You are on page 1of 35

Technische gids

Deel 3 | Structuurelementen
Structuurelementen

3 | Structuurelementen

3.1 | Algemeen
Het Ergon-systeem maakt gebruik van een aantal elementen met gestandaardiseerde Het Ergon-systeem is een open
afmetingen en kenmerken, waarvan eveneens de onderlinge verbindingen systeem. Dit betekent dat het kan
gestandaardiseerd zijn. worden toegepast in combinatie met een
• Kolommen in gewapend of voorgespannen beton: type CR of CC. veelheid van materialen en producten,
• Dakbalken in voorgespannen beton: types R, I, IE, IK, IV en IVH. zowel voor gevel- als dakbekleding.
• Gordingen in voorgespannen beton: type RD. De betonstructuren hebben steeds
• Vloerbalken in voorgespannen beton: types R, RR, RT, RL, RZ en I. een brandweerstand (Rf) van 30 of 60
• Vloer- of dakplaten in voorgespannen beton: types SP, TTP, TTD en TTT. minuten; Rf 90 en Rf 120 zijn eveneens
realiseerbaar.

3.2 | Algemene stabiliteit en krachtswerking

3.2.1 | Eénverdiepingsgebouwen
SCHARNIERENDE OPLEGGING
Deze gebouwen worden opgetrokken
met kolommen en balken waarop de
dakplaten rusten.
Het gebruik van gordingen
en/of hoofdliggers type IK geeft de
mogelijkheid de tussenafstand van de
kolommen aanzienlijk te vergroten.
INKLEMMING IN FUNDERING

Stabiliteit Slankheid van de kolommen Uitzetvoegen


De stabiliteit bij dit soort gebouwen Bij dit soort gebouwen speelt de Behalve met de lengteveranderingen
wordt verzekerd door de kolommen slankheid en het gevaar voor uitknikken door temperatuursvariatie, moet men
momentvast te verbinden met de vaak een bepalende rol voor het ook rekening houden met de effecten
fundering. Deze moet dan zorgen voor dimensioneren van de kolommen. Bij van krimp en kruip. De eventuele invloed
een volledige inklemming. inklemming onderaan en scharnier op de andere bouwdelen zoals binnen-
De verbinding met de fundering gebeurt bovenaan is de kniklengte immers of buitenmuren, die niet altijd deze
meestal met opgiethulzen of met tweemaal de fysische lengte van de vervormingen kunnen volgen, dient te
boutverbindingen; bij fundering op staal kolom. Bij de kolomberekening dient dus worden nagezien.
kunnen ook funderingsputten toegepast steeds het knikverschijnsel te worden Het verhinderen of belemmeren
worden. De balken worden scharnierend beschouwd. van deze lengteveranderingen, door
verbonden met de kolommen en dienen bijvoorbeeld metselen van tussenmuren,
enkel een langskracht over te dragen kan zware beschadigingen veroorzaken
van kolom naar kolom, zodanig dat deze aan de verbinding tussen kolom en balk.
samenwerken voor het opnemen van
horizontale belastingen.

46 Deel 3.1.
Structuurelementen

2∆L ∆L

L L L L

∆L≈ L x 5.10-4

De momenten veroorzaakt door krimp De uitzetvoegen dienen te worden


en kruip dienen in rekening te worden gekozen naargelang de kolomafmetingen
gebracht voor het berekenen van kolom- (sectie en lengte), maar meestal kan
men en fundering. men de tussenafstand van deze voegen
Globaal kan het effect van krimp, kruip groter nemen dan 60 m. De momenten
en temperatuurverschil geraamd ten gevolge van de verplaatsing van de
worden op een relatieve verkorting van kolomuiteinden zijn dan meestal nog
0,4 à 0,6 mm/m voor constructies met aanvaardbaar.
voorspanbalken.

Horizontale krachten en windverband


De gevelplaten geven de windbelasting
door aan de kolommen. Wanneer de
tussenafstand van de hoofdkolommen te
groot wordt, dient men tussenkolommen
DRAGENDE
te voorzien om de gevelplaten te KOLOM
bevestigen. Deze kolommen worden
scharnierend verbonden met de
fundering en met de dakrandliggers.
De horizontale kracht bovenaan dient nu
PENDELKOLOM
overgebracht naar de hoofdkolommen
die ingeklemd zijn. PENDELKOLOM

DRAGENDE KOLOM

Deel 3.2.1 47
Structuurelementen

We onderscheiden verschillende mogelijkheden: Windverbanden in de gevels


• De randbalken kunnen deze kracht opnemen en overbrengen
(nazicht op horizontale buiging). In uitzonderlijke gevallen, bij zeer grote

• De dakplaten of gordingen doen verschillende balken samen uitbuigen en deze balken horizontale belastingen (rolbruggen)

kunnen samen de horizontale krachten opnemen. of zeer slanke kolommen dient men

• De dakplaten dragen de krachten over door schijfwerking (eventueel door opgieten zijn toevlucht te nemen tot verticale

van voegen). Dit is steeds mogelijk met beton of cellenbeton en in bepaalde gevallen windverbanden in de gevelvlakken. Dit

met staalplaat. om te beletten dat de funderingskosten

• Een stalen of gecombineerd staal met betonnen windverband is nodig in de buitenste te hoog zouden oplopen en/of de

velden om de horizontale krachten naar de dragende kolommen te leiden. Men moet kolommen te grote afmetingen zouden

steeds zorgen dat de dragende kolommen onderling verbonden zijn met drukstaven in aannemen.

beton of staal.

HOOFDLIGGER HOOFDLIGGER

GORDING GORDING STALEN TREK-


DRUKSTAAF
STALEN
TREKKERS

RANDGORDING RANDGORDING
STALEN
TREKKERS

NIET DRAGENDE KOLOM DRAGENDE KOLOM DRAGENDE


KOLOM
NIET DRAGENDE KOLOM

3.2.2 | Eénverdiepingsgebouwen met tussenvloer


Voor gebouwen waarbij de functie De stabiliteit wordt verzekerd
van een hal wordt uitgebreid met volgens dezelfde principes als bij
een tussenverdieping voor opslag- of éénverdiepingsgebouwen.
kantoorfunctie, wordt de constructie
aangevuld met RR-vloerliggers en De slankheid is meestal minder een
voorgespannen vloerplaten SP of TTP. probleem omdat een gedeelte van de
verticale belasting op de kolommen
lager aangrijpt en bovendien de
vloerconstructie als een stijve schijf kan
fungeren.

Uitzetvoegen zullen door de minder


soepele uitwijkmogelijkheden van de
kolommen meestal meer aandacht
vragen. Een tussenafstand van 50 meter
is meestal voldoende.

De krachtswerking van de horizontale


krachten is gelijkaardig aan deze
bij de éénverdiepingsgebouwen. De
tussenvloer kan meestal als een stijve
schijf beschouwd worden, zodanig dat
de kolommen op het verdiepingsniveau
samen vervormen.

48 Deel 3.2.1
Structuurelementen

3.2.3 | Meerverdiepingsgebouwen
Deze zijn opgebouwd uit kolommen,
balken en vloerplaten. Balken en
kolommen worden isostatisch berekend.
De voegen tussen de vloerplaten zijn
zodanig opgevat dat geconcentreerde
lijn- of puntlasten verdeeld worden over
verschillende elementen.
De kolommen worden uitgevoerd over
meerdere verdiepingshoogtes, de balken
rusten op consoles aan de kolommen of
worden eraan verbonden met het BSF-
systeem (zie kolommen CR).

