Professional Documents
Culture Documents
Innovation: “Innovation is the ability to conceive, develop, deliver and scale new products,
services, processes and business models for customers”
McKinsey
Innovatieruimte
Wat maakt een innovatie succesvol?
Inleven in een bepaalde situatie (Empathize): wat is er precies aan de hand? Wat
gebeurt er, wie
spelen een rol, wat doen, denken en willen mensen? Design Thinking besteedt veel
aandacht aan de
mens, veelal de klant, maar het kan ook gaan om andere belangengroepen
(stakeholders). Inleven in
een ander vereist uitgebreid klantonderzoek, niet alleen interviews maar ook
observatie en
etnografie8. Om echt te begrijpen wat belangrijk is voor klanten is het nodig de wereld
waar te nemen
vanuit hun perspectief.
Definiëren (Define): in deze fase bepaal je wat het werkelijke probleem is dat je gaat
oplossen. Bepaal
voor wie je dat gaat doen en wat de succesindicatoren zijn. Probeer hier oude ideeën
en aannames
uit je hoofd te zetten.
Door dit zo exact mogelijk in kaart te brengen, in woord en beeld (bijvoorbeeld foto’s,
video’s en
stroomschema’s), wordt niet alleen duidelijk wat er speelt, maar ook waarover nog
niet genoeg
informatie bekend is.
Bedenken (Ideate – divergerend denken): dit is de creatieve fase waarin zo veel
mogelijk out of the box
ideeën worden bedacht. Hierbij kan je gebruik maken van verschillende
creativiteitsmethoden. Ook
in deze fase is er weer veel aandacht voor verhalen, visuele hulpmiddelen, zoals
plaatjes en
tekeningen, en communicatie met alle belanghebbenden.
Testen: het prototype wordt getoond aan of gebruikt door klanten. Bij Design Thinking
is testen vooral
leren: welke aspecten van de oplossing blijken bruikbaar, welke niet, wat hebben we
geleerd over
wat we nog niet weten (stap 1), welke fouten zaten er in de definitie van het probleem
(stap 2), in
8 Etnografisch onderzoek: een vorm van observerend klantonderzoek waarbij onderzoekers actief
participeren in het
dagelijks leven van klanten.
9 In een volgende theoriesessie gaan we dieper in op de verschillende testmethodes.
Hoofdstuk 2 en 3: Exploration to problem statement canvas
Exploration Stage
1. Vertrek vanuit jezelf: onderscheid je van de rest kom uit je comfort zone
Problem-Solution FIT
Het leggen van verbindingen kan leiden tot nieuwe inzichten en innovatieve ideeën.
Creatieve technieken
Deze technieken helpen bij het genereren van nieuwe ideeën en het stimuleren van
creatieve processen.
Vb: Apple
Vb:
Stap 1: Beschrijf je doelgroep/klant: voor wie is je product of dienst bedoeld? Dit geeft je de
juiste FOCUS!
Stap 2: Beschrijf de klantbehoefte/het probleem: welk probleem wil je oplossen?
Stap 3: Beschrijf je oplossing: hoe lost dit het probleem van de klant op?
Stap 4:Hoe ga je geld verdienen met je oplossing? Beschijf je verdienmodel(len)
Stap 5:Maak een tekening van je oplossing. Dit helpt je om je concept te pitchen naar
derden!
Founder/market fit
Radicaliteit
Hoofdstuk 6: Innovatie Ecosysteem
Corporate Innovation op drie niveaus:
1. het strategische niveau (algemene richting, portefeuille-doelstellingen)
2. de dagdagelijkse praktijk
3. managerieel (vastleggen van praktisch kader en bewaken van doelstellingen)
Strategisch innovatiemanagement
= is het vermogen van een bedrijf om in volwassen markten te concurreren met volwassen
technologieën, waarbij operationele efficiency en incrementele verbeteringen vooropstaan,
MAAR
waar tegelijkertijd nieuwe markten worden verkend met nieuwe technologieën, waarbij de
nadruk ligt op flexibiliteit en experimenteren. (Ambidexterity)
Innovatie moet een onderdeel zijn van en moet passen binnen de overkoepelende
strategische doelstellingen van het bedrijf.
Topmanagement
Een bedrijf moet verschillende stappen volgen om innovatie te beheren naast de reguliere
taken.
