POSTMODERNISME / POSTMODERNISTISCH DENKEN

POST=NA het MODERNISME (proberen vernieuwende kunst te maken)

1945-1990

Door wederopbouw na WOII komt vrede en dus welvaart.

Pop Art verheerlijkt de consumptiemaatschappij; collage
In Amerika vindt kruisbestuiving van culturen plaats, al vanuit de slaverij. Kunst en
massacultuur gaan steeds meer samen (publiek bezit bv bandjes/muziek/
grootheden uit de geschiedenis) In 20e eeuw vervaagt het onderscheid ook in
Europa. (gastarbeiders/ massamedia; popmuziek/mobiliteit;reizen.)
Tijd van hippies, Feminisme, gelijke rechten voor homoseksuelen en Afro-Amerikaan,
American Dream: vrijheid en gelijkheid voor alle mensen.

Beeldende Kunst:
- Grenzen vervagen tussen stijlen en disciplines, ook tussen kitsch en
kunst.
- Teruggrijpen op oude bouwstijlen
- ECLECTICISME: combinatie van verschillende stijlen uit het verleden,
vaak Klassieke Oudheid.(vb. zuilen, tympaan)
- Alles kan en mag: kleur, decoratie
- Uitvergrootte klassieke bouwelementen
- Experiment nieuwe technieken en materialen. (idee kan ook een kunstwerk
zijn (conceptuele kunst) en lichaam ook kunstobject (bodyart)
- Fotografie en film zijn geen hulpmiddel meer maar een autonome kunstvorm.
- Computers kunnen bewerken; digitale kunst ontstaat. Daardoor verandert
positie kunstenaar.
- ‘Less is a bore’ (postmodernisme) i.t.t. ‘less is more’(modernisme)
- Form follows fun:

POSTMODERNE RICHTINGEN:
- Ontbreken van de werkelijkheid/waarheid staat centraal in de filosofie van het
POSTMODERNISME. Het idee dat iets een vaste werkelijkheid heeft wordt
losgelaten. Betekenis hangt dus af van de interpretatie, je persoonlijke
geschiedenis en context.
- Intertekstualiteit; Alle kunst die ooit is gemaakt staat met elkaar in verbinding.
Oorsprong is niet belangrijk

Bofill: zuilen uitvergroot/citeert Jeff Koons: Michael Jackson met Bubbles: grens
kitsch en kunst vervaagt