You are on page 1of 26

Innovatief Ondernemen

Hoofdstuk 1. Belang van innovatie


Creatieve destructie: vernietiging van oude structuren en de opkomst van nieuwe innovaties
+ ondernemers zijn belangrijkste aanjager = entrepreneurship
 Joseph Schumpeter
Vb: Nokia, Kodak,..

Innovation: “Innovation is the ability to conceive, develop, deliver and scale new products,
services, processes and business models for customers”
 McKinsey

Innovatieruimte
Wat maakt een innovatie succesvol?

 Inleven in een bepaalde situatie (Empathize): wat is er precies aan de hand? Wat
gebeurt er, wie
spelen een rol, wat doen, denken en willen mensen? Design Thinking besteedt veel
aandacht aan de
mens, veelal de klant, maar het kan ook gaan om andere belangengroepen
(stakeholders). Inleven in
een ander vereist uitgebreid klantonderzoek, niet alleen interviews maar ook
observatie en
etnografie8. Om echt te begrijpen wat belangrijk is voor klanten is het nodig de wereld
waar te nemen
vanuit hun perspectief.

 Definiëren (Define): in deze fase bepaal je wat het werkelijke probleem is dat je gaat
oplossen. Bepaal
voor wie je dat gaat doen en wat de succesindicatoren zijn. Probeer hier oude ideeën
en aannames
uit je hoofd te zetten.
Door dit zo exact mogelijk in kaart te brengen, in woord en beeld (bijvoorbeeld foto’s,
video’s en
stroomschema’s), wordt niet alleen duidelijk wat er speelt, maar ook waarover nog
niet genoeg
informatie bekend is.
 Bedenken (Ideate – divergerend denken): dit is de creatieve fase waarin zo veel
mogelijk out of the box
ideeën worden bedacht. Hierbij kan je gebruik maken van verschillende
creativiteitsmethoden. Ook
in deze fase is er weer veel aandacht voor verhalen, visuele hulpmiddelen, zoals
plaatjes en
tekeningen, en communicatie met alle belanghebbenden.

 Prototype (convergerend denken): In deze fase kies je de beste oplossingen. Na een


aantal iteraties
ontstaat een beeld van hoe de oplossing eruit zou kunnen zien, deze wordt zo snel
mogelijk toonbaar
gemaakt voor klanten. Het prototype hoeft de definitieve oplossing niet dicht te
benaderen, veel
belangrijker is dat het zodanig wordt vormgegeven dat klanten kunnen zien of deze
oplossing voor
hen bruikbaar is. Dus een plaatje is beter dan tekst en een fysiek prototype is nog
beter, desnoods
van piepschuim of uit een 3D-printer. 9

 Testen: het prototype wordt getoond aan of gebruikt door klanten. Bij Design Thinking
is testen vooral
leren: welke aspecten van de oplossing blijken bruikbaar, welke niet, wat hebben we
geleerd over
wat we nog niet weten (stap 1), welke fouten zaten er in de definitie van het probleem
(stap 2), in
8 Etnografisch onderzoek: een vorm van observerend klantonderzoek waarbij onderzoekers actief
participeren in het
dagelijks leven van klanten.
9 In een volgende theoriesessie gaan we dieper in op de verschillende testmethodes.
Hoofdstuk 2 en 3: Exploration to problem statement canvas

Exploration Stage

1. Vertrek vanuit jezelf: onderscheid je van de rest  kom uit je comfort zone

2. Trends hebben een invloed op je businnes dus daarop inspelen


3. Niet elk probleem of toepassingsgebied is even goed gedefinieerd of gekend. Dit
leidt tot andere types van innovaties en andere innovatiemethodes

Problem-Solution FIT

Welk probleem ervaren mensen; kies je doelgroep


Kom uit je kot/ comfort zone en begin te onderzoeken dus neem interviews op, ga
discussieren/praten met je doelgroep over het probleem. Sta achter je product.
Vind de juiste doelgroep en probeer hen aan te spreken. Geen ja/nee vragen stellen. Probeer
meer te bevragen. Het doel is dat je 20% praat en de ondervraagde 80% spreekt. Stel vooral
vragen met why. Ga niet meteen vragen of ze geinteresseerd zijn in je product. Probeer
weinig stiltes te houden. Probeer niet tegen te spreken, maar vooral te luisteren en zeker niet
onderbreken. Ga voor feiten. Het doel van deze gesprek is om meer informatie uit te halen
van de ondervraagden en niet te verkopen. Probeer een antwoord te krijgen op de 5W
vragen. Op het einde gaan we analyseren/ synthese maken
Hoofdstuk 4 en 5: creativiteit
Creativiteit komt vanuit je onderbewustzijn

Divergent denken verwijst naar het vermogen om verschillende ideeën, perspectieven en


mogelijkheden te genereren. Het gaat om het verbreden van denkpaden, het verkennen van
verschillende oplossingen en het loslaten van traditionele denkpatronen.