Stabiliteit Slankheid Uitzetvoegen


• Voor gebouwen lager dan 12 m Aangezien de kolommen scharnierend Normalerwijze zal een voeg om de 50
worden de kolommen meestal verbonden zijn met de stijve kernen op meter volstaan. Bij daken onderhevig
ingeklemd in de fundering, zoals bij iedere verdieping, dienen de kolommen aan fel zonlicht kan soms een kleinere
éénverdiepingsgebouwen. op knik berekend per verdiepingshoogte. tussenafstand wenselijk zijn, afhankelijk
• Bij gebouwhoogtes van meer dan van de stijfheid van de dragende
12 m wordt de stabiliteit meestal structuur en/of de gevel.
verzekerd door in het werk te storten
of geprefabriceerde stijve delen, zoals
lift- of trappenkokers en muren.
• De verbinding tussen kolom en ligger
wordt scharnierend uitgevoerd. Tussen
kolom en fundering kan eveneens een
scharnierverbinding volstaan indien de
stabiliteit kan worden verzekerd door
de andere stijve elementen.

Krachtswerking of gevelelementen te verbinden met


De vloeren dienen zodanig uitgevoerd de structuur bij het optreden van
dat ze als stijf geheel kunnen fungeren. horizontale krachten ten gevolge van
Hiertoe dienen de voegvullingen tussen zuigkracht van de wind, scheefstand, of
de welfsels extra verzorgd te worden excentrische belastingen.
en dient dwars op de langsvoegen Deze kettingwapeningen kunnen
van de welfsels, over de lengte gecombineerd worden met maatregelen
van het vloerveld, een voldoende tegen voortschrijdende instorting, nodig
kettingwapening te worden voorzien. bij hoge gebouwen.
Deze kettingwapening moet de kracht
opnemen in de trekband die voortkomt
uit de boogwerking in de vloer en uit
de wigwerking ten gevolge van de
schuifkrachten in de voegen (± 15% van
de totale langsschuifkracht in de voeg).
De horizontale krachten worden dan per
verdieping afgeleid naar de stijve delen
die de momenten overbrengen naar de
fundering.
Behalve de omtreksketting dienen ook
langs- en dwarskettingen te worden
voorzien om de individuele kolommen

Deel 3.2.3 49
Structuurelementen

3.2.4 | Combinaties met dak- en gevelplaten


Onze structuren bieden alle mogelijkheden voor dak- en gevelbekleding, zowel qua
draagvermogen als wat betreft verbindingen. Diverse hulpstukken voor bevestigingen
en andere kunnen probleemloos worden voorzien in onze structuurelementen.

Veel gebruikte dakplaten


VOEGVULLING VOEGVULLING
Welfsels in voorgespannen beton:
• overspanningen van 6 tot 12 m
• goede akoestische eigenschappen
• hoge thermische inertie
• mogelijkheid om te isoleren naar wens
• brandweerstand gaande van Rf 60 tot
VERBINDINGSWAPENING
Rf 120
• schijfwerking als windverband
• bevestiging: wachtstaven en aan te WACHTSTAVEN
gieten voegen en sleuven

TTD en TTT platen:


• overspanningen tot 14 m
• goede akoestische en thermische
eigenschappen
• brandweerstand Rf 30
• schijfwerking als windverband, indien
met uitstekende strengen moet er een
opstorting worden voorzien

Metalen dakplaten: ISOLATIE

• overspanningen tot 7,2 m


• mogelijkheid om te isoleren naar wens
• snelle plaatsing
• windverband meestal noodzakelijk
• bevestiging: door middel van
betonschroefankers (zelftappende
vijzen in voorgeboorde gaatjes) METALEN DAKPLATEN

rechtstreeks in het beton, of VERANKERD U-PROFIEL


door middel van schietnagels
of zelftappende vijzen op
ingebetonneerde stalen profielen

50 Deel 3.2.4
Structuurelementen

Gevelplaten

VERANKERINGSRAILS

Panelen in gewapend of voorgespannen


beton:
• diverse afwerkingsmogelijkheden
onder meer met zichtbare aggregaten
• goede akoestische eigenschappen
• hoge thermische inertie
• mogelijkheid om te isoleren naar wens
(sandwichelementen)
• goede brandweerstand
• stevig
• bevestiging: aan ingebetonneerde
verankeringsrails in de kolom

VERANKERINGSRAIL

Panelen in cellenbeton:
• goede akoestische en thermische
eigenschappen
• goede brandweerstand
• bevestiging: aan ingebetonneerde
verankeringsrails in de kolom

METALEN GEVELPLATEN Metalen gevelplaten:


• goede thermische isolatie
(sandwichelementen)
• bevestiging: door middel van
betonschroefankers (zelftappende
vijzen in voorgeboorde gaatjes)
rechtstreeks in het beton of
door middel van schietnagels
of zelftappende vijzen op
ISOLATIE ingebetonneerde stalen profielen
VERANKERD
U-PROFIEL

Deel 3.2.14 51
Structuurelementen

3.3 | Kolommen CR - CC

Toepassing Kenmerken
De standaardkolommen in • Rechthoekige of ronde doorsnede.
voorgespannen beton dienen • De rechthoekige afmetingen zijn
voornamelijk om de verticale en gemoduleerd op een veelvoud van
horizontale stabiliteit van gebouwen te 50 mm min 10 mm.
verzekeren. • De lengteafmeting kan meerdere
Opmerkingen: verdiepingen omvatten.
• Bij industriehallen en lage gebouwen • De kolommen worden uitgevoerd in
kan de horizontale stabiliteit verkregen voorgespannen of gewapend beton.
worden door inklemming van de • Voorgespannen beton met standaard
kolommen in de fundering. sterkteklasse vanaf C 50/60.
• Bij hogere gebouwen wordt de • Gewapend beton met sterkteklasse
horizontale stabiliteit verwezenlijkt tot C 90/105.
door stijve kernen en/of • Bekistingszijden zijn glad, de stortzijde
verstijvingswanden. is strak afgewerkt. De hoeken zijn
• Indien de normaalkrachten relatief 15 mm afgeschuind.
groot zijn en de momenten klein, • De fabricage draagt het BENOR
worden kolommen in gewapend kwaliteitslabel.
beton toegepast. Voorgespannen
kolommen zijn voordeliger in het
tegenovergestelde geval.

Karakteristieken
Rechthoekige kolommen Ronde kolommen

a b Gewicht Diameter Gewicht


Profiel Profiel
mm mm kN/m mm kN/m

CR 290/290 290 290 2,06 CC 400 400 3,14

CR 390/240 390 240 2,29 CC 450 450 3,98

CR 390/290 390 290 2,77 CC 500 500 4,91

CR 390/390 390 390 3,73 CC 600 600 7,07

CR 490/290 490 290 3,48 CC 700 700 9,62

CR 490/390 490 390 4,68 CC 800 800 12,57

CR 490/490 490 490 5,88 CC 900 900 15,90

CR 590/390 590 390 5,64

CR 590/490 590 490 7,08

CR 690/490 690 490 8,28

Opmerking: Opmerking:

Andere afmetingen zijn verkrijgbaar op aanvraag. Kolommen met lengte > 4000 mm worden in een
horizontale stalen bekisting geproduceerd.

