x →+∞ x →+∞
0 ∞
• Regel van de l’Hôpital voor onbepaaldheden van het type of .
0 ∞
f (x ) f (x )
lim = lim
x →a g (x ) x →a g (x )
– Je kan het volledige verloop maken van een exponentiële en een logaritmische functie.
67
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
11 ) Oefeningen
1 Vereenvoudig :
4 1
a e −3 ln 2 c e −2 ln 3 e ln
4
e3
2
b ln 3
e d ln(e − ln e ) f e ln a −lnb
2 Verklaar :
a e ln 10 = 10 b ln e 10 = 10
−x
3 x −1
c lim(1 − x ) 2x f lim
x →0 x →∞ x
−2x 2 −3
1
a 53−2x g 6· m e ln|x |
3
2
b h 2x · e x n (x · ln 2 − 1) · 2x
7x
c e sin 2x i (2 · e x )x o (x 2 − x − 3) · e 2x
2
x
x e −2x
d 10 j p
ax 1−x2
e x − e −x 1 −1
e x · e 3x k q e x
e x + e −x x
e x − e −x
f l e −x · sin(2x ) r Bgsin 3x
2
68
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: • V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
7 3
* 1
De functie y = x 4 · e −2 x voldoet aan de vergelijking x 2 · y + y = x q · e −2 x met q een rationaal getal. Bereken q .
16
8
*
Bepaal, met behulp van ICT, A en B zodanig dat y = C 1 · e −2x · sin(3x ) + C 2 · e −2x · cos(3x ) + A · sin(2x ) + B · cos(2x )
voldoet aan y + 4y + 13y = sin(2x ) , onafhankelijk van de waarden van C 1 en C 2.
9
*
Bepaal A zodanig dat y = ( C 1 + C 2x + A x 2) e 2x voldoet aan y″– 4y ′+ 4y = 4e 2x, onafhankelijk van de waarden
van C 1 en C 2.
12 De grafiek van f met f ( x ) = 3 · a x gaat door het punt P( –1, 6). Bepaal de vergelijking van de raaklijn
en de normaal aan de grafiek van f in het punt P.
13 Zoek de vergelijking van de raaklijn aan de grafiek van f met f ( x ) = x · ln x in het snijpunt met de x -as.
−x +1 x +2
15 Gegeven is de functie f met f (x ) =
1
2
+
1
2
a Bereken welke waarden f ( x ) kan aannemen.
Controleer je antwoord door de grafiek van f te plotten.
b De rechte t ↔ 4y = ln 2 · x + 3 raakt aan de grafiek van f . Bereken de coördinaat van het raakpunt.
Controleer je antwoord aan de hand van de grafieken van f en t .
69
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
16
**
2
by
Zoek a en b als voor iedere x ∈ R+
0 geldt dat y ” + a y + = 0 met y = ln(ln x )
x
17
**
1 π
y = cos x · ln tan x + voldoet in 0, aan een betrekking van de vorm :
cos x 2
y ″ + y = a · tan x . Bepaal a.
18
* 2
Bereken y + 2x y + 2y als y = ln(2x ) − e −x
22 Bereken de volgende limieten door gebruik te maken van de standaardlimieten en (of ) de regel van de l’Hôpital.
x
1
4 −
x
2 1
a lim ln (1 − x 2 ) i lim q lim (ln x ) x
x →−1
>
x →0 2x x →+∞
ax −1 cos x − sin x − e −x
b lim 3
j lim [ln(1 + e −x ) + x ] r lim
x →0 x x →−∞ x →0 ln (1 + x 2 )
Hint: Toon eerst aan dat
ln (1 + e −x ) + x = ln (1 + e x )
ax −1 1 1 2 x
c lim k lim − x +1 − 1 s lim 1−
x →−∞ x3 x →−1 x − 1 e x →+∞ x
6x −3
ln x (1 + x ) ln (1 + x ) 1 2x
d lim l lim − t lim
x →+∞ ln[(x − 1)2 + 1] x →0 x2 x x →−∞ 2x − 3
− x2 2
e 2x − 3e 3x x
e lim x x m lim x x u lim 1 −
x →−∞ e 2 +e−2 x →0
>
x →0 2
a log (1 + x ) 1 1
f lim n lim x x −1 v lim (1 + tan x ) x
x →0 x x →1 x →0
ln (1 + e x ) 2 1
g lim o lim (x · ln x ) w lim (2x − 3) 3x −6
x →+∞ x x →0
>
x →2
3 log (1 + x )
2x
h lim p lim (x 4 · e −x ) x lim (sin x )tan
x →0 3x − 1 x →+∞ x → π2
70
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: • V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
ln(x + cos x ) − x · e −x
b lim
x →0 x3
x
2a
c lim cos
x →+∞ x
x
1
d lim ln
x →0
>
x
2x 2 − 2x + 1 2x
e D ln − Bgtan
2x 2 + 2x + 1 1 − 2x 2
1+x
f D · e Bgtan x
1+x2
1 1+x 1 2x − 1
g D ln + Bgtan
3 x2 −x +1 3 3
g f (x ) = e sin x t f (x ) = 3 · ln (e x + 1) − 2x
x −1
h f (x ) = e x2 u f (x ) = ln cos x
2
e −2x
i f (x ) = v f (x ) = ln (x 2 + 1)
1−x2
x 2 −2x
1 1
j f (x ) = w f (x ) = x · ln x +
2 x
k
k f (x ) = | e x − e 2x | x f (x ) = 2 ln x − 1 + met 0 < k < 1
x
1
x2 ·e x
l f (x ) = y f (x ) = Bgtan (ln x )
1+x2
1
ln (1 + x )
m f (x ) = e x · x (x + 2) z f (x ) =
3x − 1
71
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
*
26 De grafiek van de functie f met f (x ) = ln(e a x + b ) heeft
een schuine asymptoot met vergelijking y = 2x voor x → +∞ en een
horizontale asymptoot met vergelijking y = 1 voor x → –∞ (zie figuur).
a Bepaal de parameters a en b .
b In welk punt c heeft de raaklijn aan de grafiek van f
y =1
een richtingscoëfficiënt die gelijk is aan 1 ?
(Toelatingsexamen Burgerlijk Ingenieur - modelvraag)
y = 2x
4
functie f is van de vorm :
e nx
f (x ) = 2
1−ex
met n ∈ N. 0 x
f bereikt een maximum voor x = ln2. −1.5 −1 −0.5 0 0.5 1 1.5
−2
−4
−6
a Bereken n .
b Verklaar aan de hand van de eigenschappen van de exponentiële functie dat de grafiek van f een horizontale
asymptoot heeft voor x → – ∞ en een verticale asymptoot heeft voor x → 0.
c Heeft de grafiek van f een schuine asymptoot voor x → +∞ ? Geef gedetailleerd de berekeningen weer die je
uitgevoerd hebt om tot je besluit te komen.
d Bepaal bld f .
1
e Bepaal de vergelijking van de raaklijn aan de grafiek van f in het punt . . . , .
2
f Onderzoek aan de hand van de grafiek of f ″( x ) > 0, f ″( x ) < 0 of f ″( x ) van teken verandert voor x ∈ ]0, 1[ .
f ″( x ) moet niet berekend worden.
f (x ) als x = 0 continu is in x = 0
g Bestaat er een waarde voor r ( ∈ R) zodat de functie g met g ( x ) = f (x ) als x = 0 continu is in x = 0
r als x = 0
(Toelatingsexamen Burgerlijk Ingenieur) r als x = 0
72
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: •
V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
29
2x − x · ln | x | als x = 0
Gegeven : de functie f met f ( x ) =
a (∈ R) als x = 0
31
* x −x
Gegeven : de familie van de functies f l met f λ (x ) = e 2 + λ · e 2
Gevraagd : a Plot m.b.v. je GRM de grafiek van f l voor een aantal waarden van l.
b Toon aan door een berekening dat f l alleen extrema heeft voor l > 0.
c Druk voor l > 0 de coördinaten van de toppen uit in l en toon aan dat deze toppen liggen op
x
de grafiek met vergelijking y = 2 · e 2
a Bereken K ( t ).
b Hoelang duurt het vooraleer het kapitaal verdubbeld is ?
34 Het verval van de radioactieve isotoop radium –228 verloopt volgens de vergelijking
m ′( t ) = –0,00043 · m ( t )
met t : tijd in jaren
m ( t ): massa in gram
voor t = 0 bedraagt de massa 260 gram
a Bereken m ( t ).
b Bereken de halveringstijd.
c Op welk tijdstip is nog 10 % van de beginmassa aanwezig ?
d Bereken de vervalsnelheid in gram/jaar na 10 jaar.
73
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
36 Colibacteriën
Soms raakt drinkwater door menselijke of dierlijke afvalstoffen besmet met colibacteriën (zie Analyse 1). Omdat
het drinken van zulk besmet water uiterst gevaarlijk is, zal het drinkwaterbedrijf in zo’n geval het water extra
zuiveren. Indien er bij het begin van de extra zuivering per liter water 1800 colibacteriën zijn, geldt de formule :
N ( t ) = 1800 · e –0,15t
met N ( t ): het aantal colibacteriën per liter water na t uren.
37 Forellen kweken
In de visserijbiologie wordt bij het kweken van vis gebruikgemaakt van groeimodellen die het verband aangeven
tussen de leeftijd en het gewicht van een exemplaar van een bepaald soort vis. In een grote visvijver worden
11 000 eenjarige forellen uitgezet. Het aantal forellen neemt per dag af met 0,03 %.
