Professional Documents
Culture Documents
Voorgespannen beton is een uitbreiding van gewapend beton op gebied van grotere
overspanningen. In die zin worden betonconstructies soms economische dan staalconstructies.
2. De opbouw van een plat dak moet thermische isolatie en vochtdiffusie erin bevatten.
Bespreek.
De helling van een plat dak moet altijd iets groter zijn dan de verwachte buiging opdat het
water dat neervalt zou kunnen wegvloeien. Het heeft een kuipvorm met hellingen naar een
wegvloeipunt. Het plat dak wordt afgeschermd door een membraan/folie. Deze folie moet
tegen UV-licht bestand zijn en waterdicht in alle omstandigheden. De thermische uitzetting
kan best gebeuren in dikte want uitzetting in de lengte zou voor spanningen zorgen. Daarom
kiest men voor een soepelere folie. Deze folie moet perfect dicht zijn en langs alle kanten
overlappen. De soepele folie geeft geen ondersteuning en wapening is dus nodig.
De bovenste laag is niet damp-open waardoor het vocht niet meer wegkan. Daarom is er nood
aan een 100% dicht dampscherm vanbinnen. Dit zorgt ervoor dat er zeker geen water aan de
isolatie komt.
Dakbedekking:
Dakdichting in helling naar een afvoerpunt om oneffenheden weg te werken, te overlappen in
de dichtingen en de doorbuiging van de structuur te compenseren. De kuipvormige plaatsing
Een dak heeft enkele functies, elke laag krijgt een of meer functies toegewezen. Deze zijn
bescherming (zon, regen en wind), isolatie (warm binnen en koud buiten) en geluidsisolatie.
Dakbedekking:
Om regen snel te laten wegvloeien wil men zo steil mogelijk, om de dakpannen op het dak te
houden moet men dus minder steil bouwen. Deze factoren spreken elkaar tegen dus men
zoekt een middenweg.
In Vlaanderen worden heel veel dakpannen gebruikt (overvloed aan klei). Vroeger waren er
links en rechts opgelegde dakpannen, afhankelijk van de overheersende windrichting. Nu zijn
er alleen rechts opgelegde dakpannen omdat de zijsluiting toch voldoende dicht is. Ook leien
zijn gebruikelijk deze liggen over elkaar ipv. in elkaar te haken zoals dakpannen. Leien zijn
vastgenageld aan de pannenlatten en dakpannen haken eraan.
Structuur:
De volgorde is altijd structuur – windscherm – isolatie - regenscherm.
Bovenaan liggen dakpannen op pannenlatten, dan liggen tengellatten, onderdak, kepers met
isolatie, windscherm, latten voor elektrospouw en bepleistering. De onderste dakpan heeft
geen tegengewicht en steunt dus op een dubbele panlat om dezelfde hoek te behouden.
Het onderdak heeft als functie het regenwater opvangen dat toch door het regenscherm
gesijpeld zou zijn. Het is tegelijk ook een ventilatieruimte en drogen de dakpannen sneller. De
goot moet dus met het onderdak verbonden zijn zodat al het water zowel van dakpannen als
onderdak in de goot beland. De goot mag ook niet te laag liggen zodat het water erover gaat
maar ook niet te hoog want moet in contact met onderdak staan. Op de 30 cm is er een haak
om de goot te ondersteunen. De bevestiging moet rekening houden met uitzetting/inkrimping.
De goot is meestal in zink of koper omdat deze materialen plooibaar en soldeerbaar zijn.
Een vakwerkligger bestaat uit staven die twee flenzen met elkaar verbinden. Bij een ligger op
twee steunpunten heb je onderaan een trekzone en bovenaan een drukzone, bij een
vakwerkligger treed bij de heft druk op en bij de andere helft trek. Om geen buigmomenten op
te nemen grijpt de belasting alleen aan in de knooppunten.