52 Deel 3.3
Structuurelementen

Grafieken draagvermogen
De hierna volgende grafieken Symbolen:
houden rekening met knik ℓo Kniklengte
(bezwijkgrenstoestand). ℓ Lengte van de (model)kolom
Voor het opstellen ervan werd de MEd Rekenwaarde van het aangrijpend buigend moment bovenaan de modelkolom
methode van de modelkolom toegepast NEd Rekenwaarde van de aangrijpende normaalkracht bovenaan de modelkolom
(zie ook: EN 1992-1-1). ea Bijkomende excentriciteit ten gevolge van geometrische afwijkingen
De grafieken zijn geldig voor buiging in Hd Rekenwaarde van de horizontale kracht bovenaan de modelkolom
de richting van de grootste doorsnede- qd Rekenwaarde van de gelijkmatig verdeelde belasting op de modelkolom
afmeting (maat H). MEd1 Rekenwaarde van het resulterend buigend moment in eerste orde
(onderaan de modelkolom):

ℓ²
MEd1 = qd . + Hd . ℓ+ MEd + NEd . ea
2

MRd1, max Rekenwaarde van het weerstandbiedend buigend moment in eerste orde
(bij een gegeven NRd)
NRd Rekenwaarde van de weerstandbiedende normaalkracht

Modelkolom Kniklengte ℓ in functie van


0

verschillende randvoorwaarden

ea

MEd NEd MEd NEd . ea

NSd NSd NSd NSd NSd

HEd

qEd

ℓ0

qEd .ℓ2
HEd .ℓ 2
MEd1
ℓ ℓ
ℓ0 = ℓ ℓ0 = ℓ0 = ℓ0 = ℓ ℓ0 = 2ℓ
√2 2

Deel 3.3 53
Structuurelementen

Kniklengte ℓ0 = 12 m (ℓ = 6 m) Kniklengte ℓ0 = 16 m (ℓ = 8 m)
700
700 700
700
MRd1,max in kNm

MRd1,max in kNm
650
650 650
650
600
600 600
600
550
550 550
550
500
500 500
500
450
450 450
450
400
400 400
400

59
0-
49
350
350 350
350 59

0
0-
59

49
300
300 49 300
300 0
0-

0-
39

49 59
0
0

250
250 49 250
250 0-
0- 39
39 49 0
200
200 49 0 200
200 0-
0- 49 49
29 0- 0
150 0 150
150 49 39
39 0- 0
0-3 29
39 90 39 0
moment

moment
100 39 0- 100 39 0-
39
0-2 290 0-
29 0
29 40 0
50
50 0-2 50
90
0 0

6000
5000
6000
5000

2000

3000

6500
4000

5500
2000

3000

6500
4000

5500

2500

3500

4500
2500

3500

4500

7000
500

500

1000
0

500

2000

2500

3000

3500

4000

4500

5000

5500

6000

6500

7000

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000

4500

5000

5500

6000

6500
1000

1500
1500

normaalkracht NRd in kN normaalkracht NRd in kN

Kniklengte ℓ0 = 20 m (ℓ = 10 m) Kniklengte ℓ0 = 24 m (ℓ = 12 m)
900
900 900
900
MRd1,max in kNm

MRd1,max in kNm

850
850 850
850
800
800 800
800
750 750
750
700
700 700
700
650
650 650
650
600
600 600
600
550
550 550
550
500
500 69 500
500 69
0- 0-
450
450 49 450
450 49
0 0
400
400 400
400
350
350 59
350
350 59
0- 0-
300
300 49 300
300 49
59 0 0
250
250 0-
39
250
250
49 0
200
200 0- 200
200
49 49
150 0- 0 150
39
moment

moment

0
100 100
50
50 50
50
0 00
6000
5000
2000

3000

4000

5500
2500

3500

4500
500
0
00

500

1000

1500

4000

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000

4500

5000

5500

6000
6000
5000
2000

3000

6500
5500
4500
3500
2500

7000
500

1000

1500

normaalkracht NRd in kN normaalkracht NRd in kN

Werkwijze
Kolom dimensioneren: Nazicht van een gegeven kolom:
Bepaal NEd en MEd1. Bepaal NEd en MEd1.
Zet NEd uit op de NRd-as en MEd1 op de Zet NEd uit op de NRd-as en lees MRd1,max af
MRd1,max-as van de met de gegeven in de met de gegeven kniklengte
kniklengte overeenstemmende grafiek. overeenstemmende grafiek.
Kies de kolom waarvan de curve zich Indien MEd1 ≤ MRd1,max dan voldoet de
rechtsboven het gevonden punt bevindt. kolom.

54 Deel 3.3
Structuurelementen

Verbindingen
De kolommen kunnen in de De twee laatste methodes kunnen
fundering worden ingeklemd op een eveneens gebruikt worden om op elkaar
drietal manieren die elk een eigen gestapelde kolommen door te verbinden.
toepassingsgebied hebben.
• Koker- of putfundering
• Uitstekende wachtstaven uit fundering
en opgietgaines in de kolommen. (of
omgekeerd)
• Verbinding met stalen schoenen in de
kolom en draadstangen uit fundering

Putfundering Kolom met injectie VULLING MET Stalen voeten


KRIMPVRIJE
MORTEL

HOUTEN
SPIEEN STELSCHOREN WACHTSTAVEN
VERANKERD
HOEKPROFIEL
VULLING MET REGELBOUT
KIFTBETON
DRAADSTANGEN
MOEREN
METALEN PLAAT

VULLING MET
KRIMPVRIJE
MORTEL

REGELBOUT

Schoren overbodig / Tijdens montage worden Vastzetten met schoren


gebruik van spieën de kolommen vastgezet overbodig
met stelschoren

Deel Deel 3.3 55


Structuurelementen

Consoles

Toelaatbare oplegreactie in kN

Breedte van de kolom in mm


(Breedte van de console in mm)

240 290 390 490

(210) (260) (360) (460)

300 100 kN 120 kN 165 kN 210 kN

Hoogte 400 160 kN 195 kN 270 kN 345 kN


van de
500 220 kN 275 kN 380 kN 485 kN
console
in mm 600 280 kN 350 kN 485 kN 620 kN

700 345 kN 425 kN 590 kN 755 kN

BSF-systeem (voor gebruik steeds de technische dienst raadplegen)

Toelaatbare
Minimum Minimum
oplegreactie
balkafmetingen kolomafmetingen
in kN

Type (*) b in mm h in mm H in mm B in mm

150/20 155 290 400 290 290

150/40 310 390 500 390 390

200/20 230 290 500 290 290

200/30 340 290 500 390 390

200/40 450 390 600 490 490

200/50 570 390 700 540 590

250/50 740 490 700 590 590


(*) hoogte/breedte van het mes

56 Deel 3.3
Structuurelementen

Toleranties
5
1 | Breedte: +7 / -5 mm
2 | Hoogte: +7 / -5 mm
7
8
3 | Lengte:
Lengte L
7 ± (10 mm + ), max. ± 15 mm
2000

Lengte L
4 4 | Kromte:
8 1000
3
6
5 | Haaksheid kopvlak:
6 mm indien oplegvlak
10 mm indien eindvlak
6 | Haaksheid console: 6 mm
7 | Niveau consoles t.o.v.
kopvlak: ± 10 mm
8 | Niveau consoles op eenzelfde
verdieping: ± 10 mm
op verschillende verdiepingen:
2 ± 15 mm

1 Voorzieningen: ± 20 mm

Manipulatie en transport
Hefvoorzieningen en steunpunten bij
verhandeling, transport en stockage
dienen te worden voorzien op 0,2L.
L/5 L/5
Het rechttrekken gebeurt met een stalen
pen en hefjuk. L
Slanke kolommen kunnen worden
gekanteld met twee hefjukken of hijslussen.

