1

INHOUD

o 1.1 Inleiding

o 1.2 Uitgebreide inventarislijst

o 1.3 Verkorte inventarislijst

Hoofdstuk 1: Inventarislijst en de balans

 I N TROD U C TI E
Op de hoogte zijn van je financiële situatie: je weet zelf wel hoe belangrijk
dat is. Wat kan ik nog besteden? Wanneer krijg ik weer zakgeld, en
wanneer word ik uitbetaald voor mijn bijbaantje? Wie ben ik nog wat
schuldig? Heb ik genoeg om mijn mobiele abonnement te verlengen? En
om te gaan shoppen zonder alleen maar te kijken?
1.1 INLEIDING
 1.1 INLEIDING
Het voeren van een boekhouding of bedrijfsadministratie is voor een bedrijf bij
wijze van spreken van levensbelang.

Er is een verschil tussen de winkelier en de directeur.

• Winkelier: administreert meestal zelf.
• Directeur: heeft zijn afdeling administratie nodig.

Het doel is hetzelfde: weten hoe je ervoor staat zodat je weet wat je je
financieel wel of niet kunt veroorloven.

Behalve dat het voeren van een boekhouding heel verstandig is, is het ook
verplicht.
Ondernemers zijn wettelijk verplicht bij te houden hoe hun zaak financieel
draait.
Hoofdstuk 1: Inventarislijst en de balans
5

1.1 INLEIDING

Omschrijving van de begrippen van administratie en boekhouding:

o Het systematisch verzamelen (collect), vastleggen (record) en verwerken

van gegevens en feiten wordt administreren genoemd.

o De boekhouding is slechts een onderdeel van de administratie. In de

boekhouding worden financiële feiten van de verschillende
onderdelen van de onderneming vastgelegd. Bijvoorbeeld het
vastleggen van personeelsgegevens is wel een onderdeel van
administreren maar niet van boekhouden.

Hoofdstuk 1: Inventarislijst en de balans

6

1.1. INLEIDING
Boekhouden is het regelmatig en volgens vaste regels aantekenen van de
omvang van de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen (de
waarde van de onderneming) van de onderneming en van alle
veranderingen die daarin plaatsvinden.

Hoofdstuk 1: Inventarislijst en de balans

7

LEERDOELEN
o Je maakt kennis met het vakgebied financiële administratie.
o Je weet wat administreren inhoudt en je kent de plaats van de
boekhouding in de administratie.
o Je kunt zowel een uitgebreide als een verkorte inventarisatielijst
opstellen.
o Je kent de indelingen van de balans en de resultatenrekening.

Hoofdstuk 1: Inventarislijst en de balans

I T ’ S N O T A B O U T H AV I N G L O T S
O F M O N E Y. I T ’ S H O W T O
MANAGE IT
-Robert Kiyosaki
O P D R AC H T 1
(BOEK)
HOOFDSTUK 1.2
De uitgebreide inventarislijst
11

V I D E O : I N V E N TA R I S L I J S T

Hoofdstuk 1: Inventarislijst en de balans

12

1.2 U IT G E BR E ID E IN V E N TA R IS L IJ S T

Introductie Inventarislijst
o Iedere ondernemer o Een inventarislijst is
bedenkt voor hij met een volledige lijst van
zijn onderneming alle bezittingen, waarbij
begint, wat hij allemaal tevens wordt
nodig heeft en hoe hij aangegeven hoe deze
aan het geld komt om bezittingen
die zaken te betalen. gefinancierd werden.

Hoofdstuk 1: Inventarislijst en de balans

13
VOORBE E L D: UI T G E BRE I DE I N VE N TA RI S LI JS T

Hoofdstuk 1: Inventarislijst en de balans

14

LET OP! (BELANGRIJK)

o Inventarislijst:

• Te goed bij de bank: Bezittingen (rekening bij de bank)

• Schuld bij de bank: Schulden (lening bij de bank)

Hoofdstuk 1: Inventarislijst en de balans

15

WAT I S H E T V E R S C H I L T U S S E N
HYPOTHECAIRE LENING O/G EN U/G

o O/G betekent opgenomen geld

o U/G betekent uitgeleend geld

Hypothecaire lening is een geldlening met als zekerheid een

onroerend pand (terrein/gebouw = onroerend goed).
16

LET OP! (BELANGRIJK)

oDebiteuren= Afnemers
oCrediteuren= leveranciers

Hoofdstuk 1: Inventarislijst en de balans

 1 . 3 V E R KO R T E
I N V E N TA R I S L I J S T
18
O P D R AC H T 2

Hoofdstuk 1: Inventarislijst en de balans

 EIGEN
VERMOGEN
Bezittingen – schulden= Eigen Vermogen

Eigen vermogen = de waarde van de onderneming

20 O P D R AC H T 3

Hoofdstuk 1: Inventarislijst en de balans

21
V O O R B E E L D V E R KO R T E I N V E N TA R I S L I J S T
 O P D R AC H T 5
22

Hoofdstuk 1: Inventarislijst en de balans

 HUISWERK

• Opgave 4
HUISWERK
Opgave 4
EINDE
26
O P G AV E 4
27
O P G AV E A
28
O P G AV E B
29
O P G AV E C