Een ideale boog is een boog waarin geen buigspanning optreedt. Zoals een kabel die
doorhangt door zijn eigen gewicht en dus de vorm aanneemt van een kettinglijn. Kabels
kunnen enkel trekspanning opnemen, terwijl in een ideale boog enkel drukspanning is. We
draaien de kettinglijn om en gebruiken een materiaal dat druk opneemt vb. Steen. De ideale
boog valt samen met zijn momentlijn. Een ideale boog kan eigenlijk niet want zou maar even
dik zijn als een lijn. Dus de boog zou zich moeten aanpassen om in evenwicht te kunnen
blijven maar dat kan niet.
De boog zal wel buigspanning hebben maar deze blijven beperkt omdat horizontale
reactiekrachten het buigend moment onder invloed van de belasting tegenwerken.
Het moment dat wringing veroorzaakt. Dit is het moment dat optreedt in het vlak. Het zorgt
voor de vervorming van het vlak en de parallelle secties zullen tov. elkaar roteren.
De uitwendige belastingen willen een segment van het lichaam tov. Een ander segment van
het lichaam laten draaien.
De tegenkracht van het moment (anders geen evenwicht). De uitwendige belasting die 2
segmenten van het lichaam over elkaar heen wil schuiven.
Warmte zal zich ten gevolge van thermische geleiding van materialen verplaatsen van warm
naar koud. Het materiaal waardoor de warmte heen moet biedt weerstand waardoor de
temperatuur daalt. Maar de warmtestroom ondervindt ook een weerstand bij de overgang van
lucht op materiaal. Dit is het sprongetje. De weerstand is nagenoeg onafhankelijk van het
toegepaste materiaalsoort.
Hout neemt water op en zet bijgevolg uit. In de richting parallel met de vezelrichting zet
slechts 0,1% uit, de loodrechte richting 5%. Bovendien trekt tangentiaal gesneden hout krom.
Radiaal gesneden hout zal niet kromtrekken.
De celwanden gaan water opnemen en aangezien dit voor sterkte zorgt zal het hout zijn
sterkte verliezen. Vanaf 30% water kan de sterkte niet meer dalen, dit is de kritische
hoeveelheid water.
De hardheid van het hout is beter dan die van staal want de verhouding tot het gewicht is het
sterkste.
In hout kunnen zich schimmels vormen, en leeft max 25jaar.
Platte boog kan minder belasting aan als er geen trekkrachten mogen opnemen en heeft meer
spatkrachten dan een steile boog.
13. Wat gebeurt er met absolute en relatieve vochtigheid als het verhit?
14. Welke ligger is het meest stijf? Een I-ligger of een volle ligger?
Een I-ligger met evenveel materiaal is sterker. Materiaal naar de uiterste vezel brengen dus de
inwendige hefboomsarm is groter. Bij volle ligger grijpen trek en drukkrachten aan op 2/3 van
neutrale vezel, bij I-ligger grijpen ze aan in flenzen. Afstand trek en druk is dus groter, koppel
is groter en balk kan buigmoment M beter weerstaan.
Een I-ligger met dezelfde afmetingen (omschreven rechthoek) is zwakker want er is materiaal
weggenomen. Materiaal naar uiterste vezel brengen dus … koppel is groter en dus kan de balk
beter weerstaan aan het buigend moment M.
15. Wat is een essentiële eigenschap van steenachtige materialen en hoe uit zich dat in
gebruik? Vgl. Met gewapend beton.
Steen is zeer goed in druk maar niet in trek. Het zal scheuren vertonen aan de onderkant. Bij
beton is dit ook zo maar het staal gaat deze scheuring tegen. We kunnen dit oplossen bij
bakstenen door staltonlateien, deze hebben een uitsparing waar men staal door steekt en dan
onder spanning brengt. De gleuven worden dan opgevuld met beton. Zo heb je een
voorgespannen baksteenbalk (vb boven raam of deur). Maar men kan ook gewoon een
gewapend betonnen balk gebruiken.
spanning-rek diagram
Een stabiliteitsverband is een deel van een constructie die horizontale belastingen op een
bouwwerk overbrengt naar de funderingen. Meestal gaat het hier om windbelastingen.
Vb. (langswand) Door een serie portaalspanten; twee eindportalen en een massief stijf dak;
twee portalen en windverbanden in het dakvlak.
Vb. (kopwand) Dor portaalspanten in de langsrichting en een massief stijf dak; langswanden
en windverbanden in het dakvlak.