Hieruit is af te leiden dat het aantal in leven zijnde exemplaren kan worden beschreven door de formule :
N ( t ) = 11 000 · e –0,11t (1)
met t : tijd in jaren uitgedrukt, vanaf het moment van uitzetten.
a Geef de afleiding van formule (1)
b Het verband tussen de leeftijd en de massa (in
kilogram) van een exemplaar van deze forel-
soort wordt beschreven door de formule :
F ( t ) = 0,600 – 0,535 · e –0,37t
met t : tijd uitgedrukt in jaren vanaf
het moment van uitzetten.
Toon nu aan dat de massa (in kilogram) van
alle forellen samen beschreven kan worden
door de formule :
G ( t ) = 6600 · e –0,11t – 5885 · e –0,48t
c De eigenaar wil de vijver helemaal leegvissen op het moment dat de massa van alle forellen samen maximaal
is. Bereken hoeveel maanden na het uitzetten de visvijver leeggevist moet worden.
(Examen VWOA, Nederland)
74
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: • V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
39
*
Voor welke waarde(n) van de reële parameter a is de functie f met f (x ) = ln(a · sin x + 3) gedefinieerd voor
alle waarden van x ?
(Toelatingsexamen Burgerlijk Ingenieur - modelvraag)
42 a Onderzoek met behulp van ICT het verloop van de functie f met voorschrift
x 2 + 2x + 1
f (x ) = 1 + ln
x2 +1
(domein, extrema, asymptoten, grafiek)
b Bewijs : ∀x ∈ R+ : 1 f (x ) 1 + ln 2
c Bepaal grafisch het aantal positieve oplossingen van de vergelijking f ( x ) = m naargelang van de waarde van
m ∈ R.
75
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
elementen x van S geldt dat x ⩾ b . We zeggen dat ln x als x > 0 op I = [0, 1]
b f (x ) =
de functie f naar onderen begrensd is op een interval I 0 als x = 0
als de verzameling S = {f ( x ) met x ∈ I } naar onderen
begrensd is. Welke van de functies met nevenstaande −x
c f (x ) = op I =]1, +∞[
voorschriften is naar onderen begrensd op het opgegeven ln(x )
interval ? 1
ln
x
d f (x ) = op I =]1, +∞[
(Toelatingsexamen Burgerlijk Ingenieur - 2001) x
44 Gegeven : de functie f met f (x ) = ln
e
x
Gevraagd : Welk punt van de grafiek ligt het dichtst bij de oorsprong ?
Hint : Een afstand is minimaal ⟺ het kwadraat van de afstand minimaal is.
Het minimum van f bereken je met behulp van ICT.
45
*
De concentratie van alcohol in het bloed van een student na het drinken van enkele cocktails kan beschreven
worden door
C ( t ) = e –t – e –3t
met t : tijd in uren
C ( t ): concentratie alcohol in het bloed, uitgedrukt in promille
Onderzoek het verloop van C ( t ) en toon aan dat de alcoholconcentratie in het bloed het snelst afneemt op
het tijdstip 2t 0 met t 0 het tijdstip waarop de concentratie het grootst is.
47 Tijdens een proef in een labo kan het aantal bacteriën beschreven worden door de formule
3 +1,2t
N = e −0,1t
met N : aantal bacteriën uitgedrukt in miljoenen
t : de tijd in dagen met 0 ⩽ t ⩽ 5
76
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUKY.
Leraar: •V ERLOOP VAN EXP ON EN TIËLE EN LOGARITMIS CHE F UNCTIE S
2 Cornelis
48 Bij het verwachte verloop van een griepepidemie wordt het volgende model gehanteerd :
2
N = 80 · e −0,04(t −10)
met N : het geschatte aantal nieuwe besmettingen op dag t met t ⩾ 1
49
*
Logistische groei
Een bioloog stelde vast dat de massa van een pompoen beschreven kan worden door een logistisch groeimodel
(zie Analyse 1 blz. 150).
2750
M (t ) =
1 + 10 · e −0,5t
met t : de tijd uitgedrukt in maanden
M ( t ): de massa uitgedrukt in gram
a Plot de grafiek van M ( t ) en toon door berekening aan dat de massa van de pompoen schommelt tussen
250 gram en 2750 gram.
d M (t ) 10 · e −0,5t
c Toon aan dat M (t ) = = 0, 5 · M (t ) ·
dt 1 + 10 · e −0,5t
1 1 2
e Leid uit c af dat M (t ) = · M (t ) − · M (t )
2 5500
d 2 M (t )
f Bereken M (t ) =
dt2
door de betrekking
uit e opnieuw
te differentiëren.
h De grafiek van M ( t )
heeft een buigpunt.
Bepaal de coördinaat
van het buigpunt en
rond af op 2 decimalen.
Leg uit welke betekenis
het buigpunt heeft
in deze situatie.
77
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
De kathedraal van Brasilia steunt op 16 betonnen Ook koeltorens hebben vaak deze vorm. Hoewel
pilaren, die enerzijds de vorm hebben van een de oppervlakken er ingewikkeld uitzien, zijn ze
doornenkroon en anderzijds van een hyperbo niet zo moeilijk te maken. Door elk punt kan je
loïde. Zo’n hyperboloïde bekom je als je een immers twee rechten tekenen die volledig in
hyperbool(tak) laat draaien om haar as. In het het oppervlak zitten verwerkt.
voorbeeld van de kathedraal is deze hyperbo
loïde eenbladig.
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Hyperbolische functies
1 Definities > 80
3
2 Eigenschappen > 81
4 Toepassing > 85
6 Samenvatting > 88
7 Oefeningen > 89
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
1 ) Definities
Met behulp van de e -functie kunnen functies gedefinieerd worden waarvoor formules bestaan die sterk gelijken
op goniometrische formules. Volg even mee.
We definiëren hyperbolische cosinus, sinus, tangens en cotangens van een reëel getal x en noteren
cosh x , sinh x , tanh x en coth x :
e x + e −x
cosh x = De functies met voorschrift f ( x ) = cosh x
2
f ( x ) = sinh x
e x − e −x f ( x ) = tanh x
sinh x =
2 f ( x ) = coth x
noemen we hyperbolische functies.
e x − e −x
tanh x =
e x + e −x
e x + e −x
coth x =
e x − e −x
y y
1
=
y2
x 2+
sinht
sin t
t x t x
O cos t O cosh t
x
2
y
–
2
=1
Hyperbolische functies
Deze functies werden ingevoerd door de Italiaanse wiskundige Riccati (1707-1775). De naam ‘hyperbolicus’ is afkomstig
van het feit dat deze functies op dezelfde manier verband houden met de orthogonale hyperbool met vergelijking
x2 – y2 = 1 als de goniometrische functies met cirkel met vergelijking x2 + y2 = 1
80
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis HOOFDS TUK 3 • HYP ERBOLIS CHE F UNCTIE S
2 ) Eigenschappen
Hier volgt een beperkte lijst van eigenschappen. Die is lang niet volledig. In feite mag je stellen dat elke eigen-
schap uit de goniometrie een tegenhanger heeft bij de hyperbolische functies.
∀x ∈ R : cosh x ⩾ 1
∀x ∈ R : –1 < tanh x < 1
Bewijs :
1 2
cosh x 1 −1 < tanh x < 1
1 x e x − e −x
(e + e −x ) 1 −1 < <1
2 ex + e −x
e x + e −x 2 −e x − e −x < e x − e −x < e x + e −x
e x − 2 + e −x 0 −e x < e x en − e −x < e −x
x x 2
−
e 2 −e 2 0 −1 < 1 en − 1 < 1
Deze laatste ongelijkheid is waar voor elke x . Deze laatste 2 ongelijkheden zijn waar voor elke x .
sinh x
∀x ∈ R : tanh x =
cosh x
cosh x 1
∀x ∈ R 0: coth x = =
sinh x tanh x
Bewijs :
1 2
2
cosh x − sinh x2 e x − e −x
x x tanh x =
e + e −x 2 e − e −x 2 e x + e −x
= −
2 2 e x − e −x
e 2x + 2 + e −2x e 2x − 2 + e −2x = 2
= − e x + e −x
4 4
4 2
= =1
4 sinh x
=
cosh x
Taak : Bewijs zelf de derde formule.
∀x ∈ R : sinh( – x ) = –sinh x
cosh( – x ) = cosh x
tanh( – x ) = –tanh x
coth( – x ) = –coth x
Bewijs :
1
1 1 1
sinh(−x ) = (e −x − e −(−x ) ) = (e −x − e x ) = − (e x − e −x ) = − sinh x
2 2 2
Taak : Bewijs zelf de andere drie formules.
81
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Bewijs :
3
1 x 1
sinh x · cosh y − cosh x · sinh y = (e − e −x ) · (e y + e −y ) − (e x + e −x ) · (e y − e −y )
4 4
1 x +y 1
= (e + e x −y − e −x +y − e −x −y ) − (e x +y − e x −y + e −x +y − e −x −y )
4 4
1
= (2e x −y − 2e −x +y )
4
1 x −y
= (e − e −(x −y ) )
2
= sinh (x − y )
∀x ∈ R : D ( sinh x ) = cosh x
D ( cosh x ) = sinh x
1
D ( tanh x ) =
cosh2 x
−1
D ( coth x ) = x = 0
sinh2 x
Bewijs :
1 2
1 x cosh x
D sinh x = D (e − e −x ) D coth x = D
2 sinh x
1 x sinh x · D cosh x − cosh x · D sinh x
= (e − e −x · (−1)) =
2 sinh2 x
1 x sinh2 x − cosh2 x
= (e + e −x ) =
2
sinh2 x
= cosh x −1
=
sinh2 x
Taak : Bewijs zelf formules 2 en 3.