Deel 3.3 57
Structuurelementen

3.4 | Liggers

3.4.1 | Types
Overzicht van de verschillende types
voorgespannen liggers voor diverse
toepassingen:

Gordingen RD

R-liggers
Vloer- of dakligger voor middelgrote
overspanningen

RR-liggers
Vloerligger voor middelgrote
overspanningen

RT-, RL- en RZ-liggers


Vloerligger voor kleine
overspanningen en minimale
constructiehoogte

I-en IE-liggers
Dakliggers
Eventueel vloerligger voor grote
overspanningen (I-liggers)

IK-liggers
Primaire dakligger

IV-liggers
Dakligger voor grote overspanningen

IVH-liggers
Dakligger voor grote overspanningen

58 Deel 3.4.1
Structuurelementen

3.4.2 | Oplegging

Voor geprefabriceerde liggers worden


meestal elastomeer oplegstukken
gebruikt. Dit type oplegging
garandeert een goede verdeling van
de drukspanningen (afkomstig van de
oplegreactie) en zorgt ervoor dat te hoge
contactspanningen worden vermeden.
De maximaal toelaatbare spanning
bedraagt doorgaans:
• voor ongewapende elastomeer-
_
opleggingen: σ = 6 N/mm²
• voor gewapende elastomeer-
_
opleggingen: σ = 12 N/mm²

De minimum opleg is dan:

Oplegreactie
d≥ _ + 2 x 25 mm
σxa

Bovendien dient de dikte en de de montage en omwille van grotere Hiervoor kan de volgende vuistregel
verhouding a/b (zie figuur) van toleranties op de balklengte en gehanteerd worden:
de neopreenoplegging te worden inplanting van de kolommen bij grote
Lengte L
gecontroleerd ten aanzien van de op te overspanningen, is het aan te raden d ≥ 60 mm +
160
nemen rotatie en/of translatie van de ook de minimum opleg aan te passen in
ligger ter plaatse van de oplegging. functie van de lengte van de ligger.
Uit stabiliteitsoverwegingen tijdens

3.4.3 | Toleranties 1 | Lengte: ± (20 mm +


Lengte L
2000
)

1
2 | Hoogte: +10 / -5 mm

3 | Breedte: ± 5 mm

2
4 | Opbuiging; afwijking op de berekende
4 Lengte L
waarde: ±
1000
6
Lengte L
5 | Zijdelingse uitbuiging:
500

6 | Verticaliteit kopvlak: 1,5% (≥15 mm)


5
7
7 | Haaksheid kopvlak: 15 mm
3
8 | Scheluwte: 1,5%

9 | Verticaliteit: 0,75%

Voorzieningen:
plaatsing van ankerrails,
9 8
openingen, e.d.: ± 20 mm

Deel 3.4.2 59
Structuurelementen

3.4.4 | Manipulatie en transport


Algemeen Kantelgevaar bij slanke liggers Transport van slanke liggers
Men dient de liggers steeds op te nemen Slanke liggers kunnen kantelen tijdens de Soms wordt bij het transport van slanke
bij de voorziene hijspunten terwijl het manipulatie. liggers een hulpconstructie aangebracht
stockeren dient te gebeuren op de nor- Bij de inplanting van de heflussen wordt om het zijdelings uitbuigen en kantelen
male definitieve oplegpunten, behalve hiermee rekening gehouden. tegen te gaan. Deze hulpconstructie
indien de meegeleverde plannen het Indien de vloer- of dakplaten (of het dient aanwezig te blijven tot de balken
uitdrukkelijk anders vermelden. windverband) niet onmiddellijk na gemonteerd zijn en zijdelings voldoende
montage van de slanke liggers worden gesteund worden door vloer- of
aangebracht, dient men steeds een dakplaten (of een windverband).
voorlopig windverband of noksteun aan
te brengen.

60°
60°

3.4.5 | Mogelijke voorzieningen


Voor dakbedekkingen Voor het doorkoppelen van wapeningen
• wachtstaven of schroefhulzen of leidingen
• verankeringsrails • openingen doorheen het lijf van de
• stalen profielen, enz... liggers

Voor opleggingen Voor ophanglasten


• consoles voor secundaire liggers • openingen doorheen de liggers voor
• inkepingen ophangbeugels
• BSF-systeem (zie deel kolommen), • schroefhulzen
enz... • verankeringsrails in de onderzijde, enz.

60 Deel 3.4.4
Structuurelementen

3.4.6 | Gordingen RD
Toepassing
• Secundaire dakliggers.
300 300

Kenmerken

150

150
• Trapeziumvormige doorsnede met

174

174
x x

445

445
constante hoogte.

295

295

271

271
• Tandoplegging (Rmax = 82 kN). 100 100

• Voorgespannen beton met


150 150 150 150

L LL
sterkteklasse C 60/75.
• De fabricage draagt het BENOR
kwaliteitslabel.

Karakteristieken

h b Gewicht A Ix Wx,sup Wx,inf Lmax MRd (*)


Profiel (**)
mm mm kN/m mm² x 10⁶ mm⁴ x 10⁶ mm³ x 10⁶ mm³ x 10⁶ m kNm

RD 445/300 - 4 445 300 2,03 81 1266 7,27 4,67 15,0 164

RD 445/300 - 5 445 300 2,03 81 1266 7,27 4,67 15,0 191

RD 445/300 - 6 445 300 2,03 81 1266 7,27 4,67 15,0 209

(*) Opmerkingen: • Bij de berekening van MEd moet dus ook rekening
• De in de tabel aangegeven waarden voor M Rd worden gehouden met het eigen gewicht van het
zijn rekenwaarden van de weerstandbiedende element!
momenten in de bezwijkgrenstoestand.
• De rekenwaarde van het optredend buigend (**) Opmerking:
moment MEd moet voldoen aan: MEd ≤ MRd • Profielnaam: Het cijfer achter het koppelteken
• Het moment M Ed wordt berekend met het eigen duidt het aantal voorspanstrengen met diameter
gewicht van het element en de nuttige belasting, 12,5 mm aan.
vermenigvuldigd met de overeenkomstige partiële
veiligheidsfactoren.

Deel 3.4.6 61
Structuurelementen

Grafiek draagvermogen
Toelaatbare nuttige belasting in kN/m

RD
44
5/3
00
-4

RD
44
5/

RD
30

44
0

5/
-5

30
0
-6

Overspanning ℓ in m
Begrenzing van de oplegreactie
Opmerking:
• De toelaatbare nuttige belasting = de som van alle belastingen die aangrijpen op de RD-ligger, exclusief het eigen gewicht.

Verbindingen

DRAADSTANG BETONVULLING

BEKISTING WACHTSTAAF

NEOPREEN

62 Deel 3.4.6
Structuurelementen

3.4.7 | R-liggers
Toepassing Kenmerken
• Dakbalken voor middelgrote • De voorgespannen elementen hebben
overspanningen. een rechthoekige doorsnede met
• Vloerbalken constante hoogte.
• Voorgespannen beton met
sterkteklasse vanaf C 50/60.
• De fabricage draagt het BENOR
kwaliteitslabel.

h

a aa b
LL

a = 105 mm voor R-liggers met b ≤ 340 mm.


a = 120 mm voor R-liggers met b > 340 mm.

