You are on page 1of 2

GOD EN HET PROBLEEM VAN HET KWAAD

I. Inleiding - Kwaad, God, en de menselijke ervaring

Overal in de wereld, zijn er mensen aan het lijden. Er is geen plaats waar pijn afwezig is, geen
plaats waar menselijke of dierlijke ellende niet bestaat. In elk geval lijkt wel dat de wereld beter
is geworden als wij kijken naar het verleden. Het barbarisme, bijvoorbeeld, is overal afgenomen.
Toch heeft de mensheid verschrikkelijk gruweldaden gekend in de twintigste eeuw. Biljoenen
mensen zijn overleden aan pokken, 200 miljoen in oorlogen en genocide; 12 miljoen zijn dood
aan Aids.
Er is altijd hoop dat de nieuwe eeuw vrede, ontwikkeling en uitroeiing van het kwaad zou
brengen. Maar de werkelijkheid is dat de hoop onbevredigd blijft. Velen van ons verlangen ernaar
het kwaad op te heffen. En als één van ons het vermogen zou hebben om dat te doen, zouden
wij het meteen laten gebeuren.
Velen geloven ook dat er iemand is die niet alleen verlangt, maar ook de kennis en de macht
heeft om het kwaad uit te roeien. Voor de theïsten, bijvoorbeeld, is er een God, een almachtige,
alwetende en algoede God.
Maar hoe kunnen wij God en kwaad met elkaar verzoenen. Want zeker als God bestaat, zou hij
het kwaad en het lijden noodzakelijk moeten opheffen. Waarom blijft het kwaad dan in de
wereld?

II. Centrale kwesties voor een discussie

Er zijn termen gemakkelijk te verstaan, maar bijna onmogelijk om te omschrijven. Het woord
“game”, bijvoorbeeld, is één van die termen. Volgens Ludwig Wittgenstein is het onmogelijk om
dit woord precies te definiëren. Als je twijfelt aan de moeilijkheid, moet je proberen te denken
of dat woord slechts “games” inhoudt.
Vele andere woorden lijken op dit woord, inclusief het woord kwaad. Hoewel er ontelbare
definities voor deze term zijn, blijft maar de discussie over de betekenis over haar betekenis
eindeloos. Een mogelijke omschrijving van de term is het gebruiken van de traditionele
voorbeelden, in plaats van een formele definitie. Het woord omvat alle natuurrampen:
aardbeving, orkanen en bosbranden dat onschuldige leven kosten. Ook het intens lijden onder
pijn: kinderen slaan tot de dood of zwangere vrouwen die aan kanker zijn overleden, of de zebra
die door de leeuw wordt gedood. Dus, kwaad verschijnt in alle variaties, vormen en omvang.
Gegeven dit feit, hebben de filosofen het kwaad op verschillende manieren geclassificeerd. De
bekendste classificatie wordt gemaakt tussen het natuurlijke kwaad en het morele kwaad.

1. Natuurlijk en moreel kwaad

John Hick geeft ons een omvattend beschrijving. Volgens hem heeft het morele kwaad zijn
oorsprong bij de mensen. Onder andere staan wreedheid, oneerlijkheid, verslaafdheid,
verdraaiende gedachten en daden.
Natuurlijk kwaad is onafhankelijk van het doen en laten van de mensen. Onder anderen staan
bepaalde ziektes, aardbevingen, stormen, tornado’s, enz. Bij moreel kwaad wordt de mens
verantwoordelijk voor zijn daad (zoals: liegen, vermoorden, verkrachten, enz.) en voor zijn
karaktertrek (zoals: boosaardigheid, jaloezie, enz.)

Natuurlijk kwaad is dus het resultaat van de natuurlijke verschijnselen en niet van de
vrije wil van de mensen.

Moreel kwaad is dus het resultaat van de handelingen (en gedrag) van de mensen die
vanwege hun vrije wil moreel verantwoordelijk zijn voor de keuzes die ze maken (of
hebben gemaakt).

a. Ongegrond (nodeloos) kwaad

Een goed voorbeeld van ongegrond kwaad is dat van de vrouw bij wie wordt geconstateerd dat
ze kanker heeft. Waarom gebeurt dat? Waarom zij en niet een andere? Na zo vele jaren van
chemotherapie, pijn en vreselijke gedachten om echtgenote en kinderen te verlaten, heeft ze
iets moois gehad? Een ander voorbeeld is dat van de moeder die op een dag achteruit ging rijden
bij haar huis om in de garage te komen, maar onwillekeurig haar eigen dochter heeft
doodgereden. Wat voor zin hebben deze twee gebeurtenissen? Als God, een almachtige,
alwetende en algoede God is; waarom liet hij dat gebeuren? Wat voor zin heeft dat?

You might also like