18. Wat zijn de verschillende eisen waaraan een constructie moet voldoen?
Sterkte
Stijfheid = strengste voorwaarde
Stabiliteit = belangrijkste voorwaarde
Opgelet we spreken pas van sterk / stijf als iets stabiel is.
19. Bespreek het probleem van instabiliteit bij kolommen. (wat, oorzaak, voorkomen)
Je wilt genoeg schuifspanning in je materiaal, anders zal het totaal zich gedragen als
verschillende planken op elkaar. Verschillende planken op elkaar zijn minder sterk dan
planken die aan elkaar vast hangen.
Bij het belasten van een ligger in gewapend beton ontstaan twee zones. Bovenaan de
drukzone en onderaan de trekzone.
Beton is in die trekzone voorzien van wapeningsstaal (die wel goed is in trek) aangezien
beton niet goed is in trek. (anders optrede scheuren)
Beton brengt de drukspanningen over via het aggregaat (zand en grind) waarbij het cement
enkel fungeert als bindmiddel tussen het aggregaat. Het cement is dus veel elastischer dan het
aggregaat waardoor het aggregaat voor sterkte en stijfheid van het beton zorgt.
Koudebruggen bekom je wanneer een bouwonderdeel van de woning niets geïsoleerd is zodat
de binnenwarmte makkelijk kan ontsnappen. Het bouwonderdeel slaat dus een brug tussen de
koude buitenruimte en de warme binnenruimte.
Gevolgen: warmteverlies (warmte gaat naar buiten en koude komt binnen)
Condensvorming als opp temperatuur muur daalt onder 14°C
Vorstschade
Het buigend moment is het moment van de homogene doorsnede dat weerstand biedt tegen de
vervorming ten gevolge van belasting.
Het mechanisme van doorbuiging is dus afhankelijk van de oplegreacties en deze van de
belasting. De vezels aan de onderkant van de balk geven weerstand tegen het buigend moment
M. Wanneer deze vezels niet sterk genoeg zijn of de kracht F te groot, treden scheuren op. Er
waren dus niet voldoende vezels aanwezig om F te weerstaan.
25. Heeft het zin om wapening te steken in de drukzone van een betonbalk?
26. Verklaar de witte wolk uit de vriezer wanneer je die opentrekt op een warme dag.
In de vriezer heerst een lagere temperatuur en dus een lagere druk. Wanneer je deze open
doet, wordt er lucht van buiten naar binnen gezogen, deze luchtstroom koelt af en de koude
lucht kan minder waterdamp opnemen. Dus het teveel aan waterdamp condenseert in witte
mist.
27. Geef het verschil in traagheidsmoment en buigend moment tussen een T-ligger en een
omgekeerde T-ligger.
28. Bespreek verschil tussen een schuin en een horizontaal opgelegde balk.
De momentlijn zal dezelfde vorm hebben, maar bij een schuine ligger zal het maximale
moment wel iets kleiner zijn. Want als men de verticale kracht opdeelt in een component
loodrecht op de ligger die een in vloed heeft op het moment en een parallel met de ligger
waarvan de momentarm 0 is. Het nieuw opgewekte moment is dus kleiner dan het
oorspronkelijke moment.
30. Polymeren.
Polymeren zijn lange ketens van organische moleculen die via industriële en chemische
processen worden gemaakt. Vb. Damscherm, waterdichte coating, isolatiematerialen…
31. Glas
Sollicitatie door vervorming komt er zonder dat een uitwendige kracht is opgelegd aan de
structuur en dus veroorzaakt wordt door inwendige krachten. Vb temperatuur.
Sollicitatie door krachtwerking vergt een uitwendige kracht. Vb wind.
S van vervorming zou soms een gevolg kunnen zijn van S door krachtwerking wanneer de
structuur erdoor vervormd.
Bij keperspanten daken worden alle belastingen via de spanten naar de muurplaat
overgebracht en er zijn geen tussenstructuren nodig.
Bij gordingen daken gebruikt men vaak gordingen die bevestigd worden in e zijmuren en
evenwijdig aan de dakgoot. Hier wordt de belasting van de kepers naar de gordingen
overgebracht die deze dan overbrengen gedeeltelijk naar de zijmuren en naar de muurplaat.
