Professional Documents
Culture Documents
Borstvoeding
De bacteriën worden in eerste instantie van de moeder naar het kind overgedragen verticale
transmissie.
Verticale transmissie: uitwisseling van bacteriën tussen generaties
Horizontale transmissie: uitwisseling van bacteriën zonder dat er een familierelatie is tussen de twee
Microhabitats
- Mucosa: wang, gehemelte, tong, etc.
- Gingivagroeve (GCF)
- Tand: glad, fissuur, approximaal
Er zijn veel verschillende microhabitats in de mond en daarom leven er ook zoveel verschillende
bacteriën in de mond. Het kan zo zijn dat de ene bacterie een afvalproduct produceert wat weer een
voedingsstof is voor een andere bacterie. Aan de ene kant kunnen bacteriën dus afhankelijk zijn van
elkaar, maar ze kunnen ook elkaar bevechten voor voedingsstoffen en zuurstof.
Biofilm vorming
- Hard, stabiel oppervlak (tand)
- Vloeistof (speeksel)
- Nutriënten (eiwitten, suikers)
Biofilm stadia
Eerst gaan specifieke bacteriën zich hechten die zich goed op hard oppervlak kunnen hechten. Deze
gaan zich delen en uiteindelijk wordt een nieuw milieu gevormd waarin ook andere organismen zich
kunnen vestigen. De samenstelling verandert en wordt steeds groter. Deze veranderingen noemen
we successie.
Bacteriën op de tand
Al vrij snel na het poetsen van de tanden gaan micro-
organismen zich vestigen op de tand. Je ziet hier coccen
maar ook staafvormige bacteriën. De bacterie linksboven
is waarschijnlijk een ontstekingscel.
Samenstelling pellicle
- Glycoproteïnen
- Fosfoproteïnen
- Lipiden
- GCF componenten
- Producten bacteriën
- Resten dode bacteriën
De bacteriën hechten meestal niet rechtstreeks op het tandoppervlak. In eerste instantie wordt
vanuit het speeksel een dun eiwitlaagje afgezet op het glazuur: de pellice. Na enkele uren kunnen
zich ook de eerste bacteriën hechten aan deze pellicle.
Pioniers op de pellicle
Bacteriën en PMN
De pioniers gaan uitgroeien en vormen een laagje
op het tandoppervlak. Dan kunnen er ook andere
bacteriën hechten en is er een opeenvolging van
soorten successie.
Successie
De anaerobe bacteriën
beginnen na een paar dagen
al enorm toe te nemen. Dit
komt doordat de biofilm
dikker wordt en onderin
wordt alle zuurstof verbruikt,
waardoor je daar een
anaeroob milieu krijgt.
De aerobe soorten nemen
wat af, want die kunnen
alleen aan het oppervlak van
de biofilm groeien.
Biofilm op de tanden
Biofilm geeft aan dat het een ecologische levensgemeenschap is van tientallen bacteriën op de
tanden.
Na ongeveer een week ontstaat er een evenwicht (homeostase). Dit komt doordat de
voedingsstoffen, met name onderin, een beperkende factor zijn en omdat er ook mechanische
afschuring is, bijvoorbeeld met je tong of door het eten, waarbij de plaque wordt verwijderd.
Doorsnede biofilm
Maïskolfstructuur
Er is een groot verschil in de morfologie van bacteriën.
- Langwerpige bacteriën, staafjes
- Filamenten nog langer en dun
- Spirogeten spiraalvorminge bacteriën
Maïskolfstructuur: coccen gehecht aan een (filamenteus) staafje. De een is voor zijn voeding
afhankelijk van de ander en ze vormen een soort voedselketen.
Kolonisatieweerstand
- Bezetting van hechtingsplaatsen
- Competitie voor nutriënten
- Ongunstig milieu voor andere micro- organismen
- Productie remmende factoren
Plaquemonster
Er zitten veel verschillende soorten bacteriën
in de biofilm op de tanden.
Spirocheet
Spirocheten zijn pathogene micro-
organismen. Ze komen altijd wel voor
in hele lage aantallen, maar onder
bepaalde omstandigheden kunnen ze
een ziekteproces veroorzaken
(gingivitis en parodontitis).
Biofilm in de fissuur
Diep in de fissuren zit eigenlijk het biofilm wat er
heel lang blijft zitten. Dat krijg je ook niet
weggepoetst.
Voedselketen
Streptococcus eet glucose, hij produceert daardoor
melkzuur en dit is weer een voedingsbron voor veillonella.
Mutans op de tand
De aanwezigheid van een pathogene
bacterie (bijvoorbeeld s. mutans)
betekent niet meteen dat daar een
carieus proces aan de gang is.
Cariogene eigenschappen
- Suikertransport en zuurproductie
- Resistent tegen lage pH
- Productie van IPS en EPS
Extracellulaire polysachariden is de matrix die ze om zich heen maken. Dit draagt bij aan de hechting
aan het biofilm waardoor ze minder makkelijk wegspoelen met het speeksel.
Intracellulaire polysachariden is reservevoedsel wat binnen de cel is opgeslagen.
Zoetfrequentie
De frequentie van het
suikergebruik is een van
de belangrijkste factoren
van cariës. Bij het
innemen van suiker
verandert de pH en treedt
er demineralisatie op. Dit
is niet perse erg, als er
maar genoeg tijd is voor
de pH om weer neutraal
te worden en om
remineralisatie te krijgen.
Als je heel vaak achter
elkaar zoetigheid eet, zit
de pH heel vaak onder de
5,5 (kritische pH) waardoor er geen remineralisatie kan optreden.