Verbeelding (imagination) is het beginproces van creativiteit


 zonder verbeelding gebeurt er niks

Het leggen van verbindingen kan leiden tot nieuwe inzichten en innovatieve ideeën.

1. Brainstormstartzin, de start van de divergentiefase


2. In deze fase probeer je zo veel mogelijk nieuwe oplossingen te vinden voor het
geformuleerde probleem. Hierbij zijn alle ideeën welkom.

Creatieve technieken

Creatieve technieken zijn gestructureerde methoden of benaderingen die worden gebruikt


om creatief denken te stimuleren. Enkele veelgebruikte technieken zijn:
• Brainstorming
• Mindmapping
• Lateraal denken
• Analogieën gebruiken
• Provocatieve vragen stellen
• Het doorbreken van bestaande denkpatronen

Deze technieken helpen bij het genereren van nieuwe ideeën en het stimuleren van
creatieve processen.

Stille purge vs groups ideation


Individueel denken naar oplossingen, op eigen tempo vs in groep denken, dynamiek

In een volgende fase kunnen teamleden hierop aanvullen, ideeën combineren,…


3. Convergeren/ Concept cards
= Komen tot één oplossing
• Love Babies
• BrainDump
• COCD-box

Vb: Apple

Vb:

- Freemium  LinkedIn, Spotify


- Abonnementsmodel  Basic Fit, HelloFresh
- Advertentiemodel  Facebook, Google
- Online platformmodel  Air BNB
Concept Cards

Stap 1: Beschrijf je doelgroep/klant: voor wie is je product of dienst bedoeld? Dit geeft je de
juiste FOCUS!
Stap 2: Beschrijf de klantbehoefte/het probleem: welk probleem wil je oplossen?
Stap 3: Beschrijf je oplossing: hoe lost dit het probleem van de klant op?
Stap 4:Hoe ga je geld verdienen met je oplossing? Beschijf je verdienmodel(len)
Stap 5:Maak een tekening van je oplossing. Dit helpt je om je concept te pitchen naar
derden!
Founder/market fit
Radicaliteit
Hoofdstuk 6: Innovatie Ecosysteem
Corporate Innovation op drie niveaus:
1. het strategische niveau (algemene richting, portefeuille-doelstellingen)
2. de dagdagelijkse praktijk
3. managerieel (vastleggen van praktisch kader en bewaken van doelstellingen)

Strategisch innovatiemanagement
= is het vermogen van een bedrijf om in volwassen markten te concurreren met volwassen
technologieën, waarbij operationele efficiency en incrementele verbeteringen vooropstaan,
MAAR
waar tegelijkertijd nieuwe markten worden verkend met nieuwe technologieën, waarbij de
nadruk ligt op flexibiliteit en experimenteren. (Ambidexterity)

Exploiteren: staat voor verfijnen, kiezen, produceren, selecteren, uitvoeren en efficiency.


Exploiteren is verbeteren; een natuurlijk proces als de ervaring toeneemt.
Exploreren: staat voor experimenteren, zoeken, variëren, risico nemen, spelen en ontdekken.
Dit leidt tot nieuwe producten, diensten en processen.
Ze vullen elkaar aan maar zijn ook elkaars concurrenten. Ambidexterity.

Innovatie moet een onderdeel zijn van en moet passen binnen de overkoepelende
strategische doelstellingen van het bedrijf.

Topmanagement

Een bedrijf moet verschillende stappen volgen om innovatie te beheren naast de reguliere
taken.

Het topmanagement moet actief meewerken en akkoord gaan met innovatie. Ze moeten
flexibel omgaan met verschillende strategieën en zorgen dat middelen worden gedeeld
tussen winstgevende huidige producten en toekomstige producten met verschillende
succescriteria.