D f (x )
D tanh f (x ) =
cosh2 f (x )
D f (x )
D coth f (x ) = − f (x ) = 0
sinh2 f (x )
82
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis HOOFDS TUK 3 • HYP ERBOLIS CHE F UNCTIE S
3 ) Hyperbolische cosinusfunctie
1 x
Beschouw de functie f met f (x ) = cosh x = (e + e −x )
2
1 Domein
dom f = R
f (x ) = 1
x –∞ +∞
cosh x +
3 Symmetrie
cosh( –x ) = cosh x , de functie is even. De y -as is dus een symmetrieas van de grafiek van f .
4 Asymptoten
VA : geen, want er bestaat geen a zodat lim f (x ) = ±∞
x →a
HA : geen, want
e x + e −x +∞ + 0
lim cosh x = lim = = +∞
x →+∞ x →+∞ 2 2
e x + e −x 0+∞
lim cosh x = lim = = +∞
x →−∞ x →−∞ 2 2
SA : geen, want
cosh x H sinh x
lim = lim = ±∞ (ga dit na!!)
x →±∞ x x →±∞ 1
5 Eerste afgeleide
1
f (x ) = D cosh x = sinh x = (e x − e −x )
2
sinh x =
0
−x
ex =
e
−x
x =
2x =
0
x = 0
x –∞ 0 +∞
f ′( x ) – 0 +
1
f (x ) ↘ ∣∣ ↗
minimum
83
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
6 Tweede afgeleide
f ″( x ) = D 2cosh x = D sinh x = cosh x
x –∞ +∞
f ″( x ) +
f (x ) ∪
7 Continuïteit
Uit 5 volgt dat f ′( x ) overal gedefinieerd is. Dus is de functie continu in R.
8 Samenvattende tabel
x –∞ 0 +∞
f ′( x ) – 0 +
f ″( x ) + + +
1
f (x ) +∞ ⤷ ∣∣ ⤴ +∞
minimum
9 Beeld
bld f = [ 1, +∞[
10 Grafiek
y
6
f (x ) = cosh x
0 x
−6 −4 −2 0 2 4 6
De grafiek wordt een kettinglijn of koordenkromme genoemd. Immers, wanneer een koord of zware ketting
aan de twee uiteinden wordt opgehangen, dan zal die onder de invloed van de zwaartekracht de vorm aan-
nemen van de grafiek van de functie f met voorschrift :
x
f (x ) = a cosh a ,b ∈ R+
0
b
84
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis HOOFDS TUK 3 • HYP ERBOLIS CHE F UNCTIE S
4 ) Toepassing
Probleemstelling :
In het land van de Daltons stonden twee telegraafpalen 200 meter van elkaar. De telegraafdraden werden altijd
op een hoogte van 24 meter bevestigd. De kortste afstand van de draden tot de grond was 12 meter.
a Bepaal de constanten a en b in de formule van de kettinglijn.
b Hoe hoog bevonden de draden zich op 50 meter van een telegraafpaal ?
Oplossing :
x
a Vertrekkend van de formule f (x ) = a cosh kunnen we de gegevens als volgt wiskundig vertalen :
b
f (0) = 12
f (100) = 24
100 100
= −1, 31696 of = 1, 31696
b b
b ∈ R+0
≈ 76 b
x
b De telegraafdraden volgen dus min of meer de grafiek van de functie f met f (x ) = 12 cosh
76
y
30
x
f (x ) = 12 cosh
76
20
10
0 x
−200 −150 −100 −50 0 50 100 150 200
50
f (50) = 12 cosh ≈ 14, 692
76
Antwoord : Op een afstand van 50 meter van een paal bevinden de draden zich 14,692 meter boven de grond.
85
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
De grafiek van f –1, verkregen door spiegeling van de grafiek van f t.o.v. de eerste bissectrice met vergelijking y = x ,
maakt duidelijk dat f –1 geen functie in R is : bij een gegeven argument x in [ 1, +∞[ horen twee beelden.
y
4
f (x ) = cosh x
y =x
3
0 x
−3 −2 −1 0 1 2 3 4 5 6 7
−1
−2
f −1 (x ) = argcosh x
Als x ∈ [ 0, +∞[ , dan is de hyperbolische cosinusfunctie f wel omkeerbaar, want geen twee verschillende
x -waarden uit [ 0, +∞[ hebben hetzelfde beeld.
Er geldt dus :
Argcosh x
y = Argcosh x ⟺ x = cosh y en y ∈ [ 0, +∞[
dom Argcosh x = [ 1, +∞[
bld Argcosh x = [ 0, +∞[
86
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis HOOFDS TUK 3 • HYP ERBOLIS CHE F UNCTIE S
y
y = cosh x
y =x
3
2
y = Argcosh x
0 x
−1 0 1 2 3 4 5 6 7
y = Argcosh x ⇐⇒ x = cosh y en y ∈ R+
1
⇐⇒ x = (e y + e −y ) en y ∈ R+
2
⇐⇒ 2x = e y + e −y en y ∈ R+
⇐⇒ 2x · e y = e 2y + 1 en y ∈ R+
⇐⇒ (e y )2 − 2x · e y + 1 = 0 en y ∈ R+
⇐⇒ e y = x ± x 2 − 1 en y ∈ R+ (1)
Uit (1) volgt dan : e y = x + x2 −1
Bijgevolg : Argcosh x = ln(x + x 2 − 1) met x 1.
Opmerking :
Op dezelfde manier definieert men de omgekeerde functies van de andere hyperbolische functies, nl. : Argsinh,
Argtanh en Argcoth.
87
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
6 ) Samenvatting
– Je kent de definitie van een hyperbolische functie
e x + e −x
cosh x = De functies met voorschrift :
2
e x − e −x f ( x ) = cosh x
sinh x =
2
f ( x ) = sinh x
e x − e −x
tanh x = x f ( x ) = tanh x
e + e −x
e x + e −x f ( x ) = coth x
coth x =
e x − e −x noemen we hyperbolische functies.
∀x ∈ R : cosh x 1
∀x ∈ R : cosh(−x ) = cosh x
∀x ∈ R : tanh(−x ) = − tanh x
∀x ∈ R : coth(−x ) = − coth x
∀x ∈ R : D (cosh x ) = sinh x
1
∀x ∈ R : D (tanh x ) =
cosh2 x
−1
∀x ∈ R0 : D (coth x ) =
sinh2 x
88
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis HOOFDS TUK 3 • HYP ERBOLIS CHE F UNCTIE S
7 ) Oefeningen
1 Bewijs de volgende formules :
a ∀x ∈ R : sinh(2x ) = 2 sinh x · cosh x
1
c ∀x ∈ R : 1 − tanh2 x =
cosh2 x
x
2 tanh
d ∀x ∈ R : sinh x = 2
2 x
1 − tanh
2
x
1 + tanh2
e ∀x ∈ R : cosh x = 2
2 x
1 − tanh
2
x +y x −y
h ∀x ∈ R : cosh x + cosh y = 2 cosh · cosh
2 2
x +y x −y
i ∀x ∈ R : cosh x − cosh y = 2 sinh sinh
2 2
2 +
Bewijs voor elke x ∈ R0 :
x2 −1
a sinh(ln x ) =
2x
x2 +1
b cosh(ln x ) =
2x
x2 −1
c tanh(ln x ) =
x2 +1
a f ( x ) = sinh x
b f ( x ) = tanh x
c f ( x ) = coth x
4 Teken met behulp van ICT de grafiek van de functies met onderstaande voorschriften :
a f ( x ) = Argsinh x
b f ( x ) = Argtanh x
a f ( x ) = Argcoth x
89
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
5 Bereken
a sinh 1 e sinh(ln 4) i Argcosh(2)
1
b cosh(−2, 7) f cosh ln j Argtanh(0, 25)
4
c tanh(0, 6) g tanh(ln 6)
d coth(−1) h Argsinh(−0, 5)
6
*
Een hangbrug hangt over een 210 meter diepe en
40 meter brede ravijn volgens de grafiek van
de functie f met :
x
f (x ) = a cosh a ,b ∈ R+
0
b
7 In Arizona worden de telegraafdraden op 18 meter hoogte aan palen bevestigd volgens de grafiek van
de functie f met :
x
f (x ) = 15 cosh
200
90
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis HOOFDS TUK 3 • HYP ERBOLIS CHE F UNCTIE S
b D tanh2 3x voor x = ln 2
c D e −2x · tanh (3x ) voor x = ln 2
10
*
Toon aan :
a ∀x ∈ R : Argsinh x = ln(x + x 2 + 1)
1 1+x
b ∀x ∈] − 1, 1[: Argtanh x = ln
2 1−x
1 1 x +1
c ∀x ∈ R\[−1, 1] : Argtanh = ln
x 2 x −1
11 Bewijs :
1
a D Argsinh x = e cosh(Argsinh x ) = 1+x2
x2 +1
1 x
b D Argcosh x = f sinh(Argtanh x ) =
x2 −1 1−x2
1 1+x2
c D Argtanh x = g cosh(2 Argtanh x ) =
1−x2 1−x2
d sinh(Argsinh x ) = x
91
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Speel je muziek ? Zing je ? Luister je naar liedjes Hoe korter de gebruikte snaar, hoe hoger
op je iPod of op de radio ? het aantal keer dat de snaar trilt en hoe
Dan kan dat dankzij frequenties en trillingen. hoger ook de toon die je hoort.
Elke trilling kan beschreven worden door Geluid is een voorbeeld van een ‘harmonische
een sinusfunctie. trilling’ en kan dus weergegeven worden door
een sinusfunctie.