Overzichtstabel van de MRd momenten (*)

b 240 mm 290 mm 340 mm 390 mm 440 mm


h 490 mm 540 mm 590 mm

300 mm 110 149

400 mm 239 277 337 393

500 mm 371 442 519 597 657 777

600 mm 511 610 789 878 993 1091 1209 1281

700 mm 775 872 997 1157 1354 1527 1663 1828

800 mm 1221 1383 1550 1767 1974 2206 2358

900 mm 1537 1759 1980 2283 2481 2770 3076

1000 mm 1883 2210 2431 2832 3092 3525 3765

1100 mm 2651 3000 3447 3818 4253 4547

1200 mm 3167 3539 4169 4555 5063 5384

1300 mm 3675 4156 4880 5300 5897 6263

1400 mm 4761 5677 6153 6840 7218

1500 mm 5590 6465 7073 7642 8329

1600 mm 6450 7319 7999 8614 9484

1700 mm 8321 9078 9881 10808

1800 mm 9290 10146 11040 12168

1900 mm 10244 11394 12416 13544

2000 mm 11456 12448 13766 15204

(*) Opmerkingen: • Het moment M Ed wordt berekend met het eigen


• De in de tabel aangegeven waarden voor M Rd gewicht van het element en de nuttige belasting,
zijn rekenwaarden van de weerstandbiedende vermenigvuldigd met de overeenkomstige partiële
momenten in de bezwijkgrenstoestand. veiligheidsfactoren.
• De rekenwaarde van het optredend buigend • Bij de berekening van M Ed moet dus ook rekening
moment MEd moet voldoen aan: MEd ≤ MRd worden gehouden met het eigen gewicht van het
element!

Deel 3.4.7 63
Structuurelementen

Grafiek draagvermogen (selectie van enkele types)


Toelaatbare nuttige belasting in kN/m

R 400

R 50
/240

0/24

R6
00/
0

R6

R7
240

00

00
/29

R7
/29

00
0

R7
/
34

R
00

80
0

/3

0/3
90

R
9
80
0

R
0/

90
44
R

0/
0
90 R

39
10
0/ 00

0
44 /4
0 40

Overspanning ℓ in m
Opmerking:
• De toelaatbare nuttige belasting = de som van alle belastingen die aangrijpen op de R-ligger, exclusief het eigen gewicht.

Verbindingen

VULLING MET MORTEL

DRAADSTANG

NEOPREEN

BOUTHOUDER

64 Deel 3.4.7
Structuurelementen

3.4.8 | RR-liggers
Toepassing Kenmerken beschouwd als een samengestelde
• Onderslagbalken voor vloeren. • Rechthoekige doorsnede met ligger.
constante hoogte. • Voorgespannen beton met
• De balkbreedte is doorgaans groter sterkteklasse vanaf C 50/60.
dan de balkhoogte. • De fabricage draagt het BENOR
• In de meeste gevallen wordt de kwaliteitslabel.
RR-ligger samen met de opstorting

h
105 105 b
L

Overzichtstabel van de MRd momenten (*)

MRd MRd MRd MRd MRd MRd MRd


h b Gewicht SP SP(N) SP SP SP SPZ
Profiel 150 200 265 320 400 500

mm mm kN/m kNm kNm kNm kNm kNm kNm kNm


RR 300/390 300 390 2,93 218 299 340 407 348 417 414
RR 300/490 300 490 3,68 262 380 439 532 509 625 704
RR 300/590 300 590 4,43 325 478 554 671 686 848 997
RR 300/690 300 690 5,18 383 567 659 799 853 1039 1232
RR 300/790 300 790 5,93 437 660 770 935 1016 1236 1475
RR 300/880 300 880 6,60 500 760 886 1077 1181 1433 1717
RR 400/390 400 390 3,90 414 514 562 631 549 618 602
RR 400/490 400 490 4,90 488 631 699 802 758 880 953
RR 400/590 400 590 5,90 578 763 850 983 980 1153 1305
RR 400/690 400 690 6,90 738 972 1079 1243 1281 1506 1734
RR 400/790 400 790 7,90 833 1108 1234 1425 1506 1774 2077
RR 400/880 400 880 8,80 945 1267 1413 1633 1741 2054 2416
RR 500/490 500 490 6,13 807 981 1057 1172 1106 1232 1296
RR 500/590 500 590 7,38 971 1190 1287 1433 1426 1607 1754
RR 500/690 500 690 8,63 1152 1429 1550 1731 1759 1997 2228
RR 500/790 500 790 9,88 1310 1639 1781 1994 2070 2362 2673
RR 500/880 500 880 11,00 1480 1866 2031 2277 2378 2722 3108
RR 600/490 600 490 7,35 1170 1370 1446 1569 1504 1630 1680
RR 600/590 600 590 8,85 1421 1693 1792 1955 1925 2115 2257
RR 600/690 600 690 10,35 1659 1993 2117 2315 2338 2586 2816
RR 600/790 600 790 11,85 1883 2278 2427 2661 2732 3039 3356
RR 600/880 600 880 13,20 2139 2576 2747 3012 3121 3488 3904
RR 700/490 700 490 8,58 1624 1868 1934 2068 1996 2124 2158
RR 700/590 700 590 10,33 1961 2272 2361 2534 2528 2728 2856
RR 700/690 700 690 12,08 2278 2664 2776 2989 3024 3299 3522
RR 700/790 700 790 13,83 2608 3070 3205 3457 3532 3868 4202
RR 700/880 700 880 15,40 2901 3439 3593 3883 3993 4386 4806

(*) Opmerkingen: • Betonsterkteklasse van de opstorting: C 30/37. vermenigvuldigd met de overeenkomstige partiële
• De in de tabel aangegeven waarden voor M Rd • De rekenwaarde van het optredend buigend veiligheidsfactoren.
zijn rekenwaarden van de weerstandbiedende moment MEd moet voldoen aan: MEd ≤ MRd • Bij de berekening van MEd moet dus ook rekening
momenten in de bezwijkgrenstoestand. • Het moment M Ed wordt berekend met het eigen worden gehouden met het eigen gewicht van het
gewicht van het element en de nuttige belasting, element!

Deel 3.4.8 65
Structuurelementen

Grafieken draagvermogen van RR-liggers met meewerkende opstorting

Betonsterkteklasse van de opstorting: - eventueel het eigen gewicht van • Werkwijze: Bereken M1 en M2. Zet
C 30/37. een druklaag op de SP-vloerplaten M1 uit op de horizontale as en trek
Gebruik: (indien deze vóór de verharding van een verticale lijn naar boven. Zet
• M1 is de karakteristieke waarde de opstorting wordt aangebracht). vervolgens M2 uit op de verticale
van het moment in de eerste fase • M2 is de karakteristieke waarde van as en trek een horizontale lijn naar
veroorzaakt door: het resterend moment in tweede fase. rechts. Het snijpunt van beide lijnen
- het eigen gewicht van de RR-ligger Dit is gelijk aan het totale moment geeft een punt waarvoor alle erboven
- het eigen gewicht van de SP- afkomstig van alle in aanmerking te liggende curven voldoen.
vloerplaten nemen eigen gewichten en nuttige
- het eigen gewicht van de opstorting belastingen verminderd met M1.
op de RR-ligger

RR-liggers met SP 150 vloerplaten:


M2 in kNm

M2 in kNm

SP SP
150 150

RR
RR 40
50 0/8
RR 0/ 80
59
RR 4 00 0
50 /7
0/ 9 0
49
0
RR
70
0/
88
RR 0
RR 70
RR RR RR 70 0/
40 40 70 0/ 69
RR 0/ 0/ 59 0
0/ 49 0
RR 30 59 69
0 0 0
30 0/7 RR
0 90 60 RR
RR /6 RR RR 0/ RR
30 90 50 59 70
30 60 RR 0/
0/ 0/ 0/ 0 0/ 79
59 88 69 69 R 60 0
0 0 0 0 R6 0 /8
RR RR RR RR 0 80
40 40 60 RR 50 0/
RR 0/ /40 50 0/ 79
0/ 8 0
RR 30 39 9 49 0/
30 0/ 0 0 0 79 80
0/ 49 0
39 0
0