Het topmanagement moet actief meewerken en akkoord gaan met innovatie. Ze moeten
flexibel omgaan met verschillende strategieën en zorgen dat middelen worden gedeeld
tussen winstgevende huidige producten en toekomstige producten met verschillende
succescriteria.
Deel 1: Innovatiestrategie
1. Innovatiethesis
Innovatieportfolio-management
Kies je moment.
Kies de juiste leider.
Creëer een topteam.
Wees duidelijk over de opdracht van het innovatie-team.
Voorzie een adequaat budget (koken kost geld)
Weet waarom je innoveert en leg dat doordacht vast als strategische doelstelling.
Deel 3: Innovatiemanagement
1. Innovatieframework
Om de innovatiethesis en portfolio te beheren, is er een framework nodig om
het traject van zoeken naar uitvoeren te managen. (Van uitvinding naar
commercieel succes.)
Het is een gedeelde taal om zo binnen een bedrijf te communiceren nl. in
welke fase bevindt een product of bedrijfsmodel zich. Op basis hiervan kan
een bedrijf zijn investeringsbeslissingen en productontwikkeling managen.
2. Innovatieaccounting
Net zoals bedrijven meten of ze hun doelen bereiken met behulp van KPI's, is
het voor innovatie ook van groot belang om succes te definiëren en te meten.
Dit is niet alleen nuttig om teams richting te geven in hun werk, maar het
geeft ook concreet vorm aan de grotere strategische doelen van het bedrijf.
Zonder duidelijke KPI's voor innovatie wordt het lastig om de teams te leiden
en kan de innovatiestrategie van het bedrijf onduidelijk zijn.
1. Meten hoe goed innovatie bijdraagt aan het grote plaatje van ons
bedrijf (hoe effectief is ons innovatiebeleid op strategisch niveau).
2. Evalueren of onze processen, middelen en mensen goed werken voor
innovatie (hoe goed werkt ons innovatiekader in de praktijk).
3. Begrijpen hoe goed ons gekozen innovatiekader presteert.
4. In staat zijn om slimme beslissingen te nemen voor individuele
projecten.
5. Zorgen dat we onze mensen en middelen goed benutten voor
dagelijkse innovatie.
6. Budgetten toewijzen en investeringsbeslissingen nemen op basis van
de doelen die we willen bereiken met onze innovatieprojecten.
KPI
De Lean Startup-methode stelt dat het geheim van een succesvolle start-up actiegericht zijn
is. Oprichters beginnen met het begrijpen van aannames over hun bedrijf via een Business
Model Canvas. Ze zetten hun vragen om in testbare hypothesen en bouwen snel en
goedkope Minimal Viable Products (MVP's) om deze te testen. Als de tests succesvol zijn,
geweldig! Zo niet, dan passen ze zich aan en wijzigen ze hun product of markt op basis van
feedback. Ze blijven experimenteren totdat ze een product-marktfit bereiken met bewezen
vraag naar hun product.
De onderdelen van de Lean Canvas:
1. Probleem (Problem): Een duidelijke beschrijving van het probleem of de behoefte die
je wilt oplossen voor je doelgroep.
2. Doelgroep (Customer Segments): Duidelijke identificatie van je doelgroep of
klantsegmenten.
3. Oplossing (Solution): Hoe gaat jouw product of dienst het probleem van de klant
oplossen? Een beknopte beschrijving van je oplossing.
4. Unieke Waardepropositie (Unique Value Proposition): Wat maakt jouw product of
dienst uniek en waardevol voor klanten?
5. Kanalen (Channels): De manieren waarop je jouw product of dienst aan de klant
levert, of hoe je de klant bereikt.
6. Inkomstenstromen (Revenue Streams): Hoe en waar je geld verdient met je product
of dienst.
7. Kostenstructuur (Cost Structure): De belangrijkste kosten die gepaard gaan met het
runnen van je bedrijf.
8. Kernactiviteiten (Key Metrics): Belangrijke cijfers en statistieken die je helpen de
prestaties van je bedrijf te meten.
9. Kernpartners (Unfair Advantage): Eventuele partnerschappen of hulpbronnen die je
een oneerlijk voordeel geven ten opzichte van de concurrentie.
Validatie
= Validatie is het proces van het bevestigen en controleren van de juistheid, effectiviteit of
geschiktheid van iets, zoals een product, idee, methode, of systeem. Het zorgt ervoor dat wat
wordt beweerd of ontwikkeld ook daadwerkelijk klopt en bruikbaar is.