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Verloop van
goniometrische en
cyclometrische functies
3 Toepassing : harmonische en
gedempte trilling > 100
1 ) Goniometrische functies
Sinusfunctie
Grafiek :
y
f (x ) = sin x
0, 5
0 x
−2, 5π −2π −1, 5π −1π −0, 5π 0 0, 5π 1π 1, 5π 2π 2, 5π
−0, 5
−1
Eigenschappen :
Sinusfunctie
domein verzameling van x -waarden R
die een beeld hebben
beeld verzameling van de functie- [-1, 1]
waarden
periode kleinste strikt positief reële 2p
getal p zodat
sin(x ) = sin ( x + p )
met x ∈ R
amplitude grootste uitwijking van de 1
grafiek t.o.v. de evenwichts-
stand
nulwaarden de eerste coördinaatgetallen k · p met k ∈ Z
van de snijpunten met de
x -as
soort functie ∀x ∈ R : sin (–x ) = –sin x oneven functie
symmetrie er is een symmetriemiddel- O
punt
tekenverloop we bekijken het tekenverloop
x 0 p 2p
in [ 0, 2p]
sin x 0 + 0 – 0
94
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK
Leraar: •
4 Y. VCornelis
ERLOOP VAN GON IOMETRIS CHE EN CYCLOMETRIS CHE F UNCTIE S
Cosinusfunctie
Grafiek :
y
f (x ) = cos x
0, 5
0 x
−2, 5π −2π −1, 5π −1π −0, 5π 0 0, 5π 1π 1, 5π 2π 2, 5π
−0, 5
−1
Eigenschappen :
Cosinusfunctie
domein verzameling van x -waarden R
die een beeld hebben
beeld verzameling van de functie- [-1, 1]
waarden
periode kleinste strikt positief reële 2p
getal p zodat
cos(x ) = cos ( x + p )
met x ∈ R
amplitude grootste uitwijking van de 1
grafiek t.o.v. de evenwichts-
stand
nulwaarden de eerste coördinaatgetallen
π
van de snijpunten met de + k · p met k ∈ Z
2
x -as
soort functie ∀x ∈ R : cos (–x ) = cos x even functie
symmetrie er is een symmetrieas y -as
tekenverloop we bekijken het tekenverloop π 3π
in [ 0, 2p] x 0 2p
2 2
cos x + 0 – 0 +
95
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Tangensfunctie
Grafiek :
y
0 x
−2, 5π −2π −1, 5π −1π −0, 5π 0 0, 5π 1π 1, 5π 2π 2, 5π
−2
f (x ) = tan x
−4
−6
Eigenschappen :
Tangensfunctie
π
domein
R\ +k ·π|k ∈Z
2
beeld R
periode p
nulwaarden k · p met k ∈ Z
soort functie oneven functie
∀x ∈ R : tan( –x ) = –tan x
symmetrie O is een symmetriemiddelpunt
tekenverloop π
x 0 p
2
tan x 0 + | – 0
waardeverloop π
x 0 p
2
+∞
tan x 0 ↗ ↗ 0
–∞
asymptoten π
de rechten met vergelijking x = + k · π (k ∈ Z)
2
zijn de verticale asymptoten van de grafiek.
96
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK
Leraar: •
4 Y. VCornelis
ERLOOP VAN GON IOMETRIS CHE EN CYCLOMETRIS CHE F UNCTIE S
Cotangensfunctie
Grafiek :
y
0 x
−2, 5π −2π −1, 5π −1π −0, 5π 0 0, 5π 1π 1, 5π 2π 2, 5π
−2
f (x ) = cot x
−4
−6
Eigenschappen :
Cotangensfunctie
domein R\ {k · π | k ∈ Z}
beeld R
periode p
nulwaarden π
+ k · p met k ∈ Z
2
soort functie oneven functie
∀x ∈ R : cot( –x ) = –cot x
symmetrie O is een symmetriemiddelpunt
tekenverloop π
x 0 p
2
cot x | + 0 – |
waardeverloop π
x 0 p
2
+∞
cot x ↘ 0 ↘
–∞
Afgeleiden
97
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
1 Domein
dom f = R
2π
De periode van f 1 met f 1 (x ) = sin 2x is =π
2
De periode van f 2 met f 2( x ) = sin x is 2p
De periode van f 1 + f 2 is dus 2p.
Het is bijgevolg voldoende de functie f te bestuderen in het interval [ 0, 2p].
f (x ) = 0 ⇐⇒ sin 2x + 2 sin x = 0 x = 0 ⟹ f (x ) = 0
∗ (*) sin2x = 2sinx cosx Het snijpunt is dus ( 0, 0).
⇐⇒ 2 sin x cos x + 2 sin x = 0
⇐⇒ sin x · (cos x + 1) = 0
⇐⇒ sin x = 0 of cos x = −1
⇐⇒ x = k · π of x = π + k · 2π met k ∈ Z
x 0 p 2p
sin x 0 + 0 – 0
cos x + 1 2 + 0 + 2
f (x ) 0 + 0 – 0
3 Symmetrie
f (–x ) = sin( –2x ) + 2sin( –x )
= –sin2x –2sinx
= –f (x )
De functie is dus oneven.
De grafiek van de functie is symmetrisch t.o.v. de oorsprong.
4 Asymptoten
Wegens de periodiciteit zijn er geen horizontale of schuine asymptoten. Omdat dom f = R zijn er ook geen
verticale asymptoten.
5 Eerste afgeleide
f (x ) = D(sin 2x + 2 sin x ) = 2 cos 2x + 2 cos x
(*) 1 + cos2x = 2cos2x
∗
= 2(2 cos2 x − 1) + 2 cos x
= 4 cos2 x + 2 cos x − 2
f (x ) = 0 ⇐⇒ 4 cos2 x + 2 cos x − 2 = 0
1
⇐⇒ cos x = −1 of cos x =
2
π
⇐⇒ x = π + k · 2π of x =± + k · 2π k ∈Z
3
98
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK
Leraar: •
4 Y. VCornelis
ERLOOP VAN GON IOMETRIS CHE EN CYCLOMETRIS CHE F UNCTIE S
π 5π
In [0, 2π] wordt dit: x = of x = π of x =
3 3
π 5π
x 0 p 2p
3 3
f ′( x ) + 0 – 0 – 0 +
f (x ) ↗ max ↘ ↘ min ↗
6 Tweede afgeleide
f (x ) = D(2 cos 2x + 2 cos x )
= −4 sin 2x − 2 sin x
= −2 sin x (4 cos x + 1)
f (x ) = 0 ⇐⇒ sin x · (4 cos x + 1) = 0
−1
⇐⇒ sin x = 0 of cos x =
4
⇐⇒ x = k · π of x = ±1, 82 + k · 2π k ∈Z
x 0 1,82 p 4,46 2p
f ″( x ) 0 – 0 + 0 – 0 + 0
7 Continuïteit
Omdat f afleidbaar is in R (zie 5) is f continu in R.
8 Samenvattende tabel
π 5π
x 0 1,82 p 4,46 2p
3 3
f ′( x ) + 0 – – – 0 – – – 0 +
f ″( x ) 0 – – – 0 + 0 – 0 + + + 0
3 3 −3 3
1,46 0 –1,46
f (x ) 0 2 ⤵ ⤷ ⤵ buigpunt ⤷ 2 ⤴ 0
⤵
buigpunt buigpunt
(1,82 ; 1,46) (p, 0) (4,46 ; –1,46)
maximum minimum
9 Beeld
−3 3 3 3
Uit 8 blijkt dat bld f = ,
2 2
99
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
10 Grafiek
y
4
2
f (x ) = sin 2x + 2 sin x
0 x
−2, 5π −2π −1, 5π −1π −0, 5π 0 0, 5π 1π 1, 5π 2π 2, 5π
−2
−4
Algemene sinusfunctie
In f (x ) = a sin [b (x − c )] + d a ,b, ∈ R+
0 ,c,d ∈ R
y
is:
a de amplitude a
y=d S
2π (c, d )
de periode met b de pulsatie a
b
c de horizontale verschuiving x
d de verticale verschuiving 0 2π
periode =
De rechte met vergelijking y = d geeft de evenwichtsstand weer. b
Het punt S(c , d ) noemt men het beginpunt van een sinusperiode.
100
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK
Leraar: •
4 Y. VCornelis
ERLOOP VAN GON IOMETRIS CHE EN CYCLOMETRIS CHE F UNCTIE S
• De volgende grafiek is een vereenvoudigd model van de wijze waarop de bloeddruk van een mens verandert
onder invloed van de hartslag. Op de x -as is de tijd uitgezet (in seconden), op de y -as staat de kwikdruk (in
millimeter).
y
140
kwikdruk in mm
130
bovendruk
120
110
onderdruk
90
80
tijd in seconden
−0, 2 0, 2 0, 4 0, 6 0, 8 1 1, 2 1, 4 1, 6 x
Een trilling 0ontstaat doordat de snaar heen en weer beweegt rond een bepaalde evenwichtsstand.
De uitwijking f ( x ) (in cm) van het midden van de snaar hangt af van de tijd x (in s ) die verstreken is sinds het
aanslaan van de snaar. De grafiek van f ( x ) is bij benadering een sinusoïde.
Dergelijke trilling noemt men een harmonische trilling. De Fransman Jean-Baptiste Fourier ontdekte dat elke
trilling kan worden opgebouwd als een som van harmonische trillingen. De fourieranalyse is daarop gebaseerd.