M1 in kNm M1 in kNm
RR-liggers met SP(N) 200 vloerplaten:
M2 in kNm

M2 in kNm

SP(N) SP(N)
200 200

RR
50
0/
59
0
RR
40 RR
0/ 40
69 0 /8
0 80 RR
RR RR 70
30 40 0/
0/ 0/ 69 RR
88 79 RR 0
0 RR 0 RR 70
50 60 60 0/
0/ 0/ 0/ 79 RR
RR 49 69 79 0
40 RR 0 RR 0 0 70
0/ 40 RR 0/
49 0/ 60 60 88
RR 0 59 RR 0/ RR 0
0 50 5 50 0/
40 90 88
0/ RR 0/ 0/ RR 0
39 30 69 88 7
0 RR 0/ 0 0 00
RR 30 79 /5
30 R 0 RR 90
R 0/ 50 RR
0/ 3 69 RR
49 0 0 0 60 0/ 70
0 /5 7 0
90 /4
90 0/ 90
RR 49
30 0
0/
39
0

M1 in kNm M1 in kNm

66 Deel 3.4.8
Structuurelementen

RR-liggers met SP 265 vloerplaten:


M2 in kNm

M2 in kNm
SP SP
265 265

RR
50
0/
59 RR
0
RR 40 RR
0/ 60
40 88
0/ 0 RR 0/ RR
69 88
RR 0 RR 60 0 70
40 40 0/ 0/
0/ 0/ RR 79 88
59 79 60 0 RR 0
0 0 0 7
RR RR RR /6 00
40 RR 50 9 0 /7
30 90
0/ 0 /8 500 RR 0/ RR
49 79
RR 0 RR 3 80 /4
90
50 0 70
0/
00 0/
30 / 69 RR 69
0/ 79 0 RR 70 0
59 0 50 0/
RR 0 R R3 5
30 RR RR 0/8 90
0/ RR 00
49 40 /6 60 60 RR 80
0 0/ 90 0/ 0/ 70
39 49 59 0
0 0 0 /4
90
RR
30
0/
39
0

M1 in kNm M1 in kNm

RR-liggers met SP 320 vloerplaten:


M2 in kNm

M2 in kNm

SP SP
320 320

RR
40
0/7
90
RR
40
0/ RR RR
RR 88 70
30 0 0/ 70
0/ 69 0/
88 0 88
0 RR RR R R 0
RR RR 70 70
30 50 0/ 600 0/
0/ 0/ 59 /8 790
79 RR 59 0 RR 80
0 0 RR 60
40
0/ 60 0/
RR 69 0/ 79
50 0 69 RR 0
0/ RR 0 50
RR 49 60 0 /8
0 RR 80
RR 40 0/ 50
RR 0/ RR 59
40 RR 30 0 59
0 60 0 0/
79
0/ 400 / 6 0
39 RR 90 0/
0 30 /49 49 RR
0 /59 0 0 50 RR
RR 0/ 70
30 0 69 0/
0/ 0 49
49 0
RR 0
30
0/
39
0

M1 in kNm M1 in kNm

Deel 3.4.8 67
Structuurelementen

RR-liggers met SP 400 vloerplaten:


M2 in kNm

M2 in kNm
SP SP
400 400

RR
40
0/8
80
RR
50 RR
0/5 4 00
90 /79
0 RR
RR RR 70
30 70 RR 0/
0/8 RR 0/ 88
40 60 RR 0
80 0/6 59 0 6
90 0 /79 00
RR RR 0 /8 R R
30 RR 50 80 70
0/7 0/
90 70 RR 5 0/88 79
RR 0/ 0 0 0 RR 0
30 RR 49 /7
0/6 RR 4 50 0 90 70
0/
90 00 0/ RR 69
RR /59 RR 69 0
0 50 0 60
30 0/4 RR 0/
0/5 RR 90 6 9
90 40 60 0
0/4 RR 0/
RR 90 60 59
30 0/ 0
0/4 R 49
90 R 40 0
0/3
RR 90
30
0/3
90

M1 in kNm M1 in kNm

Verbindingen

VULLING MET MORTEL PLAAT EN MOER

DRAADSTANG

NEOPREEN

BOUTHOUDER

68 Deel 3.4.8
Structuurelementen

3.4.9 | RT- RL- en RZ-liggers


Toepassing Kenmerken • De fabricage draagt het BENOR
• Onderslagbalken voor vloeren met • Omgekeerde T-, L- of Z-vormige kwaliteitslabel.
beperkte constructiehoogte. doorsnede met constante hoogte. • In vele gevallen worden de liggers,
• Geringe balkhoogte onder de vloer. samen met de opstorting beschouwd
• Voorgespannen (of gewapend) beton als een samengestelde ligger.
met sterkteklasse vanaf C 50/60.

150 150
150 (SP 150...
150 SP(SP
265)
150... SP 265)
200 200
200 (SP 320...
200 SPZ(SP500)
320... SPZ 500)

h +5 h +5
x x SP SP

150... 470 150... 470

105 105 105 105 690, 790, 880


690, 790, 880
L L

150 (SP 150...


150 SP(SP
265)
150... SP 265)
200 (SP 320...
200 SPZ(SP500)
320... SPZ 500)

h +5 h +5
x x SP SP

150... 470 150... 470

105 105 105 105 590, 690 590, 690


L L

Karakteristieken
• De afmetingen dienen te worden • De combinatie van het vloerplaattype
bepaald in overleg met onze SP 150 met het vloerplaattype
studiedienst. SP 400 en SPZ 500 is niet voorzien.
(RT-liggers)

Deel 3.4.9 69
Structuurelementen

Verbindingen

DOORSNEDE TER PLAATSE VAN DE VOEGEN

SP 320 DOORVOEROPENING IN BALK SP 200

DOORKOPPELWAPENING

RT BALK

DOORSNEDE TER PLAATSE VAN DE SLEUF

SP 200 BOUTHOUDER

DRAADSTANG

RL BALK

RT-LIGGERS IN COMBINATIE MET BSF-SYSTEEM.

70 Deel 3.4.9
Structuurelementen

3.4.10 | I- en IE-liggers
Toepassing Kenmerken • De types I 1400/590 en I 1600/590
• Platte en hellende daken; I-balken • I-vormige doorsnede met constante worden steeds uitgevoerd met
ook als moerbalken voor vloeren of hoogte. rechthoekige eindblokken, de andere
andere dragende constructies. • Voorgespannen beton met profielen enkel op aanvraag.
sterkteklasse C 50/60 voor I-liggers • De fabricage draagt het BENOR
en C 60/75 voor IE-liggers. kwaliteitslabel.

f
e
x

f
h

e
x

c d
h
bw

c d
a a
L b
bw
a a
L b

f
e
f
h
x

e
h x

d
d c
bw
a a

c
L b
bw
a =a105 mm voor I-liggers met b ≤ 340 mm. a
L b
a = 120 mm voor I-liggers met b > 340 mm.
e f

x
h

cd

a a bw
L b
a = 120 mm

Deel 3.4.10 71
Structuurelementen

Karakteristieken I-liggers

(g)
h c d e f bw Gewicht A Ix Wx,sup Wx,inf Lmax MRd (*)
b
Profiel
x 10³ x 10⁶ x 10⁶ x 10⁶
mm mm mm mm mm mm mm kN/m m kNm
mm² mm⁴ mm³ mm³