Deel 1: Innovatiestrategie

1. Innovatiethesis

 Innovatiestrategie is eigenlijk hetzelfde als de gebruikelijke strategie van een


bedrijf, maar het vindt plaats in een meer onzekere omgeving. Bedrijven
vinden het lastig te bepalen waar ze zich op moeten richten, hoe ze dat
moeten doen, en tegen welke kosten. Een Innovatiethesis is een handig
hulpmiddel om met die onzekerheden om te gaan. Het is in feite de visie van
het bedrijf op innovatie, geformuleerd als een stelling die nog bewezen moet
worden. Op deze manier omarm je de onzekerheden die bij innovatie horen,
zelfs in je strategisch denken.
What:
 Een innovatiethesis is als een glimp in de toekomst van een bedrijf, zeg maar
3, 5 tot 10 jaar vooruit. Het bevat ideeën over hoe het bedrijf kan profiteren
van nieuwe ontwikkelingen. Managers gebruiken dit om te beslissen welke
ideeën ze willen uitproberen en welke niet. Ze testen deze ideeën en leren
ervan om hun toekomstplannen aan te passen.
Why:

 Het stelt strategische grenzen, duidelijkheid waarin we wel en waarin niet


investeren. Dit kan een bevrijdend effect hebben op vernieuwers.
 Zorgt voor focus waardoor het bedrijf zijn geld veel beter investeert. Het
bedrijf ontwikkelt expertise op bepaalde gebieden waardoor het inzicht krijgt
in wat wel of niet werkt.
 Biedt een heldere visie aan het management en werknemers en maakt het
duidelijk waarom financieel succesvolle bedrijfsonderdelen hun bronnen
zouden moeten delen met nieuwe bedrijfsonderdelen of innovatielabs.;
 Leidraad tot het meten van succes. Het valideren van de experimenten.
 Niet in steen gebeiteld.
How:

 STAP 1: analyseer de huidige situatie:


Analyseer je huidig(e) business model(len) en kernproducten
Welke van onze huidige producten/diensten zijn aan het eind van hun
levensduur?
 STAP 2: onderzoek de toekomst (3-5-10 jaar).
Welke opkomende trends zijn er op dit moment in de samenleving, economie
en technologie waar te nemen?
Welke technologieën staan nog in hun kinderschoenen maar kunnen op de
lange termijn van invloed zijn op onze bedrijfstak?
Welke markten willen wij betreden om daarin verder te groeien?
Wat zijn binnen de waargenomen trends bedreigingen en kansen voor onze
bedrijfsmodellen?
Zijn er nieuwe concurrenten binnen of buiten onze bedrijfstak?
 STAP 3: Hoe denken wij dat innovatie ons kan helpen adequaat te reageren
op belangrijke opkomende trends?
Gaan we voor open innovatie?
Maken we de nieuwe diensten en producten zelf.
Werken we samen met startups (of zelfs overnemen)
 STAP 4: Keuzes maken.
Welke gebieden moeten wij verder verkennen in onze zoektocht naar nieuwe
bedrijfsmodellen die ons bedrijf in stand kunnen houden?
Welke gebieden gaan we betreden en waarin gaan wij investeren en welke
zeker niet?
 STAP 5: Hoe ziet het bedrijf er in 3–5–10 jaar uit ?
Welke resultaten verwachten wij te behalen als wij ons innovatieproces
doorvoeren? Waaruit zal ons succes bestaan?
2. Innovatieportfolio

 De innovatiethesis helpt een bedrijf om gestructureerd te bepalen waar het


naartoe wil met innovatie. Met de innovatieportfolio, oftewel het beheer van
innovatieprojecten, geeft het bedrijf concreet vorm aan die innovatiedoelen.
Dit gebeurt door de lopende en geplande projecten te bekijken, hun
voortgang, gebruikte middelen en resultaten in kaart te brengen.

Innovatieportfolio-management

- laat toe om te bepalen of de portfolio in lijn is met de innovatiestrategie en


waar er moet bijgestuurd worden (verandering in portfolio? of innovatiethesis
bijsturen?)
- laat toe om op gerichte manier de financiële objectieven na te streven, o.a.
door sturing in de allocatie van middelen (bijvoorbeeld stoppen van bepaalde
type projecten)
- laat toe aan risico-management te doen (bijv. maximum 20% hoog-risico
projecten)
- laat toe het innovatieproces te beoordelen en bij te sturen
- brengt objectiviteit in het selectieproces van projecten.