Experimenteren helpt om vaag ideeën concreet te maken en te testen of ze kansrijk zijn voor
je bedrijf. Het doel is leren en verbeteren. Na een experiment beslis je of je doorgaat met het
idee of het aanpast (iteratie). Zo verminder je risico en onzekerheid, waardoor je zekerder
bent dat je je budget effectief inzet.
4. Scepsis! Geloof niet in je eigen slimmigheidjes. Een product lanceren obv vertrouwen
leidt veel vaker tot een mislukking dan tot een succes.
5. Empirisme
Beslissingen nemen obv informatie en bewijs ipv vertrouwen. “GET OUT OF THE
BUILDING
Testfase
1. De aannames
2. Kies je test
3. Ontwerp je test
4. Ga out-of-the building en test
5. Beoordeel het resultaat en pas aan indien nodig
1. De aannames ( = assumpties)
Vragenlijst
• Kies een test die past bij de aanname die je wilt controleren en die snel en goedkoop
is. Zorg ervoor dat het experiment realistisch is voor de klant, zodat je echte reacties
en gedrag kunt observeren en valideren
• We werken met een vragenlijst die op voorhand wordt opgesteld. Doordat alle
groepsleden “dezelfde” vragen stellen, is het eenvoudiger om achteraf een synthese
te maken en conclusies te trekken.
• We combineren de vragenlijst ALTIJD met gedrag uitlokken.
• Op die manier vragen we niet enkel de mening van de klant maar kijken we ook via
gedrag de wenselijkheid van het concept.
Gedrag uitlokken
• Soms is het waardevoller om niet prijs te geven dat je product / dienst nog niet
bestaat.
• Je doet alsof en creërt via omwegen een realistische situatie.
• Je bestudeert hoe je potentiële klant reageert op de testomgeving.
• (Nadat potentiële klanten de actie uitvoeren, laat je pas weten dat het om een test
gaat.)
3. Ontwerp je test
Hoe ga je de test praktisch aanpakken?
Hoe ga je je concept voorstellen?
Waar ga je de test laten plaatsvinden?
Wanneer ga je de test doen?
Wie voert de test uit? Gaat er een extra student mee om te noteren?
“Wij geloven dat milieubewuste jongeren tussen 14-20 jaar uit Antwerpen onze early
adopters zijn.”
“Als we 60 mensen uit onze doelgroep onze toelichtingsvideo bezorgen zal binnen de
3 dagen 70% van hen deze video delen.“
Wees op voorhand ook duidelijk wat de gevolgen voor je project zijn als de minimale
faalcriteria niet gehaald worden. Stoppen? Terugkeren en aanpassen (=pivoteren).
Nog een experiment opzetten? Samenvatting: maak jezelf niets wijs en leer uit je
resultaten.
• Oogcontact
• Glimlachen
• Handgebaren
• Kleding
• Houding
• Gebruik de ruimte
• Toon
• Volume
• Snelheid
• Stiltes
• Uitspraak
• Stopwoorden: EUH, in feite, eigenlijk…
Structure
• Intro
• Body
• Conclusion
INTRO: ICE BREAKER
• Waarom? VERTROUWEN en AANDACHT opwekken!
• Presenteer jezelf, niet je project!
• Voorbeelden: een anekdote, verhaal, link naar actueel nieuws, feitjes, vraag aan
publiek…
• Houd het kort!
• Geen slides!
BODY:
• Wat is je business en de waarde voor je klant?
• Wat is het probleem + hoe gevalideerd?
• Wie is/zijn je doelgroep/early adopters?
• Wat is je oplossing + hoe gevalideerd?
• Wat is je business model? Is er een logisch verdienmodel en is er een voldoende
grote markt?
• Positie in de markt/USP
• Welke onzekerheden zitten er nog in je verhaal en hoe wil je die gaan onderzoeken de
komende 2 maanden?
CONCLUSIE:
• Geen nieuwe info
• Refereer aan kernboodschap
• Zorg voor een call to action!
• De aandacht van overheden en bedrijven voor innovatie heeft een waar ecosysteem
laten ontstaan rond:
– netwerken & contacten,
– verschaffen / uitwisselen van kennis en advies,
– financiering,
– subsidies
– Infrastructuur (een dak boven het hoofd van de startende ondernemer)
• In de volgende dia’s vind je een aantal voorbeelden van initiatieven, concepten en
spelers uit het innovatie-wereldje waar jij als ondernemer gebruik van kan maken.