You are on page 1of 24

 Korte herhaling: Situeer kort romantiek en

realisme

 Romantiek
 Midden 19e eeuw – begin 20e eeuw
 Realisme
 Begin 20e eeuw – midden 20e eeuw.
 https://www.youtube.com/watch?v=Qn5vysBkWdM
 Luisterfragment Oppenheimer.

“We knew the world would not be the same. A few


people laughed, a few people cried. Most people
were silent. I remembered the line from the
Hindu scripture, the Bhagavad-Gita; Vishnu is
trying to persuade the Prince that he should do
his duty, and to impress him, takes on his
multi-armed form and says, 'Now I am become
Death, the destroyer of worlds.' I suppose we
all thought that, one way or another.”
 Oefening 2 + Tijdsbeeld p. 136.
 Hoe heeft WOII het wereldbeeld onomkeerbaar
veranderd?
 Holocaust, bombardementen… Wij, mensen zijn in
wezen destructief en beschaving is slechts een
mythe.
 Vrede is slechts wankel.
 Mensheid is niet langer “menselijk”
 Welk verband bestaat er tussen WOII en het
existentialisme?
 Van desillusie naar existentialisme (existentie?)
 Wat is de zin van dit bestaan?
 De mens wordt geboren en sterft, maar alles ertussen
lijkt zinloos.
 Verklaar: “L’enfer, c’est les autres”
 De mens is een hel voor alle andere mensen
 2 Grootste denkers/schrijvers van het
existentialisme:
 Jean-Paul Sartre en Albert Camus
 Sartre het meeste invloed. Vader van het
existentialisme.
 Huis Clos / Gesloten deuren
 Filosofisch, humoristisch werk over drie totaal
verschillende mensen die na hun dood in eenzelfde
kamer bevinden.
 Van hier komt de zin: “L’enfer, c’est les autres”: Ons
bestaan wordt gedefinieerd aan de hand van
anderen.
 Oefening 3. Wat wordt er bedoeld met:
 A: L’existence précède l’essence
 Existentie (zijn) gaat vooraf aan essentie (de zin van
iets). Je definieert jezelf dus door wat je doet. Je bent
wat je doet.

 B: être, c’est se choisir


 Zijn is kiezen: Je keuzes bepalen wie je bent.
 C: Dieu est mort
 God is dood = Hij bestaat niet

 D: Quand Dieu se tait, on peut lui faire dire ce


que l’on veut
 God hoort men niet, dus je kan hem laten zeggen
wat je wil
  Religie is een uitvinding voor de domme massa!
 E: On ne fait pas ce qu’on veut et cependant on
est responsable de ce qu’on est.
 Men doet niet wat men wil, maar men is wel
verantwoordelijk voor wat men is.

 F: L’homme est responsable de ce qu’il est.


 Enkel de mens, en niemand anders, is
verantwoordelijk voor wat hij is.
 G: Être libre, ce n’est pas pouvoir faire ce que
l’on veut, mais c’est vouloir ce que l’on peut.
 Vrijheid betekent niet alles kunnen wat men wil,
maar willen wat men kan
  We moeten beperkingen aanvaarden en de
vrijheid van anderen respecteren
 H: Il n’y a pas de liberté donnée; il faut
conquérir sur les passions, sur la race, sur la
classe, sur la nation et conquérir avec soi les
autres hommes
 Vrijheid is niet vanzelfsprekend, ze moet bevochten
worden voor we ze hebben: op de passies, op het ras,
op de klasse, op de natie en op zichzelf en de
anderen
  Maatschappelijke waarden hebben ons denken
bepaald en beperken onze vrijheid.
 Vooraleer we echt vrij zijn, moeten deze beperkingen
overwonnen worden!
 I: Il n’y a de réalité que dans l’action
 De werkelijkheid bestaan uit acties, uit wat we doen

 J: Chaque homme doit inventer son chemin.


 Iedereen moet zijn eigen weg uitstippelen
 4 Kenmerken van het existentialisme
1. Hoofdvraag = “Wat betekent het voor mij om
mens te zijn?”  Individuele ervaring
2. De mens is geen ding, maar interpreteert de
wereld rondom zich
3. De mens is dus niet van tevoren bepaald! We
zijn dus verantwoordelijk voor onszelf!
4. Het bestaan is zinloos, absurd. De zin van ons
bestaan wordt enkel bepaald door onszelf.
 Belangrijkste om te onthouden voor examen:
 Existentialisme:
 Mens vraagt zich af “Welke zin heeft het leven?”
 Mens denkt dus na over het leven, over de wereld,
stelt zich vragen... Zo bepalen we ons eigen pad!
 Oefening 5:
 Wat is het verschil tussen een krokodil?
 Hoe groener, hoe zwemmer
 Wat zit er in een boom en piept?
 Een nest fietspompjes
 Wat is het verschil tussen een dood vogeltje?
 Zijn ene pootje is even lang
 Waarom dragen zelfmoordpiloten een helm?
 ?
 Absurd?
  Ontbreken van logica.
 Binnen filosofie: De absurditeit, zinloosheid
van het bestaan. Het ontbreken van enige zin.
 Afsplitsing van het existentialisme

 Absurdisme = existentialisme met 1 verschil


 Existentialisme
 Stelt vraag: Heeft ons leven zin?
 Absurdisme
 Beantwoordt die vraag: Neen, leven is zinloos
 Kenmerken
1. Mens staat alleen  Eenzaamheid van de mens
2. Het bestaan is zinloos
3. De mens is ontredderd na WOII en weet niet
meer wie hij is
4. De mens kan ook niet meer communiceren en
dit is te zien in de dialogen
5. Er is geen verhaal, geen plot.
 Fragment “Wachten op Godot” + fragmenten in
boek

  Oefeningen 6 tot 9

You might also like