Wat voor soort innovatie beogen we vooral ? Antwoord in de innovatiethesis.


En realiseren we dat? Antwoord in de innovatieportfolio
DEEL 2: Innovation practice

 Kies je moment.
 Kies de juiste leider.
 Creëer een topteam.
 Wees duidelijk over de opdracht van het innovatie-team.
 Voorzie een adequaat budget (koken kost geld)

Weet waarom je innoveert en leg dat doordacht vast als strategische doelstelling.

Innovatie in de praktijk: leg uit waar je mee bezig bent

 Het is belangrijk om duidelijk te zijn over de opdracht die de innovatoren in


het bedrijf hebben, wat ze willen bereiken. Ambidexterity (‘twee-
handigheid’) vraagt een duidelijke communicatie. Als de linkse hand niet
weet wat en waarom de rechtse hand iets doet, zal het niet lukken.

Deel 3: Innovatiemanagement

Om de bedrijfsvisie dagelijks te realiseren, is effectief innovatiemanagement essentieel. Stel


duidelijke doelen die leiden tot een winstgevend business model, terwijl je de strategische
visie en gewenste portfolio behoudt. Zorg voor efficiëntie in de uitvoering en blijf flexibel om
veranderingen in de markt aan te kunnen.

1. Innovatieframework
 Om de innovatiethesis en portfolio te beheren, is er een framework nodig om
het traject van zoeken naar uitvoeren te managen. (Van uitvinding naar
commercieel succes.)
 Het is een gedeelde taal om zo binnen een bedrijf te communiceren nl. in
welke fase bevindt een product of bedrijfsmodel zich. Op basis hiervan kan
een bedrijf zijn investeringsbeslissingen en productontwikkeling managen.
2. Innovatieaccounting

 Net zoals bedrijven meten of ze hun doelen bereiken met behulp van KPI's, is
het voor innovatie ook van groot belang om succes te definiëren en te meten.
Dit is niet alleen nuttig om teams richting te geven in hun werk, maar het
geeft ook concreet vorm aan de grotere strategische doelen van het bedrijf.
Zonder duidelijke KPI's voor innovatie wordt het lastig om de teams te leiden
en kan de innovatiestrategie van het bedrijf onduidelijk zijn.

 Met KPI's willen we:

1. Meten hoe goed innovatie bijdraagt aan het grote plaatje van ons
bedrijf (hoe effectief is ons innovatiebeleid op strategisch niveau).
2. Evalueren of onze processen, middelen en mensen goed werken voor
innovatie (hoe goed werkt ons innovatiekader in de praktijk).
3. Begrijpen hoe goed ons gekozen innovatiekader presteert.
4. In staat zijn om slimme beslissingen te nemen voor individuele
projecten.
5. Zorgen dat we onze mensen en middelen goed benutten voor
dagelijkse innovatie.
6. Budgetten toewijzen en investeringsbeslissingen nemen op basis van
de doelen die we willen bereiken met onze innovatieprojecten.

KPI

In innovatie zijn KPI's anders dan in traditionele bedrijfsvoering, bijvoorbeeld


de "Go" versus "No-Go" verhouding. Het meten is belangrijk, maar niet alle
metingen helpen bij sturing. Wees zuinig met KPI's en kies alleen degenen die
duidelijk zijn en echt helpen bij besluitvorming. Gebruik KPI's op een manier
die past bij de verantwoordelijkheden, zoals algemene KPI's voor het
topmanagement en specifieke governance KPI's voor de innovatieafdeling. Dit
zorgt voor doelgerichte metingen die effectief bijdragen aan het beheren van
innovatie.
 "Corporate innovation" is een omstreden onderwerp. Sommigen geloven dat
echte innovatie in grote bedrijven moeilijk is vanwege bestaande
bedrijfsculturen die vernieuwers belemmeren. Daarom creëren sommige
bedrijven aparte eenheden of investeren ze in start-ups voor innovatie.
Anderen willen juist dat innovatie zichtbaar is in het hele bedrijf en
benadrukken de wisselwerking tussen oud en nieuw.
Hoofdstuk 7 en 8: Solution en Product – Market Fit
Tijd om onze wilde ideeën te testen om ze hopelijk te kunnen valideren.