34. Warmtegeleidingcoëfficiënt?
Het is een materiaalconstante die aangeeft hoe goed het materiaal warmte geleid. (Lambda)
Het is afhankelijk van de temperatuur, dichtheid en het vochtgehalte.
De meest stijve (minst vervormbare) pakt de meeste kracht op (dus verticaal hier). Maar de
wapening moet in beide richtingen zitten en in de hoeken moet bovenwapening komen.
Gewone betonnen plaat zonder wapening: kan geen trek weerstaan. Daarom nood aan
materiaal die trekspanning kan opnemen: gewapend beton. Staal bevindt zich in de trekzone
en neemt dus alle trekspanningen op. Staal en beton hebben dezelfde eigenschappen maar
hun E-grens is anders.
Wat? Dit is een constructie waar alle staven driehoeken vormen en scharnierend verbonden
zijn (geen schuifkrachten en geen buigende momenten in de balken).
Voordeel? Met weinig materiaal bekomt men een grote constructieve hoogte. (regel 1
materiaal naar uiterste vezel)
De kabelvorm volgt de momentlijn en heeft geen buigstijfheid. Als we de vorm van een kabel
(enkel trek) onder een gegeven last omdraaien, dan is de zakking omgerekend naar een
stijging.
De boogstructuur bestaat uit zuivere druk dus moet het buigstijf zijn. De buigstijfheid
verandert in een vaste structuur zodat de vorm vast is.
Steen werkt enkel op druk net zoals de boog.
41. Geef de meest gevolgde uitvoeringsvolgorde bij de realisatie van een traditionele
constructie.
42. Wat is een essentiële eigenschap van steenachtige materialen? Link met gebruik en
met gewapend beton.
43. Wat is een essentiële eigenschap van hout? Link met gebruik.
Het is niet-homogeen en niet-isotroop (belangrijk hoe men het hout zaagt en plaatst).
Het ondervindt vormveranderingen naargelang het vochtgehalte, dit kan het metselwerk
kapotmaken. Dit heeft veel gevolgen voor de verbindingen. Er kan geen materie tegen elkaar
maar het moet langs elkaar, verbindingen op trek zijn moeilijk en stijfheid is enkel te
bekomen via driehoeken.
45. Verklaar de vorm voor het meest gebruikte profiel voor staal.
I-ligger volgt het principe van het materiaal naar de uiterste vezel brengen.
Goede dwarsdoorsnede
Groot traagheidsmoment heel stijf
Goed bestand tegen doorbuiging
Weegt minder dan volle ligger
Soms zijn er wel versterkingen nodig.
47. Wat is een isostatische en wat is een hyperstatische constructie? Geef vb met
betrekking tot een balk met meerdere overspanningen.
Stijfheid van een materiaal is onafhankelijk van de afmetingen van de dwarsdoorsneden. Deze
afmetingen worden niet bepaald door de hoeveelheid materiaal, maar door de plaats van het
materiaal tov. de neutrale vezel. Hoe verder het materiaal van de neutrale vezel is verwijderd
hoe stijver en hoe sterker de structuur.
De verdeling van het materiaal wordt gegeven via het traagheidsmoment.
De krachtarm van het moment is de structurele diepte en dus afhankelijk van de vorm van het
lichaam.
52. Bespreek het onderscheid in samenstelling tussen een hellend dak en een plat dak.
Scharnierverbinding of scharnieroplegging:
Het kan horizontale en verticale krachten opnemen. Heeft 1
vrijheidsgraad en kan zich niet verplaatsen. Het is een niet-stijve
hoekverbinding en de hoek α kan gewijzigd worden.
Vb deur, raam
Roloplegging:
Het kan enkel verticale krachten opnemen en heeft twee vrijheidsgraden. Het kan zich
horizontaal verplaatsen en de hoek α kan gewijzigd worden.
Vb bruggen, spanten
54. Wat is het verschil tussen een strakke en een soepele verbinding?
Slappe verbinding: zoals een vrije oplegging. Balk AB is niet ingeklemd maar
ook niet zuiver scharnierend opgelegd. AD en BC buigen makkelijk mee en er
ontstaat een hoek β.
