Professional Documents
Culture Documents
y
Vraagstuk 3 (a = 5 punten, b = 5 punten, c = 10 punten)
Als de auto aankomt in punt A heeft hij een snelheid van 4
m/sec en een constante versnelling van 0,5 m/s2. De radius van
de bocht is 100 m.
a. Hoe lang doet de auto erover om in punt B te komen?
b. Hoe groot is zijn snelheid in B
c. Hoe groot moet de wrijvingscoëfficiënt tussen de banden
en de weg minimaal zijn om te voorkomen dat de auto in B
uit de bocht vliegt?