In realiteit werken er op een trillend systeem wrijvings- of weerstandskrachten en wordt bijvoorbeeld in een
trillende veer warmte geproduceerd. Hierdoor neemt de energie van het systeem af. Het systeem voert dan
een gedempte trilling uit.
x
1
0,5
0 t
2 4 6 8 10 12
0,5
1
0
101
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Harmonische trillingen doven dus na verloop van tijd uit. Denk maar aan de trillende snaar. Na enige tijd wordt
de uitwijking van de snaar kleiner, tot de toon niet langer hoorbaar is. De amplitude neemt daarbij exponentieel af
omdat de uitdoving steeds langzamer gaat.
−2x
Voorbeeld 1 : f (x) = 3 · e π · sin 4x met x 0
y
3
2x
−
y =3·e π
2
0 x
0 0, 25π 0, 5π 0, 75π 1π 1, 25π 1, 5π 1, 75π 2π 2, 25π
2x
−
f (x ) = 3 · e π · sin 4x
−1
−2
2x
−
y = −3 · e π
−3
y = 3 sin 4x
−2x −2x
−3 De
· e πfactor
en 3 · e π komt overeen met de amplitude. Die is niet constant, Type x y
maar daalt exponentieel met de tijd. Hoe sneller de amplitude afneemt, Zero 0,0715
Max 0,3195 0,84942
hoe sterker de demping is. De functiewaarden schommelen tussen Zero 0,5951
−2x −2x
Min 0,8431 –0,65377
−3 · e π en 3 · e π
Zero 1,1187
Max 1,3667 0,50319
−x
Zero 1,6423
Voorbeeld 2 : f (x) = e 2 · cos (6x − 2) met x 0 Min 1,8903 –0,38728
y Zero 2,1659
Max 2,4139 0,29808
1 x
Zero 2,6895
−
y =e 2 Min 2,9375 –0,22942
Zero 3,2131
0.5
Max 3,4611 0,17658
Zero 3,7367
0 x
Min 3,9847 –0,13591
0 0, 25π 0, 5π 0, 75π 1π 1, 25π 1, 5π 1, 75π Zero 4,2603
Max 4,5083 0,1046
−0.5
−
x Zero 4,7839
f (x ) = e 2 · cos(6x − 2)
−
x Min 5,0319 –0,08051
y = −e 2
−1 Zero 5,3075
Max 5,5555 0,06196
Zero 5,8311
102
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK
Leraar: •
4 Y. VCornelis
ERLOOP VAN GON IOMETRIS CHE EN CYCLOMETRIS CHE F UNCTIE S
4 ) Cyclometrische functies
y
4
y =x
Definities 3
π π
y = Bgsin x ⇐⇒ x = sin y en y ∈ − , π
2 y = Bgsin x
2 2 •
2
y = sin x
y = Bgcos x ⇐⇒ x = cos y en y ∈ [0, π] 1
−1 x
π π 0
y
4
y = Bgcos x y =x
• π
2
Gevolgen van de definities
1
∀x ∈ [−1, 1] : sin (Bgsin x ) = x
0 x
cos (Bgcos x ) = x −2π −1, 5π −1π −0, 5π−1 0 1 0, 5π 1π 1, 5π 2π
−1 y = cos x
∀x ∈ R : tan (Bgtan x ) = x −2
cot (Bgcot x ) = x
−4
π y π
x =− 4 x= y =x
2 2
Eigenschappen
π y = tan x
Bgsin x Bgcos x Bgtan x Bgcot x y= 2
2
x 1
sin x 1−x2 y = Bgtan x
1+x2 1+x2 0 x
1 x −2π −1, 5π −1π −0, 5π 0 0, 5π 1π 1, 5π 2π
cos 1−x2 x
1+x2 1+x2
x y =−
π
−2
1−x2 1 2
tan x
1−x2 x x
x −4
1−x2 1
cot x
x 1−x2 x
y x =π
4
y =x
y =π
y = Bgcot x
0 x
Afgeleiden −2π −1, 5π −1π −0, 5π 0 0, 5π 1π 1, 5π 2π
1 D f (x )
D (Bgsin x ) = D Bgsin f (x ) = 2
−2
1−x2 1 − f (x )
y = cot x
−1 −D f (x )
D (Bgcos x ) = D Bgcos f (x ) = 2
−4
1−x2 1 − f (x )
1 D f (x )
D (Bgtan x ) = D Bgtan f (x ) = 2
1+x2 1 + f (x )
−1 −D f (x )
D (Bgcot x ) = D Bgcot f (x ) = 2
1+x2 1 + f (x )
103
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
1 Domein
dom f = R
tekenverloop van f ( x )
x –∞ +∞
f (x ) –
3 Symmetrie
f (x ) = −π + 2 Bgtan x en f (−x ) = −π + 2 Bgtan(−x ) = −π − 2 Bgtan x
f (−x ) = f (x ) en f (−x ) = − f (x )
f is dus noch even, noch oneven.
4 Asymptoten
VA: Er is geen verticale asymptoot want −2π < f (x ) < 0
−π
HA: lim (−π + 2 Bgtan x ) = −π + 2 = −2π
x →−∞ 2
y = −2π is een horizontale asymptoot.
π
lim (−π + 2 Bgtan x ) = −π + 2 =0
x →+∞ 2
y = 0 is een horizontale asymptoot.
Ligging van de grafiek t.o.v. HA
f (x ) − (−2π) = f (x ) + 2π f ( x ) – 0 = –p + 2Bgtan x < 0
= −π + 2 Bgtan x + 2π (want 2 Bgtan x ∈ ]–p, p[ ).
= π + 2 Bgtan x > 0
(want 2 Bgtan x ∈] − π, π[).
De grafiek ligt boven HA met vergelijking y = 2p De grafiek ligt onder HA met vergelijking y = 0.
x –∞ +∞ x –∞ +∞
f ( x ) – ( –2p) + f (x ) – 0 –
104
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK
Leraar: •
4 Y. VCornelis
ERLOOP VAN GON IOMETRIS CHE EN CYCLOMETRIS CHE F UNCTIE S
5 Eerste afgeleide
f (x ) = D (−π + 2 Bgtan x )
x –∞ +∞
D Bgtan x =
1
f ′( x )
1+x 2
+
2
f (x ) = >0 f (x ) ↗
1+x2
6 Tweede afgeleide
2
f (x ) = D
1+x2
x –∞ 0 +∞
f ″( x ) + 0 –
−2(2x ) −4x buig-
f (x ) = = f (x ) ∪ ∩
(1 + x 2 )2 (1 + x 2 )2 punt
7 Continuïteit
Omdat f afleidbaar is in R (zie 5) is f continu in R.
8 Samenvattende tabel
x –∞ 0 +∞
f ′( x ) + + +
f ′′( x ) + 0 –
–p
f (x ) –2p ⤴ 0
⤵
buigpunt
(0, –p)
9 Beeld
Uit 8 volgt dat bld f = ] –2p, 0[ .
10 Grafiek
y
−2, 5π −2π −1, 5π −1π −0, 5π 0 0, 5π 1π 1, 5π 2π 2, 5π
x
f (x ) = −π + 2 Bgtan x
−2
−4
y = 2x − π
−6
y = −2π
105
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
1 Domein
π
dom f = R \ +kπ k ∈Z
2
2π
De periode van f 1 met f 1 (x ) = sin 2x is =π
2
De periode van f 2 met f 2 (x ) = tan x is π
Het is dus voldoende de functie f te bestuderen in [0, π]
3 Symmetrie
4 Asymptoten
π
x= +kπ k ∈Z zijn VA.
2
106
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK
Leraar:•
4 Y. VCornelis
ERLOOP VAN GON IOMETRIS CHE EN CYCLOMETRIS CHE F UNCTIE S
π
We zien duidelijk dat er een buigpunt is voor x =
4
We bepalen het buigpunt en de vergelijking van de buigraaklijn:
6 Beeld
bld f = R
7 Grafiek
107
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
7 ) Samenvatting
– Je kan het verloop van een goniometrische en van een cyclometrische functie bepalen door achtereenvolgens
de volgende zaken te onderzoeken :
• domein ;
• snijpunten met de assen en tekenverloop van f ( x );
• symmetrie ;
• asymptoten ;
• eerste afgeleide (stijgen en dalen van de functie en bepalen van eventuele extrema) ;
• tweede afgeleide (holle en bolle zijde van de grafiek en de eventuele buigpunten) ;
• continuïteit ;
• samenvattende tabel ;
• beeld ;
• grafiek.
108
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK
Leraar: •
4 Y. VCornelis
ERLOOP VAN GON IOMETRIS CHE EN CYCLOMETRIS CHE F UNCTIE S
8 ) Oefeningen
1 Onderzoek het verloop van volgende goniometrische functies met :
1 + cos x
a f (x ) = cot x e f (x ) = sin x + cos2 x −1 i f (x ) =
1 − cos x
sin 2x
b f (x ) = sin x + 2 cos x f f (x ) = tan x − sin x cos x j f (x ) =
1 + sin x
4
c f (x ) = sin 2x + 2 cos x g f (x ) = tan x + cot x k f (x ) =
2 + sin x
4 cos x
d f (x ) = 4 cos2 x − 8 cos x + 3 h f (x ) = cos x − cos 3x l f (x ) =
2 + sin x
3
*
Bereken (en vereenvoudig) volgende afgeleiden :
1 x (x − 2)3 1 ax3 +bx2 + c
a D Bgtan + ln − ln 2 =
2 2 x +2 x +4 x4 +d
1 x +1 3 1 ax2 +x +b
b D Bgtan + ln (x 2 + 2x + 5) + ln (x − 1) = 3
4 2 8 4 x + c x 2 + 3x + d
7 x 7 1 ax2 +bx + c
c D · Bgtan − ln (x 2 + 4) − ln (x + 2) =
8 2 16 8 8+dx + ex2 +x3
2 1 (2x − 3)7 x2 − ax −b
d D Bgtan (x − 1) + ln =
5 10 2
x − 2x + 2 (2x + c ) (x 2 − 2x + 2)
e D 2 sin x · cos3 x + 3 sin x · cos x + 3x = a · (. . .) 4
f D sin x · 3 − sin2 x = a · (. . .) 3
1 3 38 11
g D 2 − cos3 x + sin2 x − cos x + x 2 = (. . . + . . .) 3
9 2 3 2
4
6πx
Beschouw de functie f metf (x ) = cos
2+ax2
In het punt x = 1 heeft f een nulwaarde en bereikt f ook een maximum.
a Bepaal de parameter a .
b Bereken vervolgens alle nulwaarden van f en alle punten waar f een extreme waarde bereikt.
c Maak de grafiek van f voor de gevonden waarde van a .
d Heeft de grafiek van f een asymptoot ? Zo ja, bereken deze asymptoot.
