Professional Documents
Culture Documents
Vraagstuk 1 (a = 5 p. b = 15 p. c = 10 p.)
Een raketslede start vanuit rust met een versnelling van a =
30 + 2.t m/s2 rechtlijnig te bewegen tot zijn snelheid v =
400 m/s bedraagt. Op dat moment begint hij te remmen.
Zijn vertraging is dan a = - 0,003.v2. Dit gaat zo door tot
zijn snelheid gedaald is tot 100 m/s.
a. Bereken de afgelegde afstand gedurende het versnellen
b. Bereken de afgelegde afstand gedurende het vertragen.
c. Bereken de totale reistijd van de raketslede
Vraagstuk 2 (a = 5 p. b = 15 p.)
De massa van een speedboot inclusief zijn passagiers bedraagt
1180 kg. De boot vaart in een cirkelvormige baan met een
radius van 24 m en met een constante snelheid van 6 m/sec.
a. Bereken de grootte en de richting van de resulterende kracht
die op de boot werkt.
b. Als de boot bij een snelheid van 6 m/sec versnelt met 2 m/s 2,
wat is op dat moment dan de grootte en de richting van de
resulterende kracht?
Vraagstuk 3 (a = 10 p. b = 10 p.)
De kraag A (massa 12 kg) bevindt zich op t = 0 in de getoonde
positie. Vanaf t = 0 wordt er gedurende 1,5 s een kracht op
uitgeoefend van F = 24 - 12.t2 N.
a. Bereken de grootte van de stoot die op A wordt uitgeoefend
en de snelheid die hij daardoor na 1,5 seconden heeft.
b. Er is geen wrijving tussen de kraag A en de stang. Bereken
de maximale hoogte h die de kraag zal bereiken?
Vraagstuk 4 (a = 7½ p. b = 5 p. c = 7½ p.)
De veer heeft een veerconstante van k = 700 N/m. De massa
van kraag A is 14 kg en van blok B 18 kg. De kraag A
ondervindt geen wrijving van de stang. Het systeem wordt in
de getoonde positie losgelaten. De veer is dan niet uitgerekt.
a. Bereken de veerenergie als A 0,2 m naar rechts is bewogen.
b. Hoe groot is dan de verandering in potentiële energie van B?
c. Hoe groot is de snelheid die de kraag dan heeft?