De Lean Startup-methode stelt dat het geheim van een succesvolle start-up actiegericht zijn
is. Oprichters beginnen met het begrijpen van aannames over hun bedrijf via een Business
Model Canvas. Ze zetten hun vragen om in testbare hypothesen en bouwen snel en
goedkope Minimal Viable Products (MVP's) om deze te testen. Als de tests succesvol zijn,
geweldig! Zo niet, dan passen ze zich aan en wijzigen ze hun product of markt op basis van
feedback. Ze blijven experimenteren totdat ze een product-marktfit bereiken met bewezen
vraag naar hun product.
De onderdelen van de Lean Canvas:

1. Probleem (Problem): Een duidelijke beschrijving van het probleem of de behoefte die
je wilt oplossen voor je doelgroep.
2. Doelgroep (Customer Segments): Duidelijke identificatie van je doelgroep of
klantsegmenten.
3. Oplossing (Solution): Hoe gaat jouw product of dienst het probleem van de klant
oplossen? Een beknopte beschrijving van je oplossing.
4. Unieke Waardepropositie (Unique Value Proposition): Wat maakt jouw product of
dienst uniek en waardevol voor klanten?
5. Kanalen (Channels): De manieren waarop je jouw product of dienst aan de klant
levert, of hoe je de klant bereikt.
6. Inkomstenstromen (Revenue Streams): Hoe en waar je geld verdient met je product
of dienst.
7. Kostenstructuur (Cost Structure): De belangrijkste kosten die gepaard gaan met het
runnen van je bedrijf.
8. Kernactiviteiten (Key Metrics): Belangrijke cijfers en statistieken die je helpen de
prestaties van je bedrijf te meten.
9. Kernpartners (Unfair Advantage): Eventuele partnerschappen of hulpbronnen die je
een oneerlijk voordeel geven ten opzichte van de concurrentie.

Validatie
= Validatie is het proces van het bevestigen en controleren van de juistheid, effectiviteit of
geschiktheid van iets, zoals een product, idee, methode, of systeem. Het zorgt ervoor dat wat
wordt beweerd of ontwikkeld ook daadwerkelijk klopt en bruikbaar is.

Experimenteren = aanpassen, aanpassen, blijven aanpassen tot dat het goed is

Experimenteren helpt om vaag ideeën concreet te maken en te testen of ze kansrijk zijn voor
je bedrijf. Het doel is leren en verbeteren. Na een experiment beslis je of je doorgaat met het
idee of het aanpast (iteratie). Zo verminder je risico en onzekerheid, waardoor je zekerder
bent dat je je budget effectief inzet.

Spelregels en kernprincipes bij het testen


1. Fouten maken mag! Vb: fitbit: huidirritaies, ze hadden het niet uitgetest voor de
lancering
2. Durf te leren! lukt alleen door je grootste risico’s bij echte klanten te toetsen vb:
colgate lasagne
3. Mislukken betekent ook succes! Door te experimenteren leer je wel sneller wat wel
én niet werkt. Vb: youtube
Leren van mislukkingen is een bekend principe in innovatietheorie, maar recent
onderzoek toont aan dat veel bedrijven hier moeite mee hebben. Ondanks het belang
van risico's nemen voor ondernemerschap, blijft falen vaak ondergewaardeerd en
negatief beoordeeld. Veel bedrijven vermijden het bespreken van mislukkingen.
Dit is problematisch omdat je niet kunt leren van falen dat niet wordt erkend. De
belangrijkste aanbeveling voor bedrijven is om een cultuur te creëren die open staat
voor mislukking, waarin fouten worden erkend en van geleerd wordt.

4. Scepsis! Geloof niet in je eigen slimmigheidjes. Een product lanceren obv vertrouwen
leidt veel vaker tot een mislukking dan tot een succes.

5. Empirisme

Beslissingen nemen obv informatie en bewijs ipv vertrouwen. “GET OUT OF THE
BUILDING

Testfase

1. De aannames
2. Kies je test
3. Ontwerp je test
4. Ga out-of-the building en test
5. Beoordeel het resultaat en pas aan indien nodig

1. De aannames ( = assumpties)

 Breng alle aannames in kaart.