(Toelatingsexamen Burgerlijk Ingenieur, modelvragen)
109
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
f 1( t ) f 2( t )
2 sin 2t 1 + sin 2t
cos t 1 + 2 sin t
a Toon in beide gevallen aan dat f 3 = f 1 + f 2 opnieuw een harmonische trilling oplevert.
Doe dit zowel grafisch als algebraïsch.
b Bereken telkens de amplitude, de periode, de horizontale en de verticale verschuiving van f 3.
Voorbeeld :
Beschouw de trillingen f 1 en f 2 met
t
f 1( t ) = sin en f 2( t ) = sin t
2
Na optelling bekomen we f 3 = f 1 + f 2 met
t
f 3( t ) = sin + sin t
2
In de volgende figuur
wordt dit grafisch weergegeven.
110
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
HOOFDS TUK
Leraar: •
4 Y. VCornelis
ERLOOP VAN GON IOMETRIS CHE EN CYCLOMETRIS CHE F UNCTIE S
Toepassing : Kerkorgel
De la-pijp van een kerkorgel veroorzaakt bij het aanblazen een harmonische
trilling f 1 met f 1( t ) = sin( 56pt ) . Hierbij stelt t de tijd voor in seconden.
In een ander register van datzelfde kerkorgel zit een tweede orgelpijp
die dezelfde noot aanblaast. Deze pijp is echter onzuiver gestemd en
veroorzaakt een harmonische trilling f 2 met f 2( t ) = sin( 54pt ).
Jammer genoeg klinkt deze toon iets te laag.
a Teken de grafiek van f 1 en f 2. Bereken de frequentie van beide orgelpijpen in hertz.
b Wanneer de beide la-pijpen van het kerkorgel samen aangeblazen worden, brengt dit een trilling f 3 voort met
f 3( t ) = sin( 56pt ) + sin( 54pt ). Teken de grafiek van f 3 en toon aan dat f 3 niet meer harmonisch is.
Muziekliefhebbers noemen deze klank ‘dissonant’.
c Ontbind f 3( t ) in factoren met behulp van de formules van Simpson en stel vast dat de amplitude van deze
trilling niet steeds even groot is. De amplitude gaat periodiek aanzwellen en afnemen. Men noemt dit ook
een zweving. Welke factor stelt de wisselende amplitude voor ?
d Teken de grafiek van de amplitudefunctie. Bij amplitude 0 is het geluid niet hoorbaar. Bij een maximale
amplitude 2 is het geluid het best hoorbaar. Hoeveel ‘zwevingen’ hoor je per seconde ?
e Bepaal de frequentie van de dissonante toon f 3. Hoe kan deze frequentie afgeleid worden uit de frequenties
van de afzonderlijke pijpen ?
11
*
Een lichaam trilt gedempt. De uitwijking is :
−2t
s = f (t ) = 3 · e π · sin (4t )
met t : tijd in seconden ( t ⩾ 0)
ds
a Bereken de snelheid f (t ) =
.
dt
b Bereken de extreme waarde van de uitwijking.
c Wanneer is de amplitude van de gedempte trilling kleiner dan 0,1 ? Rond je uitkomst af op een geheel getal.
d 2s
d Bereken de versnelling f (t ) = .
dt2
e Bewijs : p2 · f ″( t ) + 4p · f ′( t ) + ( 4 + 16p2) · f ( t ) = 0
111
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
In de 17e eeuw hebben Newton en Leibniz Als de fabrikant van puntzakken voor de frituur
onafhankelijk van elkaar de differentiaalrekening samenwerkt met de fabrikant van frietjes, dan
uitgevonden. Daarmee konden zij raaklijnen aan hebben ze één gemeenschappelijke nood : wis-
krommen en grafieken van functies bepalen. kunde (en mayonaise).
Maar Newton ontdekte kort daarna dat het
omgekeerde van differentiëren kon worden
toegepast op het berekenen van oppervlakten
en inhouden van vlakke en ruimtelijke figuren.
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Differentiaal
van een functie
1 ) Definitie
Als de functie f afleidbaar is in een punt a van haar domein, dan wordt de grafiek van die functie in
een omgeving van P ( a , f ( a )) benaderd door de raaklijn in dat punt P .
y = f ′( a ) · ( x – a ) + f ( a )
We mogen in een omgeving van a de functie f benaderen door de lineaire functie g met
g ( x ) = f ′( a ) · ( x – a ) + f ( a )
differentiaal
Als f afleidbaar is in a en als Δx een aangroeiing is van het argument waarvoor a + Δx ∈ domf ,
dan noemen we differentiaal van f in a , genoteerd als d f ( a ): d f ( a ) = f ′( a ) · Δx
Door a niet als een gegeven waarde, maar als een veranderlijke te beschouwen, krijgen we de differentiaal
van f in x .
d y = d f ( x ) = f ′( x ) · Δx
Gevolgen :
d f ( a ) = f ′( a ) · d x
d y = d f ( x ) = f ′( x ) · d x
d f (x )
– Omdat Δx = d x ≠ 0 wordt = f (x ) (notatie van Leibniz voor afgeleiden) of nog :
dx
d f (x )
D f (x ) =
dx
114
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis HOOFDS TUK 5 • D IFFEREN TIAAL VAN EEN F UNCTI E
2 ) Verband tussen d y en Dy
In het algemeen zijn d y en Δy verschillend, Δy wordt wel benaderd door d y .
∆y
Voor f (x ) = 0 geldt: lim =1
d x →0 dy
∆y f (x + ∆x ) − f (x )
Immers : lim = lim
∆x →0 dy ∆x →0 f (x )∆x
1 f (x + ∆x ) − f (x )
= · lim
f (x ) ∆x →0 ∆x
1
= (x )
· f (x ) = 1
f
Meetkundige betekenis
Op de grafiek k van de functie f nemen we de punten A( x , f ( x )) en B( x + Δx , f ( x + Δx )).
Een evenwijdige door A met de x -as snijdt een evenwijdige door B met de y -as in het punt C.
Δy = Δf ( x ) is de toename van het tweede coördinaatgetal langs de kromme bij een toename
d x = Δx van het eerste coördinaatgetal.
| Δy | = | BC |
Bewijs :
We weten dat:
y D
yD −yA yD −yC
rico(t ) = = (1)
x D −x A ∆x t
k
rico(t ) = f (x ) (2) B
Dus : | CD| = d f ( x ) = d y
115
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Notatie : d 2f ( x )
d 2 f (x ) = d [d f (x )] = d [ f (x ) · d x ]
= f (x ) · d x ·dx
d x wordt constant beschouwd
= f (x ) · d x · d x
= f (x ) · d x 2
Merk op dat we hier d x 2 schrijven voor ( d x )2.
Algemeen :
Als f n maal afleidbaar is in x , geldt : d n f ( x ) = f ( n )( x ) d x n waarbij d x n staat voor ( d x )n .
4 ) Rekenregels
De differentiaal van een functie vinden we door de afgeleide in x te vermenigvuldigen met Δx of met d x
(zie definitie). Het berekenen van differentialen verschilt niet wezenlijk van het berekenen van afgeleiden.
Reken volgende formules na en onthoud ze.
dx
d (Bgsin x ) =
1−x2
d (c ) = 0
dx d (sinh x ) = cosh x d x
d (Bgcos x ) = −
d (x n ) = nx n−1 d x 1−x2
d (cosh x ) = sinh x d x
1 −d x dx
d = d (Bgtan x ) =
x x2 1+x2 d (f + g ) = df + d g
dx −d x
d( x) = d (Bgcot x ) = d (a · f ) = a · d f (a ∈ R)
2 x 1+x2
d (sin x ) = cos x d x d (a x ) = a x · ln a d x d (f · g ) = g · d f + f · d g
1 df
d (cos x ) = − sin x d x d (e x ) = e x d x d =− 2
f f
dx dx
d (tan x ) = d (ln x ) = f g ·d f − f ·d g
cos2 x x d =
g g2
−d x dx
d (cot x ) = d (a log x ) = d ( f g ) = f g ln f · d g + g · f g −1 d f
sin2 x x · ln a
116
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis HOOFDS TUK 5 • D IFFEREN TIAAL VAN EEN F UNCTI E
5 ) Toepassingen
Differentialen zijn vooral nuttig bij het berekenen van benaderingen.
d f ( x ) is een benaderende waarde voor Df ( x )
als f ′( x ) ≠ 0 (zie blz. 115)
Voorbeeld 1 :
Een halfbolvormige koepel met diameter 8 meter
wordt langs de buitenzijde belegd met bladgoud
van 3 mm dik.