I 700/290 700 290 100 90 60 150 120 3,48 139 7481 21,89 20,88 23,2 779

I 900/290 900 290 100 90 60 150 120 4,08 163 14827 33,75 32,19 23,2 1212

I 900/340 900 340 100 90 60 150 170 5,21 208 17868 40,46 38,98 27,2 1474

I 1100/390 1100 390 90 120 80 140 150 6,11 244 33889 62,95 60,34 31,2 2315

I 1100/440 1100 440 90 120 80 140 200 7,48 299 39441 72,98 70,49 35,2 2731

I 1250/390 1250 390 130 120 80 190 150 7,21 288 51728 84,67 80,94 31,2 3118

I 1250/440 1250 440 130 120 80 190 200 8,77 351 59876 97,61 94,06 35,2 3630
(350)
I 1400/590 1400 150 80 60 300 110 8,11 324 81542 110,31 123,40 37,6 4201
590
(350)
I 1600/590 1600 150 80 60 300 110 8,66 346 115055 136,94 151,42 37,6 5182
590

(*) Opmerkingen: • Het moment MEd wordt berekend met het eigen
• De in de tabel aangegeven waarden voor MRd gewicht van het element en de nuttige belasting,
zijn rekenwaarden van de weerstandbiedende vermenigvuldigd met de overeenkomstige partiële
momenten in de bezwijkgrenstoestand. veiligheidsfactoren.
• De rekenwaarde van het optredend buigend • Bij de berekening van MEd moet dus ook rekening
moment MSd moet voldoen aan: MEd ≤ MRd worden gehouden met het eigen gewicht van het
element

Grafiek draagvermogen I-liggers

30
Toelaatbare nuttige belasting in kN/m

29
I 70 0

I 90

I 90

I 110

I 14
I 12
I 110

I 12

I 16

28
00
50
50

00
0/3
0/2

0/3

0/4
/290

27
/59
/44
/39

/59
40
90

90

40

26
0
0
0

25
24
23
22
21
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38
Overspanning ℓ in m

Opmerking:
• De toelaatbare nuttige belasting = de som van alle belastingen die aangrijpen op de I-ligger, exclusief het eigen gewicht.

72 Deel 3.4.10
Structuurelementen

Karakteristieken IE-liggers

h b c d e f bw Gewicht A Ix Wx,sup Wx,inf Lmax MRd (*)


Profiel
x 10³ x 10⁶ x 10⁶ x 10⁶
mm mm mm mm mm mm mm kN/m m kNm
mm² mm⁴ mm³ mm³

IE 850/340 850 340 80 70 70 80 85 3,27 131 12268 28,87 28,87 27,2 1060

IE 900/340 900 340 130 70 70 80 85 3,70 148 15319 32,13 36,19 27,2 1310

IE 1050/440 1050 440 80 100 100 80 85 4,54 181 27616 52,6 52,6 35,2 1928

IE 1100/440 1100 440 130 100 100 80 85 5,09 203 33557 57,42 65,09 35,2 2338

IE 1250/540 1250 540 80 130 130 80 85 5,96 238 53701 85,92 85,92 43,2 3196

IE 1300/540 1300 540 130 130 130 80 85 6,63 265 63953 92,53 105 43,2 3824

(*) Opmerkingen: gewicht van het element en de nuttige belasting,


• De in de tabel aangegeven waarden voor M Rd vermenigvuldigd met de overeenkomstige partiële
zijn rekenwaarden van de weerstandbiedende veiligheidsfactoren.
momenten in de bezwijkgrenstoestand. • Bij de berekening van M Ed moet dus ook rekening
• De rekenwaarde van het optredend buigend worden gehouden met het eigen gewicht van het
moment MSd moet voldoen aan: MEd ≤ MRd element.
• Het moment M Ed wordt berekend met het eigen

Grafiek draagvermogen IE-liggers

20
Toelaatbare nuttige belasting in kN/m

19
18
IE 8

IE 9

IE

IE

IE

17
IE
10

13
110

12
50

00

00
50

50
0/

16
/34

/34

/5
/4

/5
44

40
40

40
0

0
0

15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43

Opmerking: Overspanning ℓ in m
• De toelaatbare nuttige belasting = de som van alle belastingen die aangrijpen op de IE-ligger, exclusief het eigen gewicht.

Verbindingen

VULLING MET
MORTEL
DRAADSTANG

NEOPREEN

BOUTHOUDER

Deel 3.4.10 73
Structuurelementen

3.4.11 | IV-liggers
Toepassing Kenmerken • Voorgespannen beton met
• Dakliggers. • I-vormige doorsnede met variabele sterkteklasse C 50/60.
hoogte. • De fabricage draagt het BENOR
• Helling van het bovenvlak = 6,25 %. kwaliteitslabel.

e f
x

c d
a a bw
L b
a = 105 mm voor I-liggers met b ≤ 340 mm.
a = 120 mm voor I-liggers met b > 340 mm.

Karakteristieken

h b c d e f bw Lmin Lmax
Profiel
mm mm mm mm mm mm mm mm m

IV 750/240 750 240 90 90 60 100 80 9,8 15,1

IV 875/240 875 240 90 90 60 100 80 13,8 19,1

IV 1000/290 1000 290 90 110 70 130 80 12,7 20,4

IV 1125/290 1125 290 90 110 70 130 80 16,7 23,2

IV 1125/340 1125 340 90 110 70 130 130 16,7 24,4

IV 1188/290 1188 290 90 110 70 130 80 18,7 23,2

IV 1188/340 1188 340 90 110 70 130 130 18,7 26,4

IV 1250/390 1250 390 90 140 100 140 80 12,7 24,0

IV 1375/390 1375 390 90 140 100 140 80 16,7 28,0

IV 1500/390 1500 390 90 140 100 140 80 16,7 31,2

IV 1625/390 1625 390 90 140 100 140 80 20,7 31,0

IV 1625/440 1625 440 90 140 100 140 130 20,7 34,2

IV 1625/490 1625 490 100 200 150 150 80 24,0 28,1

IV 1750/490 1750 490 100 200 150 150 80 28,0 32,1

IV 1875/490 1875 490 100 200 150 150 80 32,0 36,1

IV 2000/490 2000 490 100 200 150 150 80 36,0 39,2

74 Deel 3.4.11
Structuurelementen

Grafiek draagvermogen

30
30
Toelaatbare nuttige belasting in kN/m

29
29
28
28

IV
27
27

16
25
26
26

/4
IV 1

IV
25
25

IV

90
16
15
00

IV
24
24

IV

2
0
137

5/
0/2
23

0/
23

125

IV
39
39
5

17
22
22 90

/3
0/

0
IV

50
0

IV
90
39
21

112

/4
16
IV 7

90
20
20

25
5/
34

/4
50

19

40
0
IV
/24

18 18
17
17 75
0

IV
/4
16

IV
90
112

118
8/ IV

IV
15 5/ 34 20

118
8/
14 29 29 0 00
IV

13 0 0 /4
90
87
5/

12
24

1111
0

10
99
88
7
66
55
10 11 12
10 11 12 13
13 14
14 15
15 16
16 17
17 18
18 19 20
19 20 21
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40

Opmerking:
Overspanning ℓ in m
• De toelaatbare nuttige belasting = de som van alle belastingen die aangrijpen op de I V-ligger, exclusief het eigen gewicht.