Wat wil je leren door je aannames te testen?  is er wel/niet bewijs van de
aanname
Vb: Wij geloven dat onze klanten 20-25 jarigen zijn met een elektrische fiets.
 Prioriteer je aannames door gebruik te maken van de Assumption Mapper.
Maak een lijst waarbij de belangrijkste aannames bovenaan staan.
Wat niet belangrijk is om te testen staat meer onderaan.
Hou de 3 lenzen van innovatie in je achterhoofd:
• Eerst wenselijkheid (desirability)
• Vervolgens levensvatbaarheid (viability)
• Om te eindigen met haalbaarheid (feasibility)

 Selecteer de belangrijkste aanname


2. Kies je test
Er zijn véél mogelijkheden om te testen
a. Bevragingen doen aan de hand van een vragenlijst*
b. Gedrag uitlokken

Vragenlijst
• Kies een test die past bij de aanname die je wilt controleren en die snel en goedkoop
is. Zorg ervoor dat het experiment realistisch is voor de klant, zodat je echte reacties
en gedrag kunt observeren en valideren

• We werken met een vragenlijst die op voorhand wordt opgesteld. Doordat alle
groepsleden “dezelfde” vragen stellen, is het eenvoudiger om achteraf een synthese
te maken en conclusies te trekken.
• We combineren de vragenlijst ALTIJD met gedrag uitlokken.
• Op die manier vragen we niet enkel de mening van de klant maar kijken we ook via
gedrag de wenselijkheid van het concept.

Gedrag uitlokken
• Soms is het waardevoller om niet prijs te geven dat je product / dienst nog niet
bestaat.
• Je doet alsof en creërt via omwegen een realistische situatie.
• Je bestudeert hoe je potentiële klant reageert op de testomgeving.
• (Nadat potentiële klanten de actie uitvoeren, laat je pas weten dat het om een test
gaat.)

3. Ontwerp je test
Hoe ga je de test praktisch aanpakken?
Hoe ga je je concept voorstellen?
Waar ga je de test laten plaatsvinden?
Wanneer ga je de test doen?
Wie voert de test uit? Gaat er een extra student mee om te noteren?

Hoe ga je je concept voorstellen - prototype?


• Fysiek prototype
• Toelichtingsvideo: Powtoon of pitch
• Landingspagina
• Flyer of poster
• Verpakking
• Moodboard
• Storyboard

Het Experiment Canvas


• Pas nadat je bepaald hebt wat je gaat doen en hoe je de klanten gaat bereiken, kan je
nadenken over hoe je gaat meten.
• Dit doe je aan de hand van de minimum faalcriteria. Dit zijn minimale resultaten die
je test moet behalen om je hypothese te valideren.
• In deze fase gaan we over van assumpties naar hypotheses.
Assumptie vs hypothese

“Wij geloven dat milieubewuste jongeren tussen 14-20 jaar uit Antwerpen onze early
adopters zijn.”

“Als we 60 mensen uit onze doelgroep onze toelichtingsvideo bezorgen zal binnen de
3 dagen 70% van hen deze video delen.“

Wees op voorhand ook duidelijk wat de gevolgen voor je project zijn als de minimale
faalcriteria niet gehaald worden. Stoppen? Terugkeren en aanpassen (=pivoteren).
Nog een experiment opzetten? Samenvatting: maak jezelf niets wijs en leer uit je
resultaten.

Vb Hypothese: Onze early adopters zijn X en we hebben gelijk indien 8 op 10


geïnterviewden aangeven dat ze het probleem hebben/ervaren en actief op zoek zijn
naar een oplossing.

Go out of the building

Ga er op uit. Voer het experiment in de juiste context uit bij klanten.


Let op: je bent op zoek naar eerlijke reacties van je klanten. Vertel dus niet dat het
om een experiment gaat
• Maak notities van wat je leert tijdens het experiment, vooral over het gedrag van
mensen. Onderzoek waarom dingen gebeuren. Noteer niet alleen de resultaten, maar
ook observaties, verrassingen en klantenfeedback. Beoordeel of je je doelen hebt
bereikt en waarom wel of niet. De verzamelde gegevens helpen bij het nemen van de
juiste beslissing. Bewaar het bewijs op Google Drive.

Beoordeel het resultaat en pas aan indien nodig

• Beoordeel of de aannames worden ondersteund door bewijs.