Bereken bij benadering welk volume goud hiervoor
nodig is. De soortelijke massa r = 19,3 g/cm3.
Oplossing :
Het gevraagde volume is het verschil ΔV van de volumes van twee halve bollen met respectievelijke straal 4 m en
4,003 m. Omdat het verschil tussen beide stralen klein is, kunnen we ΔV benaderen door de differentiaal d V .
1 4 3 2
V (r ) = πr = πr 3
2 3 3
=⇒ d V = V (r )∆r = 2πr 2 ∆r
met r = 4 en Δr = 0,003 vinden we d V = 0,3016.
Hoeveel goud is er dan nodig ? 0,3016 m3 = 301 600 cm3
Uitgedrukt in gram : (301 600 · 19,3)g = 5 820 880 g = 5820,88kg
Voorbeeld 2 :
Bereken bij benadering 401
Oplossing :
401 = 400 + 1
1
f (x ) = x =⇒ d f (x ) = ∆x
2 x
Stel hierin x = 400 en ∆x = 1 en je vindt d f (x ) = 0, 025
zodat 401 ≈ 20, 025
Hoeveel procent zit je naast de feitelijke uitkomst ?
Voorbeeld 3 :
Bereken bij benadering tan 46°.
Oplossing :
π π
tan 46 ◦ = tan (45 ◦ + 1 ◦ ) = tan +
4 180
f (x ) = tan x =⇒ d f (x ) = sec2 x · ∆x
π π π
Stel hierin x = en ∆x = en je vindt d f (x ) =
4 180 90
zodat tan 46 ◦ ≈ 1, 0349
Hoeveel procent zit je naast de feitelijke uitkomst ?
117
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Voorbeeld 4 :
Als de absolute fout op x gelijk is aan | Δx |, dan is de absolute fout | Δy | op een functie y van x bij benadering
gelijk aan :
| ∆y | ≈ | f (x ) · ∆x | = | d y |
Bereken de absolute fout op de weerstand R als de spanning U 20 volt bedraagt en men voor de stroomsterkte I
4 ampère meet met een absolute fout van 0,2 ampère (dus I = 4 ± 0,2 ampère).
Oplossing :
U
De formule die het verband geeft tussen spanning, weerstand en stroomsterkte luidt : R =
I
U 20
Uit het gegeven volgt dus dat =R = = 5.
I 4
6 ) Samenvatting
– Je kent de betekenis en de definitie van het begrip differentiaal van f in a .
Als f afleidbaar is in a en als Δx een aangroeiing is van het argument waarvoor
a + Δx ∈ domf , dan noemen we differentiaal van f in a : d f ( a) = f ′( a ) · Δx .
Door a niet als een gegeven waarde, maar als een veranderlijke te beschouwen, krijgen we
de differentiaal van f (we schrijven x in plaats van a ) in x .
d y = d f ( x ) = f ′( x ) · Δx of d y = d f ( x ) = f ′( x ) · d x
d n f ( x ) = f (n )( x )d x n
118
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis HOOFDS TUK 5 • D IFFEREN TIAAL VAN EEN F UNCTI E
7 ) Oefeningen
1 Bereken de differentiaal van f als f ( x ) gelijk is aan
5
a x 2 · 2x f 3 log
tan x
1
b g ln(x + 1 + x 2 + 2x − 1)
3
(2x − 1)2
x
c cos3 (x 2 + 1) h x · Bgsin + 4−x2
2
3
d csc i Bgtan 2x − 1
x
e x 2 · e −x j (sin x )cot x
2 Een cirkelvormig plaatje zet uit door stijging van de temperatuur. Geef bij benadering de toename in oppervlakte
als de straal wijzigt van 14,5 cm tot 14,6 cm.
3 Een staaf van 20 cm wordt vastgeklemd tussen twee punten en nadien opgewarmd.
De diameter wijzigt van 16 mm tot 17 mm. Geef bij benadering de toename van het volume van de staaf.
5 Een halfbolvormige koepel met diameter 3 m wordt langs de binnenzijde beschilderd met een verflaag van 1 mm
dik. Bereken bij benadering welk volume verf hiervoor nodig is.
8 De snelheid van een voorwerp dat van op een hoogte h een vrije val maakt, wordt gegeven door de formule :
v = 2g h g = valversnelling = 9,81 m/s2
Men meet voor de hoogte 80 meter met een absolute fout van 0,1 m (dus h = 80 ± 0,1 m)
Hoe groot bedraagt de absolute fout op de snelheid ?
Hoe groot is de fout op de lengte van een boog bij een cirkel met straal 60 cm als de absolute fout op de hoek
0,1 radiaal is ?
119
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Trefwoordenregister
A K
afgeleide 10 kettinglijn 84
afgeleide functie 10 klokkromme van Gauss 61
amplitude 100 knooppunt 32
argument cosinus hyperbolicus 86 koordenkromme 84
asymptoten 9 L
B Lagrange 14
bol 13 Leibniz 41
briggse logaritmen 51 lineaire groei 44
C logaritme 44
cosinusfunctie 95 logaritmische functie 45
cotangensfunctie 97 M
cyclometrische functie 8, 103, 104 maximum 12
D middelwaardestelling van Lagrange 14
dalen 12 minimum 12
de l’Hôpital 14 N
differentiaal 114 natuurlijke logaritmen 51
dubbelpunt 32 neperiaanse logaritmen 51
E O
e 50 ogenblikkelijke verandering 10
even functie 15 oneven functie 15
evenwichtsstand 100 ongelijkheid van Steiner 75
exponentiële functie 44 P
exponentiële groei 44 periode 100
F pulsatie 100
faseverschil 110 R
Fourier 102 rationale functie 8, 18
fourieranalyse 101 regel van de l’Hôpital 14
frequentie 101 rekenregels afgeleiden 11
G Rolle 14
gedempte trilling 101 S
gemiddelde verandering 10 schuine asymptoot 9
goniometrische functie 8, 94, 98 sinusfunctie 94, 100
groeifactor 44 stelling van Rolle 14
H stijgen 12
harmonische trilling 101 T
hol 13 tangensfunctie 96
horizontale asymptoot 9 tweede differentiaal 116
hyperbolische functies 80
V
I veeltermfunctie 8, 16
irrationale functie 8, 25 verticale asymptoot 9
= c o s f
D [sin f (x ) ]Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
) = cos x
Leraar: Y. Cornelis
f (x ) · D [ f (x )]
D [sin f (x )] = cos
D (sin x ) = cos x
f (x ) · D [ f (x )]
D (cos x ) = − sin
x D [cos f (x )] = − sin
f (x ) · D [ f (xD( f + g ) = D f + D g )]
1
D [ f (x )]
o s f (x
D [tan f (x )] = cos2 f (x )
c )] = − sin D( f − g ) = D f − D g
D (tan x ) = cos2 x
D [ −D [ f (x )]
x
x ) = − sin
−1 D( f · g ) = f · D g + g ·
D [cot f (x )] = sin2 f (x ) Df
D (cot x ) = sin2 x
D [ f (x )] D(c · f ) = c · D f
1 D [Bgsin f (x )] = 1 − [ f (x )]2
D (Bgsin x ) =
D [ f (x )]
1 − x2 −D [ f (x )] f g ·D f − f ·Dg
D =
−1 os f (x )] = g
D [Bgc 1 − [ f (x )]
2 g2
D (Bgcos x ) =
1 − x2
1
t a n f (x
D [ f (x )]
)] = cos2 f (x ) D
1 −D f
1 D
D [Bgtan f (x )] = 1 + [ f (x )]2
[ =
D (Bgtan x ) = 1 + x 2 f f2
−D [ f (x )]
n x ) = cos2 x
−1 D [B gc ot f (x )] = 2 D f m = m f m −1 D f (m
1 + [ f (x )] ∈ Q0 )
D (Bgcot x ) = 1 + x 2
dy dy du
dx
= · met u = f (x )
du dx
−D [ f (x )]
Dc = 0
c o t f (x ) ] = 2 f (x )
Dx = 1−1 D[ s i n
ot x ) = sin2 x
Dx n = n · x n−1 (n ∈ Q0 )
(x ) ] = a f (x
) · ln a · D f (x )
1 −1 D [a f
D [ f (x )]
D = 2 a
D (a x ) = a · ln
x
x x
f (x ) ] = e f (x
) · D f (x )
D [e
1
D x= D (e x ) = ex
n f (x ) ] = 2 D f (x )
2 x
1
1 1
D [B g s i 1−[ f (x ) ] D [a log f (x )] = f (x ) · ln a