Grafiek gewichten

200200 340
340
Gewichten in kN

Gewichten in kN
190 0
330
330
9
180180
2 5/3 0 320
320
1 6 9
IV /4
170 9 0 00 310
310
0 /3 20
160160
9 0 0 /39 1 500 I V 300
300
IV
5/
3 150
150 62 IV 0 290
290
1 9
IV 0 4
140 /39 5/ 280
375
140 280
0 1 187
9 IV IV
130 0/3 270
270
0
15 0
120120 IV 5/39 0 /39
0 260
260
13 7 2 5
110 IV IV 1 8 /340 0 250
250
8 9
IV 11 0/
4
100100
4 0 1 75 240
240
0 3 0
0/3
9 88/ IV /44
90
1 25 IV 11 /340 625 230
230
1 25 1
IV 40 IV 1 90 IV
8080
1 125/3 0 IV 1188/2 220
220
IV /29 40
70 1188 90 0
5/4 210
25/2
210
5 /290 IV IV 11 /49 6 2
IV 11 2 25 1
6060 16 IV 200
200
/29 0 IV
90 IV 1000
50 00/2 190
190
10 4 0
4040
IV IV 875/2 180
180
40
30 IV 750/2 170
170

2020
38 39 40
160
160
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
Lengte in m
Verbindingen

VULLING MET MORTEL

DRAADSTANG

NEOPREEN

BOUTHOUDER

Deel 3.4.11 75
Structuurelementen

3.4.12 | IVH-liggers
Toepassing Kenmerken • De balken zijn standaard voorzien van
• Dakliggers. • I-vormige doorsnede met variabele een aantal grote openingen voor de
hoogte. doorvoer van leidingen.
• Helling van het bovenvlak = 5 %. • De fabricage draagt het BENOR
• Voorgespannen beton met kwaliteitslabel.
sterkteklasse C 60/75.

e f
x

c d
a a bw
L b
a = 120 mm

Karakteristieken

h b c d e f bw Lmin Lmax Gewicht


Profiel
mm mm mm mm mm mm mm mm m kN/m

IVH 900/290 900 290 80 70 70 80 80 18 22 2,78

IVH 950/290 950 290 80 70 70 80 80 20 24 2,79

IVH 900/390 900 390 80 100 100 80 80 14 18 4,09

IVH 1000/390 1000 390 80 100 100 80 80 18 22 4,03

IVH 1100/390 1100 390 80 100 100 80 80 22 26 4,01

IVH 1200/390 1200 390 80 100 100 80 80 26 30 4,01

IVH 1200/490 1200 490 80 130 130 80 80 22 26 5,46

IVH 1300/490 1300 490 80 130 130 80 80 26 30 5,43

IVH 1400/490 1400 490 80 130 130 80 80 30 34 5,42

IVH 1500/490 1500 490 80 130 130 80 80 34 38 5,43

IVH 1600/490 1600 490 80 130 130 80 80 38 39,2 5,44

IVH 1400/590 1400 590 80 215 160 80 80 26 30 7,37

IVH 1500/590 1500 590 80 215 160 80 80 30 34 7,34

IVH 1600/590 1600 590 80 215 160 80 80 34 38 7,32

IVH 1700/590 1700 590 80 215 160 80 80 38 42 7,33

IVH 1800/590 1800 590 80 215 160 80 80 42 46 7,34

IVH 1900/590 1900 590 80 215 160 80 80 46 47,2 7,36

76 Deel 3.4.12
Structuurelementen

Grafiek draagvermogen

20
Toelaatbare nuttige belasting in kN/m

19

IVH
IVH
18

140
IVH

120

0/5
900
17

0/4

90
IVH
16 /39

IVH
90
100
0

150
15

0/3

0/
59
90
14

0
IVH
13

13

IV
H
00
12

16
/4
IVH

00
90
11

/5
110

90
0/
10

IV
39

IV

H
00

H
0

17
00

14
9 /4 /5
IV 90 90 IV
IV

H H
18
H

8 12 IV 00
90

00 H /5
15
0/

IV /3 00 90 IVH
7 90 IV
29

H /4 H 19
95
0

90 16 00
0/ 00
6 29 /4 /5
90
0 90
5
14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50

Opmerking: Overspanning ℓ in m
• De toelaatbare nuttige belasting = de som van alle belastingen die aangrijpen op de IVH-ligger, exclusief het eigen gewicht

Grafiek gewichten

360
Gewichten in kN

0
340 59
0 0/
59 190
0/ IVH
320 180
0 IVH
300 59
0/
170
280 0 IVH
59
0/
260 160
0 IVH
240 59
0/
150 90
220 IVH 0/4
0 160
59 IVH
0/ 90
200 140 0/4
IVH 150
0 IVH
180 /49
00
IV H 14
160 90
0/4
130
90 IVH
140 0/4
120
120 IVH /390
200
90 IVH 1
100 00/3
IVH 11
90
00/3
80 390 IVH 10
00/ /290
IVH 9 IVH 950
60 /290
IVH 900

40
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50

Verbindingen Lengte in m

VULLING MET MORTEL

DRAADSTANG

NEOPREEN

BOUTHOUDER

Deel 3.4.12 77
Structuurelementen

3.4.13 | IK-liggers
Toepassing Kenmerken • Voorgespannen beton met
Primaire liggers voor daken van • I-vormige doorsnede met constante sterkteklasse C 50/60.
gebouwen waarin de kolommen een hoogte. • De fabricage draagt het BENOR
120
onderlinge tussenafstand hebben van • Rechthoekig verbreed eindblok. kwaliteitslabel.
MAX. 6805
11,5 à 14MIN.
m. 5555 390 MAX.MAX.
68056805 •
MIN. MIN.
5555 5555390
Consoles MAX. 6805
MAX. 6805MIN.
op de middenverstijver. 5555
MIN. 5555 390 MAX. 6805 MIN. 5555

MIN. 11500 MAX. 14000 MIN. 11500 MAX. 14000 MIN. 11500 MAX. 14000

120 120
MAX. 6805 MIN. 5555 390 MAX. 6805 MIN. 5555
MIN. 11500 MAX. 14000

f
f

e
e

MAX. 488
f

MIN. 275
e

MAX. 488
MIN. 275
x x
h
h

x
h
50

100
d 50

c
50

100
100

25 b 25 bw 300 b 300

100
c
b
100 c

100
100

25 bbw 25 bw bw
25 300 b 300 300 b 300
b b b

Karakteristieken

h b c d e f bw Gewicht A Ix Wx,sup Wx,inf L MRd (*)


Profiel
x 10³ x 10⁶ x 10⁶ x 10⁶
mm mm mm mm mm mm mm kN/m m kNm
mm² mm⁴ mm³ mm³

IK 1000/340 1000 340 100 120 70 120 100 4,39 175,6 21772 43,39 43,70 11,5 à 14,0 1348

IK 1000/390 1000 390 100 120 70 120 150 5,64 225,6 25938 51,73 52,02 11,5 à 14,0 1616

IK 1100/390 1100 390 100 120 70 220 150 6,62 264,6 36081 69,37 62,22 11,5 à 14,0 2000

(*) Opmerkingen:
• De in de tabel aangegeven waarden voor M Rd

zijn rekenwaarden van de weerstandbiedende


momenten in de bezwijkgrenstoestand.
• De rekenwaarde van het optredend buigend
moment MEd moet voldoen aan: MEd ≤ MRd
• Het moment M Ed wordt berekend met het eigen
gewicht van het element en de nuttige belasting,
vermenigvuldigd met de overeenkomstige partiële
veiligheidsfactoren.
• Bij de berekening van M Ed moet dus ook rekening
worden gehouden met het eigen gewicht van het
element.

78 Deel 3.4.13
Ergon nv/sa
Marnixdreef 5, B-2500 Lier
sales@ergon.be
www.ergon.be

Ed. 2018

You might also like