• Bespreek het resultaat en noteer nieuwe inzichten. Begin met wat je precies hebt
gezien (de observaties) en verklaar vervolgens met elkaar waarom het gebeurt.
• Tijdens deze fase ontstaat er vaak discussie over waarom het experiment wel/niet
geslaagd is. Dat is niet erg. Wat helpt: gebruik de discussie om met elkaar nieuwe
hypotheses te formuleren.
• Op basis van het bewijs zijn er twee uitkomsten mogelijk. Je hypothese klopt of niet.
Hoe ga je verder? Ga je door met de gekozen richting? Dien je zaken aan te passen
(itereren)? Of denk je dat je een hele nieuwe richting moet kiezen (pivot)?
• Neem een beslissing: doorgaan, itereren, pivot of stoppen.
• Bepaal de volgende stappen: formuleer een nieuwe hypothese en tackle het
volgende risico.
• Remember: Mislukken is ook succes.
Hoofdstuk 10: Pitching

Wat is het doel van de pitch en wat is de context?

• Recruitment pitch: We are a great company to work for!

• Investor pitch: Investing in us will get you a lot of money (ROI)

• Sales pitch: We solve your problem and we are the best

Verbinding door lichaamstaal

• Oogcontact
• Glimlachen
• Handgebaren
• Kleding
• Houding
• Gebruik de ruimte

Verbinding door je stem

• Toon
• Volume
• Snelheid
• Stiltes
• Uitspraak
• Stopwoorden: EUH, in feite, eigenlijk…

Structure
• Intro
• Body
• Conclusion
INTRO: ICE BREAKER
• Waarom? VERTROUWEN en AANDACHT opwekken!
• Presenteer jezelf, niet je project!
• Voorbeelden: een anekdote, verhaal, link naar actueel nieuws, feitjes, vraag aan
publiek…
• Houd het kort!
• Geen slides!

BODY:
• Wat is je business en de waarde voor je klant?
• Wat is het probleem + hoe gevalideerd?
• Wie is/zijn je doelgroep/early adopters?
• Wat is je oplossing + hoe gevalideerd?
• Wat is je business model? Is er een logisch verdienmodel en is er een voldoende
grote markt?
• Positie in de markt/USP
• Welke onzekerheden zitten er nog in je verhaal en hoe wil je die gaan onderzoeken de
komende 2 maanden?

CONCLUSIE:
• Geen nieuwe info
• Refereer aan kernboodschap
• Zorg voor een call to action!

Valkuilen in een pitch


• Uitweiden over het probleem
• Geen call to action
• Vaag blijven
• Geen duidelijke onderscheidende waarde
• Uitweiden over het probleem
Hoofdstuk 11: Innovatie rondom ons

• Innovatie als objectief voor overheden en bedrijven


• Is je land / regio / industrie / bedrijf innovatief?
• Het innovatie-ecosysteem voor de startende ondernemer

1. Innovatie als objectief voor overheden en bedrijven

INNOVATIE ALS BELEIDSDOMEIN VAN PUBLIEKE OVERHEDEN


• Bescherming van eigendomsrecht
• Sociale mobiliteit in een land: kansen voor iedereen (The American Dream)
• Sustainable Development Goals’ van de Verenigde Naties
• Deeptech-innovatie
• New Innovation Agenda
• Vlaio

2. Is je land / regio / industrie / bedrijf innovatief?

Een veelgeciteerd rapport:


https://www.wipo.int/edocs/pubdocs/en/wipo-pub-2000-2023-en-main-report-global-
innovation-index-2023-16th-edition.pdf

- Landen / overheden / bedrijven erkennen het belang van innovatie en besteden er


aandacht en geld/aandacht aan
- Het domein waarin en hoe overheden innovatiesteun bieden is heel breed en
verscheiden (negatiever uitgedrukt: niet altijd even gericht en efficiënt).
Maar ondersteuning door overheden biedt de innovatieve ondernemer wel veel
mogelijkheden.

3. Het innovatie-ecosysteem voor de startende ondernemer

Hulpmiddelen voor de innovatieve ondernemer

• De aandacht van overheden en bedrijven voor innovatie heeft een waar ecosysteem
laten ontstaan rond:
– netwerken & contacten,
– verschaffen / uitwisselen van kennis en advies,
– financiering,
– subsidies
– Infrastructuur (een dak boven het hoofd van de startende ondernemer)
• In de volgende dia’s vind je een aantal voorbeelden van initiatieven, concepten en
spelers uit het innovatie-wereldje waar jij als ondernemer gebruik van kan maken.

You might also like