D (a log x ) = x · ln a
D3 x= D f (x )
Bgsin x ) = 1 − x 2
3
3 x2 D [ln f (x )] =
1 f (x )
D (ln x ) = x D f (x )
D [ln | f (x ) |] = f (x )
−D [ f (x )]
1
D f (x )
D (ln | x |) = x
( f (x )) + k | =
2
( f (x )) + k
2
=
1 D ln | f (x ) +
(k ∈ R)
x +k |=
s f (x ) ]
1 − [ f (x )
2
−1
D ln | x +
D [Bg c o x2 + k
) · [ f (x )]
g (x )−1 · D f (x )
) + g (x
· ln f (x ) · D g (x
x =
g (x )
(Bg c o s ) 2
D [ f (x )]
g (x ) = [ f (x )]
D 1− x D f (x ) = k · f
(x ) ⇐⇒ f (x ) = b
· e k x met b , k
∈R
D [ f (x )]
D (sinh x ) = cosh
= 2
x
x ) ] x ]
D [Bgtan f
1
D [sinh f (x )] = co
sh f (x ) · D [ f (x )]
( 1 + [f ( )
D (cosh x ) = sinh
x D [cosh f (x )] = sin
h f (x ) · D [ f (x )]
D( Bgtan x ) = D (tanh x ) =
1+x
1
cosh 2 x
2
D [tanh f (x )] = D [ f (x )]
−D [ f (x )
cosh 2 f (x )
D (coth x ) = −1
sinh x2 D [coth f (x )] = −D [ f (x )]
sinh 2 f (x )
c o t f (x ) ] = [ f (x)
−1 D [ B g 1 +
cot x ) = 2
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
13 a m = 3
2. Verloop van exponentiële en logaritmische functies
14 a a = -3 (blz 68)
15 a = -3 ; b = 22 ; c = -35 ; p = -2 ; q = 1 1 a1
8
b1
16 a dom f = A -4a, 0 7 ; nulwaarden: geen ; 3
VA: x = 0 en x = -4a c 3
3
minimum = a4 als x = - 2a
d -2 3
3
c hyperbool met vgl. y = - x8 3
e-
4
e a = 1 of a = 7 a
16 f
b
20 a 19.00 u
3 a 5 1 14
d 2446 om 15 u 33' 36" e
e 12 u 6' 40" b 1
e3
c 1
21 b vrijdag om 5 u 8' 17"
e3
c donderdag om 19 u 47' 35" ; diepte: 818,77 m
d3
d 14 u 11' 24" 2
e dalen ; 48 m/h e e3
3
f e3
3
122
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis • OPLOSSI N G E N
4 a -2 $ 5 3 - 2x $ ln 5 3 4 j 2
3 x $ _2 - ln xi
2
-x
b -2 $ 7 $ ln 7 3 3
33 k 1
4 _x 2 - 1i $ ln 10
c 2$e sin 2x
$ cos 2x 33 5x
l x
x
5 +4
d 10 $ ln 10
2 x m _x - 1i $ ln _x - 1i 3
3
e e _1 + 3xi 3
3x
3 e x
- 3 e -x
- 6
x -x n x
e + e _e + 3e -xi_e x + 1i
f
2 2
o x +1
g 24x $ 3 2x + 3 $ ln 3 3
2
x
3
p 2x
x x
h 2 $ e (1 + ln 2) 3
3 _2x + 3i_x + 1i
i _2.e xi $ 7ln _2 $ e xi + 1A 3
x
q - 2x
3 x +3
j 1 - x $x ln a r 3 + 4x
a 2x
k x 4 -x 2 s 2
_x - 1i_x + 2i
_e + e i _x + 4i_x + 1i
l e -x _2 cos 2x - sin 2xi3 _x + 2i_2x - 1i
3 t 2
1 als x 2 0 _x - 2x + 2i_x - 1i
m* 2
-1 als x 1 0 u 44 x
x -1
n x.2 x $ (ln 2) 2 3 8 _x + 6i
3
v
o e 2x _2x 2 - 7i3 x _x 2 - 4x + 8i
3
2
2x _2x 2 - 1i $ e -2x n-1
p 2 11 a
_-1i $ _n - 1i !
_1 - x 2i xn
q 1 -3 x $ e - x
1 x
b e _x + ni
x
x
r 3 $ ln 32x
1-3 12 y + 6 ln 2 $ x + 6 ln 2 - 6 = 0 ; 6 ln 2 $ y - x - 36 ln 2 - 1 = 0
n
6 2 -2x $ _-2 ln 2i + n! 14 y = x
16 a = 1 ; b = 1
9 A = 23
3
17 a = -1
10 a 3
3x - 5
b 2
x
2x 2 $ ln _2xi + 2x 2 - 1
18
2 log x x2
c
x $ ln 10
d 4 ln 3 _sin xi $ cot x 3 19 -2x 2 + 6x - 10
3
e 2 2
_x - 1i $ ln 2 20 a co_Pi = d e , 5 n
x 2 e
f ex - 2 c m d A 0; 0, 92 7 3
e +1 3
g 1
sin x
1 21 a 2.x ln x – 1 $ ln x 3
h cos 3
x
b x x - 2 $ _-ln x + 1i 3
1
i 2
3
4x 2 + 1
$ _x $ ln x + 1i33
x-1
c ex $ x e
123
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
3 d xx
2
ax $ ln x $ _2x - 3i + x 2 - 3x + 2k3
- 3x + 1
3 e -4
3 _2x 2 - 2x + 1i_2x 2 + 2x + 1i
$ 7ln x. ln (ln x) + 1A 3 3
3 3
-x - 1
e -_ln xi f 2e Bg tanx
3
$ 72 cos 2 x $ ln _tan xi + 1A 33
sin x + 1 2
_x 2 + 1i2
f _tan xi
g 1
g -_cos 2xi 7cos 2x $ ln _cos 2xi + 2_6 - xi $ sin 2xA 3 _x 2 - x + 1i_x + 1i
5- x
3
h -6 sin 2x - 10 cos 2x + 2 cos 2x $ ln (2x) $
h x sin x $ acos x $ ln x + sin x $ 1 k
x ln _sec _2xi + tan _2xii + 2 tan _2xi 3
3
__2x + 1i $ ln x + x + 1i 3
2
x +x
i x 3
3 i Bg tan _2 x i
2 3
j sin x cos x
$ d- sin x $ lnsin x + cos
sin x
xn
1
2 2_x 2 + 1i 1ke
25 geen oplossingen als k 1 ae
k (2x - 1) x + 1 $ d2x $ ln _2x - 1i + n
2x - 1 1
1ke 1 k 1 1
twee oplossingen als ae
22 a - ∞ 3 1
1ke of als k 2 1
3 één oplossing als k = ae
b + ∞ als a 2 1 , - ∞ als 0 1 a 1 1 3
3
c 0 als a 2 1 , - ∞ als 0 1 a 1 1 3 26 a a = 2 ; b = e 3
3 3
d 1 1
b a ; 1, 693k
2 2
e -3 3
3
27 a 3694
f 1
ln a b 817
g 13 c N' _t i = 100 $ e 0,2t
3
1 d 738, 91 per dag
h 2
_ln 3i
i 3 ln 2 28 a n = 2
2
c geen SA
j ln _e x + 1i 3
3 d bld f = A -∞ , -4A j A 0, +∞ 7
k 1 e 3x - 2y + 3 ln 2 + 1 = 0
2
l 1 f neen
2
m 13
3 29 a a = 0
n e3 b f is niet afleidbaar in O
3
o 03
3 31 c toppen: _ln m, 2 m i
p 03
3
q 13 32 a K _t i = 5000 $ e 0,0693t
3
b 10 jaar
r -1 3
3
-2 3
s e
3 33 a p = 1000 $ e -0,1404h 3
3
93
t e p
3 b h = -7, 1225 $ ln a k
1000
u e -3 3 7122, 5
3 c dh = - p 1 0
dp
v e3
3
w e2 3
3 34 a m _t i = 260 $ e -0,00043 $ t
3
b 1612 jaar
-1 3
x e 2
3 c 5355 jaar
d -0, 1113 gram/jaar
23 a -1
2
b 1 35 a 6 + 45, 02 $ 0, 223 t
3
b 183, 672 km/h
c e -a 3 t
3 c -67, 56 $ _0, 223i
d 1 3
3 d -15, 07 m/s 2 ; -0, 75 m/s 2
124
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis • OPLOSSI N G E N
7 a a = 2, 5 ; p = 4 ; f = 1
4
b f']tg = 5r r
cos a t - k r
4 2 4
2
f'' _t i = - 5r sin a t - rk
r
8 2 4
125
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
3 c 1
f' _t i is maximaal als t = 2 + 2k _k d Zi 5 Differentiaal van een functie (blz 119)
met f_t i = 0
3 1 a 11 x 5 2x dx
f'' _t i is maximaal als t = 2 + 2k _k d Zi 5
b -4dx
met f_t i = ! 2, 5 3 3 _2x - 1i
5
c - 6x cos 2 _x 2 + 1i $ sin _x 2 + 1i dx 3
8 a amplitude: 2 3
3 3 3
d 2 cot axk $ csc axk dx
periode: 2r x
2 sec
e _2x - x 2i e -x dx 3
3
horizontale verschuiving : 1
f dx
verticale verschuiving : 0 ln 3 $ sin 2x
b amplitude: 4 cos 1 . 2, 16 g dx
x 2 + 2x - 1
periode: 2r
horizontale verschuiving : 1 h Bg sin x dx
2
verticale verschuiving : 0 i ln 2 dx
2 2x - 1
j sin x cot x d- lnsin x + cos 2 x dx
9 a amplitude: 3 2 n
sin x
periode: r
horizontale verschuiving : 0 2 9, 11 cm 2
verticale verschuiving: 1
b amplitude: 5 3 5, 0265 cm 3
periode: 2r
horizontale verschuiving: -0, 464 4 12, 566 km
verticale verschuiving: 1
5 14, 137 dm 3
10 a f1: 28 Hz 3
3
6 102, 625 cm 3
f2: 27 Hz 3
3
c 2 cos _rti $ sin _55rti3 7 a 9, 950
3
d 1 b 0, 515
2
c 10, 003
e 27, 5 Hz 3
3 d 0, 965
6 e - 2rt 7
11 a f' _t i = r $ 2r cos _4ti - sin _4tiA 8 0, 02476 m/s
b extremum als t = 0, 3532412841 + k $ r _k d Ni
4
9 ongeveer 6 cm
c 6 sec 3
3
d f'' _t i = - 122 $ e - r $ 74r $ cos _4ti + _4r 2 - 1i sin _4tiA
2t
126
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis
Schooljaar 2023 - 2024
Stella Matutinacollege
Leraar: Y. Cornelis