Een portiek kan men opvatten als een rechthoekige boog. Bij belasting willen de steunpunten
zijdelings uitwijken en er zijn dus steunpuntreacties F h nodig. De krachten Fh verkleinen het
moment in de regel. De constructieve vormgeving vloeit voort van de M lijn.
Geval van ligger op twee steunpunten wordt benaderd door toepassing van lichte kolommen
want slanke kolommen kunnen weinig inklemming geven.
De grond is een stijf lichaam dus de vereiste is dat structuur een star lichaam vormt met de
grond.
58. Welke van de twee is stijver? Een volle continue plaat of een grid?
Afzonderlijke structuren (staafstructuren): het meeste van hun opp of volume is leeg en
materiaal is beperkt om de leden te verlengen. De structuur bestaat uit een netwerk.
Vb vakwerk (hout of staal) systeem van snijdende balken: balkrooster (grid)
Continue of vaste structuren: het meeste van hun opp of volume is grotendeels opgevuld met
materie.
Vb continue structuren van gewapend beton.
Welke is stijver? Continue structuur minder stijf want is zwaarder en zal sneller doorbuigen.
Terwijl grid efficiënt in elkaar zit en daardoor minder materie nodig heeft. Dus groter
traagheidsmoment en kleiner buigmoment.
Vochtdiffusie is de transport van vocht maar niet via lucht maar via de luchtstroom in de
wanden.
Bij materialen treed er een warmtestroom en een dampstroom op. Hoe poreuzer het materiaal,
hoe sterker de dampstroom. Wanneer het materiaal weinig weerstand biedt tegen het ontstaan
van de dampstroom, heeft het een lage diffusieweerstand of een slechte dampdichting.
Inwendige condensvorming: als de waterdamp die de lucht wil bevatten meer bedraagt dan de
maximale hoeveelheid die de lucht kan bevatten.
Dampdichte laag is goed als dampzijde binnenzit en isolatie buiten.
Conclusie: de diffusieweerstand van de verschillende lagen dient naar buiten toe af te nemen.
Indien de buitenlaag toch een hoge diffusieweerstand moet hebben dan moet men onder deze
laag ventileren met koude lucht.
60. Geef mogelijkheden voor het realiseren van openingen in een hellend dak.
Lineaire uitzetting Δl = l × α × Δt
2. Stabiliteit stijfheid
Sterkte
Stijfheid = strengste voorwaarde
Stabiliteit = belangrijkste voorwaarde
3. Evenwicht
Elasticiteitsmodulus = E = (T ⁄ A) ⁄ ( ΔL ⁄ L)
E hout = E beton = 10 kN⁄m2
E staal = 200 kN⁄m2
Traagheidsmoment
Bij profiel: I p = (A×D2 ) ⁄ 8
Bij balk: I b = (A×D2 ) ⁄ 12 = (B×H3 ) / 12
4. Hout
Anisotroop, krimp en rek vooral in dwarsrichting
Buigspanning σ b = 7
Schuifspanning τ=1
5. Steen
Amper krimp
Trekspanning = 0
Buigspanning = 0
Schuifspanning = 0,7
6. Staal
Uitzetting diagram van staal
Trekspanning = 160
Drukspanning = 160
Buigspanning = 160
Knikspanning λ = l k ⁄ i min
7. Beton
Drukspanning = 7,5
Schuifspanning = 0,7
Trekspanning = 0
Buigspanning = 8,5
Knikspanning F = σ k × A beton = σ k × h × b
9. Boog en spanstructuren
Toelaatbare centrische drukkracht F = σ knik × A
Buigend moment M X = Fv × X − Fh × Y
10. Bouwfysisch
Weerstand R=d⁄λ
R TOT = Σ R
Warmtedoorgangscoëfficiënt k = 1 ⁄ R TOT
Temp op bepaald opp. TX = (RX ⁄ RTOT × ΔT) + Tbuiten
Warmteverlies Q = k × A × ΔT
Energie E = Q × (tijd)
Warmteaccumulutaie Q = ρ × c × d× A (teind − tbegin)